[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Stand van zaken en planningen dossiers Koninkrijksrelaties en reacties op drie verzoeken van de commissie voor Koninkrijksrelaties

Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2023

Brief regering

Nummer: 2022D41883, datum: 2022-10-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36200-IV-8).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36200 IV-8 Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2023.

Onderdeel van zaak 2022Z19568:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

36 200 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2023

Nr. 8 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 oktober 2022

Voorafgaand aan het begrotingsdebat over de ontwerpbegroting 2023 van Koninkrijksrelaties informeer ik uw Kamer in deze brief over de stand van de lopende zaken op het terrein van Koninkrijksrelaties. Hierbij ga ik in op mijn toezeggingen aan de Kamer en de door u ingediende moties. Deze heb ik voortvarend ter hand genomen, maar kunnen nog niet als afgerond worden beschouwd. Ik vind het wel van belang om u mee te nemen waar we per motie of toezegging staan. Onderaan de brief vindt u daarnaast mijn reacties op een drietal verzoeken van de commissie voor Koninkrijksrelaties.

Het gaat bij de moties en toezeggingen om belangrijke onderwerpen en ontwikkelingen in het Koninkrijk, waar ik met de bestuurders van de eilanden en met departementen in deze kabinetsperiode belangrijke stappen hoop te zetten. Het gaat over het klimaat, het slavernijverleden, de koopkrachtmaatregelen van het kabinet in Caribisch Nederland, het onderzoek naar de vrije uitkering en de voortgang van de bestuurlijke afspraken met de openbare lichamen. Ik kijk ernaar uit om volgende week met uw Kamer over deze belangrijke thema’s te debatteren.

Moties en toezeggingen Caribische Landen

CAft-advies over artikel-11-procedure

De Staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer te informeren zodra in de RMR besluitvorming heeft plaats gevonden over het CAft-advies met betrekking tot de artikel-11-procedure.

Op 13 juli jl. heeft de Rijksminsterraad het advies tot aanwijzing ontvangen van het College financieel toezicht voor Aruba. De besluitvorming in de Rijksministerraad is voorzien op 21 oktober aanstaande. Ik zal de Tweede Kamer hierover in een aparte brief naar verwachting na de begrotingsbehandeling informeren.

Wederopbouw Sint Maarten

De Staatssecretaris verwacht de Eerste en Tweede Kamer in de tweede helft van 2022 nader te informeren over het ziekenhuisproject en andere trustfonds projecten, na ommekomst van de halfjaarrapportage 2022.

U wordt in de loop van Q4 2022, naar verwachting in november, geïnformeerd over de voortgang op de wederopbouwprojecten, naar aanleiding van de rapportage over het eerste halve jaar van 2022 conform mijn toezegging. De wereldwijde inflatie en zgn. «value chain crisis» heeft invloed op de uitvoering van projecten onder het Trustfund van de Wederopbouw, zoals het ziekenhuis. Ook dit zal geadresseerd worden in de brief aan uw Kamer.

Klimaatadaptatie

De Staatssecretaris komt schriftelijk terug op de plek van de klimaatadaptatie in de hervormingsagenda, en gaat kijken of we iets kunnen doen voor het Caribisch gebied vanwege de geopolitieke ontwikkelingen en de nutsvoorzieningen.

De motie van het lid Wuite c.s (Kamerstuk 35 925 IV, nr. 14).; Verzoekt de regering om het bestrijden van klimaatverandering en de gevolgen hiervan onderwerp van gesprek te maken tijdens het premiers-overleg en de samenwerking hierop te verstevigen.

Waar het gaat om duurzame vormen van energie en klimaatadaptatie betreft het in de eerste plaats een landsaangelegenheid van de Caribische landen. Wel verkennen de betrokken Ministeries van Economische Zaken en Klimaat respectievelijk van Infrastructuur en Waterstaat hoe Nederland hierbij kan ondersteunen. Zo is het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voornemens een conferentie in de Caribische Landen organiseren. Daarnaast wordt door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat met mijn departement gekeken naar de uitvoering van de afspraak in het coalitieakkoord (bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) om het Nationaal Groeifonds en SDE+++ toegankelijk te maken voor de landen. Daarmee hebben zij toegang tot middelen om te investeren voor deze doelen. Voor CN verwijs ik u naar verderop in deze brief, onderdeel drie commissieverzoeken.

Ten aanzien van de motie van het lid Wuite c.s. kan ik melden dat het premiersoverleg een informeel karakter kent. Dat houdt in dat in dit overleg verschillende onderwerpen kunnen worden besproken, zoals klimaatadaptatie, maar hieraan geen concrete afspraken of acties worden verbonden binnen het premiersoverleg. Daarbij zij opgemerkt dat de premiers elkaar vaker spreken. In een gesprek van 31 januari 2022 met de premiers en de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties is het onderwerp klimaat besproken.

Adviescollege dialooggroep slavernijverleden

De Staatssecretaris zegt toe dat zij het voorstel in de motie van de leden Sylvana Simons en Van Raan (Kamerstuk 36 100 IV, nr. 10), over een in te stellen commissie van experts voor opbouw van kennis en advisering over het koloniale en slavernijverleden, zal meenemen in de bredere reflectie op de aanbevelingen van het Adviescollege dialooggroep slavernijverleden.

