[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 zoekmachine] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2022 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Memorie van toelichting

Nummer: 2022D46937, datum: 2022-11-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document, link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36250-IX-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36250 IX-2 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2022 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota).

Onderdeel van zaak 2022Z21763:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022‒2023
36 250IX Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2022 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Nr. 2

MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2022 wijzigingen aan te brengen in:

  1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB);
  2. de begrotingsstaat inzake de Nationale Schuld (IXA).

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Financiën,

S.A.M.Kaag

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2022 inclusief incidentele suppletoire begrotingen (ISB's) van het ministerie van Financiën (IXB) en Nationale Schuld (IXA).

In hoofdstuk 2 zijn de overzichten opgenomen met de belangrijkste mutaties: in paragraaf 2.1 voor artikel 1 t/m 13 van IXB en in paragraaf 2.2 voor artikel 11 en 12 van IXA.

Hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4 bevatten per beleidsartikel een budgettaire tabel. Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in de onderstaande staffel (tabel 1) toegelicht. Dit betreft zowel mutaties die reeds in de Ontwerpbegroting 2023 zijn gemeld als overige mutaties uit de tweede suppletoire begroting. Vanwege de staffel kan de som van de toegelichte mutaties afwijken van de totale mutatie op het artikel.

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 en < 1000 5 10
=> 1000 10 20

Beleidsmatige mutaties zijn het gevolg van nieuw beleid. Technische mutaties zijn het gevolg van bestaand beleid (bijvoorbeeld overboekingen en ramingsbijstellingen).

De toelichting op de mutatie van de belastingontvangsten is in de Najaarsnota opgenomen.

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties IXB

In onderstaande tabellen worden de belangrijkste suppletoire uitgaven- (tabel 2) en ontvangstenmutaties (tabel 3) weergegeven. Dit zijn de wijzigingen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2022 inclusief incidentele suppletoire begrotingen (ISB's) van het ministerie van Financiën (IXB) en Nationale Schuld (IXA) en bevatten zowel de in de Ontwerpbegroting 2023 gemelde mutaties voor 2022 als nieuwe mutaties voor 2022.

Vastgestelde begroting 2022 11.183.192
Stand 1e suppletoire begroting 2022 12.500.424
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Overheveling WAU middelen vanuit AP 1 17.000
2) Vertraging uitvoering MSNP 1 ‒ 28.079
3) Apparaatsuitgaven Belastingdienst 1 ‒ 16.200
4) Kapitaalinjectie Invest-NL 3 ‒ 130.000
5) Kapitaalinjectie Invest International 3 ‒ 37.000
6) Schade-uitkering EKV 5 33.000
7) Storting begrotingsreserve EKV 5 69.000
8) Bijstelling btw-compensatiefonds (BCF) 6 106.863
9) Nog onverdeeld 10 ‒ 33.169
10) Apparaatsuitgaven Toeslagen 13 ‒ 18.000
11) Bijdrage aan het generale beeld div ‒ 76.000
12) Kasschuiven div 378.848
13) Overige mutaties ‒ 29.082
Stand 2e suppletoire begroting 2022 12.737.605

Toelichting

  1. Overheveling WAU middelen vanuit AP

    In het coalitieakkoord Rutte IV zijn middelen gereserveerd op de Aanvullende Post (AP) voor dienstverlening, Werk aan Uitvoering (WAU) en ICT om de dienstverlening te verbeteren en te versterken. Deze middelen worden bij de tweede suppletoire begroting overgeheveld naar artikel 1 Belastingen ter financiering van IV-capaciteit.

  2. Vertraging uitvoering MSNP

    Gedupeerden zijn ten onrechte afgewezen voor de regeling Minnelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen (MSNP), als gevolg van registratie in de Fraude Signalering Voorziening (FSV). Bij het compenseren van de gedupeerden dient een zorgvuldig proces gevolgd te worden.1 Daarnaast duurt het langer om de impact en het aantal gedupeerden te onderzoeken dan eerder gedacht, waardoor er in 2022 nog geen schadevergoedingen uitgekeerd worden. Hierdoor valt € 28 mln. in 2022 vrij.

  1. Apparaatsuitgaven Belastingdienst

    De uitgaven van de Belastingdienst vallen € 16,2 mln. lager uit als gevolg van een krappe arbeidsmarkt. Werkzaamheden worden opgevangen binnen de bestaande formatie van de Belastingdienst en er wordt minder ingehuurd op projecten. De hiermee samenhangende facilitaire uitgaven vallen daarom ook lager uit.

  1. Kapitaalinjectie Invest-NL

    In 2022 zal € 130 mln. minder kapitaal worden gestort voor Invest NL. Het totaal van de beoogde kapitaalinjectie wijzigt niet, alleen in de kasreeks vindt een verschuiving plaats naar latere jaren.

  2. Kapitaalinjectie Invest International

    In 2022 wordt € 37 mln. minder kapitaal gestort dan geraamd. Het totaal van de beoogde kapitaalinjectie wijzigt niet, alleen in de kasreeks vindt een verschuiving plaats naar latere jaren.

  3. Schade-uitkering EKV

    In 2022 valt het totaal aan schade-uitkeringen naar verwachting € 33 mln. hoger uit dan begroot. Dit heeft onder meer te maken met onverwachte schade uitkeringen op Sri Lanka, waar sprake is van een instabiele politieke situatie.

  4. Storting begrotingsreserve EKV

    De begrotingsreserve EKV wordt gevoed door ontvangen premies. Bij deze tweede suppletoire begroting wordt de raming van de begrotingsreserve met € 69 mln. verhoogd. Dit komt door de ontvangst van een relatief groot premiebedrag door een transactie op de Filipijnen.

  5. Bijstelling btw-compensatiefonds (BCF)

    Als gevolg van overhevelingen van budget van ministeries naar decentrale overheden wordt een bedrag in het gemeente of provinciefonds gestort. Het geraamde btw-deel van dit bedrag wordt in het BCF gestort. Gemeentes en provincies kunnen de betaalde btw daarna weer terugvragen bij het BCF (€ 106,9 mln.). Tegenover deze extra uitgaven staan gelijke ontvangsten.

  6. Nog onverdeeld

    Niet alle middelen op artikel 10 Nog onverdeeld zijn in 2022 benodigd. De op artikel 10 Nog onverdeeld restererende middelen van € 33 mln. vallen daarom vrij.

  7. Apparaatsuitgaven Toeslagen

    Door personeelsverloop en krapte op de arbeidsmarkt duurt het langer om vacatures te vervullen. Als gevolg hiervan komt er € 18 mln. bij aan onderuitputting op de apparaatsuitgaven.

  8. Bijdrage aan het generale beeld

    In de Ontwerpbegroting 2023 is reeds aangegeven dat de apparaats- en programmauitgaven lager uitvallen dan verwacht. Dit wordt onder andere veroorzaakt door personeelsverloop en krapte op de arbeidsmarkt, waardoor het langer duurt om vacatures te vervullen. Deze onderuitputting (€ 76 mln.) is ten goede gekomen aan het generale beeld. Aanvullend hierop treedt bij de Najaarsnota additioneel een onderuitputting op van per saldo € 148 mln., verdeeld over diverse artikelen van de Financiënbegroting (onder andere artikel 1 Belastingen, artikel 9 Douane, artikel 10 Nog onverdeeld en artikel 13 Toeslagen).

  9. Kasschuiven

    Er wordt een aantal kasschuiven doorgevoerd om middelen in het gewenste meerjarige ritme te plaatsen. Deze kasschuiven zijn reeds in de Ontwerpbegroting 2023 gemeld:

    1. Artikel 13 Toeslagen: Dit betreft ten eerste middelen voor Toeslagenherstel (artikel 13 Toeslagen), waarbij circa € 784 mln. vanuit 2022 naar latere jaren wordt geschoven. Dit komt voornamelijk omdat een aantal regelingen later starten dan aanvankelijk voorzien.
    1. Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector: Op artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector worden middelen uit latere jaren naar voren gehaald (waaronder € 1,2 mld. naar 2022), in verband met de kapitaalbehoefte van TenneT.
    1. Overige kasschuiven: Voor de handhaving van de door het kabinet afgekondigde sanctiemaatregelen tegen Rusland en Belarus, als gevolg van de oorlog in Oekraïne, worden tot en met 2026 extra middelen (€ 49 mln. cumulatief) toegevoegd aan de Douane (artikel 9 Douane). Met een kasschuif worden deze additionele middelen in het juiste meerjarige ritme gezet. Tot slot worden nog kasschuiven verwerkt ten behoeve van de herstelactie ‘invorderingsrente’, WAU-middelen (beide artikel 1 Belastingen) en het project Digitale Snelweg Douane (DSD) (artikel 10 Nog onverdeeld).
Vastgestelde begroting 2022 187.834.085
Stand 1e suppletoire begroting 2022 183.317.992
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Belastingontvangsten 1 3.369.173
2) Kasschuif project invorderingsrente 1 40.000
3) Boetes en schikkingen 1 25.000
4) Dividenden staatsdeelnemingen 3 90.051
5) Aflossing lening KLM 3 277.083
6) Renteontvangsten lening KLM 3 ‒ 25.681
7) Mutaties premies EKV 5 69.000
8) Bijstelling btw-compensatiefonds (BCF) 6 106.863
9) Overige mutaties 7.846
Stand 2e suppletoire begroting 2022 187.277.327

Toelichting

  1. Belastingontvangsten

    Zie voor een toelichting van deze mutatie de Najaarsnota 2022.

