[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag schriftelijk overleg inzake gevolgen levering militaire goederen voor gereedheid en inzetbaarheid van de krijgsmacht (Kamerstuk 22054-365)

Wapenexportbeleid

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2022D25305, datum: 2022-06-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2022D25305).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2022Z10815:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2022D25305 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Defensie over haar brief van 31 mei 2022 over de gevolgen van de levering van militaire goederen voor de krijgsmacht (Kamerstuk 22 054, nr. 365).

De voorzitter van de commissie,
De Roon

De adjunct-griffier van de commissie,
Mittendorff

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

De leden van de VVD-fractie hebben enkele vragen over de mededeling dat het huidige niveau van gereedstelling en de inzet voor hoofdtaken 1 en 2 op hoofdlijnen kan worden gehandhaafd. Zij vragen de Minister meer duiding te geven van wat er wordt bedoeld met «op hoofdlijnen». Voorts vragen deze leden of dit betekent dit dat er geen effecten zijn op de voorziene bijdragen in NAVO-verband voor de oostflank, zoals de Enhanced Forward Presence en reactiemachten van de NAVO.

De leden van de VVD-fractie onderschrijven de inzet van het kabinet dat «materieel waar nodig zo spoedig mogelijk moeten worden aangevuld», maar vragen wat er vervolgens met deze constatering gebeurt. Zij vragen de Minister dit toe te lichten. In de brief (Kamerstuk 36 045, nr. 365) wordt ook aangegeven dat het aan Oekraïne geleverde materieel waar nodig zo spoedig mogelijk moeten worden aangevuld zodat het voortzettingsvermogen van Defensie, de mogelijkheid om inzet in missies en operaties gedurende langere tijd vol te houden, niet verder wordt aangetast. De leden van de VVD-fractie vragen in welke mate er momenteel sprake is van aantasting op de betreffende inzetbaarheid. Zij vragen of bestaande verwervingstrajecten bijvoorbeeld versneld of uitgebreid worden, of dat de Minister gebruik maakt van methoden als fast track procurement om tekorten zo snel mogelijk aan te vullen. Kan de Minister aangeven welke concrete stappen hier al zijn gezet om de effecten van leveranties aan Oekraïne op te vangen, en welke gepland staan? Kan de Minister daarbij aangeven op welke wijze en welke termijn het geleverde materieel volledig is aangevuld? Zo vragen deze leden.

De leden van de VVD-fractie vragen of de Minister verwacht dat leveringen gevolgen hebben voor het tempo van herstel van de krijgsmacht zoals de Defensienota dat beoogt. Zij vragen hoe het aanvullen van het materieel vanwege de leveringen aan Oekraïne zich verhoudt tot het versnellen van het aanvullen van munitievoorraden, reserveonderdelen en andere inzetvoorraden, zoals genoemd in de Defensienota.

De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat de inzetbaarheid van de Nederlandse krijgsmacht zo min mogelijk nadeel moet ondervinden door de levering van militaire goederen aan Oekraïne. Gelet op het gestelde in de brief (kamerstuk 36 045, nr. 365) dat de mogelijkheid om aan Oekraïne militair materieel uit eigen voorraden te leveren na verloop van tijd afneemt en dat onderzocht wordt hoe het kabinet daarna in internationaal verband ondersteuning voort kan zetten, vragen de leden van de VVD-fractie op welke termijn het leveren van een substantiële hoeveelheid militaire goederen aan Oekraïne niet meer mogelijk zal zijn. Deze leden vragen de Minister daarbij aan te geven wanneer inzichtelijk wordt hoe Nederland op langere termijn Oekraïne kan ondersteunen.

De leden van de SP-fractie hebben met interesse kennis genomen van de brief over de gevolgen voor de gereedheid en inzetbaarheid van de krijgsmacht als gevolg van de wapenexporten naar Oekraïne. Zij stellen dat veel van het beleid en het besprokene vertrouwelijk is en daarom slecht te bespreken dan wel te controleren.

De leden van de SP-fractie delen de analyse dat Rusland een illegale aanvalsoorlog is begonnen tegen Oekraïne. Deze leden onderscheiden zeker vier instrumenten van buitenlands beleid ten aanzien van deze oorlog. Wapenleveranties is er daarvan één. Diplomatie, (slimme) sancties en de opvang van vluchtelingen zijn de drie andere terreinen, waaraan de leden van de SP-fractie graag meer prioriteit zouden willen geven. Deze leden zijn zeer terughoudend bij het leveren van wapens aan Oekraïne. Zij stellen dat de centrale kwestie dde proportionaliteit is, niet alleen bij het geweldgebruik maar ook in de afweging met de andere instrumenten. Met name het gebruik van diplomatie verdient naar het oordeel van de leden van de SP-fractie meer inspanning.

Deze leden stellen dat Nederland in de afgelopen drie maanden voor 130 miljoen euro aan wapens aan Oekraïne heeft geleverd. Declaraties van deze kosten worden ingeleverd bij de Europese Vredesfaciliteit in Brussel en daarmee zouden (afgezien van de Orwelliaanse naam van de faciliteit) Nederlandse begrotingsposten kunnen worden ontlast. De leden van de SP-fractie vragen wat de stand van zaken is met betrekking tot de declaraties. Welke kosten worden niet door de faciliteit vergoed en waarom is dat? Erkent het kabinet dat het budget van het Vredesfonds buiten de Europese begroting wordt gehouden omdat wapenleveringen naar derde landen niet zijn toegestaan volgens het Verdrag van Lissabon? Zo vragen de leden van de SP-fractie.

