[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van de 145e zitting van de Assemblee van de Interparlementaire Unie

Verslag van de zittingen van de Assemblee van de Interparlementaire Unie

Verslag van een bijeenkomst

Nummer: 2022D49305, datum: 2022-11-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29679-36).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29679 -36 Verslag van de zittingen van de Assemblee van de Interparlementaire Unie.

Onderdeel van zaak 2022Z22818:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Staten-Generaal 1/2
Vergaderjaar 2022-2023

29 679 Verslag van de zittingen van de Assemblee van de Interparlementaire Unie

AJ/ Nr. 36 VERSLAG VAN DE 145e ZITTING

Vastgesteld 22 november 2022

Inleiding

In Kigali, Rwanda vond van 11-15 oktober 2022 de 145ste zitting van de Assemblee van de Interparlementaire Unie (IPU) plaats. De Nederlandse groep van de IPU vaardigde naar deze zitting een delegatie af bestaande uit de Eerste Kamerleden Joop Atsma (delegatieleider, CDA), Arda Gerkens (voorzitter 12Plus Groep, SP), Martin van Rooijen (50PLUS) en Ton Raven (OSF) en het Tweede Kamerlid Agnes Mulder (CDA).

Zo’n duizend parlementsleden uit 109 landen participeerden in de vergaderingen van de IPU, de oudste internationale samenwerkingsorganisatie van parlementen wereldwijd. Het centrale thema van de conferentieweek was Gender equality and gender-sensity parliaments as drivers of change for a more resilient and peaceful world 1. Rwanda loopt voorop in de wereld als het gaat om gendergelijkheid in het parlement. Sinds 2008 is de Rwandese Kamer van Afgevaardigden het eerste verkozen parlement dat uit meer vrouwen dan mannen bestaat. Momenteel is 61,25% van de leden vrouw, ver boven het wereldgemiddelde van 26,4%. Veel aandacht ging uit naar het Rwandese verleden met de genocide in 1994 en de huidige oorlog in Oekraïne. Zowel een Russische als de Oekraïense delegatie was aanwezig. De Nederlandse Leden leverden een actieve bijdrage in deze Assemblee in hun rollen als voorzitter van de 12 Plus Group, mevrouw Gerkens en als lid van de Task Force om tot een vreedzame oplossing inzake de oorlog in Oekraïne te komen, en als voorzitter van de Standing Commissie inzake Duurzame Ontwikkeling, mevrouw Mulder. De dag voorafgaand aan de zitting bracht een aantal leden een bezoek aan het Kigali Genocide Memorial, de finale rustplaats van meer dan 250.000 slachtoffers van de genocide in 1994. De middag voor de opening en gedurende de zittingsdagen vergaderde de 12 Plus Groep, een van de zes geopolitieke groepen binnen de IPU, onder Nederlands voorzitterschap van Arda Gerkens en georganiseerd door Griffie Interparlementaire Betrekkingen. De delegatie werd tijdens hun verblijf ontvangen door de Nederlandse ambassadeur in Rwanda, de heer Matthijs Wolters en ondersteund door zijn team. De Griffier van de Eerste Kamer, Remco Nehmelman nam deel aan de vergaderingen van de vereniging van secretarissen-generaal (ASGP), waarbinnen hij lid is van het dagelijkse bestuur. De ASGP komt altijd bijeen tijdens een IPU-Assemblee. Na afloop van de zesdaagse conferentie bezocht de delegatie een fabriek van het Africa Improved Foods Rwanda Ltd in Kigali.

Plenaire vergaderingen

Op 11 oktober werd de conferentie geopend in aanwezigheid van de Rwandese President Kagama waarbij hij de parlementariërs tevens wetgevers opriep een verschil te maken bij het bereiken van gendergelijkheid en het beëindigen van de genocide-ideologie door samen te werken. Hij zei dat Rwanda weliswaar vooruitgang heeft geboekt bij het overbruggen van de genderkloof, maar dat genderongelijkheid een gedeelde verantwoordelijkheid is en dat mannen de plicht hebben hun stem te laten horen en niet alleen maar omstanders te zijn. «Overal ter wereld bestaan parlementen om de belangen van de burgers te beschermen. Dit doel kan niet worden bereikt zonder actieve deelname van vrouwen in onze parlementen, met name in leidinggevende functies,» zei Kagame. Voorts vroeg hij de aanwezigen na te denken over solidariteit in de strijd tegen de genocide-ideologie, niet alleen door het uitvaardigen van wetten, maar door erkenning van medemenselijkheid, voor de verbetering van samenlevingen en de bescherming van toekomstige generaties. «Ik hoop dat u deze boodschap meeneemt in uw besprekingen, in de komende dagen opdat we ernaar streven altijd samen te werken,» zei Kagame.