  2. Kasschuif project invorderingsrente

    Naar aanleiding van het onjuist toepassen van wetgeving rondom de invorderingsrente wordt de herstelactie 'invorderingsrente' opgestart. Er zijn middelen gereserveerd in 2022 en 2023, omdat de invorderingsrente moet worden terugbetaald. Met deze kasschuif worden de middelen in het juiste ritme gezet.

  3. Boetes en schikkingen

    Op basis van de realisaties wordt er € 25 mln. meer ontvangsten door boetes en schikkingen verwacht dan eerder geraamd.

  4. Dividenden staatsdeelnemingen

    Op basis van de actuele inzichten en definitieve vaststellingen van de dividenden worden de dividendramingen van de staatsdeelnemingen voor het jaar 2022 naar boven bijgesteld (€ 90 mln.).

  5. Aflossing lening KLM

    KLM maakt gebruik van de mogelijkheid om vervroegd af te lossen en lost de uitstaande lening van € 277 mln. in 2022 af.

  6. Renteontvangsten lening KLM

    Omdat KLM alleen rente betaalt over het getrokken deel van de lening, wijzigen de renteontvangsten na de vervroegde aflossing van € 277 mln. Voor 2022 worden de renteontvangsten naar beneden bijgesteld, vanaf 2023 worden de renteontvangsten bijgesteld en op nul geraamd.

  7. Mutaties premies EKV

    De premies voor de EKV worden met € 69 mln. naar boven bijgesteld. Dit komt door de ontvangst van een relatief groot premiebedrag door een transactie op de Filipijnen.

  8. Bijstelling btw-compensatiefonds (BCF)

    Dit betreft de jaarlijkse bijstelling van de raming van het BCF. Zie hiervoor de toelichting bij tabel 2 belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2022.

2.2 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties IXA

In onderstaande tabellen worden de belangrijkste suppletoire uitgaven- (tabel 4) en ontvangstenmutaties (tabel 5) weergegeven.

Vastgestelde begroting 2022 36.145.806
Stand 1e suppletoire begroting 2022 36.646.485
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Rente vaste schuld 11 158.000
2) Aflossing vaste schuld 11 89.401
3) Rentelasten kasbeheer 12 91.597
4) Verstrekte leningen 12 1.000.000
5) Overige mutaties 1.862
Stand 2e suppletoire begroting 2022 37.987.345

Toelichting

  1. Rente vaste schuld

    De rentelasten vallen in 2022 naar verwachting hoger uit dan eerder geraamd (€ 158,0 mln.). Bij de uitgifte van nieuwe schuld worden de rentetarieven vastgelegd tegen het dan geldende rentetarief. Aangezien de rentetarieven nu hoger zijn dan eerder geraamd, levert dit een tegenvaller op.

  2. Aflossing vaste schuld

    De aflossingen op de vaste schuld zijn naar verwachting hoger (€ 89,4 mln.) als gevolg van het vervroegd aflossen van obligaties in 2022. Vervroegd aflossen wordt gedaan uit hoofde van cashmanagement.

  3. Rentelasten kasbeheer

    De raming van de rentelasten is hoger dan geraamd als gevolg van de instroom van middelen op rekeningen-courant en de nieuwe rentestanden van het Centraal Planbureau (CPB).

  4. Verstrekte leningen

    Naar verwachting worden in 2022 meer leningen verstrekt aan de deelnemers van het schatkistbankieren dan eerder geraamd. De raming wordt daardoor met € 1,0 mld. naar boven bijgesteld.

Vastgestelde begroting 2022 62.666.360
Stand 1e suppletoire begroting 2022 78.745.218
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Rente vlottende schuld 11 ‒ 137.000
2) Rente derivaten 11 ‒ 57.000
3) Uitgifte vaste schuld 11 ‒ 2.500.000
4) Mutatie vlottende schuld 11 ‒ 13.196.000
5) Aflossingen op leningen 12 146.540
6) Mutatie in rekening courant en deposito 12 4.846.738
7) Overige mutaties 2.634
Stand 2e suppletoire begroting 2022 67.851.130

Toelichting

  1. Rente vlottende schuld

    De rentebaten op de vlottende schuld vallen naar verwachting € 137,0 mln. lager uit als gevolg van wijzigingen in de omvang van de kortlopende schuld en de hoogte van de korte rente.

  2. Rente derivaten

    Er worden € 57,0 mln. minder rentebaten op derivaten verwacht dan eerder geraamd als gevolg van gerealiseerde rentepercentages van derivaten en de nieuwe rentestanden van het CPB.

  3. Uitgifte vaste schuld

    De raming voor de uitgifte van vaste schuld is met € 2,5 mld. naar beneden bijgesteld als gevolg van het gewijzigde financieringsplan 2022. Het financieringsplan geeft een beschrijving van de geschatte omvang en de totstandkoming van de financieringsbehoefte van de Nederlandse Staat voor 2022 en een overzicht van de manier waarop het Agentschap van plan is deze in te vullen.

  4. Mutatie vlottende schuld

    De raming van de mutatie vlottende schuld daalt met € 13,2 mld. Dit is het gevolg van een lagere financieringsbehoefte doordat de raming van het kastekort voor het lopende begrotingsjaar sterk is afgenomen. Schommelingen in de financieringsbehoefte in een lopend begrotingsjaar worden zo veel mogelijk opgevangen op de geldmarkt.

  5. Aflossingen op leningen

    Op basis van de actuele inzichten wordt verwacht dat de aflossingen op de leningen € 146,5 mln. hoger uitvallen dan eerder geraamd. Dit zijn leningen die door agentschappen, rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT's) en derden in het kader van

    schatkistbankieren zijn afgesloten.

  6. Mutatie in rekening courant en deposito

    De wijziging in de geraamde mutatie van het saldo op de rekeningen- courant en deposito’s van de deelnemers van schatkistbankieren is het gevolg van het actualiseren van de geraamde uitgaven en inkomsten van RWT’s, sociale fondsen en decentrale overheden (€ 4,8 mld.). De mutaties in rekeningen-courant en deposito’s worden veroorzaakt door de uitgaven en ontvangsten van de deelnemers van het schatkistbankieren.

2.3 Overzicht Coronamaatregelen

In onderstaande tabel worden de coronagerelateerde uitgaven- en ontvangsten weergegeven per begrotingsartikel. Bijbehorende kamerstukken zijn opgenomen voor verdere toelichting. Ook is een uitgebreid overzicht terug te vinden op de pagina Overheidsfinanciën op www.Rijksfinanciën.nl.

1 Belasting- en invorderingsrente ‒ 16,0 ‒ 16,0 ‒ 217,0 Kamerstukken II 2020-2021,  35 420 nr. 348
1 Boetes en schikkingen 0,0 0,0 ‒ 90,0 Kamerstukken II 2020-2021,  35 420 nr. 348
1 Kosten vervolging 0,0 0,0 ‒ 85,0 Kamerstukken II 2020-2021,  35 420 nr. 348
3 Steunmaatregelen KLM ‒ 877,1 722,9 316,1 Kamerstukken II 2020-2021, 29 232, nr. 41
4 EIB pan-Europees Garantiefonds 0,0 96,4 0,0 Kamerstukken II 2019-2020, 35 492 nr. 1
4 SURE 112,9 0,0 0,0 Kamerstukken II 2019-2020, 35 466, nr. 1
4 NGEU 5.934,4 0,0 0,0 Kamerstukken II 2019-2020, 21 501-20, nr. 1575
5 Herverzekering leverancierskredieten 0,7 20,7 20,0 Kamerstukken II 2019-2020, 35 433, nr. 1

