[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Werkprogramma 2021-2024 ‘Sport in het Systeem’ van de Nederlandse Sportraad (NLsportraad)

Toekomstig sportbeleid

Brief regering

Nummer: 2022D36663, datum: 2022-09-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30234-323).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 30234 -323 Toekomstig sportbeleid.

Onderdeel van zaak 2022Z17341:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

30 234 Toekomstig sportbeleid

Nr. 323 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 september 2022

In september 2020 is het werkprogramma 2021–2024 «Sport in het Systeem» van de Nederlandse Sportraad (NLsportraad) aan uw Kamer aangeboden. Hierbij bied ik u, conform artikel 26, derde lid, van de Kaderwet Adviescolleges, het werkprogramma voor 2023 aan.

Jaarlijks actualiseert de NLsportraad het werkprogramma. Het werkprogramma voor 2023 is afgeleid van het meerjarig werkprogramma «Sport in het systeem» en biedt adviezen op het terrein van sport en gezondheid; sport en sociale waarden; topsport en samenleving, en versterking sportbranche.

In het bijgaande werkprogramma zijn de thema’s en beoogde adviezen voor 2023 nader uitgewerkt.

Op 18 mei vond het debat Wet op de Nederlandse Sportraad plaats (Handelingen II 2021/22, nr. 81, item 10). Tijdens het debat zijn twee moties ingediend die beide het kabinet verzoeken om een adviesaanvraag op te stellen voor de NLSportraad: de motie van het lid Rudmer Heerema1 en de motie van het lid Inge van Dijk2. Op dit moment wordt gewerkt aan beide adviesaanvragen. In het werkprogramma houdt de NLSportraad rekening met de uitvoering hiervan (zie p.4. Werkprogramma 2023).

Daarnaast heb ik uw Kamer twee toezeggingen gedaan. Allereerst de toezegging u een overzicht te sturen van de termijnen van de raadsleden. Dit overzicht vindt u in onderstaande tabel.

Michael van Praag April 2016 1e termijn 2e termijn 3e termijn
Ahmed Aboutaleb April 2016 1e termijn

2e termijn

(tot 1 april 2022)

Leanne van den Hoek April 2016 1e termijn 2e termijn 3e termijn
Erik Scherder Januari 2018 1e termijn 2e termijn 3e termijn
Jiske Griffioen Juni 2019 1e termijn 2e termijn 3e termijn
Marjolein Bolhuis-Eijsvogel Juni 2019 1e termijn 2e termijn 3e termijn
Bernard Wientjes Juli 2019 1e termijn 2e termijn 3e termijn
Farid Gamei Februari 2021 1e termijn 2e termijn
Meryem Kilic-Karaaslan April 2021 1e termijn 2e termijn
Elke Snijder Mei 2021 1e termijn 2e termijn

Ten tweede heb ik u toegezegd een overzicht te sturen van hoeveel adviescolleges de afgelopen 30 jaar zijn gestart en gestopt. Uit verschillende evaluaties van de Kaderwet adviescolleges die in de afgelopen dertig jaar hebben plaatsgevonden, blijkt het volgende. De inwerkingtreding van de Kaderwet adviescolleges in 1997 heeft een versoberend effect gehad op het aantal adviescolleges. In 1995 waren er nog 119 externe adviescolleges actief, terwijl het advieslandschap in de periode 1997–2000 bestond uit 23 vaste adviescolleges, negen tijdelijke en 38 eenmalige colleges ingesteld. In de afgelopen 22 jaar schommelde het aantal permanente adviescolleges rond de twintig (maximaal 26, minimaal zeventien), varieerde het aantal tijdelijke adviescolleges tussen een en vijf, en kwam het aantal eenmalige adviescolleges uit tussen nul en zeventien.

Overigens informeert de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de Kamer sinds 2016 ieder jaar over het aantal adviescolleges door middel van de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,
C. Helder


  1. Kamerstuk 35 983, nr. 10.↩︎

  2. Kamerstuk 35 983, nr. 14.↩︎