IPU-president, Duarte Pacheco, sprak in zijn openingswoorden over de vele crises momenteel in de wereld, van de overstromingen in Pakistan, de orkanen in Florida, de Filipijnen en Venezuela, hitte golven en bosbranden in Europa en Australië, de mensenrechtenschendingen in Afghanistan, de moorden en onderdrukkingen in Iran en Myanmar en tot slot de oorlogen in Jemen en in het bijzonder in Oekraïne. Dit laatste heeft een wereldwijde impact en kan veranderen in een wereldwijd conflict stelde Pacheco. «De invasie van Oekraïne door de Russische Federatie. De illegale annexatie van grondgebied van Oekraïne door de Russische Federatie. Het is in strijd met het internationaal recht. Het praten over het gebruik van nucleaire wapens is iets onmogelijks om te accepteren,» zei Pacheco. Hij merkte op dat in de laatste landen waar de IPU Assemblee bijeen kwam, Spanje, Indonesië en nu Rwanda allen een vrouwelijke parlementspresident hebben evenals in Bahrain waar de IPU komend jaar treft. «We moeten vrouwelijke parlementsvoorzitters steunen omdat het er zo weinig zijn. Rwanda is een mooi voorbeeld waar meer dan 61% leden van de Kamer van Afgevaardigden vrouw zijn. Dat is de achtergrond van onze vergadering. Ik hoop dat de geest van Rwanda ons werk inspireert. Een land dat 28 jaar geleden heeft geleden onder iets wat we ons niet konden voorstellen. Verzoening en dialoog is de manier om vrede, economische en sociale ontwikkeling te bereiken, hetgeen de sleutel tot succes van Rwanda was. De Rwandese bevolking heeft geleerd van het verleden. Laat ons allen leren van het verleden.»

Het algemene debat over gendergelijkheid werd op 12 oktober geopend door de voorzitter van het Rwandese Huis van Afgevaardigden, mevrouw Mukabalisa Donatille met nogmaals te wijzen op de tragedie die zich in 1994 in haar land voltrok. Meer dan een miljoen mensen zijn om het leven gebracht en de gevolgen zijn volgens haar nog steeds zichtbaar. Toch heeft Rwanda veerkracht getoond en het gaat nu in veel opzichten beter met het land. Zij zei te hopen dat de conferentie over met name gendergelijkheid leidt tot een positieve uitkomst met realistische resoluties.

IPU-President Pacheco kreeg daarna het woord en merkte op dat gendergelijkheid één van de basisuitgangspunten is van de IPU en de democratie. In het algemeen. Wereldwijd kan er nog veel verbeteren, óók binnen de parlementen. Sinds 2000 is het aantal vrouwen in parlementen verdubbeld, maar in 2022 gaat het nog altijd om slechts 28 procent, aldus Pacheco. «We moeten dit proces versnellen. De IPU wil een platform zijn om de beste praktijken, ideeën en suggesties uit te wisselen. Rwanda is wat dat betreft een goed voorbeeld met veel vrouwen in het parlement,» zei de IPU-president.

De voorzitter van de Rwandese senaat, de heer Augustin Iyamuremye benadrukte dat Rwanda na de genocide in de jaren negentig volledig verwoest was en opnieuw moest worden opgebouwd. Meer dan 50 procent van de vrouwen stond er na de genocide alleen voor. Ze waren ineens het hoofd van het huishouden. De meeste mannen waren gedood, gevlucht of in de gevangenis. Het was dan ook niet toevallig dat na de komst van een nieuwe regering de positie van vrouwen sterk was en sterker werd. Maar er moest heel veel worden gedaan. Als de wetten niet gewijzigd waren en meer gender-sensitief waren gemaakt, was deze ontwikkeling niet mogelijk geweest. In bedrijven, instellingen en politiek zijn mannen mede daardoor nu in de minderheid. Een monitoringsinstrument is opgezet om gender gelijkheid te borgen en dat werkt in Rwanda goed, stelde de heer Iyamuremye.