3 Beleidsartikelen Ministerie van Financiën (IXB)

3.1 Artikel 1 Belastingen

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 3.288.160 3.297.931 112.679 ‒ 101.075 3.309.535
Uitgaven (1) + (2) 3.098.706 3.102.777 16.195 ‒ 46.075 3.072.897
Apparaatsuitgaven (1) 2.850.155 2.862.618 59.729 ‒ 23.577 2.898.770
Personele uitgaven 2.392.398 2.447.500 78.779 ‒ 8.310 2.517.969
Eigen personeel 2.010.149 2.010.491 67.940 19.458 2.097.889
Inhuur externen 374.109 429.449 10.598 ‒ 27.768 412.279
Overig personeel 8.140 7.560 241 0 7.801
Materiële uitgaven 457.757 415.118 ‒ 19.050 ‒ 15.267 380.801
ICT 31.591 25.591 1.519 13.560 40.670
Bijdrage aan SSO's 322.432 296.823 ‒ 7.338 ‒ 42.777 246.708
Overig materieel 103.734 92.704 ‒ 13.231 13.950 93.423
Programma-uitgaven (2) 248.551 240.159 ‒ 43.534 ‒ 22.498 174.127
Bekostiging 1.250 3.200 51 0 3.251
Vergoeding proceskosten 1.250 3.200 51 0 3.251
Garanties 250 161 10 0 171
Garantie procesrisico's 250 161 10 0 171
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 12.089 14.476 495 0 14.971
Waarderingskamer 2.381 2.349 97 0 2.446
Kadaster 2.045 2.765 84 0 2.849
Kamer van Koophandel 430 321 18 0 339
Overige bijdrage ZBO's/RWT's 7.233 9.041 296 0 9.337
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 453 460 18 3.407 3.885
Internationale Douaneraad 178 178 7 0 185
Overige internationale organisaties 275 282 11 3.407 3.700
Opdrachten 374.126 354.560 9.285 ‒ 17.205 346.640
ICT opdrachten 318.910 294.027 4.728 ‒ 17.205 281.550
Overige opdrachten 55.216 60.533 4.557 0 65.090
Bijdrage aan agentschappen 77.667 79.679 ‒ 14.824 0 64.855
Bijdrage Logius 75.257 78.379 ‒ 14.923 ‒ 2.000 61.456
Bijdrage overige agentschappen 2.410 1.300 99 2.000 3.399
(Schade)vergoeding 5.163 18.701 211 ‒ 8.700 10.212
(Schade)vergoedingen 5.163 18.701 211 ‒ 8.700 10.212
Rente 141.000 132.369 0 0 132.369
Belasting- en invorderingsrente 141.000 132.369 0 0 132.369
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken ‒ 363.447 ‒ 363.447 ‒ 38.780 0 ‒ 402.227
Toerekening uitgaven aan Douane ‒ 171.745 ‒ 171.745 ‒ 22.800 0 ‒ 194.545
Toerekening uitgaven aan Toeslagen ‒ 191.702 ‒ 191.702 ‒ 15.980 0 ‒ 207.682
Ontvangsten (3) + (4) 182.309.112 177.279.914 8.029.799 ‒ 4.600.526 180.709.187
Programma-ontvangsten (3) 182.216.879 177.164.171 8.046.699 ‒ 4.600.526 180.610.344
waarvan: Belastingontvangsten 181.202.055 176.582.078 7.994.699 ‒ 4.625.526 179.951.251
Bekostiging 135.644 7.000 0 0 7.000
Doorbelasten kosten vervolging 135.644 7.000 0 0 7.000
Rente 665.616 423.071 52.000 0 475.071
Belasting- en invorderingsrente 665.616 423.071 52.000 0 475.071
Boetes en schikkingen 213.564 152.022 0 25.000 177.022
Ontvangsten boetes en schikkingen 213.564 152.022 0 25.000 177.022
Apparaatsontvangsten (4) 92.233 115.743 ‒ 16.900 0 98.843
Verplichtingen 3.288.160 3.297.931 112.679 ‒ 101.075 3.309.535
waarvan betalingsverplichtingen 3.287.755 3.297.615 112.669 ‒ 101.075 3.309.209
waarvan garantieverplichtingen 405 316 10 0 326
Garantie procesrisico's 405 316 10 0 326

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingen vallen in 2022 naar verwachting per saldo € 11,6 mln. hoger uit ten opzichte van de eerste suppletoire begroting. De belangrijkste mutaties:

  1. Bij de controle van het jaarverslag 2021 heeft de Auditdienst Rijk (ADR) geconstateerd dat verplichtingen ter grootte van € 96,5 mln ten onrechte in het jaar 2021 zijn verantwoord. Deze verplichtingen komen daardoor ten laste van de ruimte in 2022 en de raming van de aan te gane verplichtingen in 2022 wordt daarvoor gecorrigeerd. De mutatie heeft geen effect op de kasraming.
  2. Het verplichtingenbudget wordt met € 100 mln. naar beneden bijgesteld, aangezien de verplichting voor de mobiliteitskaart al in 2021 is aangegaan en niet in 2022.
  3. Het verplichtingenbudget wordt met € 45 mln. opgehoogd ten behoeve van het afsluiten van inhuurcontracten, welke nodig zijn voor de opdrachten in 2023.
  4. Voor de overige € 30 mln. geldt dat de verplichtingen gelijk zijn aan de kasuitgaven. Zie hiervoor de toelichtingen bij de de uitgaven.

Uitgaven

Personele uitgaven

Per saldo stijgen de personele uitgaven naar verwachting met € 70,5 mln. De belangrijkste mutaties:

  1. Bij de Miljoenennota 2023 is loonbijstelling toegerekend in verband met een stijging in de cao-lonen en de sociale premies (€ 68,5 mln.).
  2. Lagere verwachte uitgaven van € 30 mln. aan inhuur als gevolg van een krappe arbeidsmarkt.
  3. Een toename in uitgaven aan eigen personeel van € 17,5 mln. om de bedrijfsvoering binnen de Belastingdienst te versterken, in het bijzonder voor kritische activiteiten zoals personeelsadvisering en werving.
  4. Voor de inhuur voor het programma Buitengewone Zaken Blauw is
    € 14 mln. beschikbaar gesteld. Dit programma informeert onder andere mensen over hun registratie in de Fraude Signalering Voorziening (FSV) en de gevolgen daarvan. Verder is er gestart met een analyse van mogelijke onterechte afwijzingen van verzoeken tot Minnelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen (MSNP).
  5. Gedupeerden zijn ten onrechte afgewezen voor de regeling MSNP, als gevolg van registratie in de FSV. Bij het compenseren van de gedupeerden dient een zorgvuldig proces gevolgd te worden.2 Daarnaast duurt het langer om de impact en het aantal gedupeerden te onderzoeken dan eerder gedacht, waardoor er in 2022 nog geen schadevergoedingen uitgekeerd worden. Hierdoor valt het grootste gedeelte van het beschikbare budget in 2022 vrij, waarvan € 11 mln. aan geraamde personele uitgaven.
  6. Vanuit de middelen bestemd voor Werk aan Uitvoering uit het coalitieakkoord is € 10,1 mln. naar het personele budget van artikel 1 Belastingen overgeheveld om de dienstverlening te verbeteren en te versterken. Deze middelen worden ingezet ter financiering van IV-capaciteit.

Materiële uitgaven

De materiële uitgaven vallen naar verwachting € 34,3 mln. lager uit. Van het budget komt € 37 mln. niet tot besteding in 2022 aangezien de overheadkosten zoals huisvesting lager uitvallen. Daarnaast vinden er herschikkingen plaats tussen de verschillende onderdelen op artikel 1 Belastingen. Van het materieel budget wordt € 17,5 mln. overgeheveld naar het personeelsbudget (zie de toelichting onder 'Personele uitgaven') en er vindt een technische herschikking van € 13,5 mln. plaats van Opdrachten ICT naar ICT materieel.

Bijdrage aan agentschappen

De bijdrage aan agentschappen valt € 14,8 mln. lager uit. Dit heeft onder andere te maken met het vervallen van een geraamd voorschot van € 18 mln. aan Logius voor de diensten die zij leveren in 2023. In 2023 wordt Logius centraal gefinancierd door BZK.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Met de toerekening van uitgaven die de Belastingdienst ten behoeve van de Douane en Toeslagen doet, wordt inzicht gegeven in de integrale uitgaven die voor de Douane en Toeslagen worden gemaakt. Deze uitgaven zijn voor 2022 naar actuele inzichten geactualiseerd en opwaarts bijgesteld (€ 22,8 mln. voor Douane en € 16 mln. voor Toeslagen).

