Informatie over een recente ontwikkeling ten aanzien van de in de aangekondigde werkgeverssubsidie
Arbeidsmarktbeleid
Brief regering
Nummer: 2022D42284, datum: 2022-10-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-29544-1153).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 29544 -1153 Arbeidsmarktbeleid.
Onderdeel van zaak 2022Z19688:
- Indiener: C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Medeindiener: C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-10-20 13:15: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-11-01 16:30: Procedures en brieven commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-11-03 13:00: Arbeidsmarktbeleid - voortzetting (Commissiedebat), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2023-01-19 13:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
29 544 Arbeidsmarktbeleid
Nr. 1153 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID EN VOOR ARMOEDEBELEID, PARTICIPATIE EN PENSIOENEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17Ā oktober 2022
Hierbij zenden wij u de antwoorden op de vragen die zijn gesteld over de Kamerbrief Ā«Actieplan Dichterbij dan je denkt ā korte termijn aanpak krapteĀ» (Kamerstuk 29Ā 544, nr.Ā 1094) door de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Wij informeren u tevens over een recente ontwikkeling ten aanzien van de in de betreffende Kamerbrief aangekondigde werkgeverssubsidie, waarover uw Kamer meerdere vragen heeft gesteld. Met deze subsidieregeling beoogden wij een stimulans voor werkgevers te creƫren om te werven via de vier centrale wervingsroutes uit het actieplan, en daardoor werkgevers te stimuleren anders te kijken naar de invulling van vacatures en kansen te bieden aan mensen uit het onbenut arbeidspotentieel. Wij hebben voor de zomer vernomen van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), de potentiƫle uitvoerder van deze regeling, dat RVO de regeling vanwege prioritering binnen uitvoeringscapaciteit en verwachte uitvoeringsbelasting niet dit jaar nog kan uitvoeren. Wij konden, ondanks inspanningen daartoe, geen alternatieve uitvoerende partij bereid vinden op deze korte termijn. Daarom hebben wij helaas moeten besluiten om te stoppen met de ontwikkeling van de subsidieregeling.
Voor de subsidieregeling was ā¬Ā 17.942.000 uitgetrokken. Wij vinden het belangrijk om de middelen op zoān manier in te zetten dat we werkgevers op alternatieve wijze extra stimuleren om anders te kijken naar de invulling van vacatures en anders te werven.
Daarom stellen we allereerst ā¬Ā 750.000 beschikbaar voor financiering van initiatieven die bijdragen aan realisatie van het actieplan. We financieren enkel initiatieven die bewezen effectief inzetten op arbeidsparticipatie van doelgroepen met een afstand tot de arbeidsmarkt, bijdragen aan opschaling van Ć©Ć©n van de wervingsroutes en bereid zijn om bij te dragen aan de bekendheid van het actieplan Dichterbij dan je denkt. We zijn met verschillende organisaties in gesprek, bijvoorbeeld over opschaling van jobcarving en functiecreatie bij MKBāers en het organiseren van innovatieve matchingsactiviteiten tussen werkgevers en specifieke doelgroepen (zoals doelgroep banenafspraak). Deze activiteiten krijgen een plaats binnen de monitoring van het actieplan.
Daarnaast denken wij aan inzet op de volgende alternatieve bestedingsdoelen:
ā¢ Extra financiering van de arbeidsmarktregioās
De arbeidsmarktregioās zijn momenteel bezig met het maken en realiseren van regionale invulling van het actieplan en specifiek het opschalen van de vier centrale wervingsroutes. We horen veel interessante initiatieven, zoals extra inzet op Open Hiring samen met de Start Foundation, sectorgerichte leerwerktrajecten in bijvoorbeeld de zorg en laagdrempelige matchingsactiviteiten in de wijk. Wij moedigen dit aan en willen hieraan graag nog een extra impuls geven. Regioās geven aan dat zij met aanvullende middelen samen met regiopartners aanvullende acties kunnen ondernemen waarmee werkgevers worden gestimuleerd om anders te kijken naar invulling van vacatures en anders te werven en waarmee zij ook werkgevers en werkzoekenden die op dit moment nog geen gebruik maken van hun dienstverlening kunnen bereiken. Regioās kunnen1 de DU bijvoorbeeld inzetten voor het verstrekken van werkgeversvouchers, opleiden van jobcarvingspecialisten en voorlichting geven aan werkgevers over Open Hiring. Ook kunnen regioās ervoor kiezen om in te zetten op het bereiken en matchen van specifieke doelgroepen, zoals niet-uitkeringsgerechtigden of de 7.500 statushouders over wiens versnelde uitplaatsing uit AZCās u bent geĆÆnformeerd in de Kamerbrief Maatregelen en situatie asielopvang2. Wij vinden het belangrijk om daar in deze tijd van krapte op de arbeidsmarkt extra op in te zetten. Daarom verkennen we mogelijkheden om de DU te verhogen via de decembercirculaire3. De hieruit volgende regionale inspanningen kunnen wij uiteraard nauwgezet betrekken bij de monitoring van het actieplan. In de loop van 2023 informeren wij u over de monitoringsresultaten.