Vele voorzitters, ondervoorzitters en leden van parlementen leverden een bijdragen aan dit algemene debat over gendergelijkheid. Op 14 oktober nam Agnes Mulder het woord. «De eerste oorlogsslachtoffers van oorlog zoals nu in Oekraïne zijn altijd vrouwen. We kennen allemaal de verhalen over het misbruik van vrouwen tijdens deze oorlog in Irpin, Boucha en de delen die onlangs zijn bevrijd,» zei Mulder. Ze refereerde verder aan het verzoek van de Tweede Kamer om een onafhankelijk onderzoek te houden naar de dood van de Iraanse Masha Amini in september jl. vanwege het verkeerd dragen van haar hoofddoek.

Een van de sprekers was de Voorzitter van de Afghaanse Kamer van Afgevaardigden in ballingschap, de heer Rahman Rahmani. Hij meldde dat de Taliban de positie van vrouwen sterk heeft verslechterd. «De Taliban handelt in strijd met alle denkbare verdragen. Meisjes mogen niet meer naar school, er is sprake van discriminatie. Het aantal aanslagen in Afghanistan neemt dagelijks toe en de veiligheid kan nergens en door niemand worden gegarandeerd. Daarom heeft het parlement in ballingschap enkele wensen voor de parlementen binnen de IPU: 1) de Taliban mag nooit worden erkend; 2) het bestaan van extremistische groepen is een groot risico. Er moet worden ingegrepen; 3) het sluiten van scholen en de crisis in de economie is een grote bedreiging; en 4) vrouwen hebben rechten en meisjes moeten weer naar school kunnen.

Het Iraans parlementslid, de heer Mojtaba Rezakhah, begon zijn inbreng met enkele voorbeelden van vrouwen in het leger van de VS die zijn verkracht en van vrouwen die vanuit Zuidoost Azië op zoek gaan naar een nieuwe toekomst en daarna niet meer terug kunnen naar hun eigen regio. «Iran vindt dat vrouwen economisch onafhankelijk moeten kunnen zijn, er worden «veilige zones» aangelegd voor vrouwen en inmiddels is een groot deel van de studenten in Iran vrouw. Ook zijn er steeds meer beroepen die door vrouwen worden uitgeoefend. In plaats van waardering en complimenten, krijgt Iran kritiek.» Volgens de spreker is dat het gevolg van doelbewuste propaganda om Iran in een kwaad daglicht te plaatsen en sancties op te leggen.

Op 12 oktober vond de plenaire verkiezing van het onderwerp voor het urgentiedebat, het zogenaamde Emergency Item, plaats. Er waren vier voorstellen ingediend: een voorstel van Chili, Condemnation of the invasion of Ukraine and of the subsequent annexation of territories in defence of the territorial integrity of all States; van Irak, Preserving Iraq’s sovereignty, rejecting repeated attacks and not interfering in its internal affairs; van Pakistan, Creation of a global fund or financing facility for climate-vulnerable countries to address loss and damage associated with climate change; en van Oekraïne, Condemnation of the illegal annexation of the Kherson, Zaporizhzhia, Donetsk and Luhansk Regions bij de Russian Federation, the targeting of civilians and other war crimes resulting from the aggression of the Russian Federation against Ukraine. Alleen de voorstellen van Chili en Pakistan werden in hoofdelijke stemming gebracht; de overige twee werden teruggetrokken. Het voorstel van Chili ontving de meerderheid van stemmen waarover vervolgens een actualiteitendebat volgde op 13 oktober.

Tijdens dit debat op 13 oktober gaven een aantal parlementsleden uit diverse landen een statement over de situatie in Oekraïne. Het Verenigd Koninkrijk sprak mede namens Nederland en heeft in duidelijke bewoordingen de agressie van Rusland veroordeeld en maximale steun aan Oekraïne uitgesproken. Atsma: «Opvallend waren de landen die zich nadrukkelijk uitspraken voor Rusland. Syrië was het meest uitgesproken. Daarnaast waren ook de vertegenwoordigers van Iran, Zimbabwe en Zuid-Afrika duidelijk in hun opstelling. De laatste landen koppelden hun opstelling vooral aan kritiek op de NAVO, VS en Westerse landen.»