Ontvangsten

Belastingontvangsten

In de Najaarsnota 2022 worden de mutaties van de Belastingontvangsten toegelicht. De aansluiting met de bedragen in de begrotingstoelichting (artikel 1 Belastingen, tabel budgettaire gevolgen van beleid) ziet er als volgt uit:

Totaal belastingontvangsten 223.125.918 221.741.657 5.539.660 227.281.317
– /– Afdracht Gemeentefonds 35.677.115 38.636.151 2.002.210 40.638.361
– /– Afdracht Provinciefonds 2.540.680 2.796.975 46.457 2.843.432
– /– Afdracht BES-fonds 42.390 47.316 14.957 62.273
– /– Belastingontvangsten artikel 6 Btw-compensatiefonds 3.663.678 3.679.137 106.863 3.786.000
Belastingontvangsten artikel 1 Belastingen 181.202.055 176.582.078 3.369.173 179.951.251

Rente

De ontvangsten van belasting- en invorderingsrente worden € 52 mln. hoger geraamd. De realisaties laten hogere ontvangsten zien dan eerder geraamd en de openstaande schuld is toegenomen na uitstel van betaling in verband met corona. Hierdoor worden in de tweede helft van het jaar ook meer rente-inkomsten verwacht.

Boetes en schikkingen

Op basis van de realisaties worden meer boeteontvangsten verwacht dan eerder geraamd.

Apparaatsontvangstsen

In 2022 was besloten een pilot uit te voeren waarbij de Belastindienst aan de Douane factureert voor facilitaire werkzaamheden en levering van uniformen (vanuit de directie Centrum voor Facilitaire Dienstverlening, CFD). Op basis van de opzet van de pilot is besloten tot het terugdraaien hiervan en dus het terugdraaien van ontvangsten op artikel 1 Belastingen (€ 16,9 mln.) en uitgaven op artikel 9 Douane. De uitgaven worden meegenomen onder 'toerekening uitgaven aan Douane'.

3.2 Artikel 2 Financiële markten

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen ‒ 540.904 ‒ 515.553 1.466 159 ‒ 513.928
Uitgaven 27.997 53.548 1.466 159 55.173
Bekostiging 5.462 8.208 534 ‒ 300 8.442
Accountantskamer 1.376 1.376 56 0 1.432
Muntcirculatie 3.787 4.533 478 0 5.011
IMVO convenanten 57 57 0 0 57
Overig 242 2.242 0 ‒ 300 1.942
Opdrachten 9.421 35.201 632 159 35.992
Wijzer in geldzaken 1.698 1.698 69 230 1.997
Vakbekwaamheid 4.600 5.000 666 0 5.666
Uitvoeringskosten SRH 1.500 1.000 0 0 1.000
Schadeloosstelling SRH 0 650 0 0 650
Convertibiliteit Oekraïense hryvnia 0 23.250 0 0 23.250
Uitvoeringskosten omwisselen Oekraïense hryvnia 0 450 0 0 450
Overig 1.623 3.153 ‒ 103 ‒ 71 2.979
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 10.935 7.960 300 300 8.560
Bijdrage AFM BES-toezicht 705 705 0 0 705
Bijdrage DNB toezicht en DGS BES 2.003 2.003 0 0 2.003
Bijdrage toezicht en handhaving MIF 460 10 0 0 10
Bijdrage PSD II 558 363 0 0 363
Bijdrage FEC 2.954 3.724 300 300 4.324
Overig 4.255 1.155 0 0 1.155
Storting/onttrekking begrotingsreserve 1.625 1.625 0 0 1.625
Dotatie begrotingsreserve DGS BES 1.000 1.000 0 0 1.000
Dotatie begrotingsreserve NHT 625 625 0 0 625
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 554 554 0 0 554
IASB 420 420 0 0 420
(Caribean) Financial Action Task Force 134 134 0 0 134
Ontvangsten 9.705 34.145 0 0 34.145
Bekostiging 2.000 2.746 0 0 2.746
Ontvangsten muntwezen 2.000 2.746 0 0 2.746
Opdrachten 1.455 24.705 0 0 24.705
Wijzer in geldzaken 1.455 1.455 0 0 1.455
Convertibiliteit Oekraïense hryvnia 0 23.250 0 0 23.250
Ontvangsten 6.250 6.694 0 0 6.694
Overig 6.250 6.694 0 0 6.694
Verplichtingen ‒ 540.904 ‒ 515.553 1.466 159 ‒ 513.928
waarvan garantieverplichtingen ‒ 568.901 ‒ 569.101 0 0 ‒ 569.101
Garantie WAKO (kernongevallen) ‒ 568.901 ‒ 568.901 0 0 ‒ 568.901
Garantie DGS BES 0 ‒ 200 0 0 ‒ 200
waarvan overige verplichtingen 27.997 53.548 1.466 159 55.173
Muntcirculatie 3.787 4.533 478 0 5.011
Vakbekwaamheid 4.600 5.000 666 0 5.666
Bijdrage DNB toezicht en DGS BES 2.003 2.003 0 0 2.003
Bijdrage FEC 2.954 3.724 300 300 4.324
Convertibiliteit Oekraïense hryvnia 0 23.250 0 0 23.250
Uitvoeringskosten omwisselen Oekraïense hryvnia 0 450 0 0 450
Overige betalingsverplichtingen 14.653 14.588 22 ‒ 141 14.469

Toelichting

De mutaties op het niveau van de financiële instrumenten komen niet boven de ondergrenzen uit binnen de staffel (conform de RBV). Toelichting van deze mutaties blijft daarom achterwege.

3.3 Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 5.028.425 5.287.451 ‒ 3.895.804 ‒ 177.381 1.214.266
Uitgaven 618.425 1.560.368 1.231.279 ‒ 166.040 2.625.607
Garanties 20 20 0 0 20
Regeling Bijzondere Financieringen 20 20 0 0 20
Leningen 0 722.917 0 0 722.917
Lening KLM 0 722.917 0 0 722.917
Opdrachten 6.309 6.309 1.279 960 8.548
Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen 3.678 3.678 1.279 960 5.917
Opstart Invest International 2.631 2.631 0 0 2.631
Vermogensverschaffing/-onttrekking 607.000 827.000 1.230.000 ‒ 167.000 1.890.000
Kapitaalinjectie TenneT 0 0 1.230.000 0 1.230.000
Aan-/verkoop vermogenstitels 0 220.000 0 0 220.000
Afdrachten Staatsloterij 100.000 100.000 0 0 100.000
Kapitaalinjectie Invest-NL 330.000 330.000 0 ‒ 130.000 200.000
Kapitaalinjectie Invest International 177.000 177.000 0 ‒ 37.000 140.000
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 5.096 4.122 0 0 4.122
NLFI 5.096 4.122 0 0 4.122
Ontvangsten 1.499.963 1.814.203 270.846 70.051 2.155.100
Garanties 24.000 25.020 ‒ 783 0 24.237
Premieontvangsten garantie KLM 24.000 24.000 ‒ 783 0 23.217
Premieontvangsten Gasunie 0 1.020 0 0 1.020
Leningen 41.463 41.463 251.402 0 292.865
Renteontvangsten lening KLM 41.463 41.463 ‒ 25.681 0 15.782
Aflossing lening KLM 0 0 277.083 0 277.083
Vermogensverschaffing/-onttrekking 1.430.000 1.743.658 20.227 70.051 1.833.936
Aan-/verkoop vermogenstitels 0 281.300 0 0 281.300
Afdrachten Staatsloterij 100.000 100.000 0 0 100.000
Dividenden staatsdeelnemingen 1.315.000 1.347.358 20.000 70.051 1.437.409
Winstafdracht DNB 15.000 15.000 227 0 15.227
waarvan: Griekse inkomsten SMP 0 0 0 0 0
waarvan: rente-inkomsten ESM 15.000 15.000 227 0 15.227
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 4.500 4.062 0 0 4.062
NLFI 4.500 4.062 0 0 4.062
Verplichtingen 5.028.425 5.287.451 ‒ 3.895.804 ‒ 177.381 1.214.266
waarvan garantieverplichtingen 160.000 200.000 ‒ 600.000 0 ‒ 400.000
Garanties en vrijwaringen staatsdeelnemingen 160.000 200.000 ‒ 600.000 0 ‒ 400.000
waarvan overige verplichtingen 4.868.425 5.087.451 ‒ 3.295.804 ‒ 177.381 1.614.266
Lening KLM 0 0 ‒ 277.083 0 ‒ 277.083
Lening SRH 0 0 0 ‒ 11.341 ‒ 11.341
Kapitaalinjectie TenneT 4.250.000 4.250.000 ‒ 3.020.000 0 1.230.000
Aan-/verkoop vermogenstitels 0 220.000 0 0 220.000
Afdrachten Staatsloterij 100.000 100.000 0 0 100.000
Kapitaalinjectie Invest-NL 330.000 330.000 0 ‒ 130.000 200.000
Kapitaalinjectie Invest International 177.000 177.000 0 ‒ 37.000 140.000
Overige betalingsverplichtingen 11.425 10.451 1.279 960 12.690

Toelichting

Verplichtingen

Garantie en Lening KLM

KLM maakt gebruik van de mogelijkheid om vervroegd af te lossen en heeft daarmee de uitstaande leningen terugbetaald, maar niet opgezegd. De maximale hoogte van de directe lening is door de aflossing van € 277 mln. verlaagd naar € 723 mln. en de maximale hoogte van de kredietfaciliteit bij de banken is verlaagd naar € 1,735 mld. (Revolving Credit Facility, RCF). De Nederlandse Staat staat garant voor 90% van de omvang van de RCF. De garantie wordt daarom met € 600 mln. bijgesteld naar € 1,56 mld. (90% van € 1,735 mld., de omvang van de RCF na verlaging).

