[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

35991, eindtekst

Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het zelfstandig strafbaar stellen van voorbereidingshandelingen met het oog op het plegen van seksueel misbruik met kinderen

Eindtekst

Nummer: 2022D35938, datum: 2022-09-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2021Z23394:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

13 september 2022



	Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het zelfstandig
strafbaar stellen van voorbereidingshandelingen met het oog op het
plegen van seksueel misbruik met kinderen







VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. 

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: 

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat
voorbereidingshandelingen met het oog op het plegen van seksueel
misbruik met kinderen, zelfstandig strafbaar worden gesteld in het
Wetboek van Strafrecht;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van Raad van State gehoord,
en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en
verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 240b wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 240c

Hij die zich of een ander opzettelijk gelegenheid, middelen of
inlichtingen verschaft of tracht te verschaffen tot het plegen van een
misdrijf als omschreven in de artikelen 244 en 245 of in de artikelen
242, 243, 246, 247 of 249 ten aanzien van een persoon die de leeftijd
van zestien jaren nog niet heeft bereikt, dan wel zich kennis of
vaardigheden daartoe verwerft of een ander bijbrengt, wordt gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde
categorie.

ARTIKEL II 

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. 

Gegeven

De Minister van Justitie en Veiligheid,

De Minister van Justitie en Veiligheid,

 

 

 PAGE    

 PAGE   2