[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van een schriftelijk overleg over de verzamelbrief moties en toezeggingen primair en voortgezet onderwijs

Primair Onderwijs

Verslag van een schriftelijk overleg

Nummer: 2022D47840, datum: 2022-11-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31293-651).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31293 -651 Primair Onderwijs.

Onderdeel van zaak 2022Z22180:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

31 293 Primair Onderwijs

31 289 Voortgezet Onderwijs

Nr. 651 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 18 november 2022

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs over de brief van 6 juli 2022 over de verzamelbrief moties en toezeggingen primair en voortgezet onderwijs (Kamerstukken 31 293 en 31 289, nr. 636).

De vragen en opmerkingen zijn op 27 september 2022 aan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs voorgelegd. Bij brief van 16 november 2022 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie,
Michon-Derkzen

Adjunct-griffier van de commissie,
Bosnjakovic

I Vragen en opmerkingen uit de fracties

Inbreng van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de verzamelbrief moties en toezeggingen primair – en voortgezet onderwijs. Zij hebben over deze brief nog enkele vragen en opmerkingen die zij willen voorleggen aan de Minister.

Samen naar Schoolklassen

De leden van de D66-fractie vernemen dat er op korte termijn een handreiking beschikbaar komt om samenwerkingsverbanden, scholen en initiatieven te ondersteunen bij het vormgeven van Samen naar Schoolklassen. Deze leden zijn positief dat de Minister hiermee aan de slag gaat. Op welke termijn verwacht de Minister de handreiking gereed te hebben? Hoeveel initiatieven verwacht hij dat zich zullen melden bij het experiment onderwijszorgarrangementen? Daarnaast sporen deze leden de Minister aan om snel aan de slag te gaan met de brede regeling inclusie. Zodat leerlingen met en zonder beperking met elkaar naar school kunnen gaan en we significante stappen zetten in de richting van inclusief onderwijs.

Nieuwe leerweg vmbo

De leden van de D66-fractie constateren dat de Minister stelt dat de lopende pilots omtrent de nieuwe leerweg «medebepalend zijn voor hoe de nieuwe leerweg eruit gaat zien». Deze uitspraak gaat ervan uit dat er hoe dan ook een nieuwe leerweg komt, ondanks dat de Tweede Kamer hier nog geen uitspraak over heeft kunnen doen. Graag ontvangen zij hierop een reflectie van de Minister.

II Reactie van de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs

Samen naar Schoolklassen

De handreiking om samenwerkingsverbanden, scholen en initiatieven te ondersteunen bij de vormgeving van Samen naar Schoolklassen is in de week van 17 oktober online gezet. Samenwerkingsverbanden, scholen en initiatieven kunnen bij de vormgeving van Samen naar Schoolklassen ook een beroep doen op ondersteuning die wordt geboden door de het Steunpunt Passend Onderwijs in samenwerking met de Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind. Op dit moment is nog niet duidelijk hoeveel initiatieven zich zullen melden voor het experiment onderwijszorgarrangementen, maar de eerste indicaties zijn dat er veel interesse is. Uiteindelijk kunnen er 80 initiatieven deelnemen aan het experiment.

Nieuwe leerweg vmbo

Voor de zomer heeft de Kamer verzocht om een stand van zakenbrief te sturen over de nieuwe leerweg vmbo, inclusief de voorgenomen formele besluitvorming.1 In reactie op dit verzoek heb ik u in juli 2022 toegezegd om de Tweede Kamer na de zomer te informeren over de eerste resultaten van de pilot praktijkgerichte programma’s in de gemengde en theoretische leerwegen van het vmbo en de verdere uitwerking van de nieuwe leerweg vmbo.2 Omdat de visiebrief over de versterking van het beroepsonderwijs in de eerste helft van 2023 verschijnt, maak ik van deze gelegenheid gebruik om alvast meer tekst en uitleg te geven. Het is hierbij van belang om onderscheid te maken tussen de invoering van de nieuwe leerweg (een stelselwijziging) en de pilot voor de praktijkgerichte programma’s (een nieuw vak in de gemengde en theoretische leerwegen).

