[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Hulp aan Suriname na wateroverlast

Suriname

Brief regering

Nummer: 2022D25698, datum: 2022-06-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-20361-202).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 20361 -202 Suriname.

Onderdeel van zaak 2022Z12444:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

20 361 Suriname

Nr. 202 BRIEF VAN MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 juni 2022

Met deze brief reageert het kabinet op het verzoek van uw Kamer om geïnformeerd te worden over de wateroverlast in Suriname en over inspanningen van Nederland om terzake hulp te verlenen, naar aanleiding van de mondelinge vraag van het lid Boucke (D66) op 7 juni jl. (Handelingen II 2021/22. nr. 88, mondelingen vragen van het lid Boucke over het bericht «Suriname vraagt Nederland om brede hulp na watersnood»

Situatie

Suriname kampt met wateroverlast en overstromingen na maanden van aanhoudende en uitzonderlijke regenval in wat normaal bekend staat als de droge tijd. Door de overvloedige regen staat de Afobaka-dam onder druk. Deze dam levert ca. 58% van de energie in Suriname. Om een dambreuk te voorkomen zijn de spuien opengezet, wat tot aanvullende overstromingen heeft geleid in het district Brokopondo. Ook in andere gebieden is sprake van overstromingen en wateroverlast. Op 25 mei jl. heeft de Surinaamse regering zeven van de tien districten tot rampgebied verklaard. De situatie is veranderlijk en er is momenteel nog steeds sprake van zware regenval.

De wateroverlast treft momenteel ca. 7.000 Surinamers; dit aantal kan nog oplopen. Er is geen sprake van acuut levensgevaar, maar mensen hebben hun huizen moeten verlaten, scholen zijn gesloten, oogsten zijn verloren gegaan en er zijn gezondheidsrisico’s als gevolg van onhygiënische leefomstandigheden. De overstromingen hebben ook geleid tot schade aan infrastructuur.

De respons op de wateroverlast wordt gecoördineerd door het Nationaal Coördinatiecentrum voor Rampenbeheersing (NCCR) van Suriname. De NCCR krijgt daarbij steun van regionale en internationale organisaties. Een aantal landen heeft via bilaterale kanalen hulp geleverd of toegezegd.

Hulp uit Nederland

Tijdens een gesprek op 2 juni jl. met de Surinaamse Minister voor Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking, dhr. Ramdin, op hoogambtelijk niveau is gesproken over mogelijke ondersteuning vanuit Nederland. Op 7 juni jl. heb ik in de Kamer toegezegd om te bezien op welke wijze Nederland een concrete bijdrage kan leveren, dan wel door het leveren van goederen of door een financiële bijdrage. Om redenen van effectiviteit is gekozen voor een financiële bijdrage.

Nederland zal op de volgende wijze hulp aan Suriname bieden:

– op de korte termijn: een bijdrage uit het noodhulpbudget voor steunverlening door UNICEF;

– voor de langere termijn: het beschikbaar stellen van technische expertise.

Hulp korte termijn

Na de hulpverzoeken zocht Nederland nader contact met de Surinaamse autoriteiten en bij de respons betrokken landen en organisaties om gezamenlijk de situatie in te schatten, te inventariseren waar behoefte aan is, en af te stemmen hoe Nederland het beste een bijdrage kan leveren.

De VN-organisaties UNDP, UNICEF, WFO en FAO leveren een bijdrage aan de respons, net als de Caribbean Disaster Emergency Management Agency (CDEMA) en de Pan American Health Organization (PAHO). Een aantal van deze organisaties kan hun werk mede uitvoeren door reguliere financiële steun van Nederland, zoals in het kader van het noodhulpbeleid.

Nederland heeft tevens aan Suriname gesuggereerd om steun te genereren via de reguliere crisismechanismes van VN, Rode Kruis en EU. Inschakeling van deze mechanismes bevordert brede en gecoördineerde internationale steunverlening. Suriname heeft voor zover bekend via deze mechanismes geen hulpverzoeken ingediend.

Nederland heeft verder besloten om de inzet van UNICEF bij de acute respons op de wateroverlast te ondersteunen met een bijdrage van EUR 200.000. Deze middelen komen uit de financiële reserve voor acute crisis binnen het noodhulpbudget1. UNICEF is een vaste partner in het beleid voor humanitaire hulp en diplomatie.

De bijdrage van UNICEF aan de respons in Suriname richt zich op voedsel en hygiëne voor kinderen, hun families en gemeenschappen, op onderwijs en op primaire gezondheidszorg. De organisatie zorgt voor voedselsteun, schoon drinkwater, schoolbenodigdheden en Children Care Kits voor basale medische zorg, noodoperaties en bevallingen en voor behandeling van ondervoeding. Met het oog op specifieke behoeften van vrouwen en meisjes verstrekt UNICEF ook benodigdheden voor persoonlijke hygiëne.

Technische assistentie

Naar aanleiding van het verzoek om experts te leveren voor de Afobaka-dam zijn er diverse opties voor ondersteuning vanuit Nederland geïdentificeerd. In Nederland is beperkte expertise aanwezig op het vlak van stuwdammen en om die reden zijn aan de Surinaamse autoriteiten alternatieve hulpkanalen voor dit verzoek geadviseerd.

Op verzoek van Suriname kan Nederland een Dutch Risk Reduction Team (DRR-Team) mobiliseren. Een DRR-Team wordt samengesteld uit experts van de Nederlandse watersector en levert advies op het gebied van watergerelateerde rampen. Er wordt momenteel een teamleider geselecteerd die op korte termijn naar Suriname zal afreizen om samen met de Surinaamse autoriteiten de precieze behoeften in kaart te brengen. De verdere inzet van een expertteam zal op deze verkenning worden gebaseerd, tevens in aansluiting op initiatieven van andere donoren, zoals de Wereldbank.

Een DRR-Team richt zich specifiek op de analyse van urgente waterproblemen en doet, op basis van een kortdurende inzet, aanbevelingen voor mogelijke oplossingen voor de korte en (middel)lange termijn. Implementatie van deze oplossingen valt niet onder deze inzet. Het is echter de intentie van het kabinet om eventuele vervolgsteun, in de vorm van technische assistentie en advies, te leveren via het Makandra-programma van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Dit programma voorziet in government-to-government samenwerking tussen Nederlandse en Surinaamse overheidsorganisaties. Ook zal hierbij aansluiting worden gezocht met de inspanningen van andere partners en donoren.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher


  1. Kamerstuk 34 952, nr. 153.↩︎