Reactie op verzoek commissie over een brief derde inzake Suriname
Suriname
Brief regering
Nummer: 2022D36073, datum: 2022-09-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-20361-203).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 20361 -203 Suriname.
Onderdeel van zaak 2022Z17127:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2022-09-22 14:50: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-09-29 12:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2022-12-22 14:14: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2021-2022 |
20 361 Suriname
Nr. 203 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 september 2022
Hartelijk dank voor het delen van de brief welke ik in goede orde ontvangen heb. De brief bevat serieuze en zorgwekkende aantijgingen die ons extra alert maken op de situatie in Suriname. Tegelijkertijd zijn de aantijgingen zeer lastig te verifiëren. Het is ook niet aan Nederland om aan waarheidsvinding te doen van gebeurtenissen in een ander land en hier een oordeel over te vellen.
Wat betreft de samenwerking met Suriname in het kader van het Makandra-programma spannen wij ons maximaal in om de projecten op een zorgvuldige wijze tot stand te laten komen. Deze overheidssamenwerking geschiedt op basis van een open en constructieve dialoog en is gericht op het versterken van goed bestuur en de rechtstaat in Suriname.
Nederland spreekt zich uit en treedt gericht op tegen mensenrechtenschendingen. Daarbij heeft Nederland speciale aandacht voor persvrijheid en vrijheid van meningsuiting. In Suriname heeft Nederland hier aan bijgedragen door bijvoorbeeld een project op het gebied van onderzoeksjournalistiek te financieren.
Bovenstaande is ook gedeeld in een antwoord aan de schrijver van de brief, een afschrift hiervan treft u in de bijlage.
Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra