[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Rapport ‘Varianten voorschotregeling afzonderlijke behandeling vordering benadeelde partij. Financiële consequenties voor de Staat van toepassing Voorschotregeling’

Rechtsstaat en Rechtsorde

Brief regering

Nummer: 2022D50624, datum: 2022-11-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29279-748).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29279 -748 Rechtsstaat en Rechtsorde.

Onderdeel van zaak 2022Z23494:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 748 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 november 2022

Met deze brief bied ik uw Kamer het rapport «Varianten voorschotregeling afzonderlijke behandeling vordering benadeelde partij. Financiële consequenties voor de Staat van toepassing Voorschotregeling» aan. Het onderzoek is uitgevoerd door Cebeon (Centrum beleidsadviserend onderzoek B.V., Amsterdam) in opdracht van het WODC.

In 2021 is door Cebeon onderzoek verricht in het kader van de voorbereidingen van een nieuw Wetboek van Strafvordering over de mogelijkheid om complexe schadevorderingen af te splitsen van de hoofdzaak in een afzonderlijke procedure en wat daarbij het financiële risico voor de Staat is.1

In het onderhavige onderzoek is geraamd wat de effecten zijn op het extra risico van de Staat, als gevolg van de toepassing van de voorschotregeling op de afzonderlijke schadeprocedure in een schadevergoedingskamer. Daarbij is rekening gehouden met de voorstellen van het adviescollege onderzoek stelsel schadevergoeding voor slachtoffers van strafbare feiten onder leiding van de heer J.P.H. Donner (de Commissie Donner).

De bevindingen van het onderzoek worden meegenomen in de standpuntbepaling ten behoeve van de inhoudelijke beleidsreactie, die in het kader van het traject van de uitwerking van het advies van de Commissie Donner aan de Kamer zal worden gestuurd. Ik streef ernaar om deze reactie uiterlijk 1 juni 2023 aan uw Kamer toe te zenden.

De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind


  1. Kamerstuk 29 279, nr. 694.↩︎