[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken Handel en de Wereldhandelsorganisatie Ministeriële Conferentie van 12 tot 16 juni 2022

Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Brief regering

Nummer: 2022D30686, datum: 2022-07-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-02-2512).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 02-2512 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken .

Onderdeel van zaak 2022Z14886:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022

21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2512 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juli 2022

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken Handel en de Wereldhandelsorganisatie Ministeriële Conferentie 12 van 12 tot 16 juni 2022.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher

VERSLAG RAAD BUITENLANDSE ZAKEN HANDEL EN WTO MC12 VAN 12-17 JUNI 2022

Introductie

De 12eMinisteriële Conferentie (MC12) van de WTO vond plaats van 12 tot en met 17 juni jl. in Genève, Zwitserland. Nederland werd vertegenwoordigd door een delegatie onder leiding van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Zij nam ook deel aan de Raad Buitenlandse Zaken Handel voorafgaand aan MC12 die plaatsvond op 12 juni. Tot de delegatie behoorden ook Minister Cijntje van Economische Ontwikkeling van Curaçao, de Tweede Kamerleden Klink en Koekkoek, de gevolmachtigd ministers van Curaçao en Sint Maarten, een vertegenwoordiger van VNO-NCW, een vertegenwoordiger van Both Ends namens het maatschappelijk middenveld en ambtelijke ondersteuning. Na het vertrek van de Minister nam de Directeur-Generaal voor Buitenlandse Economische Betrekkingen voor haar waar, waaronder bij de afsluitende Raad Buitenlandse Zaken Handel die plaatsvond op 16 juni.

Tegen de verwachtingen in heeft de Conferentie tot een breed pakket aan uitkomsten geleid – het meest omvangrijke pakket sinds MC9 in 2013. Het pakket omvat een multilateraal outcome document met o.a. passages over WTO-hervorming, milieu en gender; een (deel)akkoord ter beperking van schadelijke visserijsubsidies; een verklaring over voedselzekerheid en een besluit om World Food Program-inkopen uit te zonderen van exportrestricties; een brede Trade & Health-verklaring en een besluit over intellectuele eigendomsrechten en vaccins; en verlenging van het moratorium op e-commerce-tarieven. Deze uitkomsten mogen gelden als een belangrijk resultaat voor de WTO en voor Nederland als open economie en handelsland.

Dit pakket komt voor een groot deel overeen met de Nederlandse inzet voor MC12, zoals aan uw Kamer geschetst in de Geannoteerde Agenda voor de RBZ/Handel van 3 en 12 juni1. Het kabinet is dan ook zeer tevreden over het resultaat. Het is nu van belang om door te pakken en werk te maken van bredere WTO-hervorming.

Raad Buitenlandse Zaken Handel en WTO MC12

WTO-hervormingen

De WTO-leden hebben zich in het unaniem aanvaarde outcome document gecommitteerd aan voortgang op WTO-hervorming in aanloop naar MC13. Ook hebben zij zich uitgesproken om het WTO-geschillenbeslechtingssysteem te herstellen en eventueel te hervormen per 2024. Daarnaast erkent het outcome document het belang van het adresseren van milieu en klimaatverandering in de WTO. Helaas ontbreekt in het document een referentie naar het versterken van afspraken ter bevordering van een gelijk speelveld; er is geen overeenstemming binnen de WTO over dit onderwerp.

Nederland heeft in de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 12 juni jl. gesteld dat de EU leiderschap moet tonen bij het hervormen van het multilaterale handelssysteem. Ook heeft Nederland aandacht gevraagd voor nieuwe regels voor een gelijk speelveld en voor een grotere rol voor duurzaamheid en milieu in de WTO. Nederland sprak zich verder uit voor meer gebruik van plurilaterale samenwerking als multilaterale samenwerking in de WTO niets oplevert. Veel andere EU lidstaten riepen ook op tot WTO-hervorming, veelal echter zonder in detail te treden.