De Staatssecretaris zegt toe dat zij het voorstel in de motie van de leden Sylvana Simons en Van Raan (Kamerstuk 36 100 IV, nr. 9) over een jaarlijkse meerdaagse conferentie zal meenemen in het overleggen met de Minister van BZK over de kabinetsreactie op het rapport van het Adviescollege dialooggroep Slavernijverleden.

Het kabinet vindt de bewustwording en herdenking van het slavernijverleden van groot belang. Begin september ben ik met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar Sint Maarten, Sint Eustatius en Curaçao gereisd om meer inzicht te krijgen in dit verleden. De ervaringen van de gesprekken die wij daar hebben gevoerd worden mee genomen in de kabinetsreactie, die het kabinet later dit najaar aan de Kamer zal aanbieden. De aanbevelingen uit de moties Simons en Van Raan neem ik mee in de bredere reflectie op de aanbevelingen van het Adviescollege dialooggroep Slavernijverleden.

Koninkrijksconferentie

De gewijzigde motie van de leden Wuite en Van Raan (Kamerstuk 36 100 IV, nr. 17); Roept de regering op in overleg te treden met de Caribische eilanden om in 2023 een Koninkrijksconferentie te organiseren met onderwerpen zoals het Statuut, het Unierecht in relatie tot het Koninkrijk, mensenrechten, klimaatverandering, economische versterking en regionale/ internationale samenwerking.

Ik zal deze motie tijdens een nog te plannen bestuurlijk overleg met de regeringen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten bespreken. Uw Kamer zal ik voor het einde van het jaar nader informeren over de uitvoering van deze motie.

Internationale handelsmissies

De Staatssecretaris informeert de Tweede Kamer over de uitkomsten van overleg met de landen over hun deelname aan internationale handelsmissies (staand beleid), over hun ervaringen en wensen op dit gebied, eventueel resulterend in een overleg met de Minister voor BHOS.

De Caribische Landen van het Koninkrijk worden via de economische reisagenda, gecoördineerd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken, tijdig geïnformeerd over bezoeken en handelsmissies van bewindspersonen. Handelsmissies vallen binnen de autonomie, maar Landen (en hun bedrijven) kunnen zeker bij dergelijke missies aansluiten. Bezoeken in de regio worden proactief onder de aandacht van Aruba, Curaçao en Sint Maarten gebracht. Het handelsbevorderend instrumentarium van Nederland is sinds 2018 opengesteld voor alle ondernemers in het hele Koninkrijk. Daaronder valt ook deelname van Caribische ondernemers aan internationale handelsmissies. In verslaglegging achteraf aan de Tweede Kamer wordt, waar relevant, opgenomen dat (ondernemers uit) Caribische landen deelnamen aan georganiseerde handelsmissies. Daar waar relevant nemen ook bewindspersonen van de Caribische landen deel in de officiële delegatie zoals bij de missie naar Californië en Texas met het HMK Maxima naar de VS.

Uitvoeringsagenda’s Aruba, Curaçao en Sint Maarten

In de afgelopen twee weken zijn de uitvoeringsagenda’s voor het vierde kwartaal van 2022 voor de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten door zowel respectievelijk de Minister-President van Aruba, mevrouw Wever-Croes, de Minister-President van Curaçao, de heer Pisas, en de Minister-President van Sint Maarten, mevrouw Jacobs, als mijzelf vastgesteld en ondertekend. U ontvangt deze uitvoeringsagenda’s bij deze brief.

De uitvoeringsagenda’s zijn in samenwerking met de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten tot stand gekomen en geven richting aan de uitvoering van een gericht aantal maatregelen voor de komende periode. Naar aanleiding van de Rijksministerraad van 30 september jl. bent u in de brief van 11 oktober 20221 geïnformeerd over de voortgang op de uitvoeringsagenda’s gedurende het afgelopen kwartaal.

Moties en toezeggingen Caribisch Nederland

Financiële middelen

De Tweede Kamer ontvangt een overzicht van de middelen vanuit het kabinet op de verschillende terreinen en inclusief de verdeling over de eilanden. In deze brief wordt de Kamer ook geïnformeerd over een regeling voor Caribisch Nederland voor toegang tot het Nationaal Groeifonds.

Deze toezegging is grotendeels afgedaan met de brief van 1 juli 20222, over bestuurlijke afspraken, CN-envelop, uitvoeringsagenda's Q3 en overig.

De juridische aspecten over de verdeling van het groeifonds zijn complexer dan verwacht. Mijn ministerie is met het Ministerie van EZK in gesprek over de toepassing van het Groeifonds voor alle zes de Caribische (ei)landen. Voor het einde van het jaar wordt u geinformeerd over de toepassing van het Groeifonds, de ondergrens van 5 miljoen en de financieringsmodaliteiten.

De Staatssecretaris zegt toe dat bij het jaarverslag plus de begroting KR een totaaloverzicht komt van de inzet van de andere ministeries in Caribisch Nederland. Het totaaloverzicht ziet dan op de incidentele bijdrages en bijzondere uitkeringen.