Lening SRH

SRH heeft een vordering op de Nederlandse staat. Sinds oktober 2020 is hierop een negatieve rente van toepassing. Conform de afspraken in de leningdocumentatie wordt de rente (€ 11,3 mln.) niet betaald maar afgeboekt op de vordering.

Kapitaalinjectie TenneT

Uit de berekeningen van TenneT, gevalideerd door een externe adviseur, blijkt dat TenneT een totale eigenvermogensbehoefte heeft van circa € 9,3 mld. voor de periode 2022 t/m 2031 om haar A-rating te behouden. Dit is circa € 4,2 mld. hoger dan de € 5,1 mld. die gereserveerd is voor TenneT. TenneT heeft hiervan tot en met 2023 € 3,1 mld. aan eigen vermogen nodig (€ 1,2 mld. in 2022 en € 1,8 mld. in 2023), dit is € 2,6 mld. meer dan de € 490 mln. die was begroot. Ook voor de jaren 2024 en 2025 vallen de ingeschatte bedragen anders uit. Via een kasschuif in 2023 in de Ontwerpbegroting 2023 is zowel het ritme van het verplichtingenbudget als het kasbudget aangepast om dit te ondervangen.

Kapitaalinjectie Invest-NL en Invest International

In 2022 wordt minder kapitaal gestort dan geraamd (€ 130 mln. minder in Invest NL en € 37 mln. minder in Invest International). Het totaal van de beoogde kapitaalinjecties wijzigt niet, alleen in de kasreeks vindt een verschuiving plaats naar latere jaren.

Uitgaven

Vermogensverschaffing/onttrekking

Zie de toelichtingen op de kapitaalinjecties onder 'Verplichtingen'.

Ontvangsten

Leningen

Zie ook de toelichting onder 'Verplichtingen'. KLM maakt gebruik van de mogelijkheid om vervroegd af te lossen en lost de uitstaande lening van € 277 mln. in 2022 af. Omdat KLM alleen rente betaalt over het getrokken deel van de lening, wijzigen de renteontvangsten na de vervroegde aflossing van € 277 mln. Voor 2022 worden de renteontvangsten naar beneden bijgesteld, vanaf 2023 worden de renteontvangsten bijgsteld en op nul geraamd.

Vermogensverschaffing/onttrekking

Een actualisatie van de dividendramingen van de staatsdeelnemingen geeft voor het jaar 2022 een positieve bijstelling (€ 90 mln.).

3.4 Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 1.043.419 1.746.183 5.934.057 84 7.680.324
Uitgaven 402.972 602.883 291 0 603.174
Garanties 96.352 96.352 0 0 96.352
EIB pan-Europees garantiefonds 96.352 96.352 0 0 96.352
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 276.883 276.794 227 0 277.021
Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen 0 40 0 0 40
Rentecompensatie ESM 15.000 15.000 227 0 15.227
Wereldbank 261.883 261.754 0 0 261.754
Leningen 27.920 227.920 0 0 227.920
Teruggave winsten 27.920 27.920 0 0 27.920
Lening aan Oekraïne 0 200.000 0 0 200.000
Opdrachten 1.817 1.817 64 0 1.881
Technische assistentie 1.817 1.817 64 0 1.881
Ontvangsten 165.107 325.026 0 0 325.026
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 5.188 5.188 0 0 5.188
Ontvangsten IFI's 1.998 1.998 0 0 1.998
Ontvangsten ESM Kapitaal 3.190 3.190 0 0 3.190
Leningen 159.919 319.838 0 0 319.838
Aflossing lening Griekenland 159.919 319.838 0 0 319.838
Verplichtingen 1.043.419 1.746.183 5.934.057 84 7.680.324
waarvan garantieverplichtingen 75.290 672.142 5.979.766 84 6.651.992
Garantie aan DNB inzake IMF 0 614.568 0 84 614.652
EFSM 0 0 ‒ 67.507 0 ‒ 67.507
AIIB 0 ‒ 2.226 0 0 ‒ 2.226
Wereldbank 100.000 84.510 0 0 84.510
ESM ‒ 24.710 ‒ 24.710 0 0 ‒ 24.710
SURE 0 0 112.898 0 112.898
NGEU 0 0 5.934.375 0 5.934.375
waarvan overige verplichtingen 968.129 1.074.041 ‒ 45.709 0 1.028.332
Lening aan Oekraïne 0 200.000 0 0 200.000
Rentecompensatie ESM 15.000 15.000 ‒ 45.773 0 ‒ 30.773
Wereldbank 923.392 829.264 0 0 829.264
Teruggave winsten SMP/ANFA 27.920 27.920 0 0 27.920
Technische assistentie kiesgroeplanden 1.817 1.817 64 0 1.881
Overige betalingsverplichtingen 0 40 0 0 40

Toelichting

Verplichtingen

Europees Financieel Stabilisatiemechanisme (EFSM)

De uitstaande Nederlandse garantie voor het EFSM wordt naar beneden bijgesteld (€ 67,5 mln.). Deze neerwaartse bijstelling komt voort uit een gedeeltelijk herfinanciering van een afgelopen lening. Hierdoor is het totale uitstaande bedrag onder dit instrument afgenomen. Daarnaast is de rente die over deze lening betaald moet worden lager dan de rente op de lening die is afgelopen.

Temporary Support to mitigate Unemployment Risks in an Emergency (SURE)

De garantie voor SURE wijzigt door een bijstelling van de renteverwachting en een aanpassing op basis van de gerealiseerde rente bij de uitgifte van een nieuwe lening. Voorheen werden renteverwachtingen gebruikt die de Commissie in 2018 heeft gecommuniceerd. Omdat deze niet meer realistisch zijn, wordt de renteverwachting nu berekend op basis van actuele rentestanden. Deze aanpassingen zorgen voor een opwaartse bijstelling van de garantie voor SURE (€ 112,9 mln.).

Next Generation EU (NGEU)

De NGEU garantie wordt bijgesteld naar aanleiding van nieuwe renteverwachtingen en een aanpassing op basis van de gerealiseerde rente bij de uitgifte van een nieuwe leningen. Voorheen werden renteverwachtingen gebruikt die de Commissie in 2018 heeft gecommuniceerd. Omdat deze niet meer realistisch zijn, wordt de renteverwachting nu berekend op basis van actuele rentestanden. Deze aanpassing zorgt voor een aanzienlijke verhoging van de garantie voor NGEU (€ 5,9 mld.).

Rentecompensatie Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM)

De Nederlandsche Bank compenseert het ESM voor de negatieve rente die het over haar deposito bij DNB moet betalen. Het ESM wordt achteraf gecompenseerd voor de rente die het in het voorgaande jaar heeft betaald. In 2022 hebben er twee mutaties ten aanzien van de ESM rentecompensatie plaatsgevonden. Ten eerste is de compensatie aan het ESM in 2022 met ca. € 0,2 mln. naar boven bijgesteld. Daarnaast is de rente sinds 27 juli 2022 niet meer negatief. Daarom is de toekomstige compensatie naar beneden bijgesteld en de eerder opgenomen verplichting afgewaardeerd. De huidige verwachting is dat het ESM in 2022 ongeveer € 9 mln. rente aan DNB heeft betaald waarvoor het in 2023 gecompenseerd zal worden. Voor de jaren na 2023 is de verwachte compensatie aangepast naar € 0.