Een onderhandelingsteam bestaande uit parlementsleden uit de verschillende geopolitieke groepen hebben gewerkt aan een gezamenlijke resolutie «Veroordeling van de invasie in Oekraïne en de daaropvolgende annexatie van gebieden ter verdediging van de territoriale integriteit van alle staten» die door de Assemblee is aanvaard2. De resolutie roept op tot onmiddellijk einde van de Russische militaire bezetting van soeverein Oekraïens grondgebied, herstel van de territoriale integriteit van het land terug naar zijn internationaal erkende grenzen. Het veroordeelt in de krachtigste bewoordingen de ernstige schendingen van de menselijke waardigheid en de flagrante schendingen van de mensenrechten in de regio’s Kyiv, Kharkiv, Sumy, Chernihiv en andere. Het verzoekt alle parlementen van de wereld om de bevoegde nationale autoriteiten van hun staten en het maatschappelijk middenveld van de noodzaak te doordringen om zoveel mogelijk bij te dragen aan het oplossen van de humanitaire crisis als gevolg van de migratie van 6 miljoen Oekraïense burgers als vluchtelingen. De resolutie sluit af met steun uit te spreken voor het lopende werk van de IPU-Task Force voor de vreedzame oplossing van de oorlog in Oekraïne. Het moedigt de Task Force aan zijn inspanningen voort te zetten om de betrokken partijen aan de tafel van de politieke dialoog te brengen voor een vreedzame oplossing van de oorlog, met inachtneming van het Handvest van de Verenigde Naties, de territoriale integriteit en het internationaal recht.

Eerste Kamerlid en delegatieleider Joop Atsma (CDA): «Mooi om te vernemen dat een overgrote meerderheid van parlementariërs uit de hele wereld achter Oekraïne staat en zich ferm uitspreekt tegen Rusland.» Het is volgens Atsma opvallend dat relatief veel landen in hun bijdrage tijdens het General Debate uitgebreid aandacht besteedden aan de oorlog in Oekraïne. «Kennelijk heeft de discussie over het actualiteitendebat, het zogenaamde Emergency Item, voor veel sprekers de ruimte gecreëerd om het onderwerp ook in het debat over gendergelijkheid mee te nemen,» aldus Atsma.

Cremer-Passy Prijs

Op 15 oktober werd voor het eerst de Cremer-Passy Prijs door de IPU-President uitgereikt. Deze nieuw ingestelde, jaarlijkse prijs, vernoemd naar de twee oprichters van de IPU, Frédéric Passy en Sir William Randal Cremer, wordt toegekend aan een parlementslid dat een uitzonderlijke bijdrage heeft geleverd als parlementslid. Bij wijze van uitzondering ging de prijs voor 2022 naar twee genomineerden: een vrouw en een groep onder leiding van een man, om het belang van gendergelijkheid als thema van deze zitting te ondersteunen. De winnaars waren Cynthia López Castro, lid van de Mexicaanse Kamer van Afgevaardigden die zich inzet voor versterking van de democratie door jongerenvertegenwoordiging. De prijs ging voorts ook naar Voorzitter Ruslan Stefanchuk en de 450 leden van het Oekraïens parlement, de Verkhovna Rada. De 12 Plus Groep had hen genomineerd als erkenning voor hun inzet voor hun parlementaire taken ondanks de aanhoudende oorlog in Oekraïne.

Financiën en overige zaken

Op 11 oktober besprak de Governing Council de financiële situatie van de IPU. Alle geopolitieke groepen hebben een vertegenwoordiging in de financiële commissie van de IPU. Ondanks de financiële en andere, wereldwijde problemen, hebben bijna alle landen (178 leden) hun contributie betaald. Ook de vrijwillige bijdragen van «derden» is stabiel. Het totaal budget bedraagt circa 18.5 miljoen Zwitserse franken. De contributie voor komend jaar gaat met 3 procent omhoog. De begroting voor 2023 wordt zonder discussie vastgesteld.

Voorts werden de leden geïnformeerd over de wens van twee Caribische landen om lid te worden van de IPU: daarmee komt het totaal aantal landen op 180. Wat betreft de ambitie van de IPU inzake universeel lidmaatschap en de wens om de Verenigde Staten terug te krijgen als lid, werden de inspanningen van Nederland en België genoemd. Vanuit beide landen hebben parlementsleden contact gezocht met hun collega’s in de VS om over terugkeer te spreken. IPU-President Pacheco liet weten op verschillende momenten met afgevaardigden van zowel het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden als de Senaat te hebben gesproken. Terugkeer van de USA is in zijn ogen een «must» naast andere grote landen als China, India en Rusland.