Voorafgaande aan de publicaties van de begrotingen en van de jaarverslagen ontvangt uw Kamer separaat brieven met alle definitieve departementale CN-bijlagen. De brief in het voorjaar 2023 zal worden gecombineerd met het overzicht bijzondere uitkeringen. Op 28 september 2022 heeft uw Kamer het eerste overzicht ontvangen.3

Onderzoek naar eilandelijke middelen (vrije uitkering)

In mijn brief aan uw Kamer van 1 juli 20224 informeerde ik uw Kamer onder meer over het onderzoek naar de eilandelijke middelen (vrije uitkering van het BES-fonds). Inmiddels is een onderzoeksopdracht vrije uitkering opgesteld en kan de aanbesteding van het onderzoek starten.

Het onderzoek is van groot belang, omdat er geen actueel beeld is van de huidige referentiekosten van eilandelijke taken. Het laatste onderzoek dateert uit 2015. Van belang bij het onderzoek is dat een belangrijk deel van de extra middelen uit het Regeerakkoord (de CN-envelop van 30 miljoen euro structureel) beschikbaar is voor eilandelijke middelen (13 miljoen euro structureel). Dit onderzoek geeft daarmee ook inzicht in de wijze waarop de extra financiële middelen uit het Regeerakkoord door de openbare lichamen worden ingezet.

Het onderzoek naar eilandelijke middelen levert daarnaast belangrijke input voor de vaststelling van de taakverdeling tussen het Rijk en de openbare lichamen. Daarnaast geeft het onderzoek inzicht in de huidige stand van zaken van de eilandelijke taken, zoals op welk niveau de taken nu liggen. De onderzoeksresultaten bieden daarmee ook aanknopingspunten voor ontwikkelwensen van de eilanden op korte- en middellange termijn.

Het onderzoek zal worden uitgevoerd door een onafhankelijk onderzoeksbureau. De onderzoekers worden bijgestaan door een begeleidingscommissie, waarin openbare lichamen en departementen participeren. De verwachting is dat het onderzoek voor de zomer van 2023 kan worden opgeleverd. Uw Kamer wordt op dat moment geïnformeerd over de uitkomsten. Op dat moment kan ook de uitvoering van de motie van de leden Van der Berg en Ceder worden betrokken over hoe de vrije uitkering in het BES-fonds in overeenstemming te brengen met de demografische ontwikkelingen, en meerjarige incidentele uitgaven te bundelen en onder te brengen in structurele bijdragen (Kamerstuk 35 830 IV, nr. 8)

Financieel overzicht koopkrachtmaatregelen

Het kabinet heeft diverse koopkrachtmaatregelen getroffen voor Caribisch Nederland, welke in verschillende Kamerbrieven met uw Kamer zijn gecommuniceerd. Ten behoeve van het overzicht worden die hieronder nog een keer voor u op een rij gezet:

• Het kabinet heeft de doorwerking van het energieplafond naar Caribisch Nederland vertaald in een specifieke regeling, bestaande uit twee maatregelen. Ten eerste worden de vaste kosten van het netbeheer naar een nultarief teruggebracht. Hiermee worden ook de huishoudens met een laag verbruik (waaronder huishoudens in energiearmoede) effectief bereikt. Dit scheelt ongeveer 390 dollar per jaar voor een huishouden. Om de onzekerheid over elektriciteitstarieven deels weg te nemen wordt bij de eindgebruikers 50% van het variabele tarief door het kabinet gedekt voor zover dit tarief boven USD 0,38 per kWh uitkomt. Met deze maatregelen is een bedrag van 15 miljoen euro gemoeid. Zie ook de Kamerbrief hierover van 4 oktober 2022.

• Bij Prinsjesdag heeft het kabinet in 2023 eenmalig bijna 16 miljoen euro beschikbaar voor een verbetering van de koopkracht in Caribische Nederland. In 2024 wordt vervolgens een extra 12 miljoen euro beschikbaar gesteld en vanaf 2025 jaarlijks 4 miljoen euro voor de inwoners van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. Het geld is onderdeel van de brede maatregelen die worden genomen om de koopkracht in Nederland te verbeteren.

o Verlengen van de energietoeslag naar 2023 voor lage inkomens.

o Verlenging van verlaging van de accijns op benzine in 2023: 16 USD cent per liter voor de eerste helft van 2023 en 8 USD cent per liter voor de tweede helft van 2023.

o Hoger basispensioen in 2023. De verhoging van de AOV komt overeen met het bedrag dat aanvankelijk voor 2025 was beoogd. Dit betekent dat een AOV gerechtigde met volledige AOV-opbouw, afhankelijk van de woonplaats binnen Caribisch Nederland, per maand circa 150 dollar extra krijgt.

o Ouders krijgen in 2023 meer kinderbijslag en de kinderopvang goedkoper. Dit betekent voor een alleenstaande moeder met 2 kinderen van bijvoorbeeld 1 en 3 jaar dat zij per maand $ 40 dollar extra kinderbijslag krijgt en $ 50 dollar per maand minder betaalt aan kinderopvang (bij volledige opvang).

o Verhoging van de belastingvrije som. Dat is het deel van het inkomen waar geen belasting over betaald hoeft te worden. De verhoging van de belastingvrije som in Caribisch Nederland met USD 500 leidt tot een lastenverlichting van 30,4% x USD 500 = circa USD 150 op jaarbasis voor inwoners van Caribisch Nederland die loon- of inkomstenbelasting betalen.

• In maart 2022 heeft het kabinet 5 miljoen euro ter beschikking gesteld voor het in 2022 verlagen van de accijnzen en het introduceren van een energietoeslag voor huishoudens met een laag inkomen.

