Benoemingsprocedure nieuw lid van de Toetsingscommissie inzet Bevoegdheden (TIB)
Voordracht ter vervulling van een vacature voor de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB)
Brief regering
Nummer: 2022D38381, datum: 2022-09-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36214-1).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Rutte, minister van Algemene Zaken (Ooit VVD kamerlid)
- Beslisnota inzake benoemingsprocedure nieuw lid van de Toetsingscommissie inzet Bevoegdheden (TIB)
- Afschrift brief Raad van State inzake juridisch lid TIB
Onderdeel van kamerstukdossier 36214 -1 Voordracht ter vervulling van een vacature voor de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB).
Onderdeel van zaak 2022Z18052:
- Indiener: M. Rutte, minister van Algemene Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2022-10-04 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-10-06 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2023-10-05 13:40: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
36 214 Voordracht ter vervulling van een vacature voor de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB)
Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 september 2022
De heer A.W.R. Hubert heeft mij verzocht te bevorderen dat per 9 september 2022 aan hem ontslag wordt verleend als lid van de toetsingscommissie inzet bevoegdheden (TIB). Door het vertrek van de heer Hubert is het noodzakelijk om zo snel mogelijk een nieuw lid voor de TIB te benoemen.
De ontslag- en benoemingsprocedure voor de TIB is geregeld in artikel 33 en hoofdstuk 7 van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2017 (Wiv 2017). Artikel 99, lid 1, van deze wet geeft aan dat voor de benoeming van de leden van de TIB door de Tweede Kamer der Staten-Generaal per vacature een voordracht wordt gedaan van tenminste drie personen, waaruit de betrokken Ministers een keuze maken. Bij haar voordracht slaat de Tweede Kamer zodanig acht als haar dienstig voorkomt op een door de vicepresident van de Raad van State, de president van de Hoge Raad der Nederlanden en de Nationale ombudsman gezamenlijk opgemaakte aanbevelingslijst van ten minste drie kandidaten per vacature. De geselecteerde kandidaat wordt door de Kroon benoemd.
Ik heb de vicepresident van de Raad van State middels bijgevoegde brief verzocht om de benoemingsprocedure op korte termijn te starten en de aanbevelingscommissie bijeen te roepen. Ik verzoek u om een benoemingscommissie samen te stellen, teneinde een lid van TIB op voordracht van de Tweede Kamer te kunnen benoemen.
De Minister-President,De Minister van Algemene Zaken,
M. Rutte