Uitstel beantwoording vragen van de leden Belhaj en Van Baarle over "moslimdiscriminatie"
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2022D42543, datum: 2022-10-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20222023-388).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2022Z17607:
- Gericht aan: C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Gericht aan: H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Indiener: S. Belhaj, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S.R.T. van Baarle, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
388
Vragen van de leden Belhaj (D66) en Van Baarle (DENK) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over moslimdiscriminatie (ingezonden 23 september 2022).
Mededeling van Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 19 oktober 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «sollicitant met hoofddoek wordt twee keer zo vaak afgewezen»?1
Vraag 2
Hoe duidt u het gegeven dat vrouwen met een hoofdoek in Nederland twee keer zo vaak worden geweigerd bij sollicitaties als vrouwen zonder hoofddoek met verder exact hetzelfde cv?
Vraag 3
Deelt u de verbazing van de onderzoekers dat discriminatie van vrouwen met hoofddoeken in Nederland aanzienlijk hoger ligt dan bijvoorbeeld in Spanje? Hoe verklaart u dit verschil?
Vraag 4
Deelt u de observatie dat dit onderzoek past binnen een bredere trend van toenemende moslimdiscriminatie in Nederland, zoals ook bleek uit onderzoek in Amsterdam?2
Vraag 5
Deelt u de mening dat arbeidsmarktdiscriminatie verwerpelijk is, temeer omdat slachtoffers vaak niet weten waarom zij worden afgewezen laat staan bewijs hiervoor kunnen aandragen?
Vraag 6
Bent u van mening dat mensen die vermoeden te zijn gediscrimineerd in de sollicitatieprocedure voldoende handelingsmogelijkheden hebben om daar iets tegen te doen? Zo ja, kunt u die mogelijkheden schetsen? Zo nee, want kunt u doen om die mogelijkheden wel te bieden?
Vraag 7
Welke rol spelen de gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen (ADV’s) in het tegengaan van arbeidsmarktdiscriminatie? Hoe staat het in dat licht met de uitvoering van de motie Belhaj over onderzoek naar een andere inrichting van de ADV’s naar voorbeeld van het juridisch loket?3
Vraag 8
Onderschrijft u de stelling van hoogleraar Robert Dur, dat er te weinig wordt gedaan om nieuwe methoden tegen arbeidsmarktdiscriminatie te testen? Zo ja, hoe kunt u daar verandering in brengen? Zo nee, welke methoden zijn volgens u effectief tegen arbeidsmarktdiscriminatie en hoe zet u die in?
Vraag 9
Hoe ver bent u met de uitvoering van de afspraak uit het coalitieakkoord van boetes en een meldplicht voor organisaties die zich schuldig maken aan discriminatie of racisme?
Vraag 10
Hoe ver bent u met de afspraak uit het coalitieakkoord dat organisaties die zich schuldig maken aan discriminatie of racisme worden uitgesloten van overheidssubsidies en de gunning van opdrachten? Klopt het dat deze maatregelen niet zijn opgenomen in het «Actieplan Arbeidsmarktdiscriminatie 2022–2025», en zo ja waarom niet?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de beantwoording van de Kamervragen van de leden Belhaj (D66) en Van Baarle (DENK) over «moslimdiscriminatie» niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is omdat nog niet alle informatie die nodig is voor de beantwoording beschikbaar is.