De verwerking van persoonsgegevens door vervoersbedrijven
Schriftelijke vragen
Nummer: 2022D32913, datum: 2022-08-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2022Z15734).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.M. Leijten, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
- Mede ondertekenaar: M.Ö. Alkaya, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
Onderdeel van zaak 2022Z15734:
- Gericht aan: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Gericht aan: A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Indiener: R.M. Leijten, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M.Ö. Alkaya, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2022Z15734
Vragen van de leden Leijten en Alkaya (beiden SP) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de verwerking van persoonsgegevens door vervoersbedrijven (ingezonden 24 augustus 2022).
Vraag 1
Klopt het dat het praktisch onmogelijk is internationaal te reizen met het openbaar vervoer zonder het afgeven van persoonsgegevens? Zo ja, vindt u dit wenselijk? Kunt u dit antwoord toelichten? Zo nee, welke mogelijkheden zijn er?1
Vraag 2
Hebben vervoersbedrijven een wettelijke verplichting om te voorkomen dat mensen anoniem kunnen reizen, zowel nationaal als internationaal? Zo ja, welke?
Vraag 3
Hoe verhoudt het niet anoniem kunnen reizen zich tot het principe van vrij verkeer van personen?
Vraag 4
Wie is er verantwoordelijk voor het verwerken van dergelijke persoonsgegevens? Wie houdt hier toezicht op?
Vraag 5
Hoeveel balies zijn er nog aanwezig op stations waar mensen vervoersbewijzen kopen als zij (internationaal) met de trein willen reizen? Hoeveel waren dat er tien jaar geleden?
Vraag 6
Welke andere mogelijkheden zijn er voor mensen die niet digitaal vaardig zijn en/of die menselijk contact prefereren om een treinkaartje te kunnen kopen?
Vraag 7
Hoe verhoudt deze digitalisering van de dienstverlening met de wens van de Tweede Kamer dat er altijd niet-digitale alternatieven moeten zijn voor dienstverlening?2