Internationale Klimaatstrategie
Internationale klimaatafspraken
Brief regering
Nummer: 2022D40614, datum: 2022-10-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31793-231).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Mede ondertekenaar: R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie (D66)
Onderdeel van kamerstukdossier 31793 -231 Internationale klimaatafspraken .
Onderdeel van zaak 2022Z18982:
- Indiener: E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Medeindiener: R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- Volgcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2021-2024)
- 2022-10-20 13:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2021-2024)
- 2022-11-08 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-02-15 10:00: Internationale Klimaatstrategie (Rondetafelgesprek), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2021-2024)
- 2023-03-30 10:00: Internationale Klimaatstrategie (Commissiedebat), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2021-2024)
- 2023-04-06 14:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
31 793 Internationale klimaatafspraken
Nr. 231 BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN VOOR KLIMAAT EN ENERGIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 oktober 2022
Hierbij bieden wij u, mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de Minister voor Natuur en Stikstof, de Minister en Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister van Financiën, de Internationale Klimaatstrategie (IKS) aan, zoals eerder aangekondigd in de kamerbrief over de uitwerking van het coalitieakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) voor buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking1 en de kamerbrief over de uitwerking van het coalitieakkoord voor klimaat en energie.2
Om de internationale klimaatdreiging het hoofd te bieden en gelijktijdig groene transitiekansen beter te benutten slaat het kabinet een nieuwe weg in met deze eerste Internationale Klimaatstrategie. De strategie versterkt de kabinetsbrede klimaatdiplomatieke samenwerking gericht op landen buiten de Europese Unie en biedt de basis om gezamenlijk internationale klimaatacties wereldwijd te versnellen. De strategie is tot stand gekomen na consultaties met maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven, experts, kennisinstellingen en jongeren.
De urgentie voor klimaatactie is hoog en de wereld staat op een cruciaal punt in de transitie naar een duurzame economie. Volgens de meest recente klimaatwetenschappelijke rapporten van de VN leeft inmiddels de helft van de wereldbevolking in een situatie van hoge klimaatkwetsbaarheid,3 waarbij de allerarmsten het hardst worden geraakt. De aankomende jaren zijn beslissend voor het voorkomen van onherstelbare schade. Volgens het meest recent wetenschappelijk klimaatrapport van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) is het «code rood voor de mensheid.» De huidige toezeggingen zijn onvoldoende om de temperatuurstijging onder de 1,5 graden Celsius te houden. De aarde warmt op, steeds meer mensen raken op drift, diersoorten sterven uit en grondstoffen worden schaarser. Daardoor neemt de druk op ecosystemen, natuurlijke hulpbronnen en voedsel- en watervoorziening toe, met directe gevolgen voor de nationale en internationale veiligheid, transportnetwerken, wereldgezondheid en irreguliere migratie. Klimaatverandering vormt een toenemend internationaal risico dat vraagt om ambitieuze internationale actie van dit kabinet. Niet alleen voor het kunnen behalen van de wereldwijde ontwikkelingsdoelen (SDG’s), maar ook voor onze strategische energiebelangen, de regionale veiligheid en het verdienvermogen van ons internationaal opererend innovatieve bedrijfsleven.
Klimaatverandering is niet de enige uitdaging in deze turbulente tijd. De nasleep van de coronapandemie brengt ingrijpende geopolitieke, economische en sociaal-maatschappelijke gevolgen teweeg. De Russische invasie in Oekraïne leidt tot grote uitdagingen voor de energie- en voedselzekerheid wereldwijd. En we zien dat de spanningen tussen VS en China oplopen en de klimaatagenda beïnvloeden. Dit complexe geopolitieke speelveld laat duidelijk zien dat onze welvaart en welzijn direct verbonden zijn met mondiale ontwikkelingen en bevestigt de noodzaak van een snelle energietransitie t.b.v. onze strategische autonomie.
Nederland zet zich in om de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen in het algemeen en Russische fossiele brandstoffen in het bijzonder zo snel als veilig mogelijk af te bouwen door versnelling van de energietransitie, energie-efficiëntie en energiebesparing. Parallel aan onze nationale inzet, wordt in EU-verband met het Fit for 55-pakket ingezet op het behalen van onze klimaatdoelen met een centrale rol voor de energietransitie en met het REPowerEU-plan (inclusief de nieuwe EU-strategie voor externe energiebetrekkingen) op een zo snel mogelijke afbouw van de import van Russische fossiele brandstoffen en versnelling van de energietransitie. Het kabinet zet in op snelle besluitvorming over deze voorstellen. Op korte termijn zal Russisch gas vervangen moeten worden door extra LNG-import. De LNG-markt is een wereldmarkt waarbij het aanbod (vanuit o.a. VS, Qatar, Australië) met name naar Aziatische en EU-markten gaat. Omdat LNG-aanbod niet snel uit te breiden is, kan extra import een prijsopdrijvend effect hebben en leiden tot een verschuiving van importbronnen wereldwijd.