Visserij

Tijdens MC12 bereikten de WTO-leden een (deel)akkoord ter beperking van schadelijke visserijsubsidies. Het akkoord bevat belangrijke afspraken waaronder een absoluut verbod op subsidies voor illegale, ongerapporteerde en ongereguleerde (IUU)-visserij en op subsidies voor visserij op ongereguleerde volle zee evenals substantiële beperkingen op subsidies die bijdragen aan overbevissing. Het is hiermee de eerste WTO overeenkomst die primair als doelstelling heeft onze leefomgeving te beschermen. Met dit akkoord wordt bijgedragen aan het bereiken van SDG 14.6. Er kon tijdens de conferentie niet over alle punten waarover onderhandeld werd overeenstemming worden bereikt. Het betreft daarom een deelakkoord waarbij is afgesproken dat verder onderhandeld wordt over uitstaande punten, waaronder verdere inperking van subsidies die bijdragen aan overbevissing en overcapaciteit. De EU heeft aangegeven zich in te zetten voor spoedige afronding van deze onderhandelingen. Ondertussen kan het nu bereikte deelakkoord na ratificatie in werking treden.

Nederland heeft in de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 12 juni het essentiële belang van een akkoord op visserijsubsidies onderstreept. Hierover was brede overeenstemming in de Raad, waarbij een aantal lidstaten het belang van coherentie met het EU-visserijbeleid benadrukte.

Voedselzekerheid en door Nederland georganiseerd voedselzekerheid event

Het WTO-lidmaatschap heeft een multilaterale verklaring aangenomen over voedselzekerheid, waarin de WTO-leden zich onder andere uitspreken over het voorkomen van handelsbeperkingen op voedselproducten die niet in lijn zijn met de WTO-regels. Ook hebben de leden een ministerieel besluit aangenomen om World Food Program-aankopen voor voedselhulp uit te zonderen van exportrestricties.

Nederland heeft zich in de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 12 juni jl. uitgesproken voor een verklaring voor voedselzekerheid en tegen ongerechtvaardigde exportrestricties, samen met een groot aantal andere EU lidstaten.

Nederland heeft voorts een evenement georganiseerd over voedselzekerheid, waar op ministerieel niveau van gedachten werd gewisseld met Bangladesh, Botswana en Curaçao. Dit evenement werd gemodereerd door Gerda Verburg, adjunct secretaris-generaal van de VN en coördinator van Scaling Up Nutrition (SUN). Ook hier heeft Nederland het grote belang van voedselzekerheid en het voorkomen van ongerechtvaardigde exportbeperkingen benadrukt.

Ook werd tijdens de Ministeriele Conferentie een Sanitaire en Fytosanitaire (SPS) Verklaring aangenomen. De verklaring breekt de bestaande SPS overeenkomst uit 1995 niet open, maar stelt een werkprogramma voor om deze beter toepasbaar te maken in het kader van mondiale uitdagingen zoals klimaatverandering en het groeiende belang van duurzame landbouwpraktijken en productiesystemen.

Trade & Health en TRIPS

WTO-leden bereikten tijdens MC12 overeenstemming over zowel een brede verklaring over de WTO-reactie op de COVID-19 pandemie als over een ministerieel besluit over intellectuele eigendomsrechten in relatie tot COVID-19 vaccins. Het besluit ten aanzien van intellectueel eigendom is gebaseerd op het eerdere voorstel van het WTO-secretariaat, waarover uw Kamer op 20 mei jl. een brief met hierin een appreciatie ontving.2

In de verklaring over de WTO-reactie op de COVID-19-pandemie onderstrepen de WTO-leden onder andere het belang van een stabiel en voorspelbaar handelssysteem en erkennen leden de rol die het multilaterale handelssysteem speelt in het ondersteunen van de uitbreiding en diversificatie van productie van essentiële goederen en diensten in de strijd tegen COVID-19. Ook benadrukken leden het belang van transparantie van handelsmaatregelen. WTO-leden leggen verder vast dat ze tot eind-2024 jaarlijks in de Algemene Raad van de WTO de balans opmaken van besprekingen in verschillende WTO-comités over uitdagingen waarmee leden zijn geconfronteerd gedurende de COVID-19-pandemie en de lessen die hieruit zijn getrokken. De verklaring is uiteindelijk minder ambitieus geworden dan waar de EU aanvankelijk op inzette, bijvoorbeeld ten aanzien van exportbeperkingen. Desalniettemin is het positief dat WTO-leden overeenstemming hebben bereikt over de tekst en discussies de komende periode worden voortgezet in de verschillende WTO-comités.

