[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Van Haga over de toename van het aantal plofkraken

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2022D33545, datum: 2022-08-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20212022-3807).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2022Z15544:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2021-2022 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

3807

Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Justitie en Veiligheid inzake de toename van het aantal plofkraken (ingezonden 15 augustus 2022).

Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 30 augustus 2022).

Vraag 1

Bent u bekend met de berichtgeving over de zorgelijke toename van het aantal plofkraken, die gepaard gaan met heftige explosies en buurtbewoners die nabij geldautomaten wonen in angst doen leven?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Heeft u de bereidheid om te onderzoeken hoe daders van plofkraken harder aangepakt kunnen worden met strengere straffen? Graag een gedetailleerd antwoord met concrete oplossingen.

Antwoord 2

Per 1 mei 2018 is de strafvorderingsrichtlijn ram- en plofkraken van het Openbaar Ministerie aangescherpt. Reden hiervoor is de ernstige gevaarzetting van dit delict en de hoge impact op de veiligheidsgevoelens binnen de samenleving. Het nieuwe uitgangspunt van de strafeis bij een plofkraak is 24 maanden gevangenisstraf. Indien sprake is van een geldautomaat in een gebouw waarin ook woningen zijn gesitueerd, kan een gevangenisstraf van 48 maanden worden geëist. Verder kunnen de omvang van de schade en/of de buit, het georganiseerd verband en eventuele gevolgen voor slachtoffers reden zijn de strafeis nog verder te verhogen. De officier van justitie heeft daarmee voldoende mogelijkheden om passende sancties op te eisen, waarbij hij per zaak maatwerk kan toepassen.

Vraag 3

Heeft u de bereidheid om met gemeenten en banken te kijken naar andere veiligheidsmaatregelen die ten aanzien van geldautomaten genomen kunnen worden, bijvoorbeeld het inpandig maken van geldautomaten? Graag een gedetailleerd antwoord.

Antwoord 3

Na een significante stijging van het aantal plofkraken in Nederland in 2019 zijn tijdens twee Bestuurlijke Overleggen, d.d. 16 december 2019 en 30 januari 2020, verschillende maatregelen afgesproken en in gang gezet om plofkraken tegen te gaan.2 De maatregelen zien op: 1. het waardeloos maken van de buit, 2. de verplaatsing van geldautomaten in gevels van woningen en/of wooncomplexen en 3. de continuering van de opsporing en vervolging van daders en de intensivering van de publiek-private samenwerking. Mede door deze maatregelen is het aantal plofkraken de afgelopen jaren gedaald. In 2019 was het aantal plofkraken 95, waarvan 72 met explosieven. In 2020 is dat aantal gedaald tot 42, waarvan 30 met gebruik van (zware) explosieven. Het aantal aanvallen op geldautomaten daalde in 2021 verder naar 20, waarvan 12 met gebruik van (zware) explosieven.3 Het beeld van 2022 is vooralsnog dat de daling wordt voortgezet: dit jaar hebben tot 26 augustus tien plofkraken plaatsgevonden, waarvan negen met (zware) explosieven. Het is – los van de daling van de aantallen plofkraken – zorgelijk dat criminelen zware en/of zelf gemaakte explosieven gebruiken.

Zoals in de brief aan uw Kamer4 vermeld, blijft het belangrijk om dit fenomeen te monitoren om eventuele verschuivingen en of nieuwe ontwikkelingen aan te pakken. De dialoog hierover wordt met de relevante samenwerkingspartners voortgezet.


  1. AT5, 13 augustus 2022 (https://www.at5.nl/artikelen/216384/plofkraken-en-opgeblazen-deuren-tien-explosies-in-een-maand-tijd)↩︎

  2. Kamerstuk 28 684, nr. 591 (Brief) en Kamerstuk 28 684, nr. 610 (Brief)↩︎

  3. Jaarverantwoording 2021 Politie Nederland↩︎

  4. Kamerstuk 28 684, nr. 669↩︎