• Bij het Regeerakkoord zijn door middel van de CN-envelop van 30 miljoen euro structureel (23 miljoen euro in 2022) extra middelen beschikbaar voor CN. De verschillende maatregelen zijn in mijn brief van 1 juli jl. nader toegelicht. Het betreft maatregelen aan de kosten-en inkomstenkant maar ook een verhoging van de vrije uitkering.

• Vanuit het principe van comply or explain hebben de departementen zelf ook een bijdrage geleverd aan de hiervoor genoemde maatregelen. De 33,6 miljoen euro voor duurzame elektriciteit Caribisch Nederland (ook deels uit de CN-envelop) is hier ook bij betrokken.

• In oktober 2021 heeft het kabinet eenmalig 2 miljoen euro ter beschikking gesteld voor de stijging van energieprijzen. Deze subsidie hebben de eilandelijke nutsbedrijven gebruikt om de vaste kosten van netbeheer in 2022 te verlagen.

In de onderstaande tabel treft u de verdeling van de CN-envelop van € 30 mln. uit het coalitieakkoord aan en de eigen bijdrage van departementen hierbij.

Verhogen inkomens en uitkeringen 587 6.501 7.932 8.531
Eigen bijdrage vanuit SZW 3.000 3.000
Envelop armoede- en schuldenbestrijding 2.748
Arbeidsbemiddeling 1.000 1.000 1.000
Modernisering socialezekerheidsstelsel 0 700 1.100 1.100
Maatregelen SZW 587 8.201 13.032 16.379
Drinkwater 4.500 2.250 2.250 2.250
Vanuit begroting I&W 1.600 4.150 4.350 4.600
Maatregelen I&W 6.100 6.400 6.600 6.850
Volkshuisvesting Bonaire/Statia/Saba 3.000 1.000 1.000
Vanuit begroting BZK 3.600
Maatregelen BZK 6.600 1.000 1.000
Subsidie vast internet 2.000 2.250 2.250 2.250
Vanuit begroting EZK 0 1.250 1.250 1.250
Duurzame energievoorziening 4.600 2.500
Vanuit andere middelen (SDE/klimaatenvelop) 26.500
Maatregelen EZK 33.100 6.000 3.500 3.500
Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt 500 1.000 1.000 1.000
Maatregelen OCW 500 1.000 1.000 1.000
Prioriteiten RA eilandelijke taken 0 3.000 3.000 3.000
Vanuit begroting KR 2.000 2.000 2.000 2.000
Vrije uitkering 4.113 6.299 7.968 10.869
Eilandelijke achterstanden 4.000 3.500 2.500 0
Maatregelen KR 10.113 14.799 15.468 15.869
Totaal CN-envelop + eigen bijdragen departementen 57.000 37.400 40.600 43.598

Financieel beheer

De motie van de leden Aukje de Vries en Van de Berg (Kamerstuk 35 925 IV, nr. 11); Verzoekt de regering ervoor te zorgen dat het financieel beheer op Bonaire en Sint-Eustatius, waaronder de jaarrekening, zo snel mogelijk (maar uiterlijk 2024) op orde wordt gebracht en daarvoor de noodzakelijke ondersteuning te leveren.

De Staatssecretaris zegt toe dat volgend jaar de Tweede Kamer wederom geïnformeerd zal worden met betrekking tot de voortgang van de uitvoering van de verbeterplannen financieel beheer CN en aanvullend ook over de uitkomsten van de indicatoren begrotings- en financieel beheer voor het begrotingsjaar 2021. Het streven is om dat uiterlijk oktober 2022 te doen. De jaarlijkse informatievoorziening sluit dan ook beter aan bij de begrotingsbehandeling in de Kamer.

Op 20 juni 2019 heeft Staatssecretaris Knops de Kamer toegezegd om periodiek gedetailleerde informatie te verstrekken over de voortgang en status van het financieel beheer van de openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Op 6 december 2021 is de Kamer geïnformeerd over de uitvoering van de verbeterplannen financieel beheer CN. Uiterlijk 31 december 2022 wordt u geïnformeerd over de actuele situatie. Het Ministerie van BZK is verantwoordelijk voor het framework van prestatie-indicatoren voor de meting van het begrotings- en financieel beheer van de eilanden. Het Cft BES voorziet in de informatie en oordeelt of en in hoeverre de prestatie-indicatoren gehaald zijn en voorziet eveneens in de informatie over de voortgang van de financiële verbeterplannen.

Bestuurlijke afspraken

De Staatssecretaris zegt toe dat de voortgang van de bestuurlijke afspraken aan het begin van 2023 wordt opgemaakt en met de Tweede Kamer zal worden gedeeld.

In de eerste helft van dit jaar heb ik met samen met Bonaire, Sint Eustatius en Saba nieuwe afspraken gemaakt. De Bestuurlijke Werkafspraken Bonaire, het Afsprakenakkoord Sint Eustatius en de Saba Package 2.0 zijn in juni van dit jaar getekend en worden op dit moment uitgevoerd. Begin 2023 wordt u geïnformeerd over de voortgang van de uitvoering van de afspraken.

Sint-Eustatius

De Staatssecretaris informeert de Tweede Kamer over relevante ontwikkelingen rondom GTI Statia (GTIS) en de stand van zaken op dat moment voor de begrotingsbehandeling in het najaar.