De bereikte uitkomst over intellectueel eigendom van COVID-19-vaccins komt tegemoet aan de zorgen van ontwikkelingslanden, door het vereenvoudigen van de mogelijkheden die bestaan om lokale fabrikanten toe te staan COVID-19-vaccins te produceren zonder toestemming van de octrooihouders. De geproduceerde vaccins kunnen zowel bestemd zijn voor binnenlands gebruik als voor export naar andere ontwikkelingslanden of internationale initiatieven zoals COVAX. Landen die zichzelf in WTO-verband hebben gekwalificeerd als ontwikkelingsland, met uitzondering van China, kunnen deze oplossing direct gebruiken om toestemming te verlenen voor de productie en levering van COVID-19-vaccins zonder voorafgaande onderhandelingen met de octrooihouder en zonder kennisgevingsvereisten die de start van de productie of uitvoer zouden vertragen. Ook is er in het besluit aandacht voor betaalbare prijzen bij leveringen aan humanitaire non-profit programma’s voor de distributie van vaccins. Het besluit geldt voor ten minste 5 jaar en binnen zes maanden zal een beslissing worden genomen over uitbreiding van het besluit tot productie en levering van diagnostica en geneesmiddelen ten behoeve van de bestrijding van COVID-19. Tijdens de volgende vergadering van de TRIPS-raad op 6 en 7 juli a.s. zal hierover verder worden gesproken.

Dit onderwerp werd uitgebreid besproken tijdens de RBZ Handel, waarbij verschillende lidstaten aangaven geen verdere ruimte voor concessies te zien, en te hechten aan een resultaat waarbij naast een uitkomst op TRIPS ook een bredere verklaring zou worden aangenomen. Nederland onderschreef het belang van een breed resultaat op Trade & Health, waaronder op het gebied van intellectuele eigendomsrechten, en heeft de constructieve inzet van de Commissie gesteund.

E-commerce en door Nederland georganiseerd e-commerce event

Tijdens de Ministeriele Conferentie is overeenstemming bereikt over de verlenging van het sinds 1998 geldende moratorium op e-commerce tarieven. Onder het moratorium worden geen douanerechten geheven op elektronische transmissies, zoals muziek, films en software. Het moratorium is verlengd tot de volgende Ministeriele Conferentie. Mocht MC13 worden uitgesteld tot na 31 maart 2024, dan is een besluit van de Algemene Raad vereist om het moratorium door te laten lopen. In aanloop naar de Conferentie verzetten een aantal WTO-leden, waaronder India, zich tegen verlenging van het moratorium maar uiteindelijk is een compromis gevonden. De Europese Unie heeft zich met steun van Nederland en vele andere lidstaten hier voor ingezet. Het verlengen van het moratorium is een belangrijke stap in een wereld waarin digitalisering steeds belangrijker wordt.

Naast het reguliere programma van de Ministeriële Conferentie organiseerde Nederland gedurende de Conferentie een high-level evenement getiteld «Small business, big in e-commerce». Dit gebeurde in samenwerking met het International Trade Centre (ITC). Er werd stilgestaan bij het belang van e-commerce voor kleine ondernemingen en met name voor vrouwelijke ondernemers. Namens Nederland benadrukte de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in haar bijdrage de waarde van het luisteren naar ondernemers in ontwikkelingslanden in het overbruggen van de digital divide, het belang van een internationaal regelgevend kader voor e-commerce en het toewerken naar een inclusieve en duurzame digitale toekomst.

Appreciatie WTO MC12

Het kabinet is verheugd met de uitkomst van de twaalfde Ministeriele Conferentie van de WTO. De WTO laat hiermee zien hedendaagse maatschappelijke uitdagingen het hoofd te kunnen bieden. Gegeven de moeilijke context – de Russische invasie van Oekraïne en de toenemende polarisering binnen het multilaterale systeem, waaronder de WTO – vormt dit pakket het hoogst haalbare onderhandelingsresultaat. Ook is het kabinet tevreden met het optreden van de EU-vertegenwoordiging tijdens de Conferentie. De EU heeft zich constructief en proactief opgesteld op alle dossiers – waaronder op visserijsubsidies en het TRIPS-compromis –, zonder daarbij het bredere belang van het multilaterale handelssysteem of de eigen kernbelangen uit het oog te verliezen.

De sterke onderhandelingsresultaten zijn een goede basis voor verdere hervorming van de WTO. Daarbij zal Nederland aandacht blijven vragen voor het belang van het versterken van de regels ter borging van een mondiaal gelijk speelveld. Het deelakkoord op visserijsubsidies moet de komende jaren nog aangevuld worden met verdere afspraken en voorkomen moet worden dat het deelakkoord na vier jaar verloopt. Ook de verlenging van het moratorium op e-commerce tarieven na 2023 is geen gegeven. Nederland zal zich constructief inzetten om het multilaterale werkprogramma over e-commerce te versterken en zo tegemoet te komen aan de wensen van ontwikkelingslanden, naast de inzet op het plurilaterale e-commerce initiatief.