Organisaties die als waarnemer betrokken zijn bij de IPU betalen vanaf 2024 een vergoeding. Eens in de vier jaar wordt beoordeeld of waarnemende organisaties voldoende betrokkenheid tonen om aangesloten te blijven. Landen waar parlementen niet functioneren of buitenspel zijn gezet, zijn: Afghanistan, Burkinese Faso, Guinee Bissau, Myanmar, Soedan en Tunesië. Inzake COVID-19 heeft de IPU veel landen en parlementen geholpen met innovatieve methoden om COVID-19 beter te kunnen bestrijden. De Secretaris-Generaal van de IPU prees in dit verband met name de steun vanuit Nieuw Zeeland.

Wat het komende jaar betreft, blijft de IPU zich inzetten op klimaatverandering, mensenrechten, vrede en veiligheid, alsmede o.a. meer aandacht voor (de positie van) jonge parlementariërs.

De relatie met de Verenigde Naties en de IPU is al vele jaren een onderwerp van gesprek. Beide organisaties zijn actief op soms dezelfde terreinen en daarom is onderlinge afstemming en samenwerking van belang. De discussie over en aanpak van de duurzaamheidsdoelen is een goed voorbeeld van zo’n onderwerp. Grote vraag is hoe dit moet worden vormgegeven. De positie en invloed van parlementariërs moet daarbij worden geborgd, benadrukte de voorzitter van de commissie UN-zaken. In januari verschijnt een vervolgrapport over de mogelijke stappen en die moeten en kunnen worden gezet. «We moeten nieuwe wegen zoeken. Onze rol en relatie met de VN moet daardoor kunnen verbeteren,» zei de voorzitter van de commissie UN-zaken. Naar aanleiding van de door meerdere leden uitgesproken zorg over een te grote rol van het secretariaat bij de verdere uitwerking van de plannen, verzekerde de IPU-president dat vooral parlementariërs de verdere strategie zullen bepalen.in. Dit laatste werd door de IPU-president met klem bevestigd omdat vanuit de conferentie werd aangegeven dat er zorgen zijn over een te grote invloed van het IPU-secretariaat op het proces en de te volgen strategie met de VN.

Task Force vreedzame oplossing Oekraïne

Tijdens de IPU Assemblee kwam de Task Force inzake Oekraïne en geleid door parlementslid Dr. Ali Al Nuaimi uit de Verenigde Arabische Emiraten bijeen. De Task Force is ingesteld in Nusa Dua in maart 2022 en bestaat uit acht parlementsleden uit de verschillende geopolitieke groepen. Mevrouw Gerkens is lid van deze Task Force. Er vond in Kigali een ontmoeting plaats met parlementaire delegaties van eerst Oekraïense leden en voorts met de Russische leden. De IPU-president gaf in de plenaire vergadering aan dat het werk van de Task Force een vervolg krijgt. Pacheco: «Misschien is het een onmogelijke missie, maar ons mandaat is om de partijen met elkaar in gesprek te brengen. Er waren meer obstakels dan uitdagingen, maar we zijn gemotiveerd om door te gaan. Niet alleen de taskforce, maar iedereen binnen de IPU heeft een rol; de rol van vrede. Dat zeggen onze statuten en daar moeten we als IPU-familie meer doorgaan op zoek naar vrede.»

Vergaderingen van de 12 Plus Groep

Nederland voert sinds november 2020 het voorzitterschap en secretariaat van de 12 Plus Groep. Deze groep van 47 Westerse landen bereidde samen de plenaire vergadering van de IPU voor, besprak de situatie in Oekraïne, het actualiteitendebat (het Emergency Item) en koos uit haar gelederen parlementsleden om vacatures binnen de IPU in te vullen. De 12 Plus Groep sprak af dat alle nationale delegaties vóór het ingediende voorstel van Chili voor het actualiteitendebat te stemmen en tegen het voorstel van Pakistan inzake de overstromingen. Niet omdat men tegen de aandacht voor de overstromingen is, integendeel, maar om op deze manier voldoende steun te vergaren voor het veroordelen van de Russische inval in Oekraïne.

