[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Rekenvoorbeelden huidige systematiek

Bijlage

Nummer: 2022D50085, datum: 2022-11-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: WIA-dagloonvaststelling en loonloze tijdvakken (2022D50082)

Preview document (🔗 origineel)


Bijlage 3 Rekenvoorbeelden huidige systematiek

Rekenvoorbeeld WW-dagloon

Jan Feb Mrt Apr Mei Juni Juli Aug Sept Okt Nov Dec
Dagloon-dagen (261) 21 20 23 21 22 23 21 23 22 21 22 22

Inkomen

Persoon X

2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000
Inkomen Persoon Y 2000 2000 2000 0 0 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000
Inkomen Persoon Z 0 0 0 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000

Berekening WW-dagloon Persoon X

Persoon X heeft het hele jaar bij dezelfde werkgever gewerkt en voor hetzelfde maandloon.

Totaal inkomen in de referteperiode = 12 x €2.000 = €24.000

€24.000 / 261 dagloondagen = €91,95

Berekening WW-dagloon Persoon Y

Persoon Y heeft tot en met maart bij werkgever 1 gewerkt, en is in juli bij werkgever 2 gestart. In de tussenliggende maanden was er geen ander inkomen en geen recht op een uitkering.

Totaal inkomen in de referteperiode = 10 x €2.000 = €20.000

Dagloondagen (261 – 21 – 22) = 218

€20.000 / 218 dagloondagen = € 91,74

Berekening WW-dagloon Persoon Z

Persoon Z heeft van januari tot en met maart niet gewerkt en had geen recht op een uitkering. In april is die begonnen bij werkgever 1.

Totaal inkomen in de referteperiode = 9 x €2.000 = €18.000

Dagloondagen = 261 – 21 – 20 – 23 = 197

€18.000 / 197 = € 91,37

Rekenvoorbeeld ZW-dagloon

Jan Feb Mrt Apr Mei Juni Juli Aug Sept Okt Nov Dec
Dagloon-dagen (261) 21 20 23 21 22 23 21 23 22 21 22 22

Inkomen

Persoon X

2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000
Inkomen Persoon Y 2000 2000 2000 0 0 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000
Inkomen Persoon Z 0 0 0 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000

Berekening ZW-dagloon Persoon X

Persoon X heeft het hele jaar bij dezelfde werkgever gewerkt en voor hetzelfde maandloon.

Totaal inkomen in de referteperiode = 12 x €2.000 = €24.000

€24.000 / 261 dagloondagen = €91,95

Berekening ZW-dagloon Persoon Y

Persoon Y heeft tot en met maart bij werkgever 1 gewerkt, en is in juli bij werkgever 2 gestart. In de tussenliggende maanden was er geen ander inkomen en geen recht op een uitkering.

Het dienstverband loopt van juni tot en met december = 154 dagloondagen.

Totaal inkomen bij werkgever 2 = (€2.000 x 7 =) €14.000

€14.000 / 154 dagloondagen = € 90,91

Berekening ZW-dagloon Persoon Z

Persoon Z heeft van januari tot en met maart niet gewerkt en had geen recht op een uitkering. In april is die begonnen bij werkgever 1.

Het dienstverband loopt van april tot en met december = 197 dagloondagen

Totaal inkomen in de referteperiode = 9 x €2.000 = €18.000

€18.000 / 197 = € 91,37

Rekenvoorbeeld WIA-dagloon

Jan Feb Mrt Apr Mei Juni Juli Aug Sept Okt Nov Dec
Dagloon-dagen (261) 21 20 23 21 22 23 21 23 22 21 22 22

Inkomen

Persoon X

2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000
Inkomen Persoon Y 2000 2000 2000 0 0 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000
Inkomen Persoon Z 0 0 0 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000

Berekening WIA-dagloon Persoon X

Persoon X heeft het hele jaar bij dezelfde werkgever gewerkt en voor hetzelfde maandloon.

Totaal inkomen in de referteperiode = 12 x €2.000 = €24.000

€24.000 / 261 dagloondagen = €91,95

Berekening WIA-dagloon Persoon Y

Persoon Y heeft tot en met maart bij werkgever 1 gewerkt, en is in juni bij werkgever 2 gestart. In de tussenliggende maanden was er geen ander inkomen en geen recht op een uitkering.

Het aantal dagloondagen blijft 261.

Totaal inkomen in het refertejaar = (€2.000 x 10 =) €20.000

€20.000 / 261 dagloondagen = €76,63

Berekening WIA-dagloon persoon Z

Persoon Z heeft van januari tot en met maart niet gewerkt en had geen recht op een uitkering. In april is die begonnen bij werkgever 1. De startersregeling is van toepassing.

De referteperiode loopt van april tot en met december = 197 dagloondagen

Totaal inkomen in de referteperiode = 9 x €2.000 = €18.000

€18.000 / 197 = € 91,37