Antwoord op vragen van het lid Smolders over 'het bericht dat de helft van de Brabanders kampt met geldzorgen'
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2022D49832, datum: 2022-11-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20222023-849).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van zaak 2022Z20342:
- Gericht aan: C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen
- Indiener: H.A.J. Smolders, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
849
Vragen van het lid Smolders (Groep Van Haga) aan de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen over het bericht dat de helft van de Brabanders kampt met geldzorgen (ingezonden 26 oktober 2022).
Antwoord van Minister Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen) (ontvangen 24 november 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het feit dat uit onderzoek blijkt dat de helft van de Brabanders kampt met geldzorgen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u van het feit dat meer dan de helft van alle Brabanders last heeft van gezondheidsklachten die te maken hebben met geldzorgen? Kunt u in uw beantwoording duiden hoe u het gegeven gaat bestrijden dat meer dan de helft van de Brabanders (53%) last heeft van een of meerdere gezondheidsklachten door het geldgedoe en 44% van de ondervraagden kampt met stressklachten, slecht slapen en futloosheid?
Antwoord 2
Geldzorgen kunnen mensen mentaal in beslag nemen en uitgroeien tot schulden- en armoedeproblematiek, met grote gevolgen. Ik vind dat er aandacht moet zijn voor de financiële zorgen onder de inwoners van Brabant en de gevolgen hiervan voor hun gezondheid en welbevinden.
Sociale vraagstukken zijn gezondheidsvraagstukken en vice versa. Uit diverse onderzoeken blijkt een sterke wisselwerking tussen de fysieke- en mentale gezondheid enerzijds en langdurige stress door geldzorgen anderzijds. Ook het recente advies «Van schuld naar schone lei» van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) bevestigt deze relatie. Mensen met problematische schulden hebben vaker te maken met psychische klachten en/of stoornissen, ze ervaren meer en vaker lichamelijke klachten en beperkingen. Zo heeft ca. een vijfde van de mensen met problematische schulden ook problematiek waarvoor zorg in de ggz wordt gezocht. Tegelijkertijd spelen gezondheidsproblemen vaak een cruciale rol bij problematische schulden.
Om die redenen investeert dit kabinet in meer bestaanszekerheid, onder meer door de verhoging van het wettelijk minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen. Het kabinet investeert daarnaast in vroegsignalering van financiële problemen, om te voorkomen dat betalingsachterstanden (van een of enkele maanden) zich ontwikkelen tot problematische schulden met alle gevolgen van dien.
Ook heeft een betere samenwerking tussen het zorg- en sociaaldomein de aandacht van dit kabinet, bijvoorbeeld als het gaat om de samenwerking tussen 1e lijns zorgaanbieders en gemeenten.
Het begint altijd met een veilige plek waar mensen hun verhaal kunnen doen, alvorens gekeken wordt naar schuldhulp en het recht op voorzieningen. Daarnaast verkennen we bijvoorbeeld de samenwerking om de mijding van mondzorg om financiële redenen te verminderen en de opschaling van financiële samenwerking, zoals we die zien bij lokale maatwerkbudgetten voor wijkteams.
Ook hebben SZW en VWS de SER om advies gevraagd over maatregelen binnen het stelsel van de arbeidsmarkt, de sociale zekerheid en het sociaal domein om gezondheidsachterstanden aan te pakken. Het advies van de SER kan mogelijk bijdragen aan het terugdringen van gezondheidsachterstanden.
Vraag 3
Is deze groeiende armoede kenmerkend voor alle provincies in Nederland en kunt u per provincie cijfers naar de Kamer sturen?
Antwoord 3
De meest recente cijfers over de omvang van armoede in Nederland zijn afkomstig uit de MEV-raming van het CPB en SCP.2 Deze raming laat zien dat armoede afneemt in 2023 nadat dit door de hogere prijzen in 2022 toe is genomen. De cijfers van het CPB en SCP zijn alleen beschikbaar op landelijk niveau. Een uitsplitsing van armoede wordt op gemeentelijk niveau gemaakt in de CBS-publicatie «Armoede en Sociale uitsluiting 2021.3 Het CBS heeft hierin per gemeente het aandeel inwoners met een (langdurig) laag inkomen in beeld gebracht.4 Een hoog percentage huishoudens met een laag inkomen komt voor in Rotterdam, Amsterdam, Den Haag en de grotere gemeenten, maar ook in kleinere gemeenten in met name het noordoosten van het land. Ook in Zuid-Limburg is in enkele gemeenten sprake van een groot armoederisico. De gemeenten Heerlen, Kerkrade en Landgraaf in de regio Parkstad springen er naast Maastricht en Vaals uit. In het westen van het land zijn er, buiten de grote steden, relatief weinig gemeenten met een bovengemiddeld aandeel huishoudens met een laag inkomen.