Op 14 oktober vergaderde de 12 Plus Groep voor het laatst onder voorzitterschap van Arda Gerkens. Ter afsluiting van deze periode overhandigde Atsma de nieuwe voorzitter Andries Gryffroy uit België een cheque ter waarde van 10.000,– euro namens het Nederlandse parlement. Atsma: «Deze middelen zijn bedoeld om als 12 Plus speciale bijeenkomsten, zoals een Side Event over Oekraïne, te organiseren.» Gryffroy bedankte mevrouw Gerkens en het secretariaat voor hun inzet de afgelopen jaren.

Side Event over inclusie van LHBTI-mensen

Op 11 oktober 2022 organiseerde Arda Gerkens als voorzitter van de 12 Plus Group een Side Event over Inclusion for leaving no one behind: a parliamentary handbook on enhancing and inclusion of LGBTI people. Tijdens het event dat was mede-georganiseerd door de ontwikkelingsorganisatie UNDP spraken panelisten waaronder politici uit Kenia en Eswatini over hun ervaringen om de rechten te bevestigen en beschermen van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgenders en interseksen (LHBTI+), hetgeen dringend noodzakelijk is op het hele Afrikaanse continent, stelden zij. Parlementen hebben daarbij een belangrijke rol te spelen, benadrukten zij. UNDP presenteerde hun handboek dat praktische handvatten biedt aan parlementariërs om vragen te stellen aan hun regeringen over de inclusie van LHBTI-mensen. Gerkens: «Het was bijzonder dat parlementariërs in Afrika zich blijven inzetten voor LHBTI-rechten ondanks de grote weerstand die ze ondervinden in hun eigen land.» Zo’n 70 parlementariërs uit de hele wereld bezocht de bijeenkomst. Tele’a Andrews van UNDP onderstreepte dat in elk land en elke ontwikkelingscontext LHBTI+ mensen nog steeds geconfronteerd worden met sociale uitsluiting en uitdagingen voor hun mensenrechten. «We hebben een wereldwijde inspanning nodig om deze uitdagingen aan te gaan. De noodzakelijke hervormingen van wetten, beleid en sociale normen komen niet toevallig tot stand – ze ontstaan wanneer we sterke parlementaire leiders hebben die zich inzetten om een einde te maken aan stigmatisering en discriminatie op basis van seksuele geaardheid en genderidentiteit,» aldus Andrews. UNDP zet zich in om parlementariërs te ondersteunen om deze doelen te bereiken.

Standing Committee on Sustainable Development

Onder voorzitterschap van het lid Agnes Mulder kwam de commissie voor duurzame ontwikkeling twee maal bijeen op 12 en 14 oktober bijeen. Op 12 oktober bespraken de leden het thema van de volgende resolutie, Parliamentary efforts in achieving negative carbon balances of forests en over de parlementaire bijeenkomst tijdens de VN Klimaatconferentie (COP27) in Egypte. Het thema voor de volgende zitting werd ingeleid door gerenommeerde academici en de rapporteur uit Duitsland. Negenentwintig parlementsleden namen deel aan het debat en benadrukten het belang van het veiligstellen van budgetten voor bosbeschermingsinitiatieven, de verjonging van bossen door het opzetten van plantcycli, de bewustmaking van het belang van bossen voor groene ontwikkeling en rampenbestrijding, en het betrekken van lokale gemeenschappen bij besluitvormingsprocessen inzake bosbescherming. Ook het beginsel van gemeenschappelijke maar gedifferentieerde verantwoordelijkheden en het concept klimaatrechtvaardigheid werden tijdens het debat aangehaald.

Voorts werden de voorbereidingen voor de parlementaire bijeenkomst tijdens de conferentie van de Verenigde Naties over klimaatverandering (COP27) in Egypte besproken. De door het Egyptische Huis van Afgevaardigden aangewezen rapporteur informeerde de commissie over de belangrijkste elementen die zullen worden opgenomen in het ontwerpdocument van de parlementaire vergadering. Het daaropvolgende debat leverde verdere input op voor de rapporteur, met de nadruk op klimaatfinanciering en verlies en schade. De parlementaire vergadering wordt georganiseerd door de IPU en het Egyptische Huis van Afgevaardigden en vindt plaats op 13 november in Sharm El Sheikh.

Op 14 oktober leidde mevrouw Mulder een paneldiscussie over het thema inzake het opnieuw verbinden van lokale gemeenschappen met een lokale duurzame inclusieve economie om de doelstellingen van SDG8 te bereiken. Een deskundige van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) ging in discussie met parlementsleden en benadrukte de noodzaak om micro-, kleine en middelgrote ondernemingen mondiger te maken, economische groei om te zetten in banen voor de lokale bevolking, het belang van lokale gemeenschappen voor nationale economieën te erkennen en zich te richten op kwetsbare bevolkingsgroepen zoals vrouwen, jongeren en mensen met een laag inkomen.