Als toegezegd tijdens het notaoverleg over de Beleidsnota Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking op 28 september jl., keert het kabinet in deze brief tevens terug op de relatie tussen de kabinetsinzet in de EU op zogenaamde scope 3-emissies en internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO) en op de maatwerkafspraken die het kabinet wil maken met de 20 grootste industriële uitstoters over substantiële CO2-reductie.4 Als aangegeven in het BNC-fiche bij het voorstel voor de Europese Commissie voor een Richtlijn gepaste zorgvuldigheidsverplichting voor ondernemingen5 is het kabinet ten behoeve van deze Richtlijn voorstander van een brede invulling van het begrip «operations» uit de richtlijn, waarbij ook de scope 3-emissies binnen de waardeketens onder de reikwijdte van de richtlijn vallen. Nederland heeft in de besprekingen van het voorstel hiertoe inmiddels voorstellen gedaan. De twintig grootste uitstoters waarmee maatwerkafspraken worden gemaakt zullen naar verwachting alle onder de reikwijdte van de richtlijn vallen. Voorts geldt dat deze bedrijven onder de Richtlijn herziening duurzaamheidsrapportage vallen,6 die van bedrijven verwacht waar relevant ook over scope 3-emissies te rapporteren.
Het kabinet is doordrongen van de wetenschappelijk onderbouwde urgentie van dringende wereldwijde klimaatactie. Vanuatu bereidt, naar verluidt, een resolutie voor die vermoedelijk eind 2022 of begin 2023 tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties behandeld zal worden. Via die resolutie wordt het Internationaal Gerechtshof om een advies (Advisory Opinion) gevraagd over de relatie tussen mensenrechten en klimaatverandering. Mogelijk richt de Advisory Opinion zich op de vraag of regeringen ook een verantwoordelijkheid hebben om rekening te houden met de belangen van toekomstige generaties bij het opstellen van klimaatbeleid. Onder meer Australië, Nieuw-Zeeland, verschillende kleine eilandstaten en jongeren vertegenwoordigd in de World Youth for Climate Justice beweging steunen het idee van een resolutie van Vanuatu. De formulering van de adviesaanvraag in de resolutie houdt Vanuatu nog voor zich. Nederland is in afwachting van de formulering van de rechtsvraag zodat daarover stelling genomen kan worden. In beginsel steunt Nederland adviesaanvragen aan het Internationaal Gerechtshof wanneer deze relevant zijn voor de bevordering van de ontwikkeling van de internationale rechtsorde, mede gelet op artikel 90 van de Grondwet, en wanneer deze geen bilaterale geschillen betreffen.
Het kabinet heeft de Nederlandse klimaatambities verhoogd en nationale klimaatacties versneld. Deze eerste rijksbrede IKS beschrijft hoe het kabinet de inzet voor het klimaat ook wereldwijd verder wil verstevigen. De strategie bouwt voort op bestaande nationale en internationale ambities zoals het nationale Klimaatakkoord7 met plannen voor het reduceren van de emissies van belangrijke sectoren zoals elektriciteit, landbouw en mobiliteit in Nederland, het Rijksbreed Programma Circulaire Economie8 met als doel om in 2050 volledig circulair te zijn, de Nederlandse Internationale Water Ambitie9 om in 2030 voor ruim honderd miljoen mensen in de wereld waterzekerheid en waterveiligheid te vergroten en de Beleidsagenda voor duurzame financiering van de Ministers van Financiën en EZK.10
Het eerste deel van de IKS (deel A) beschrijft de Nederlandse strategie en ambities voor 2050. Daarna volgt in deel B de inzet in deze kabinetsperiode voor de verhoging van mondiale inspanningen om de doelen van de Overeenkomst van Parijs te behalen. Dit betreft zowel klimaatmitigatie – het streven om de opwarming van de aarde tot 1,5°C te beperken – als klimaatadaptatie – het vergroten van de weerbaarheid tegen klimaatverandering – en het in lijn brengen van financieringsstromen met die twee doelen. Daar horen concrete acties bij, zoals uiteengezet in de strategie. Het kabinet intensiveert de diplomatieke inzet om andere landen te bewegen klimaatambities te verhogen en klimaatacties te versnellen en heeft daarbij oog voor de mensen die het hardst worden getroffen door klimaatverandering en wij met Nederlandse kennis en kunde bijstaan.
De benodigde ambitie en actie bestrijkt vele beleidsterreinen en het kabinet spant zich de komende jaren in voor sterkere internationale actie onder coördinatie van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, in nauwe samenwerking met de Minister voor Klimaat en Energie en andere betrokken bewindspersonen. In de jaarlijkse klimaatdiplomatiebrief wordt u geïnformeerd over de voortgang van de IKS.
Zo draagt Nederland internationaal bij aan een koolstofarme, circulaire en klimaatweerbare wereld in 2050.
De Minister voor Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher
De Minister voor Klimaat en Energie,
R.A.A. Jetten
Kamerbrief «Toezegging inzake planning van uitwerking van het coalitieakkoord», 9 februari 2022.↩︎
Kamerbrief «Uitwerking coalitieakkoord klimaat en energie», Kamerstukken 32 813 en 35 788, nr. 974).↩︎
Kamerstuk 31 793 nr. 200. Kabinetsappreciatie IPCC-rapport «Climate Change 2021: The Physical Science Basis» en Kamerstuk 31 793, nr. 207 «Kabinetsappreciatie op IPCC-rapporten».↩︎
Kamerstuk 29 826, nr. 148.↩︎
Kamerstuk 22 112, nr. 3393.↩︎
Kamerstuk 22 112, nr. 3132.↩︎
Kamerstuk 32 813, nr. 342.↩︎
Kamerstuk 32 852, nr. 33.↩︎
Kamerstuk 32 605, nr. 217.↩︎
Kamerstuk 33 043, nr. 108.↩︎