De Onderwijsraad heeft in 2015 het advies «Herkenbaar vmbo met sterk vakmanschap» uitgebracht, waarin de Raad constateerde dat het vmbo te kampen had met teruglopende leerlingenaantallen, een onoverzichtelijk onderwijsaanbod en een negatief imago. De Raad pleitte voor een clustering van de vmbo-leerwegen en de introductie van meer praktijkgericht onderwijs in het algemeen vormend onderwijs.3

Mijn voorgangers hebben in 2017 besloten om in het algemeen vormend onderwijs (mavo, havo en vwo) meer aandacht te besteden aan praktijkgericht onderwijs.4 Na onder andere een advies van de VO-raad, SPV en Platform TL gebeurt dit in de gemengde en theoretische leerwegen van het vmbo in de vorm van een pilot met praktijkgerichte programma’s.5

De invoering van de nieuwe leerweg

De invoering van de nieuwe leerweg is een stelselwijziging, waarmee de gemengde en theoretische leerwegen in het vmbo samengevoegd worden. Dit vergt een aanpassing van de wet. Hoewel mijn voorganger eerder heeft gecommuniceerd dat de nieuwe leerweg vanaf 1 augustus 2024 ingevoerd zouden worden, wil ik deze ingrijpende stelselwijziging niet overhaast invoeren, maar het voorstel eerst bezien in het kader van een bredere discussie over de versterking van het beroepsonderwijs. Ik heb meer tijd nodig om de vraag te beantwoorden of de nieuwe leerweg een oplossing is voor de problemen waar het vmbo op dit moment mee te kampen heeft. Ik heb dan ook nog geen wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer. De nieuwe leerweg (met een verplicht praktijkgericht programma) wordt dus niet ingevoerd in 2024. In de eerste helft van 2023 stuur ik een brief naar de Tweede Kamer met mijn visie op het beroepsonderwijs. In deze brief zal ik ook nader ingaan op mijn visie op de gemengde en theoretische leerwegen en de nieuwe leerweg.

De praktijkgerichte programma’s in de gemengde en theoretische leerwegen vmbo

Een praktijkgericht programma is een vak waarin leerlingen praktische kennis en ervaring opdoen in verschillende onderdelen van de arbeidsmarkt of de samenleving. Bij een praktijkgericht programma voeren leerlingen praktische, levensechte en realistische opdrachten uit bij of voor opdrachtgevers (bedrijven en instellingen) binnen en buiten school. Hierdoor ervaren leerlingen hoe het eraan toe gaat in de praktijk. Zij leren tijdens het praktijkgerichte programma ook bredere praktische vaardigheden zoals samenwerken, presenteren, zelfstandig werken en plannen. Ze kunnen zich oriënteren op verschillende opleidingen en beroepen. Daarnaast staan vakspecifieke kennis en vaardigheden en LOB centraal. De praktijkgerichte programma’s vormen een belangrijk onderdeel in het voornemen het vmbo-onderwijs te versterken.

Pilot praktijkgerichte programma’s

Sinds schooljaar 2021–2022 is een pilot gestart met praktijkgerichte programma’s in de gemengde en theoretische leerwegen. In totaal nemen ruim 150 scholen deel aan deze pilot onder leiding van de SLO. In de pilot worden verschillende praktijkgerichte programma’s stapsgewijs (door)ontwikkeld. De scholen proberen op dit moment 13 verschillende praktijkgerichte programma’s uit:6

− Vakken zonder licentie: Economie en ondernemen (E&O), Technologie en toepassing (T&T), Informatietechnologie (IT), Zorg en welzijn (Z&W), Dienstverlening en producten (D&P) en Techniek en innovatief vakmanschap (TiV).

− Vakken met licentie: Maritiem en techniek (MaT), Bouwen, wonen en interieur (BWI), Produceren, installeren en energie (PIE), Horeca, bakkerij en recreatie (HBR), Mobiliteit en transport (M&T), Groen (G) en Media, vormgeving en ict (MVI).