Met betrekking tot de Pantserhouwitsers merken de leden van de SP-fractie op dat de landmacht, of bepaalde personen in de landmacht, niet tevreden was (waren) met de levering daarvan. Diverse media werden ingelicht om de feiten zelf, die het kabinet vertrouwelijk wenste te houden, te openbaren. In de brief schrijven de bewindslieden dat er een procedure is om de effecten voor gereedheid en inzet te toetsen. Dat leidt de leden van de SP-fractie tot enkele vragen:

Wat zijn de gereedheid en inzetbaarheidscriteria waaraan in concreto moet worden voldaan?

Acht het kabinet de interne procedure om de Pantserhouwitsers te leveren geslaagd? Zo ja, wat is dan de verklaring van het kabinet dat de pers is ingelicht over de leveranties?

De leden van de SP-fractie merken op dat de brief meldt dat Oekraïne diverse soorten munitie heeft gegeven, maar ook stelt dat de voorraden voor de eigen taken onvoldoende zijn. Het kabinet meldt overigens dat «op hoofdlijnen» aan de taken kan worden voldaan. De leden van de SP-fractie vragen wat daarmee wordt bedoeld. Zij vragen op welke onderdelen dat dan niet het geval is en hoe lang dat is vol te houden door de krijgsmacht.

Ondanks het feit dat in de brief wordt gesteld dat het wapenexportbeleid secuur wordt beoordeeld, vragen de leden van de SP-fractie of het kabinet dit beleid geslaagd of toereikend acht. Is er een bestelling uit Oekraïne geweigerd. Welke was dat dan en waarom? Zijn er behalve de inzetbaarheid en gereedheid van de krijgsmacht nog criteria uit het wapenexportbeleid die zijn blijven gelden in de afgelopen maanden? Welke zijn dat? Zo vragen deze leden.

De leden van de SP-fractie vragen welke juridische criteria het mogelijk maken om wapeninkopen voor Oekraïne op de markt te doen.

Tot slot vragen de leden van de SP-fractie of het klopt dat de Minister-President op 19 mei 2022 zei dat er na de Pantserhouwitsers geen nieuwe wapens meer geleverd kunnen worden: „Ik zie het op dit moment niet gebeuren dat we nog meer gaan leveren», aldus de Minister-President, en „Duitsland en Nederland zijn allebei heel fors aan het investeren in onze krijgsmacht. Maar we hebben op dit moment ook een achterstand. Er zijn grenzen aan wat we nu kunnen doen. Dus ik denk dat het hier echt wel bij blijft.»1.

Indien dit juist is, dan vragen de leden van de SP-fractie hoe dit zich verhoudt tot de motie Sjoerdsma van 15 juni 2022 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2499) om nog meer wapens te leveren en daarbij «geen taboes» te hanteren. Deze leden vragen hoe de Krijgsmacht zelf tegen deze motie aan kijkt.

De leden van de PvdA en GroenLinks fracties hebben kennisgenomen van de gevolgen van de levering van militaire goederen voor de gereedheid en inzetbaarheid van de krijgsmacht. Allereerst benadrukken deze leden, gezien de aanhoudende Russische agressie in Oekraïne, het belang van een onverminderd solidaire opstelling ten opzichte van de Oekraïners. Dit betekent volgens deze leden dat naast het instellen van zware sancties en het verlenen van humanitaire hulp, deze leden ook voorstander zijn van het leveren van wapens zodat de Oekraïners in staat zijn hun land te verdedigen.

Aangezien de oorlog zich volgens de Amerikaanse Minister van Defensie Lloyd op een «doorslaggevend moment» bevindt en Rusland momenteel een enorme vuurkracht in met name de Donbas laat zien, is het wat de leden van de PvdA en GroenLinks fracties betreft ook van belang dat Nederland en de bondgenoten de militaire steun intensiveren door onder andere de levering van zwaarder materieel, inclusief groot materiaal en wapensystemen als de Pantserhouwitsers. Aangezien dit logischerwijs een impact heeft op de eigen gereedstelling van de krijgsmacht, hebben deze leden enkele vragen.

Op welke manier wordt de synergie bewaakt tussen de samenwerkingsverbanden «Ukraine Contact Group» en «Clearing House Cell»? In welke mate is het gelukt om de munitievoorwaarden, die al voor de Russische invasie achterliepen, aan te vullen? Deelt de Minister de mening dat bij de afweging voor het leveren van wapens aan Oekraïne ook nadrukkelijk de Nederlandse inzetbaarheid voor de missies in Roemenië en Litouwen in ogenschouw moet worden genomen? Zo ja, op welke manier wordt dit gedaan? In hoeverre kan door Westerse landen worden voldaan aan de wensenlijst van president Zelenski voor het leveren van zwaardere wapens? Kan de Minister in algemene zin een inschatting geven over de termijn waarop de zwaardere wapens die nu worden geleverd kunnen worden ingezet door het Oekraïense leger? Wat wordt er gedaan om de logistieke toevoer te versnellen? Op welke manier draagt Nederland bij aan het trainen van Oekraïense militairen in Duitsland op het gebruiken van het nieuwe wapentuig? Kan de Minister tot slot een inschatting geven op welke termijn de mogelijkheid om uit eigen voorraden te leveren afneemt? Zo vragen de leden van de PvdA en GroenLinks fracties.


  1. Telegraaf, 19 mei 2022↩︎