[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Veiligheidsagenda 2023 t/m 2026

Naar een veiliger samenleving

Brief regering

Nummer: 2022D45366, datum: 2022-11-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-28684-717).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 28684 -717 Naar een veiliger samenleving.

Onderdeel van zaak 2022Z21085:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

28 684 Naar een veiliger samenleving

Nr. 717 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 november 2022

Georganiseerde en ondermijnende criminaliteit, mensenhandel, cybercrime, gedigitaliseerde criminaliteit, online seksueel kindermisbruik en maatschappelijke onrust: het zijn diverse en grote maatschappelijke thema’s en veiligheidsproblemen die gemeen hebben dat er de komende jaren door kabinet, politie, OM, bestuur en andere partners volop inzet op zal worden gepleegd. De Veiligheidsagenda is een van de instrumenten om die inzet te borgen en mede focus te geven aan het werk van de politiemedewerkers die zich dagelijks inspannen voor de veiligheid in ons land. Met deze brief informeer ik de Kamer over de thema’s, de afspraken, de context en de werking van de Veiligheidsagenda 2023 t/m 2026. De volledige Veiligheidsagenda, met daarin een uitgebreide schets van de context en een toelichting op de thema’s en afspraken, ontvangt de Kamer begin december met het halfjaarbericht politie.

Context en werking

In de Veiligheidsagenda staan de landelijke beleidsdoelstellingen voor politie voor de periode 2023 t/m 2026. Volgens de Politiewet 20121 stelt de Minister, gehoord het College van procureurs-generaal en de regioburgemeesters, minstens eens per vier jaar landelijke beleidsdoelstellingen vast voor de taakuitvoering van de politie. Wij zijn, vanuit ieders rol en bevoegdheid en met de korpschef als belangrijk adviseur, de doelstellingen voor de komende vier jaar overeengekomen. Ik heb die vervolgens vastgesteld. Het gezag dient deze doelstellingen altijd mee te wegen bij de inzet van de politie2.

Zoals ik met uw Kamer al vaak heb besproken, blijft er ook in de komende jaren sprake van druk op de bezetting en de inzetbaarheid van de politie. Verder is de werkvraag hoog, wordt problematiek steeds ingewikkelder en pleegt de politie inzet op veel meer thema’s dan die in de Veiligheidsagenda. Alles bij elkaar maakt dit dat in deze Veiligheidsagenda gekozen is voor een set afspraken met een realistisch ambitieniveau, die voor een belangrijk deel voortbouwen op de afspraken in de Veiligheidsagenda 2019–2022. De afspraken zijn gemaakt in de overtuiging dat het van belang is om een meerjarige koers uit te zetten, maar tevens in het bewustzijn dat een vierjarig kader de nodige wendbaarheid en flexibiliteit behoeft. Dit bijvoorbeeld vanwege de snelheid waarmee criminaliteit en andere maatschappelijke verschijnselen, zoals de oorlog in Oekraïne en de asielproblematiek, zich ontwikkelen. Indien zich een gegronde aanleiding voordoet is er ruimte om doelstellingen gedurende de looptijd bij te stellen3.

Met politie, OM en regioburgemeesters zal ik de realisatie van de doelstellingen in de Veiligheidsagenda doorlopend monitoren en bespreken. Dat gaat zowel over de kwalitatieve als over de kwantitatieve doelstellingen, ook in hun samenhang. Daarbij beschouw ik realisatie van streefcijfers per jaar niet sec, maar in de context van het meerjarig perspectief, met veel aandacht voor duiding en met de blik op het te bereiken maatschappelijk effect. Over de voortgang zal de Kamer jaarlijks standaard worden geïnformeerd in het Jaarverslag van JenV en in de Jaarverantwoording van politie, die in het voorjaar samen aan de Kamer worden aangeboden.

Thema’s en afspraken 2023 t/m 2026

Op de thema’s ondermijnende en georganiseerde criminaliteit en criminele geldstromen, mensenhandel, cybercrime en online seksueel kindermisbruik zijn in de huidige Veiligheidsagenda (2019 t/m 2022) ook afspraken opgenomen. De thema’s gedigitaliseerde criminaliteit en verbinding met de samenleving/ maatschappelijke onrust zijn nieuw in de Veiligheidsagenda.