De situatie waarin GTIS zich bevindt is onveranderd. Wel heeft GTIS in juli jl. hun wens om GTIS toekomstbestendig te maken kenbaar gemaakt aan het openbaar lichaam Sint Eustatius (OLE) en stelden zij drie initiatieven voor om dit te bereiken: een lening van het OLE om olietankers te repareren, het verlagen van belastingen en de verkoop van enkele percelen aan de lokale of nationale overheid of een derde partij.

Mijn ministerie heeft op verzoek van het openbaar lichaam geadviseerd op de voorgestelde initiatieven. Artikel 11 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: WolBES) verhinderen dat het openbaar lichaam een lening kan verstrekken aan derden. Over het voorstel om havengeld, kadegeld of belastingen die het OLE aan GTIS heft te verlagen is het OLE nog met GTIS in gesprek. Het derde verzoek heb ik tijdens mijn bezoek aan Sint Eustatius in september jl. met de regeringscommissaris besproken. Het OLE hecht waarde aan deze grond om te kunnen investeren in wonen, natuurbescherming en het toegankelijk maken van cultureel erfgoed. Vanwege het belang van de percelen voor het OLE, heeft het Ministerie van BZK € 2 miljoen beschikbaar gesteld en inmiddels hebben het OLE en GTIS een akkoord bereikt voor de aankoop van deze percelen.

Mijn departement blijft in gesprek met het OLE en de betrokken ministeries en men treft voorbereidingen om Sint Eustatius te ondersteunen mocht de situatie rondom GTIS veranderen.

De motie van de leden Van Raak en Bosman (Kamerstuk 35 000 IV, nr. 19); Verzoekt de regering, samen met Sint-Eustatius en de Verenigde Staten voorbereidingen te treffen voor een viering op 16 november 2026 op Fort Oranje, liefst in aanwezigheid van onze beide staatshoofden.

Momenteel zijn er nog geen concrete afspraken gemaakt met de Verenigde Staten. Wel is contact gelegd met Buitenlandse Zaken en Sint-Eustatius. Met Sint-Eustatius is de afspraak gemaakt om voor het eind van het jaar de inhoud van de viering te gaan bespreken en concretiseren. Daarnaast wil ik ook graag benoemen dat de openbare lichamen en OCW vorige maand een convenant met elkaar hebben gesloten. In het convenant spreken ze af dat ze samen verantwoordelijkheid nemen voor de culturele infrastructuur in Caribisch Nederland. De volgende stap is dat Europees Nederland en Caribisch Nederland de afspraken in het convenant verder uit gaan werken in zogenaamde eilandelijke cultuuragenda’s. De partijen maken dan ook concrete afspraken over te bereiken doelen en betrekken daarbij de lokale gemeenschappen en cultuurmakers. In de 10de voortgangsrapportage, welke in december naar de Kamers wordt verzonden, zal ik de voortgang melden. Ik zal dan daarbij ingaan op de uitvoering van de maatregelen naar aanleiding van het onderzoek van de Statia Heritage Commission (SHRC).

De Staatssecretaris zegt toe voor het einde van het jaar 2022 de Kamers te informeren over de streefdata voor het bereiken van fase 2.2 en de daaropvolgende fasen uit de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius.

Zoals aangegeven in mijn brief van 10 oktober jl. wordt een toets op de administratieve organisatie/interne beheersing (AO/IB) van het Openbaar Lichaam Sint Eustatius uitgevoerd.5 Deze toets wordt in het vierde kwartaal uitgevoerd en moet zicht geven in het huidige kwaliteitsniveau van de AO/IB van het openbaar lichaam en welke maatregelen nog noodzakelijk zijn om de AO/IB op het gewenste kwaliteitsniveau te brengen. Op basis van deze toets kan worden bepaald wanneer kan worden overgegaan naar fase 2.2. De uitkomsten van deze toets – inclusief de streefdata voor fase 2.2 – worden in de 10de voortgangsrapportage met uw Kamer gedeeld.

De motie van de leden Ceder en Kuiken (Kamerstuk 35 420, nr. 338); Spreekt uit dat niet de datum van december 2022 maar de daadwerkelijke resultaten bepalend moeten zijn om over te gaan naar de volgende fase in het herstel van voorzieningen op Sint-Eustatius;

Verzoekt de regering, de gevraagde capaciteit, hulp en opleiding te bieden om dit proces te bespoedigen.

Het Ministerie van BZK heeft inmiddels 3.810.800 dollar beschikbaar gesteld aan het openbaar lichaam voor de versterking van de uitvoeringskracht. De motie wordt afgedaan in de 10de voortgangsrapportage Sint Eustatius.

Ferry-verbinding

De Staatssecretaris zegt toe de Eerste en Tweede Kamer te informeren over de resultaten van de evaluatie van de ferry-verbinding.

De evaluatie van de ferry-verbinding zal eind van dit jaar plaatsvinden. Na afronding van de evaluatie zal de Kamer worden geïnformeerd. Verwachting is eerste kwartaal van 2023. Wel is bekend dat de ferry tussen december 2021 en juli 2022 door 9090 passagiers is gebruikt en het vliegtuig door 7625 passagiers. De ferry wordt dus frequenter gebruikt dan het vliegtuig. De ferryverbinding is nog afhankelijk van de subsidie om deze operationeel te houden.

