WODC ‘Planevaluatie Wet forensische zorg; Reconstructie en evaluatie van de beleidstheorie’
Forensische zorg
Brief regering
Nummer: 2022D37475, datum: 2022-09-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33628-93).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Onderdeel van kamerstukdossier 33628 -93 Forensische zorg.
Onderdeel van zaak 2022Z17656:
- Indiener: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-09-28 15:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-10-12 14:45: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-10-19 14:00: Gevangeniswezen en tbs (Commissiedebat), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-01-19 13:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
| Vergaderjaar 2022-2023 |
33 628 Forensische zorg
Nr. 93 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 september 2022
Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) voert een meerjarige evaluatie uit naar de Wet forensische zorg (Wfz).1 Hierbij biedt ik u het deelonderzoek «Planevaluatie Wet forensische zorg; Reconstructie en evaluatie van de beleidstheorie» aan. Dit rapport beschrijft de door de wetgever gestelde doelen en de veronderstelde werkzame mechanismen waarmee de Wfz deze doelen moet bereiken. Daarbij is niet de uitvoering in de praktijk of de doelbereiking geëvalueerd, maar de theoretische en praktische onderbouwing van de veronderstelde werkzame mechanismen van de wet.
Het WODC meent dat over het geheel genomen er goede wetenschappelijke evidentie is voor het algemene uitgangspunt van de Wfz dat effectieve forensische zorg bijdraagt aan het herstel van de forensische patiënt en vermindering van het risico op recidive. Tegelijkertijd constateert het WODC dat er wisselende evidentie is voor de veronderstelde werkzame mechanismen waarmee de doelen van de Wfz behaald zouden moeten worden. Daarnaast blijkt uit deze planevaluatie dat het goed mogelijk en zinvol is om een proces- en doelbereikingsevaluatie uit te voeren voor de Wfz. De bevindingen over de wisselende evidentie van veronderstelde werkzame mechanismen zijn in lijn met onder andere de bevindingen van de Algemene Rekenkamer in het onderzoek «In de zorg, uit het zicht».2 Zoals in de Voortgangsbrief Forensische Zorg aangegeven zijn inmiddels diverse maatregelen hierop in gang gezet en werk ik aan een Meerjarig Strategisch Onderzoeks- en evaluatieprogramma waarin deze aanbevelingen worden betrokken.3
Omdat deze planevaluatie een opstap is naar de proces- en doelbereikingsevaluatie en derhalve geen aanbevelingen bevat, zal ik nu niet nader beleidsinhoudelijk reageren op het onderliggende onderzoek. In de procesevaluatie staat de uitvoering van de Wfz in de praktijk centraal.
In de doelbereikingsevaluatie wordt onderzocht in hoeverre de doelen van de Wfz worden behaald. De procesevaluatie en de doelbereikingsevaluatie worden naar verwachting eind 2023 respectievelijk eind 2025 met een beleidsreactie aan uw Kamer gestuurd.
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind