[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over de problemen die ongehuwd samenwonenden kunnen ondervinden als hun relatie ten einde komt

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2022D27727, datum: 2022-06-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-3318).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2022Z10060:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

3318

Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de problemen die ongehuwd samenwonenden kunnen ondervinden als hun relatie ten einde komt (ingezonden 20 mei 2022).

Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 29 juni 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 3074.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat steeds meer samenwonende mensen die niet getrouwd zijn in de problemen geraken als het komt tot een breuk in de langdurige relatie? Zo ja, wat vindt u van de oproep van de vereniging van Familierecht Advocaten en Scheidingsmediators (vFAS) om in het recht meer stil te staan bij de aard van de relatie (hoe duurzaam was de relatie) dan om alleen te kijken naar of iemand getrouwd was of niet bij het toekennen van financiële tegemoetkomingen en de eventuele verdeling?1

Antwoord 1

Ja, ik heb kennis genomen van dit bericht. Ik herken (de signalen en) de trend dat er steeds meer ongehuwd samenlevende partners zijn. In het geval partners zaken niet (goed) geregeld hebben, kan dit bij het beëindigen van de relatie van deze partners tot financiële problemen leiden. Tegelijkertijd hecht ik aan de autonomie van partners en vind ik het belangrijk dat (aanstaande) partners zelf de keuze hebben voor een relatievorm met de bijbehorende (financiële) gevolgen. Daarbij hebben partners die niet kiezen voor een huwelijk of geregistreerd partnerschap in de eerste plaats een eigen verantwoordelijkheid om met betrekking tot hun relatie afspraken te maken en financiële zaken te regelen, al dan niet in de vorm van een samenlevingsovereenkomst. Dit doet verder niets af aan de aard (duurzaamheid) van de relatie. Wel kan de duurzaamheid van de relatie gaandeweg een reden zijn voor aanpassing van afspraken of regelingen.

Vraag 2

Ziet u ook dat niet-getrouwde samenlevers, en dan met name vrouwen, tegen problemen aanlopen als het tot een relatiebreuk komt, bijvoorbeeld omdat zij jarenlang de zorg voor de kinderen op zich hebben genomen en daardoor geen carrière hebben kunnen maken, maar bij het beëindigen van een duurzame relatie, in tegenstelling tot getrouwde stellen die uit elkaar gaan, (financieel) helemaal nergens recht op hebben? Vindt u dit absolute onderscheid tussen getrouwde mensen die samenwonen en niet-getrouwde samenwoners wenselijk, ook vanwege het feit dat mensen steeds vaker ongehuwd maar wel langdurig samenleven en niet altijd bewust stil staan bij de gevolgen van hun keuzes, zoals het niet formeel vastleggen of regelen van financiële zaken? Zo ja, waarom?

Antwoord 2

Als gezegd is het aan de aanstaande (partners) op grond van de partij autonomie om te kiezen voor een huwelijk of geregistreerd partnerschap of voor niet gehuwde of geregistreerde samenleving. Zij hebben daarin een eigen verantwoordelijkheid. Wel vind ik het belangrijk dat partners zich voldoende realiseren wat de gevolgen zijn van een relatievorm, bij de vermogensopbouw, maar zeker ook in de situatie dat partners uit elkaar gaan. Wanneer partners zich bewust zijn van de gevolgen kunnen zij hierover afspraken maken. Niet alleen op financieel terrein, maar ook hoe men op een goede manier uit elkaar kan gaan met zo min mogelijk (schadelijke) gevolgen voor zowel de ouders als het kind.

Vraag 3

Bent u het er mee eens dat het huidige huwelijksvermogensrecht en alimentatierecht eigenlijk nog steeds uitgaat van de situatie dat samenwonende mensen ook getrouwd zijn? Zouden deze delen van het huidige personen- en familierecht niet herzien moeten worden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

De bepalingen over het huwelijksvermogensrecht en het alimentatierecht zien op de situatie van huwelijk en geregistreerd partnerschap. Deze bepalingen zien – een uitzondering daargelaten – niet op ongehuwde of niet geregistreerde samenlevers. Dit laat onverlet dat ongehuwde of niet geregistreerde partners afspraken op vermogensrechtelijke en alimentatiegebied kunnen maken, maar partijen zijn ook vrij om niet te contracteren.

Met betrekking tot partners die geen samenlevingsovereenkomst zijn aangegaan blijkt uit onderzoek2 dat als de reden om ongehuwd samen te leven gelegen is in een bewuste keuze van partners om niet onder de wettelijke regeling van het huwelijk te vallen, wetgeving die hen daar toch onderbrengt een inbreuk zou inhouden op de autonomie van deze partners. Ik vind het belangrijk dat de eigen verantwoordelijkheid en autonomie van partners in beginsel gerespecteerd worden. Voor de vraag naar een herziening verwijs ik naar het antwoord op de vragen 4 en 5.

Vraag 4 en 5

Bent u bereid te bezien of er voor de groep mensen die wel samenwoont, maar niet getrouwd is toch een vorm van bescherming kan worden geboden na het eindigen van de relatie? Bent u daarbij bijvoorbeeld bereid om te kijken naar het invoeren van alimentatierecht voor samenlevers of een recht op opgebouwd vermogen, zoals ook de vFAS bepleit? Zo nee, waarom niet?

Bent u bereid te onderzoeken of een billijkheidscorrectie geïntroduceerd kan worden bij de rechter in het geval van ongehuwd samenwonenden, zodat een rechter in die gevallen waarin de beëindiging van het samenwonen en de relatie zonder billijke vergoeding onredelijk is, toch een recht op vergoeding kan bepalen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4 en 5

In februari 2021 is het onderzoeksrapport «Alimentatie van nu, acceptatie van alimentatie in het licht van maatschappelijke ontwikkelingen» aan uw Kamer aangeboden.3 Het onderzoek vond plaats in de periode van december 2019 tot december 2020 en vloeide voort uit het vorige Regeerakkoord. In het Regeerakkoord was vermeld dat nader onderzoek zou worden verricht ten behoeve van een verdere herijking van het familierecht. Een inhoudelijke reactie op het onderzoeksrapport werd destijds overgelaten aan een nieuw kabinet. Na de zomer zal ik een inhoudelijke reactie op het rapport aan uw Kamer toezenden en in dat kader met een reactie komen omtrent partneralimentatie voor ongehuwd samenwonenden. Ik zal daarbij ook de andere onderdelen betrekken die zijn genoemd in de vragen 4 en 5.


  1. NOS, 17 mei 2022, «Samenwonen, maar niet getrouwd? Steeds meer mensen in de problemen», https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2429210-samenwonen-maar-niet-getrouwd-steeds-meer-mensen-in-de-problemen.↩︎

  2. Rapport «Koude Uitsluiting -Materiele problemen en onbillijkheden na scheiding van in koude uitsluiting gehuwde echtgenoten en na scheiding van ongehuwd samenlevende partners, alsmede instrumenten voor de overheid om ze tegen te gaan», Kamerstuk 2010–2011, 28 867, nr. 22.↩︎

  3. Rapport «Alimentatie van nu, acceptatie van alimentatie in het licht van maatschappelijke ontwikkelingen», Kamerstukken II 2020–2021, 33 836, nr. 61.↩︎