Taskforce knelpunten Caribische Nederland

De Staatssecretaris komt schriftelijk terug op de aanpak van praktische basisvoorzieningen zoals postcodes, bancaire voorzieningen, digitalisering, BSN en andere zaken.

Op 14 september jl. is de Taskforce knelpunten Caribisch Nederland gelanceerd. Dit is gebeurd in een startbijeenkomst die ik hield met bestuurders en vertegenwoordigers van het openbaar lichaam Saba en Sint-Eustatius. Deze gezamenlijke Taskforce zal zich in eerste instantie richten op een aantal lang bestaande knelpunten die verdere economische ontwikkeling in de weg staan, zoals bijvoorbeeld de notariële dienstverlening, de beperkte bancaire dienstverlening of het ontbreken van het BSN-systeem op Caribisch Nederland. De Taskforce zal voor het einde van het jaar een projectplan opleveren voor elk van de geïdentificeerde knelpunten, maar zal waar mogelijk natuurlijk ook eerder oplossingsrichtingen aandragen. Er zijn ook knelpunten op Bonaire, al zijn die deels andersoortig; met Bonaire is afgesproken dat zij in eerste instantie agendalid van de Taskforce zijn. Uiteraard worden de oplossingsrichtingen en acties daar waar mogelijk ook ingezet ten behoeve van Bonaire. De Taskforce is in eerste instantie tot 1 maart 2023 ingesteld en rapporteert voor die tijd over ingezette acties en geboekte resultaten.

Betaalbare huur- en/of koopwoningen

De motie van het lid Wuite c.s. (Kamerstuk 35 925 IV, nr. 56); Verzoekt de regering te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om de woningbouwcorporaties dan wel het Openbaar Lichaam te voorzien van een renteloze lening voor de bouw van betaalbare huur- en/of koopwoningen, en de Kamer hierover schriftelijk te informeren voorafgaand aan de behandeling van de Voorjaarsnota 2022.

Aan een deel van deze motie is reeds invulling gegeven doordat vanuit de CN-envelop middelen beschikbaar zijn gesteld, waardoor de bouw van 204 sociale huurwoningen op Bonaire met ongeveer twee jaar kan worden versneld. Daarbij wordt hiermee een eerste tranche van 20 woningen op Sint Eustatius gerenoveerd. Er wordt nog nader onderzocht of, en zo ja, hoe de leenmogelijkheden van openbare lichamen (en overheids-N.V.»s) kan worden verbeterd. Het onderzoek wordt dit jaar afgerond en ik zal de Kamer begin volgend jaar hierover informeren.

Wetgeving

De Staatssecretaris zal de Kamer regelmatig updaten over het in kaart brengen van achterstanden op het gebied van wetgeving en verwacht dit overzicht aan het eind van het jaar compleet te hebben.

Op dit moment is bij de departementen en de openbare lichamen een uitvraag gedaan over de in het wetgevingsoverzicht op te nemen wetgeving. Deze wetgeving betreft «achterstallig onderhoud» en kaderwetgeving. De wensen vanuit de openbare lichamen worden hierbij uitdrukkelijk betrokken. Begin november zal het wetgevingsoverzicht worden samengesteld en met de departementen en de openbare lichamen worden besproken. Bij de uiteindelijke afweging om wetgeving in het wetgevingsoverzicht op te nemen, zal ook het capaciteitsvraagstuk zowel bij de departementen als ook bij de openbare lichamen worden betrokken. Eind van dit jaar zal het wetgevingsoverzicht naar de Tweede Kamer worden gezonden. Hierin worden ook de vervolgstappen uiteengezet.

De Staatssecretaris stuurt voor de zomer een brief over de positie van de Rijksvertegenwoordiger en het eventueel elders beleggen van diens taken. Dat wordt meegenomen in de WolBES/FinBES-brief.

Eind van dit jaar zal de Tweede Kamer op de hoogte worden gesteld van de voortgang van het traject herziening van de Wet openbare lichamen BES en de Wet financiën openbare lichamen BES, waarbij uitdrukkelijk aandacht wordt besteed aan de wijze waarop de taken van de Rijksvertegenwoordiger worden herbelegd. Op dit moment vindt ten aanzien van het wetsvoorstel nog een

(pre-)consultatiefase plaats met de departementen en de openbare lichamen.

Overige toezeggingen en moties

Beleidsdoorlichtingen

De Staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer de rapporten van de beleidsdoorlichtingen van artikel 4 (Bevorderen sociaaleconomische structuur) en artikel 5 (Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen) van begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties voor het einde van 2023 toe te sturen.

U heeft hierover een brief ontvangen op 12 september 2022.6

Sociaal minimum

Hierover wordt de Kamer door de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen geïnformeerd in de Voortgangsrapportage ijkpunt sociaal minimum. Die ontvangt u op korte termijn. De Kamer zal in deze voortgangsrapportage over diverse toezeggingen en de motie van het lid Ceder c.s.7 worden geïnformeerd.

Voortgang onvolkomenheid IT-beheer SSO-CN

Naast deze stand van zaken wil ik u ook informeren over de onvolkomenheid IT-beheer bij het SSCO-CN. Hieronder vindt u de tussenrapportage.