Bilaterale gesprekken

Naast contacten met verschillende EU collega’s bood MC12 ook de mogelijkheid om bilateraal te spreken met collega’s uit China en Nieuw-Zeeland. In beide gevallen betrof het kennismakingsgesprekken.

Gesprek met China

Een groot gedeelte van het gesprek met de Chinese Minister van Handel Wang Wentao was een stevige en open dialoog waarin wij de situatie in Xinjiang bespraken en ik de ernstige zorgen van Nederland over de situatie van de Oeigoeren en het gebruik van dwangarbeid heb overgebracht. In dat verband benadrukte ik de noodzaak om onafhankelijke waarnemers toegang te verlenen. Dit ook met het oog op het bedrijven mogelijk te maken volledige transparantie te verkrijgen in hun waardeketens in lijn met de OESO-richtlijnen. Verder reflecteerden we op 50 jaar diplomatieke betrekkingen en benadrukte ik het belang om in WTO kader concrete resultaten te bereiken ten aanzien van o.a. visserijsubsidies, trade & health en e-commerce, als ook ter versterking van het mondiale gelijk speelveld.

Gesprek met Nieuw-Zeeland

In het gesprek met de Nieuw-Zeelandse Minister van Handel O’Connor bevestigde ik de steun van Nederland voor de totstandkoming van een modern, ambitieus en duurzaam handelsakkoord tussen de EU en Nieuw Zeeland. De Commissie onderhandelt namens de EU met Nieuw Zeeland en mikt op spoedige afronding van de onderhandelingen. Daarnaast spraken we af te bekijken hoe Nederland en Nieuw Zeeland de bestaande klimaatsamenwerking verder kunnen versterken.

Raadsbesluit ter implementatie van afspraken over binnenlandse regelingen voor diensten

De Commissie heeft op 8 juni 2022 een voorstel voor een Raadsbesluit gepubliceerd waarmee de Raad namens de Europese Unie een overeenkomst zou sluiten tot wijziging van het EU-dienstenschema in de WTO.3 Doel hiervan is het implementeren van overeengekomen afspraken over binnenlandse regelingen voor diensten. Het besluit betreft zowel de goedkeuring van de overeengekomen afspraken, als het machtigen van de Commissie om de benodigde wijzigingen in het dienstenschema van de EU in de WTO in te dienen.

Uw Kamer is eind 2021 geïnformeerd over de uitkomst van de plurilaterale onderhandelingen over binnenlandse regelingen voor diensten via de Kamerbrief over het uitstel van de 12eMinisteriële Conferentie van de WTO4. De afspraken gaan onder meer over transparantie van maatregelen voor autorisaties om een dienst te kunnen verlenen, zoals vergunningsvereisten en -procedures, kwalificatie-eisen en -procedures en technische normen (bijvoorbeeld tijdige publicatie van informatie over autorisatieprocedures). Ook leggen deelnemende landen vast dat autorisatieprocedures niet zullen discrimineren tussen mannen en vrouwen, een onderwerp waar Nederland met succes op heeft ingezet. Voor de EU zullen deze afspraken in de praktijk niet tot wijzigingen leiden van wet- en regelgeving of procedures, aangezien er in de EU al uitvoering wordt gegeven aan deze uitgangspunten.

Internationale handel in diensten is van groot belang voor een open economie als die van Nederland. Afspraken over transparantie en duidelijke autorisatieprocedures kunnen internationale dienstenhandel faciliteren en ondernemers, inclusief het MKB, kosten besparen, zoals recent aangetoond in een gezamenlijke studie van de OESO en de WTO.5 Het kabinet steunt dan ook het bereikte resultaat en is voornemens in te stemmen met het Raadsbesluit.


  1. Kamerstuk 21 501-02, nr. 2503.↩︎

  2. Kamerstuk 25 074 en 25 295, nr. 198.↩︎

  3. https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX:52022PC0257.↩︎

  4. Kamerstuk 25 074, nr. 196.↩︎

  5. https://www.wto.org/english/news_e/news21_e/jssdr_26nov21_e.pdf.↩︎