Onderstaande kaart geeft inzicht in het aandeel huishoudens met een laag inkomen in 2020 per gemeente. Een geaggregeerd beeld per provincie is niet beschikbaar.
Vraag 4
Welk plan van aanpak heeft u om de groeiende armoede in Brabant het hoofd te bieden? Graag een gedetailleerd antwoord, met daarbij aangegeven of het kabinet de bereidheid heeft om gelden die nu richting het buitenland gaan, zoals ontwikkelingssamenwerking, te gebruiken voor het bestrijden van de toenemende armoede in eigen land?
Antwoord 4
In het hele land zien we dat steeds meer mensen klem komen te zitten, hun rekeningen niet kunnen betalen en financiële stress kennen. De gevolgen hiervan zijn serieus en ingrijpend, en dit is ook zichtbaar in Brabant.
Op 12 juli 2022 heb ik in een brief aan de Tweede Kamer toegelicht op welke wijze het kabinet geldzorgen, armoede en schulden in Nederland, en daarmee ook in Brabant, wil voorkomen en aanpakken.5 Deze aanpak heeft in het bijzonder als doel een halvering van het aantal kinderen dat opgroeit in armoede in 2025, en een halvering van armoede en problematische schulden in het algemeen in 2030. Voor het behalen van de geformuleerde doelstellingen wil ik:
een betere borging van bestaans- en inkomenszekerheid: een voldoende en stabiel inkomen is de basis;
preventie van geldzorgen: goede voorlichting van jongs af aan, in alle levensfases en dichtbij om de juiste financiële keuzes te kunnen maken;
een overheid die werkt voor mensen en voorziet in laagdrempelige, eenvoudige, mensgerichte financiële hulp en sociale incasso;
maatregelen nemen om (generatie)armoede te doorbreken zodat iedereen meedoet en vooruitkomt;
realiseren dat meer mensen eerder en betere schuldhulpverlening ontvangen en sneller perspectief hebben op een financieel zorgeloze toekomst.
Op 4 oktober jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over de voortgang van deze aanpak._ Ook ben ik hier ingegaan op de noodmaatregelen die het kabinet heeft getroffen om de gevolgen die mensen ondervinden van de hoge energieprijzen en de aanhoudend hoge inflatie te dempen. Op 23 november jl. heeft u het implementatieplan voor de aanpak geldzorgen, armoede en schulden ontvangen.
Ontwikkelingssamenwerking blijft volgens het kabinet nodig omdat er meer conflicten, vluchtelingen en migranten zijn dan ooit. Wereldwijd zijn er 68,5 miljoen mensen op de vlucht voor oorlog, geweld en vervolging. Nog altijd leven 736 miljoen mensen in extreme armoede. Zij hebben minder dan 1,90 dollar per dag om van te leven. Bijna driekwart van de inwoners van de minst ontwikkelde landen heeft geen mogelijkheden om hun handen te wassen met schoon water. De moedersterfte is nog steeds hoog, net als de werkloosheid onder vrouwen en jongeren. Bovendien worden gebieden wereldwijd minder leefbaar door klimaatverandering. Het kabinet is daarom niet bereid om de middelen voor ontwikkelingssamenwerking elders in te zetten.
Vraag 5
Wat vindt u van het feit dat over de armoedeproblemen, vanwege schaamte, niet altijd wordt gepraat: een kwart van de respondenten zegt de (zorgen over) geldproblemen zelden of nooit met anderen te bespreken? Kunt u een gedetailleerd antwoord geven hoe u armoede bespreekbaar maakt en hoe u deze schaamte gaat doorbreken?