3.5 Artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 10.089.941 10.089.926 0 ‒ 3.431.026 6.658.900
Uitgaven 221.941 221.926 0 101.974 323.900
Opdrachten 19.697 19.682 0 ‒ 26 19.656
Kostenvergoeding Atradius DSB 18.900 18.900 0 0 18.900
Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten 650 650 0 0 650
Overige uitgaven 147 132 0 ‒ 26 106
Garanties 132.000 132.000 0 33.000 165.000
Schade-uitkering EKV 112.000 112.000 0 33.000 145.000
Schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten 20.000 20.000 0 0 20.000
Storting/onttrekking begrotingsreserve 70.244 70.244 0 69.000 139.244
Mutatie begrotingsreserve EKV 70.244 70.244 0 69.000 139.244
Ontvangsten 131.076 129.391 0 69.000 198.391
Garanties 107.119 105.359 0 69.000 174.359
Premies EKV 70.244 70.244 0 69.000 139.244
Schaderestituties EKV 16.875 15.115 0 0 15.115
Schaderestituties herverzekering leverancierskredieten 20.000 20.000 0 0 20.000
Storting/onttrekking begrotingsreserve 23.957 24.032 0 0 24.032
Mutatie begrotingsreserve EKV 23.957 24.032 0 0 24.032
Verplichtingen 10.089.941 10.089.926 0 ‒ 3.431.026 6.658.900
waarvan garantieverplichtingen 10.000.000 10.000.000 0 ‒ 3.500.000 6.500.000
Exportkredietverzekeringen 10.000.000 10.000.000 0 ‒ 3.500.000 6.500.000
waarvan: aangegane garantieverplichtingen 10.000.000 10.000.000 0 ‒ 3.500.000 6.500.000
waarvan: vervallen garantieverplichtingen 0 0 0 0 0
waarvan overige verplichtingen 89.941 89.926 0 68.974 158.900
Kostenvergoeding Atradius DSB 18.900 18.900 0 0 18.900
Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten 650 650 0 0 650
Storting begrotingsreserve EKV 70.244 70.244 0 69.000 139.244
Overige betalingsverplichtingen 147 132 0 ‒ 26 106

Toelichting

Verplichtingen

Exportkredietverzekeringen

Het plafond van € 10 mld. aan maximaal in een jaar aan te gane verplichtingen zal naar alle waarschijnlijkheid niet volledig worden benut in 2022. Op basis van de verplichtingen die op dit moment zijn aangegaan en de transacties die nog in 2022 worden verwacht, wordt € 3,5 mld. aan verplichtingen afgeboekt.

Storting begrotingsreserve EKV

De raming van de begrotingsreserve wordt met € 69 mln. naar boven bijgesteld. Dit komt door de ontvangst van een relatief groot premiebedrag door een transactie op de Filipijnen.

Uitgaven

Garanties

In 2022 valt het totaal aan schade-uitkeringen naar verwachting € 33 mln. hoger uit dan begroot. Dit heeft onder meer te maken met onverwachte schade-uitkeringen op Sri Lanka waar er sprake is van een instabiele politieke situatie.

Storting/onttrekking begrotingsreserve

Zie de toelichting storting begrotingsreserve EKV onder 'Verplichtingen'.

Ontvangsten

Garanties

Zie de toelichting storting begrotingsreserve EKV onder 'Verplichtingen'.

3.6 Artikel 6 Btw-compensatiefonds

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 3.664.380 3.679.137 81.701 25.162 3.786.000
Uitgaven 3.664.380 3.679.137 81.701 25.162 3.786.000
Bijdrage aan medeoverheden 3.664.380 3.679.137 81.701 25.162 3.786.000
Bijdragen aan gemeenten 3.254.618 3.264.004 92.178 22.742 3.378.924
Bijdragen aan provincies 409.762 415.133 ‒ 10.477 2.420 407.076
Ontvangsten 3.664.380 3.679.137 81.701 25.162 3.786.000

Toelichting

Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten

Bijdrage aan medeoverheden

Als gevolg van overhevelingen van budget van ministeries naar decentrale overheden, wordt een bedrag in het gemeente- of provinciefonds gestort. Het geraamde btw-deel wordt in het BCF gestort. Gemeentes en provincies kunnen de betaalde btw daarna weer terugvragen bij BCF (€ 106,9 mln.). Per saldo is de mutatie neutraal.

3.7 Artikel 9 Douane

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 670.411 675.112 20.131 ‒ 11.086 684.157
Uitgaven (1) + (2) 670.411 675.112 20.131 ‒ 11.086 684.157
Apparaatsuitgaven (1) 466.201 473.370 ‒ 3.815 ‒ 282 469.273
Personele uitgaven 443.947 448.021 12.228 358 460.607
Eigen personeel 430.136 428.291 11.855 358 440.504
Inhuur externen 13.599 19.468 367 0 19.835
Overig personeel 212 262 6 0 268
Materiële uitgaven 22.254 25.349 ‒ 16.043 ‒ 640 8.666
ICT 1.510 1.510 49 0 1.559
Bijdrage aan SSO's 150 150 6 0 156
Overig materieel 20.594 23.689 ‒ 16.098 ‒ 640 6.951
Programma-uitgaven (2) 204.210 201.742 23.946 ‒ 10.804 214.884
Bekostiging 50 50 2 0 52
Overige bekostiging 50 50 2 0 52
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 1.350 1.350 55 0 1.405
Overige bijdrage ZBO's/RWT's 1.350 1.350 55 0 1.405
Opdrachten 27.878 25.410 924 ‒ 10.804 15.530
ICT opdrachten 6.035 5.021 237 ‒ 2.455 2.803
Overige opdrachten 21.843 20.389 687 ‒ 8.349 12.727
Bijdrage aan agentschappen 3.187 3.187 165 0 3.352
Bijdrage overige agentschappen 3.187 3.187 165 0 3.352
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken 171.745 171.745 22.800 0 194.545
Toegerekende uitgaven van Belastingen 171.745 171.745 22.800 0 194.545
Ontvangsten 605 605 0 11.500 12.105
Apparaatsontvangsten 605 605 0 11.500 12.105

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Personele uitgaven

De Douane verwacht € 12,6 mln. meer personele uitgaven dan eerder geraamd (€ 12,2 mln. op eigen personeel en € 0,4 mln. op inhuur externen). Dit komt hoofdzakelijk door hogere loonkosten vanwege een stijging in de cao-lonen en een stijging van de sociale premies (ca. € 12,3 mln.), waarvoor bij Miljoenennota loonbijstelling is toegekend.

Materiële uitgaven

In 2022 was besloten een pilot uit te voeren waarbij de Belastingdienst aan de Douane factureert voor facilitaire werkzaamheden en levering van uniformen (vanuit de directie Centrum voor Facilitaire Dienstverlening, CFD). Op basis van de opzet van de pilot is besloten tot het terugdraaien hiervan en dus het terugdraaien van ontvangsten op artikel 1 Belastingen en uitgaven op artikel 9 Douane (€ 16,9 mln.).

Opdrachten

De geraamde uitgaven op opdrachten worden neerwaarts bijgesteld (€ 9,9 mln.). Dit komt grotendeels doordat de uitgaven voor (body)scans en andere detectiemiddelen dit jaar niet worden gerealiseerd. Deze uitgaven worden naar verwachting in komende jaren alsnog gerealiseerd.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Met de toerekening van uitgaven die de Belastingdienst ten behoeve van de Douane doet, wordt inzicht gegeven in de integrale uitgaven die voor de Douane worden gemaakt. Deze uitgaven zijn naar actuele inzichten geactualiseerd en opwaarts bijgesteld (€ 22,8 mln.).

Ontvangsten

Apparaatsontvangsten

Dit jaar is een eerste tranche van een Europese subsidie voor scan- en detectie-apparatuur ontvangen (€ 11,5 mln.). De tweede tranche volgt in het jaar 2024 voor een gelijk bedrag. Tegenover deze ontvangst staan geen uitgaven in 2022. Dit resulteert in een positieve bijstelling van € 11,5 mln.