ā¢ Verkenning vervolg pilot Sociaal Innovatiefonds
We willen de mogelijkheden verkennen voor een verlenging en uitbreiding van de eerste pilot of het realiseren van een tweede pilot van het Sociaal Innovatiefonds (SIF). Het SIF heeft als doel om werkgevers te ondersteunen bij het doen van investeringen om groepen mensen uit de doelgroep banenafspraak aan te nemen. Door het sluitend maken van de businesscase beoogt het publiek-private fonds bij te dragen aan duurzame banen voor de doelgroep banenafspraak op een passend niveau en binnen een inclusieve arbeidscultuur. In de pilot, die is gestart in 2021, wordt proefgedraaid met drie werkgeversdeals. Hierbij worden leningen verstrekt die in een termijn van vijf jaar door de werkgever worden terugbetaald. Zo draagt het SIF op korte termijn bij aan het realiseren van extra banen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en geeft het een impuls aan de matching van werkgevers en werkzoekenden uit het onbenut arbeidspotentieel.
De toenmalige Staatssecretaris van SZW4 heeft uw Kamer eerder toegezegd dat bij een succesvolle eerste pilot, bekeken zal worden of en zo ja op welke wijze een nationaal fonds gerealiseerd kan worden. Op dit moment loopt de pilot ten einde. De voorlopige resultaten zijn positief en veelbelovend: zo worden via het SIF ruim 300 banen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt gerealiseerd. Tijdens het proces zijn wel vervolgvragen ontstaan die bepalend zijn voor hoe een nationaal fonds vormgegeven dient te worden. Deze vervolgvragen zien op de groep waar het SIF zich op richt en de focus om meer reguliere werkgevers die nog niet sociaal ondernemen over de streep te trekken. Om deze vragen te beantwoorden, verkennen we de mogelijkheid van het verlengen en uitbreiden van de pilot of het opstarten van een tweede pilot. Daarbij willen we de werkgeversdeals uit de eerste pilot nog een jaar lang monitoren en voeren we een maatschappelijke kosten- en batenanalyse uit, waarvan wij de resultaten mee willen nemen in de overweging voor een nationale uitrol. Momenteel onderzoeken wij of verlenging van de eerste pilot of starten van een tweede pilot juridisch en financieel gezien nog in 2022 mogelijk is. Het beschikbaar stellen van middelen is daarmee nadrukkelijk onder voorbehoud van de juridische en financiƫle kaders om de pilot dit jaar een vervolg te geven.
ā¢ Resterende middelen terug naar schatkist
Dit najaar besluit het kabinet over de definitieve besteding van de middelen en wordt duidelijk welk deel van het totale budget van ā¬Ā 17,9Ā miljoen nog resteert. De middelen zijn het kader van COVID-19 als crisisgeld generaal verstrekt en de resterende middelen dienen daarom volgens de begrotingsregels terug te vloeien naar de schatkist.
Wij informeren u eind dit jaar over de definitieve alternatieve besteding of vrijval van de vrijgekomen middelen.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen,
C.J. Schouten
Middelen die via DU worden verstrekt zijn beleids- en bestedingsvrij.ā©ļø
Dit betreft 7.500 statushouders die uit AZCās versneld uitgeplaatst worden naar reguliere woningen of naar verschillende vormen van tussenvoorzieningen. Zie: Kamerstuk 19Ā 637, nr.Ā 2911.ā©ļø
Dit is aanvullend op de DU van ā¬Ā 500.000 per arbeidsmarktregio die via de septembercirculaire van het gemeentefonds is verstrekt aan de centrumgemeenten. De keuze voor het gebruik van een DU dient te worden gemaakt in overleg met de Ministeries van BZK en FinanciĆ«n.ā©ļø
Kamerstuk 34Ā 352, nr.Ā 221.ā©ļø