Naast de gewone commissiezittingen leidde mevrouw Mulder samen met haar Surinaamse collega, de heer Aziz Gajadien, voorzitter van het Permanent Comité voor democratie en mensenrechten, een workshop over klimaatverandering. «Het evenement bood een interactief platform voor afgevaardigden om hun ervaringen over klimaatactie te delen. Parlementariërs uit drieëntwintig landen deelden hun zorgen over klimaatverandering, waarbij de nadruk lag op voedselzekerheid, aanpassing en klimaatfinanciering. Publieke betrokkenheid en regionale en mondiale samenwerking en solidariteit werden genoemd als praktische oplossingen voor deze problemen. Veel leden spraken hun zorgen uit over de vele overstromingen als gevolg van klimaatverandering, niet alleen in Pakistan. De negatieve effecten die de overstromingen hebben op gezinnen en de voedselvoorziening zijn enorm. Dit moet hoog op de internationale agenda staan,» aldus Mulder.

Commissie inzake Democratie en Mensenrechten

Het lid Gerkens is namens de 12 Plus Groep lid van de commissie Democratie en Mensenrechten. Deze commissie besprak de meer dan 100 amendementen die waren ingediend op de resolutie Parlementaire impuls voor lokale en regionale ontwikkeling van landen met veel internationale migratieen het stoppen van alle vormen, met inbegrip van door de staat gesteunde, van mensenhandel en schendingen van de mensenrechten3. De resolutie die eerst door de commissie en voorts door de algemene vergadering werd aangenomen, verzoekt de Verenigde Naties het onderwerp mensenhandel, mensensmokkel, en moderne slavernij tot een specifiek aandachtspunt van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties maakt. Onder meer wordt aangedrongen bij parlementen om wetgeving te versterken om bescherming en bijstand te waarborgen voor slachtoffers van mensenhandel in migratiestromen. De commissie besliste ook over het thema van de volgende zitting, namelijk handel in weeskinderen, op voorstel van de Australische delegatie.

Comité van de mensenrechten van parlementariërs

Op 15 oktober 2022 werd in de plenaire vergadering de mensenrechtensituatie van individuele parlementsleden wereldwijd besproken4. Een speciaal comité bestaande uit tien parlementsleden houdt zich hiermee bezig. Dit jaar zijn er 731 gevallen bij de IPU gemeld waarin de rechten van parlementariërs worden geschonden. Het betreft parlementariërs in 43 landen. Geweld tegen vrouwelijke parlementariërs neemt eveneens toe. Volgens de Secretaris-Generaal van de IPU, de heer Martin Chungong, heeft de IPU in algemene zin stappen gezet middels een campagne om geweld tegen vrouwen in het algemeen en vrouwelijke parlementariërs in het bijzonder tegen te gaan. Specifiek voor Afrika zijn er richtlijnen uitgewerkt. Deze richtlijnen worden gedeeld met parlementen. Ook merkte hij op dat recent een seminar is georganiseerd over dit onderwerp en binnenkort komt er een bijeenkomst in Togo.

Het comité heeft het afgelopen half jaar elf bezoeken gebracht aan landen waar parlementariërs buitenspel zijn gezet, worden vervolg of in de gevangenis zitten. Leden hebben met autoriteiten en/of met de betreffende parlementariërs gesprekken gevoerd. Specifiek werd verslag uitgebracht over parlementariërs in Brazilië, Ivoorkust, Cambodja, Eritrea, Gabon, Myanmar, Congo, Tunesië, Uganda, Zimbabwe, Jemen, Turkije en Venezuela. Tijdens de vergadering werden vervolgstappen aangekondigd en die kregen brede instemming, al maakten soms vertegenwoordigers uit de genoemde landen een voorbehoud. De landen waarin de grootste aantallen parlementariërs hun werk niet kunnen doen zijn op basis van de rapportage Cambodja, Myanmar, Tunesië, Türkiye en Venezuela waarbij het gaat om casussen variërende van 56 tot 134 parlementsleden per land.

Mevrouw Gerkens is op 15 oktober door de Assemblee benoemd tot lid van dit comité van de mensenrechten van parlementariërs.