3.8 Artikel 13 Toeslagen

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 1.289.239 1.823.373 55.792 ‒ 833 1.878.332
Uitgaven (1) + (2) 2.006.544 1.962.485 ‒ 738.835 ‒ 15.573 1.208.077
Apparaatsuitgaven (1) 335.864 354.355 ‒ 5.997 ‒ 15.573 332.785
Personele uitgaven 326.123 343.476 ‒ 2.600 ‒ 24.850 316.026
Eigen personeel 163.438 169.745 ‒ 31.840 ‒ 9.608 128.297
Inhuur externen 161.685 172.681 29.210 ‒ 15.706 186.185
Overig personeel 1.000 1.050 30 464 1.544
Materiële uitgaven 9.741 10.879 ‒ 3.397 9.277 16.759
ICT 213 213 ‒ 177 200 236
Bijdrage aan SSO's 0 628 600 ‒ 1.228 0
Overige materiële uitgaven 9.528 10.038 ‒ 3.820 10.305 16.523
Programma-uitgaven (2) 1.670.680 1.608.130 ‒ 732.838 0 875.292
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 102 102 4 0 106
Bijdrage overige ZBO's/RWT's 102 102 4 0 106
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 0 3.300 630 ‒ 72 3.858
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties 0 3.300 630 ‒ 72 3.858
Opdrachten 39.526 45.026 ‒ 11.982 717 33.761
ICT opdrachten 26 26 1.621 204 1.851
Overige opdrachten 39.500 45.000 ‒ 13.603 513 31.910
Bijdrage aan medeoverheden 52.445 84.445 ‒ 49.000 0 35.445
Bijdrage aan medeoverheden 52.445 84.445 ‒ 49.000 0 35.445
(Schade)vergoeding 1.386.905 1.283.555 ‒ 688.470 ‒ 645 594.440
Compensatie toeslagengedupeerden 555.705 383.605 ‒ 77.022 9.523 316.106
Kwijtschelden private schulden 304.200 308.700 ‒ 143.714 ‒ 513 164.473
Herstelprogramma voor kinderen 420.000 420.000 ‒ 345.000 0 75.000
Herstelregeling voor ex-partners 60.000 60.000 ‒ 60.000 0 0
Herstelregeling voor gedupeerden andere toeslagen 47.000 47.000 ‒ 47.000 0 0
Overige (schade)vergoedingen 0 64.250 ‒ 15.734 ‒ 9.655 38.861
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken 191.702 191.702 15.980 0 207.682
Toegerekende uitgaven van Belastingen 191.702 191.702 15.980 0 207.682
Ontvangsten 0 0 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt in 2022 per saldo verhoogd met circa € 55 mln. Deels hangt dit samen met de uitgavenmutaties (zie de toelichting onder 'Uitgaven') en deels betreft het specifieke verplichtingenmutaties. De belangrijkste mutaties:

  1. Er wordt € 113,2 mln. verplichtingenruimte toegevoegd aan het personele budget van UHT. De reden hiervoor is met name om meer verplichtingen voor externe inhuur te kunnen aangaan.
  1. Er wordt € 4 mln. verplichtingenruimte aan Bijdrage aan medeoverheden toegevoegd in verband met uitbreiding van de SPUK voor de hersteloperatie toeslagen.
  1. De verplichtingenruimte op (Schade)vergoeding wordt met circa € 142,6 mln. naar beneden bijgesteld. Dit budget wordt geschoven naar 2023 en 2024 in verband met verplichtingen die naar verwachting pas later zullen worden aangegaan voor emotioneel herstel en de private schulden oplossing.

Uitgaven

Personele uitgaven

Dit budget wordt in 2022 met circa € 27,5 mln. naar beneden bijgesteld. Dit heeft verschillende redenen:

  1. Door personeelsverloop en krapte op de arbeidsmarkt duurt het langer om vacatures te vervullen. Hierdoor vallen de personele uitgaven € 37,4 mln. lager uit.
  1. Er is bij de Ontwerpbegroting 2023 loonbijstelling uitgekeerd ter dekking van gestegen cao-lonen en werkgeverspremies. Hierdoor wordt het personele budget in 2022 verhoogd met € 8,1 mln. Daarnaast is in het kader van de tijdelijke tegemoetkoming kinderopvang (TTKO) € 2,9 mln. toegevoegd aan dit budget.
  1. Tot slot is er € 7,1 mln. intern herschikt binnen artikel 13 Toeslagen van het personele budget naar andere financiële instrumenten (onder andere naar materiële uitgaven, omdat een deel van de werkzaamheden zijn uitbesteed aan externe partijen) en is er circa € 5,9 mln. vanuit andere artikelen binnen de begroting van het ministerie van Financiën naar dit budget overgeheveld (met name de teruggave vanuit artikel 1 Belastingen van ongebruikte ketenbudgetten).

Opdrachten

De verwachte uitvoeringskosten van de private schuldenoplossing en ouders in het buitenland zijn in 2022 lager dan begroot. Dit komt onder andere door vertraging in de opstart. Het budget (- € 14,5 mln.) wordt daarom deels doorgeschoven. Verder is er circa € 0,8 mln. prijsbijstelling toegevoegd aan Opdrachten en wordt er voor circa € 2,4 mln. binnen artikel 13 Toeslagen herschikt naar Opdrachten.

Bijdrage aan medeoverheden

De budgetten voor de brede hulp via gemeenten worden met een kasschuif 1 jaar opgeschoven, omdat deze pas later nodig zijn (- € 48 mln. in 2022). Deze budgetten zijn gericht aan de kinderen en ex-partners van gedupeerden van de problemen met de kinderopvangtoeslag en voor de verwachte kosten van medeoverheden ten behoeve van de herijking van de aanpak van de hersteloperatie toeslagen. Daarnaast wordt, naar aanleiding van de controles van de ADR op het jaarverslag 2021, het budget voor het VNG (Vereniging voor Nederlandse Gemeenten) steunpunt (€ 1 mln.) herschikt van Bijdrage aan medeoverheden naar Bijdrage aan (inter)nationale organisaties.

(Schade)vergoeding

In de Ontwerpbegroting 2023 is reeds aangegeven dat dit budget in 2022 met circa € 689,1 mln. naar beneden wordt bijgesteld. Dit heeft verschillende redenen:

  1. Kasschuiven: Enkele regelingen in het kader van de hersteloperatie toeslagen gaan later van start dan eerder voorzien. De budgetten voor deze regelingen (het herstelprogramma voor kinderen, de herstelregeling voor ex-partners en de herstelregeling voor gedupeerden andere toeslagen) worden doorgeschoven naar 2023 en 2024. Het grootste deel van deze kasschuiven wordt gevormd door de kasschuif in de middelen van het herstelprogramma voor kinderen (- € 345 mln. in 2022). Het herstelprogramma voor kinderen is van start gegaan in het vierde kwartaal van 2022. Dit betekent dat de meeste middelen in 2023 nodig zullen zijn. Voor de herstelregeling voor ex-partners wordt € 60 mln. doorgeschoven naar 2023 en 2024. Voor de herstelregeling voor gedupeerden andere toeslagen wordt het budget van € 47 mln. voor 2022 doorgeschoven. Daarnaast wordt ook circa € 78,9 mln. van het budget voor de forfaitaire compensatieregeling en de integrale beoordeling en € 154,9 mln. van het budget voor de private schuldenoplossing doorgeschoven naar 2023 en 2024. Tot slot vinden er nog enkele kleinere kasschuiven plaats (totaal circa € 35,8 mln. van 2022 naar 2023 en 2024). Van de totale kasschuif wordt circa € 422 mln. naar 2023 doorgeschoven en circa € 299,6 mln. naar 2024. Een uitgebreider overzicht van de financiële stand van zaken van de hersteloperatie toeslagen is te vinden in de financiële paragraaf van de 12e voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen3 en bijlage 7: Herstel toeslagen van de Najaarsnota.
  1. Prijsbijstelling: Vanwege prijsbijstelling wordt dit budget met circa € 34 mln. opgehoogd in 2022.
  1. Overboekingen met andere begrotingen: Sinds 1 maart 2021 kunnen gedupeerden van de problemen met de kinderopvangtoeslag via de Raad voor Rechtsbijstand adequate en kosteloze rechtsbijstand krijgen. De benodigde middelen voor deze regeling staan meerjarig geserveerd op de begroting van het ministerie van Financiën. Ten behoeve van de budgettaire afwikkeling over 2021 wordt er circa € 0,9 mln. naar JenV overgeboekt.
  1. Herschikkingen: Er vindt een klein aantal herschikkingen naar andere financiële instrumenten binnen artikel 13 Toeslagen plaats.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Met de toerekening van uitgaven die de Belastingdienst ten behoeve van Toeslagen doet wordt inzicht gegeven in de integrale uitgaven die voor Toeslagen worden gemaakt. Deze toerekening wordt jaarlijks herijkt in de Ontwerpbegroting. Op basis van de meest recente inzichten wordt de toerekening in 2022 verhoogd met circa € 16 mln.