Antwoord 5
Iedereen kan te maken krijgen met geldzorgen. Toch rust er een taboe op, dat de stress vergroot en de drempel om hulp te vragen nog hoger maakt. De rijksoverheid probeert samen met gemeenten en maatschappelijke organisaties het taboe op geldzorgen te doorbreken met communicatiecampagnes. Daarin staan de mensen met geldzorgen zelf centraal en zij halen anderen over hulp te vragen met de communicatieboodschap «Kom jij eruit?», «De eerste stap helpt je verder» en in de publieksvoorlichting van november en december dit jaar «Je staat er niet alleen voor». Daarnaast is de communicatiestrategie gericht op actief hulp aanbieden. Bijvoorbeeld verzekeraars, banken en vrijwilligersorganisaties leiden mensen naar Geldfit.nl. Na het beantwoorden van enkele vragen krijgen zij hulp aangeboden die past bij hun situatie. Verder geven onder meer woningverhuurders en energieleveranciers betalingsachterstanden door aan gemeenten, die daarmee aan hun inwoners hulp aanbieden.
Vraag 6
Deelt u de mening dat het in een rijk land als Nederland woestmakend is dat het bij 11% van de Brabantse gezinnen voorkomt dat kinderen zonder te eten de deur uit gaan en dat 9% van de kinderen weleens met een lege maag naar bed gaan? Hoe gaat u ontbijt voor deze kinderen aanbieden op Brabantse scholen?
Antwoord 6
Het voorzien in de eerste levensbehoeften vormt steeds vaker een probleem. Dit wordt op verschillende manieren zichtbaar, zo ook in de schoolklas. Er zijn kinderen die met een lege maag naar school komen. Dit is schrijnend en heeft ongewenste gevolgen voor de ontwikkeling van het kind. Zoals aangekondigd in de brief over de aanpak geldzorgen, armoede en schulden van 4 oktober jl. onderneem ik hier per direct actie op. Het Jeugdeducatiefonds faciliteert van 1 oktober 2022 tot eind januari 2023, met financiële ondersteuning van ruim 5 miljoen van het Ministerie van SZW en OCW tezamen, hulp op het gebied van maaltijden en andere eerste levensbehoeften op de 500 kwetsbare scholen waar zij reeds actief zijn. Zo kan snel een grote groep kinderen bereikt worden.
Daarnaast heb ik samen met het Ministerie van OCW de Alliantie Kinderarmoede gevraagd om lokale coalities te vormen en huidige coalities in te zetten om nog meer scholen te ondersteunen en honger in de klas tegen te gaan.
Vraag 7
Wat zegt het dat zes op de tien Brabanders onvoldoende vertrouwen heeft in de maatregelen van het kabinet, zoals bijvoorbeeld het instellen van een energieplafond? Kunt u een gedetailleerd antwoord geven?
Antwoord 7
Het vertrouwen in de overheid is laag, en dit trekt het kabinet zich aan. De omvang van de huidige crisis is enorm en raakt veel mensen ongekend hard. Het kabinet ziet het als belangrijke opgave om het vertrouwen van mensen te winnen en te behouden, en mensen perspectief te bieden. Het heeft er dan ook voor gekozen om een uitzonderlijk groot pakket aan koopkrachtmaatregelen te treffen dat vooral gericht is op het versterken van de inkomenspositie van mensen om de negatieve effecten van de inflatie en de hoge energieprijs te dempen. Tegelijkertijd heeft het kabinet aanvullende maatregelen getroffen onder andere op het terrein van Voedselhulp, schuldhulpverlening en het afsluitbeleid. Doel van deze maatregelen is dat iedereen kan rekenen op een stabiel en voldoende besteedbaar inkomen, uit werk of uit een vangnet wanneer dat nodig is. Zo krijgen mensen de ruimte om mee te doen in de samenleving en om zichzelf te ontwikkelen.
Omroep Brabant, 21 oktober 2022, «Ziek van de geldzorgen: ruim de helft van de Brabanders heeft er last van», (https://www.omroepbrabant.nl/nieuws/4165440/ziek-van-de-geldzorgen-ruim-de-helft-van-de-brabanders-heeft-er-last-van).↩︎
Macro Economische Verkenning (MEV) 2023 | CPB.nl↩︎
Armoede en sociale uitsluiting 2021 (cbs.nl)↩︎
Hierbij wordt gekeken naar de lage inkomensgrens van het CBS. CPB en SCP kijken naar het «niet-veel-maar-toereikend budget». De hoogtes van deze armoedegrenzen verschillen, de verschillende indicatoren zorgen waarschijnlijk niet voor een sterk ander beeld in de gemeentelijke spreiding van armoede.↩︎
Kamerbrief Aanpak geldzorgen armoede en schulden | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