Overige

En marge van de conferentie vonden bilaterale gesprekken plaats, zo sprak Astma sprak met de delegatie uit Saudi-Arabië en werden Mulder en Atsma door mevrouw Ingabire, Rwandese politica, bijgepraat over de politieke situatie in Rwanda. Op 10 oktober brachten de leden Atsma, Gerkens en Mulder een bezoek aan het Kigali Genocide Memorial. Samen met de Duitse delegatie werd een krans gelegd en stilgestaan bij de vele doden tijdens de genocide in 1994. Na een rondleiding in het museum vond een gesprek plaats met de NGO Rwanda Never Again. Op 12 oktober werd de Nederlandse delegatie ontvangen door de ambassadeur voor Nederland in Rwanda, Matthijs Wolters. Griffier van de Eerste Kamer, Remco Nehmelman, nam deel aan de vergaderingen van de vereniging van secretarissen-generaal (ASGP) die altijd bijeenkomt tijdens een IPU-assemblee. Sinds maart 2022 maakt hij deel uit van het bestuur van deze vereniging. In de plenaire sessie werden onderwerpen besproken waar griffiers zoal tegen aanlopen, bijvoorbeeld ICT-innovaties, gedragscodes, de onboarding van nieuwe Kamerleden en renovatie van de doorgaans historische panden. Nehmelman heeft een presentatie gehouden over de Binnenhof-renovatie.

Bezoek aan Africa Improved Foods

Na afloop van de Assemblee bracht de delegatie een bezoek aan een fabriek van het Africa Improved Foods Rwanda Ltd (AIF). Dit is een publiek-private samenwerking tussen DSM, de regering van Rwanda, International Finance Corporation en FMO. AIF krijgt steun van de SDG Partnership Facility (SDGP) die RVO/Invest International in 2019 beschikbaar stelde. De fabriek in Kigali levert werkgelegenheid aan bijna 350 directe werknemers.

Africa Improved Foods produceert hoogwaardige en voedzame producten ter voorkoming van gematigde acute ondervoeding bij kwetsbare bevolkingsgroepen. AIF is er om mensen te helpen hun potentieel te maximaliseren door verbeterde voeding met betaalbare, hoogwaardige en lokaal geproduceerd voedsel. Men is gespecialiseerd in de productie van verrijkte, gemengde voedingsmiddelen (geextrudeerd mais en soja meel met melkpoeder, suiker, vitamines en mineralen) voor zuigelingen en jonge kinderen en jonge kinderen, zwangere vrouwen en gezinnen. De producten die worden gemaakt zijn bestemd voor Rwanda maar voornamelijk voor humanitaire organisaties zoals het Wereldvoedselprogramma en het Internationale Rode Kruis bedoeld om te zorgen voor gezonde groei en ontwikkeling. AIF werkt ook aan de verbetering van de waardeketen van maïs en soja in Rwanda. De meeste maïs die bij aanvang van het project in Rwanda werd geproduceerd, bevatte hoge niveaus van aflatoxinebesmetting, die een bedreiging vormen voor de gezondheid van de consument. Het project heeft bijgedragen tot de eliminatie van aflatoxine uit de Rwandese maïswaardeketen door het naoogstgedeelte van de waardeketen efficiënter te maken. Daardoor zijn de verliezen na de oogst afgenomen, is de voedingswaarde van de maïs verbeterd en zijn de inkomens van 47.000 boeren met 56% gestegen dankzij de hogere waarde en prijzen van de maïs.

Vanuit AIF werd gevraagd of de totstandkoming van het belastingverdrag waarover momenteel wordt onderhandeld tussen Nederland en Rwanda en waarover 95% van de modaliteiten overeenstemming is, kan worden bespoedigd. Dit zou gunstig zijn voor de acceptatie van management fees en royalty betalingen tussen Rwanda en Nederland.

Een tweede vraag ging over RVO subsidie in Ethiopië met oog op het starten van een soortgelijke fabriek aldaar. AIF vraagt of RVO het opzetten van de value chain met small holder farmers financieel kan ondersteunen, zoals zij ook heeft gedaan in Rwanda voor AIF.

De voorzitter van de delegatie,
Atsma

De griffier van de delegatie,
Bakker-de Jong


  1. Zie bijlage.↩︎

  2. Zie bijlage.↩︎

  3. Zie bijlage.↩︎

  4. Zie bijlage.↩︎