Voortgang onvolkomenheid IT-beheer SSO-CN

Tijdens het wetgevingsoverleg op 4 juli 2022 over het jaarverslag en de slotwet 2021 Koninkrijksrelaties en het BES-fonds heb ik een tussenrapportage over het oplossen van de onvolkomenheid IT-beheer toegezegd. U heeft daarbij gevraagd de rapportage te voorzien van het beeld van de ADR wat betreft de voortgang.

Graag informeer ik u hier over de resultaten die dit jaar zijn behaald en de doelen voor de komende periode, in 2022 en 2023. De ADR heeft in augustus een audit uitgevoerd op de voortgang van de uitvoering van het plan van aanpak. Voor de voortgang in deze brief sluit ik aan op de bevindingen van de ADR uit haar tussentijdse rapportage. De volledige interim rapportage van de ADR wordt eind oktober verstrekt aan de Minister van BZK en SG van het Ministerie van BZK en is dan te vinden op Rijksoverheid.nl8.

Resultaten 2022

SSO-CN heeft eind 2021 het lopende traject geïntensiveerd op basis van de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer. Een projectleider is aangesteld om de IT-beheerprocessen duurzaam op orde te brengen en verbeteringen op het vlak van informatiebeveiliging door te voeren. SSO-CN is onder leiding van de tijdelijk projectleider ICT volop gefocust op het wegwerken van de IT-onvolkomenheid uit 2021 aan de hand van het daartoe opgestelde plan van aanpak.

Uit een tussentijds IT-onderzoek door de ADR blijkt dat door SSO-CN belangrijke stappen zijn gezet met het opzetten van de benodigde IB-structuur ter verbetering van de Informatiebeveiliging. Op basis van een risicoanalyse heeft SSO-CN beheersingsmaatregelen in kaart gebracht, informatiebeveiligings-processen beschreven en zijn de te treffen maatregelen geïmplementeerd in de generieke SSO-CN IT-beheerprocessen. Tegelijkertijd is binnen SSO-CN gewerkt aan het op niveau brengen van de security awareness. Een informatiebeveiligingsjaarplan SSO-CN 2022 is tevens vormgegeven ter operationalisering van de vereiste PDCA-cyclus van het proces van Informatiebeveiliging. Nagenoeg alles is in opzet gereed voor het daadwerkelijk laten functioneren (het frequent doorlopen van de Do, Check en Act-fasen) van de PDCA-cyclus.

Uitvoering plan van aanpak IT-beheer ’22-’23

In de komende periode zal volgens het plan van aanpak IT-beheer ’22-’23, de focus worden gezet op het uitvoeren van de IT-beheerprocessen door onder andere het uitvoeren van interne audits. Op deze wijze wordt het proces van continu leren en verbeteren verankerd binnen de organisatie SSO-CN. De afronding van het verbetertraject is voorzien medio september 2023.

Het plan van aanpak richt zich op het verder optimaliseren van de IT-beheer taken, het verder verankeren van deze processen bij SSO-CN en haar afnemende diensten en opzet van een meerjarige doorkijk op de visie, uitvoering en instandhouding van IT. Daarin worden de resultaten gebruikt uit het onderzoek naar de langlopende problematiek bij SSO-CN met aandacht voor benodigde kennis, capaciteit en organisatie dat ik eind 2022 verwacht.

Voorgaande betreft een stevige veranderopgave voor SSO-CN en haar afnemende diensten en is essentieel om de ambities op het gebied van digitale dienstverlening in Caribisch Nederland te kunnen realiseren. De komende periode volg ik de voortgang nauwgezet. Eind 2022 voert de Algemene Rekenkamer haar Verantwoordingsonderzoek 2022 uit naar de status van de inrichting van het IT-beheer en zal ik uw Kamer wederom informeren.

Drie commissieverzoeken

Brief van 8 juni 2022

Op 8 juni jl. verzocht de commissie voor Koninkrijksrelaties om de stand van zaken van de bestuursakkoorden, de voortgang van het klimaatbeleid BES en de gezondheidszorg BES.

In mijn brief van 1 juli 2022 ontving u informatie over de bestuurlijke afspraken met Bonaire, Saba en Sint-Eustatius.9 Van de Minister voor Klimaat en Energie ontving u op 28 september 2022 de brief Voortgang verduurzaming energie in Caribisch Nederland. Van de Staatssecretaris van VWS ontving u de Visie volksgezondheid, welzijn en sport Caribisch Nederland op 29 september 2022.10

Brief van 8 september 2022

Uw Kamer heeft mij in een brief van 8 september jl. verzocht aan te geven wanneer ik verwacht onderstaande stukken naar uw Kamer te zullen sturen, te weten.

1. Het overzicht van obstakels in wet- en regelgeving voor toegang Caribisch Nederland tot subsidies en fondsen zoals het Groeifonds en toezegging om het Groeifonds toegankelijk te maken voor Caribisch Nederland.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat heeft aangegeven u dit najaar nader te informeren over de wijze waarop de openstelling van het Nationaal Groeifonds voor het hele Koninkrijk vorm zou kunnen krijgen11. Het Nationaal Groeifonds staat reeds open voor Caribisch Nederland. U zult te zijner tijd ook worden geïnformeerd over de stand van zaken ten aanzien van garantieregelingen en de SDE++.