Hieronder worden per thema de doelstellingen benoemd en kort toegelicht. De bijlage bij deze brief bevat een overzicht van alle kwantitatieve doelstellingen in de Veiligheidsagenda 2023 t/m 2026.

Ondermijnende en georganiseerde criminaliteit, w.o. aanpak criminele geldstromen

Er is een integrale aanpak nodig die kennisintensief en samenhangend is en waarin preventie, maatschappelijke- en bestuurlijke weerbaarheid, verstoring en bestraffen hand in hand gaan. In de Veiligheidsagenda ligt de focus van de inzet van politie op doelstellingen voor het aantal aangepakte criminele samenwerkingsverbanden en de omvang (in €’s) van het gelegde strafrechtelijk beslag. Verder zal worden gewerkt aan het verhogen van de kwaliteit van het financiële onderzoek.

Mensenhandel

De afspraken in de Veiligheidsagenda zien op de bijdrage die politie kan leveren aan een brede, integrale en internationale aanpak van mensenhandel. Er zijn een aantal kwalitatieve doelstellingen die zien op online opsporing en signalering, eenheidsoverstijgende samenwerking en internationale samenwerking. Verder is er een streefcijfer opgenomen over het aantal mensenhandel-verdachten.

Cybercrime, gedigitaliseerde criminaliteit, online seksueel kindermisbruik

Het is zaak de groei van online criminaliteit te stoppen en het liefst te keren. In de Veiligheidsagenda vertaalt dat streven zich in doelstellingen over het aantal onderzoeken naar cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit. Verder zijn afspraken gemaakt over het verbeteren van de mogelijkheden voor online aangifte en melding van online criminaliteit in de komende jaren.

De afspraken op het thema online seksueel kindermisbruik richten zich primair op aantallen aan te pakken vervaardigers, misbruikers, keyplayers en netwerken.

Verbinding met de samenleving en maatschappelijke onrust

Het omgaan met maatschappelijke onrust is de laatste jaren een actueler thema geworden. Het is een opgave die vraagt om samenhang tussen preventie, dialoog en handhaving en om een proactief gesprek van politie met partners, ook op het niveau van de regionale eenheid, over het effectief in verbinding staan met de samenleving. Tevens werkt politie, in samenspraak met de gezagen en het Ministerie van JenV, aan een informatiestrategie waarin online en offline signalen in informatieproducten kunnen worden gecombineerd.

Intelligence en internationale samenwerking

Internationale samenwerking is aan de orde bij de aanpak van vrijwel alle thema’s in de nieuwe Veiligheidsagenda. Zij zullen dan ook in belangrijke mate leidend zijn voor de inzet van politie op internationale samenwerking.

Een goede informatiepositie is randvoorwaarde voor de aanpak van alle thema’s in deze agenda. De politie maakt intelligencebeelden op alle thema’s in de Veiligheidsagenda. Hoe dat concreet per thema wordt ingevuld vloeit voort uit de Nationale Intelligenceagenda (NIA). Daarin worden de landelijke prioriteiten vertaald naar inspanningen voor de intelligenceorganisatie.

Vervolg

De volledige Veiligheidsagenda, met daarin een uitgebreide schets van de context en een toelichting op de thema’s en afspraken, ontvangt de Kamer begin december met het halfjaarbericht politie.

De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius


  1. Artikel 18.↩︎

  2. Ze zijn complementair aan de lokale veiligheidsagenda’s en laten ruimte aan het gezag om lokaal, en daar waar het gezag landelijk ligt, landelijk, keuzes te maken en prioriteiten te kunnen stellen ten aanzien van de taakuitvoering van de politie.↩︎

  3. In het Landelijk Overleg Veiligheid en Politie is afgesproken om in de loop van 2023 in ieder geval de haalbaarheid van de doelstelling op reguliere cybercrime-onderzoeken te bezien als ook de eventuele noodzaak om die bij te stellen.↩︎