Het praktijkgerichte programma vervangt een van de reguliere vakken: het beroepsgericht programma in de gemengde leerweg of een algemeen vormend vak in de theoretische leerweg.7 Op dit moment is het praktijkgericht programma een nog niet erkend vak, dat alleen in de pilot met een ontheffing kan worden aangeboden. Het praktijkgericht programma wordt afgesloten met een schoolexamen.

Deze praktijkgerichte programma’s worden in de pilot (door)ontwikkeld om te leren welke consequenties dergelijke vakken hebben voor de scholen en de doorstroommogelijkheden van leerlingen. Ook voor docenten bieden de praktijkgerichte programma’s nieuwe uitdagingen, bijvoorbeeld op het gebied van het bedenken van aansprekende praktijkgerichte opdrachten en de begeleiding van leerlingen tijdens die opdrachten. De programma’s vergen een andere manier van werken en samenwerken binnen een team en vragen bovendien van de school om een netwerk op te bouwen met de omgeving. Daarom is het van belang dat zorgvuldig gekeken wordt hoe we de vmbo-docenten het beste kunnen ondersteunen bij deze praktijkgerichte programma’s. Ik ben in gesprek met de Stichting Platforms vmbo en de lerarenopleidingen over het bij- en omscholingsaanbod.

De pilot duurt voor de meeste scholen tot en met schooljaar 2023–2024. Een beperkt aantal scholen is schooljaar 2022–2023 gestart, en rondt de pilot aan het einde van schooljaar 2024–2025 af. De ervaringen van de pilotscholen zijn bijzonder waardevol. De pilot geeft inzicht of de praktijkgerichte programma’s in de huidige vorm inderdaad tot een verbeterde aansluiting vanuit de gemengde en theoretische leerwegen op het mbo en de havo leiden. Daarom wordt gedurende deze periode de pilot zorgvuldig gemonitord en geëvalueerd, zodat ik op basis van de ervaringen van de pilotscholen en de monitor van de NRO kan bepalen op welke manier de praktijkgerichte programma’s ingevoerd kunnen worden als erkend vak in het curriculum van de gemengde en theoretische leerwegen en of deze programma’s (op termijn) verplicht gesteld gaan worden. Mijn huidige beeld hierbij is positief en ik wil de pilot dan ook niet zozeer gebruiken voor de vraag of de praktijkgerichte programma’s een vervolg moeten krijgen, maar vooral op welke manier deze de grootste bijdrage kunnen leveren. In de visiebrief over het beroepsonderwijs die uw Kamer de eerste helft van 2023 ontvangt, zal ik preciezer ingaan op de vraag hoe de praktijkgerichte programma’s een vervolg krijgen.


  1. Brief van de vaste commissie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan de Minister van Primair en Voortgezet Onderwijs van 22 juni 2022.↩︎

  2. Kamerstukken 31 293 en 31 289, nr. 636.↩︎

  3. Onderwijsraad, Herkenbaar vmbo met sterk vakmanschap (Den Haag 2015).↩︎

  4. Kamerbrieven over Sterk beroepsonderwijs (Kamerstuk 30 079, nr. 311; Kamerstuk 31 524, nr. 367; Kamerstuk 31 524, nr. 437; Kamerstuk 31 524, nr. 484).↩︎

  5. https://www.platform-tl.nl/wp-content/uploads/2019/02/2019-01-21-Brief-OCW-met-Advies-GTL-.pdf.↩︎

  6. SLO heeft bij de ontwikkeling van de praktijkgerichte programma’s gekeken naar de huidige beroepsgerichte programma’s in de gemengde leerweg en enkele algemene vakken. Het programma Techniek en innovatief vakmanschap (TiV) is ontwikkeld in samenwerking met de Federatie voor Techniek en Vakmanschap (FvTV). De pilot met het praktijkgerichte vak Technologie & toepassing liep al sinds 2015/2016 en is onderdeel geworden van deze brede pilot.↩︎

  7. In de pilot is het voor scholen die de gemengde leerweg aanbieden ook mogelijk om het beroepsgerichte programma en het praktijkgerichte programma aan te bieden.↩︎