2. Integrale strategie voor digitalisering Caribisch Nederland.

Begin november zal ik uw Kamer mijn brede Werkagenda Digitalisering aanbieden. Een strategie en concrete aanpak op digitalisering van Caribisch Nederland maken daar onderdeel van uit. Op dit moment ben ik in gesprek met onder andere de bestuurders van Bonaire, Saba en Sint Eustatius en mijn collega’s binnen het kabinet over de invulling hiervan.

3. Mogelijke oplossingsrichtingen en voortgang aanpak democratisch tekort.

Hierop is ingegaan in de brief aan uw Kamer van 1 juli 2022.12 In deze brief is meegedeeld dat het thema democratisch tekort, dat als opgave is opgenomen in het coalitieakkoord, op dit moment is belegd in het traject rondom de uitvoering van de motie van het lid Van Raak c.s.13 (Kamerstuk 35 099 (R2114), nr. 23), inzake een nadere invulling van de verantwoordelijkheden binnen het Koninkrijk.

Bestuurlijke bespreking hiervan is voorzien tijdens het eerstvolgende bestuurlijke overleg dat tussen mij en de Minister-Presidenten van de Caribische zal plaatsvinden, vermoedelijk in november van dit jaar.

Het opheffen van het democratisch tekort in de rijkswetsprocedure is een onderwerp dat voor mij prioriteit heeft. Tijdens bovengenoemd overleg zal ik er daarom bij de Landen op aandringen om de kwestie met voorrang gezamenlijk op te pakken. Tot die tijd ben ik helaas niet in een positie om inhoudelijk met u van gedachten te wisselen over mogelijke oplossingsrichtingen voor de problematiek van het democratisch tekort. Daarmee zou ik de aankomende gesprekken hierover met de Landen kunnen schaden.

Binnen het Nederlandse kabinet vindt nauwe afstemming over het onderwerp plaats met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, vanwege diens verantwoordelijkheid in brede zin voor het thema democratie.

Brief van 8 september 2022

In deze brief van 8 september jl. vraagt u om de status van een aantal eerdere informatieverzoeken. Hieronder vindt u stand van zaken en planning per onderwerp.

Reactie op brief Rainbow Warriors Core Foundation aan ICAO en Meteorological Service Curaçao m.b.t. onregelmatigheden 08-06-2022

De kabinetsreactie heb ik u op 5 oktober 2022 toegestuurd.

1. Rappel op toegezegde kabinetsreactie op het Ongevraagd advies van de Afdeling advisering van de Raad van State 08-06-2022

Minister Hoekstra van Buitenlandse Zaken heeft op 15 september 202214, mede namens mij, aan de Tweede Kamer het nader rapport aangeboden met daarin een reactie op het ongevraagd advies van de Afdeling advisering van de Raad van State.

2. Reactie inzake Greenpeace review on the impacts of climate change on the Dutch Caribbean island Bonaire» van Greenpeace Nederland 08-06-2022

De kabinetsreactie op de review van Greenpeace «Future of Bonaire» wordt uitgewerkt door de Ministeries van EZK, IenW, LNV en BZK. U ontvangt de kabinetsreactie voor de begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties.

3. Aanbieding verslag RAft 20-05-2022 en

Aanbieding verslag Rijkswet COHO 20-05-2022

De regeringen van Aruba en Nederland respectievelijk van de vier landen van het Koninkrijk beraden zich nog op een reactie op de verslagen van de parlementen over de RAft en de Rijkswet COHO. Wat de Rijkswet COHO betreft, wordt nu eerst een concept voor een onderlinge regeling bestudeerd, die de Caribische landen bij wijze van alternatief voor de rijkswet COHO gedurende de zomer hebben opgesteld. Na een in het najaar te houden bestuurlijk overleg tussen de vier landen over het COHO en een bilateraal overleg met Aruba over de Raft moet meer duidelijk worden over vervolgstappen rond zowel de rijkswet COHO als de RAft.

4. Afschrift antwoord op open brief Staten van Curaçao 11-03-2022

Op 3 oktober 2022 heb ik u het afschrift15 gestuurd van de brief aan de Voorzitter van de Staten van Curaçao en de heer Rennox Calmes inzake de open brief over belangrijke gespreksthema’s.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.C. van Huffelen


  1. Kamerstuk 35 420, nr. 511.↩︎

  2. Kamerstuk 35 925 IV, nr. 69.↩︎

  3. Kamerstuk 36 200 IV, nr. 4.↩︎

  4. Kamerstuk 35 925 IV, nr. 69.↩︎

  5. Kamerstuk 35 422, nr. 17.↩︎

  6. Kamerstuk 30 985, nr. 59.↩︎

  7. Kamerstuk 35 925 IV, nr. 53.↩︎

  8. https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/rijksoverheid/auditbeleid/rapporten-auditdienst-rijk-adr/binnenlandse-zaken-en-koninkrijksrelaties.↩︎

  9. Kamerstuk 35 925 IV, nr. 69.↩︎

  10. Kamerstuk 36 200 XVI, nr. 9.↩︎

  11. Kamerstuk 35 925 XIX, nr. 14.↩︎

  12. Kamerstuk 35 925 IV, nr. 69.↩︎

  13. Kamerstuk 35 099 (R2114), nr. 23.↩︎

  14. Kamerstuk 35 925 V, nr. 113.↩︎

  15. Kamerstuk 36 200 VII, nr. 5.↩︎