4 Beleidsartikelen Nationale Schuld (IXA)

4.1 Artikel 11 Financiering staatsschuld

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 34.615 34.812 263 ‒ 16 35.059
Uitgaven 34.615 34.812 263 ‒ 16 35.059
Opdrachten 17 21 0 0 21
Overige kosten 17 21 0 0 21
Rente 3.887 4.081 174 ‒ 16 4.239
Rente vaste schuld 3.887 4.081 174 ‒ 16 4.239
Leningen 30.711 30.710 89 0 30.799
Aflossing vaste schuld 30.711 30.710 89 0 30.799
Ontvangsten 55.418 68.617 ‒ 21.780 5.890 52.727
Rente 1.402 873 ‒ 180 ‒ 14 679
Rente vlottende schuld 481 246 ‒ 141 4 109
Rente derivaten lang 921 627 ‒ 39 ‒ 18 570
Leningen 54.016 67.744 ‒ 21.600 5.904 52.048
Uitgifte vaste schuld 54.016 45.000 ‒ 2.500 0 42.500
Mutatie vlottende schuld 0 22.744 ‒ 19.100 5.904 9.548

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Rente

De rentelasten vallen in 2022 naar verwachting hoger uit dan eerder geraamd (€ 158,0 mln.). Bij de uitgifte van nieuwe schuld worden de rentetarieven vastgelegd tegen het dan geldende rentetarief. Aangezien de rentetarieven nu hoger zijn dan eerder geraamd, levert dit een tegenvaller op.

Leningen

De aflossingen op de vaste schuld zijn naar verwachting hoger (€ 89,4 mln.) als gevolg van het vervroegd aflossen van obligaties in 2022. Vervroegd aflossen wordt gedaan uit hoofde van cashmanagement.

Ontvangsten

Rente

Per saldo vallen de renteontvangsten naar verwachting € 194,0 mln. lager uit. De belangrijkste verklaringen hiervoor zijn:

  1. Rente vlottende schuld

    De rentebaten op de vlottende schuld vallen naar verwachting € 137,0 mln. lager uit als gevolg van wijzigingen in de omvang van de kortlopende schuld en de hoogte van de korte rente.

  2. Rente derviaten lang

    Er worden € 57,0 mln. minder rentebaten op derivaten verwacht dan eerder geraamd als gevolg van gerealiseerde rentepercentages van derivaten en de nieuwe rentestanden van het CPB.

Leningen

Per saldo zijn de leningen naar verwachting € 15,7 mld. lager. De belangrijkste verklaringen hiervoor zijn:

  1. Uitgifte vaste schuld

    De raming voor de uitgifte van vaste schuld is met € 2,5 mld. naar beneden bijgesteld als gevolg van het gewijzigde financieringsplan 2022. Het financie­ringsplan geeft een beschrijving van de geschatte omvang en de totstandkoming van de financieringsbehoefte van de Nederlandse Staat voor 2022 en een overzicht van de manier waarop het Agentschap van plan is deze in te vullen.

  2. Mutatie vlottende schuld

    De raming van de mutatie vlottende schuld daalt met € 13,2 mld. Dit is het gevolg van een lagere financieringsbehoefte doordat de raming van het kastekort voor het lopende begrotingsjaar sterk is afgenomen. Schommelingen in de financieringsbehoefte in een lopend begrotingsjaar worden zo veel mogelijk opgevangen op de geldmarkt.

4.2 Artikel 12 Kasbeheer

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 1.531 1.834 287 807 2.928
Uitgaven 1.531 1.834 287 807 2.928
Rente 31 34 87 7 128
Rente kasbeheer 31 34 87 5 126
Voortijdige beëindiging binnen kasbeheer 0 0 0 2 2
Leningen 1.500 1.800 200 800 2.800
Verstrekte leningen 1.500 1.800 200 800 2.800
Ontvangsten 7.248 10.128 4.080 916 15.124
Rente 87 93 1 2 96
Rente kasbeheer 87 93 0 2 95
Voortijdige beëindiging binnen kasbeheer 0 0 1 0 1
Leningen 1.206 1.119 109 37 1.265
Ontvangen aflossingen 1.206 1.119 109 37 1.265
Mutaties in rekening-courant en deposito's 5.955 8.916 3.970 877 13.763
Mutaties in rekening courant en deposito 5.955 8.916 3.970 877 13.763

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Rente

De raming van de rentelasten is € 94 mln. hoger dan geraamd als gevolg van de instroom van middelen op rekeningen-courant en de nieuwe rentestanden van het CPB.

Leningen

Naar verwachting worden in 2022 meer leningen verstrekt aan de deelnemers van het schatkistbankieren dan eerder geraamd. De raming wordt daardoor met € 1,0 mld. naar boven bijgesteld.

Ontvangsten

Leningen

Op basis van de actuele inzichten wordt verwacht dat de aflossingen op de leningen € 146,0 mln. hoger uitvallen dan eerder geraamd. Dit zijn leningen die door agentschappen, rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT's) en derden in het kader van schatkistbankieren zijn afgesloten.

Mutaties in rekening-courant en deposito's

De wijziging in de geraamde mutatie van het saldo op de rekeningen-courant en deposito’s van de deelnemers van schatkistbankieren is het gevolg van het actualiseren van de geraamde uitgaven en inkomsten van RWT’s, sociale fondsen en decentrale overheden (€ 4,8 mld.). De mutaties in rekeningen-courant en deposito’s worden veroorzaakt door de uitgaven en ontvangsten van de deelnemers van het schatkistbankieren.

5 Niet-beleidsartikelen

5.1 Artikel 8 Apparaat Kerndepartement

Verplichtingen 332.766 373.358 10.985 ‒ 5.723 378.620
Uitgaven 332.766 373.358 10.985 ‒ 5.723 378.620
Personele uitgaven 213.422 233.461 5.427 ‒ 2.676 236.212
Eigen personeel 205.067 219.694 2.753 ‒ 746 221.701
Inhuur externen 7.820 13.344 2.008 ‒ 1.866 13.486
Overig personeel 535 423 666 ‒ 64 1.025
Materiële uitgaven 119.344 139.897 5.558 ‒ 3.047 142.408
ICT 16.688 46.437 ‒ 24.784 ‒ 2.533 19.120
Bijdrage aan SSO's 44.623 54.650 624 34 55.308
Overig materieel 58.033 38.810 29.718 ‒ 548 67.980
Ontvangsten 54.137 55.571 2.997 ‒ 1.195 57.373
Apparaatsontvangsten 54.137 55.571 2.997 ‒ 1.195 57.373

Toelichting

De mutaties op het niveau van de financiële instrumenten komen niet boven de ondergrenzen uit binnen de staffel (conform de RBV, zie ook de Leeswijzer op pagina 4). Toelichting van deze mutaties blijft derhalve achterwege.

5.2 Artikel 10 Nog onverdeeld

Verplichtingen 147.901 277.681 ‒ 227.823 ‒ 49.858 0
Uitgaven 139.050 268.830 ‒ 227.823 ‒ 41.007 0
Nog te verdelen 139.050 268.830 ‒ 227.823 ‒ 41.007 0
Loonbijstelling-programma 2.340 2.340 0 ‒ 2.340 0
Loonbijstelling-apparaat 11.459 113.722 ‒ 97.740 ‒ 15.982 0
Prijsbijstelling-apparaat 11.383 103.766 ‒ 86.634 ‒ 17.132 0
Onvoorzien-programma 40.614 36.089 ‒ 34.563 ‒ 1.526 0
Onvoorzien-apparaat 73.254 12.913 ‒ 8.886 ‒ 4.027 0
Ontvangsten 0 0 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Nog te verdelen

De nog te verdelen uitgaven zijn met in totaal € 268,8 mln. afgeboekt, waarvan € 228 mln. eerder bij de Ontwerpbegroting 2023 is toegelicht. Van dit bedrag is bij de Ontwerpbegroting 2023 € 2 mln. en bij de tweede suppletoire begroting 2022 € 33 mln. vrijgevallen, omdat deze middelen niet in 2022 zijn benodigd of ingezet. De overige afboekingen betreffen overhevelingen naar andere artikelen of begrotingen. De belangrijkste mutaties:

  1. De tranche 2022 van de loon- en prijsbijstelling is in de eerste suppletoire begroting toegevoegd aan artikel 10 Nog onverdeeld. De loon- en prijsbijstelling wordt naar rato verdeeld over de (beleids)artikelen, wat leidt tot een overheveling van in totaal € 182,4 mln. naar de andere artikelen.
  2. Er wordt € 14,5 mln. overgeheveld naar artikel 1 Belastingen ten behoeve van het programma Buitengewone Zaken Blauw van de Belastingdienst voor het inhuren van personeel.
  3. Voor het project Digitale Snelweg Douane (DSD) ten behoeve van het aangifteproces van de Douane zijn middelen gereserveerd op artikel 10 Nog onverdeeld. Een deel van het budget (€ 18 mln.) komt naar verwachting niet tot besteding in 2022 maar in latere jaren en is als kasschuif opgenomen in de Ontwerpbegroting 2023.

  1. __Kamerstukken II 2021-2022, 31 066, nr. 1131↩︎

  2. __Kamerstukken II 2021-2022, 31 066, nr. 1131↩︎

  3. __Kamerstukken II 2022-2023, 31 066, nr 1128↩︎