Ophoging financieringsplafond Europese Vredesfaciliteit
Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Brief regering
Nummer: 2022D52568, datum: 2022-12-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-02-2557).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 02-2557 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken .
Onderdeel van zaak 2022Z24410:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2022-12-08 12:30: Raad Buitenlandse Zaken d.d. 12 december 2022 en Afghanistan (Commissiedebat), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2022-12-13 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-12-22 11:45: Procedurevergadering (LET OP TIJDSTIP GEWIJZIGD!) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2023-02-08 13:00: Gesprek Europese Vredesfaciliteit (Gesprek), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2023-03-09 13:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2557 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 december 2022
Bij brief van 1 december heeft u de Minister van Buitenlandse Zaken, namens de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken, verzocht u te informeren over het voorstel van de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) over de ophoging van het financieringsplafond van de Europese Vredesfaciliteit (EPF) en de positie van het kabinet hieromtrent. Via deze brief reageer ik op dit verzoek, mede namens de Minister van Defensie. Het voorstel van EDEO is vanwege de rubricering vertrouwelijk bijgevoegd en is voor Kamerleden ook in te zien via het Delegates Portal van de EU.1
De EPF wordt gebruikt voor het financieren van de gemeenschappelijke kosten van militaire EU missies en operaties, en voor steunmaatregelen (lethale en non-lethale capaciteitsopbouw in derde landen). Het financiële plafond van de EPF is EUR 5.692 miljoen (2021–2027). Van dit bedrag is reeds EUR 4.882 miljoen gecommitteerd, waaronder EUR 3,1 miljard steun aan de Oekraïense strijdkrachten. Dit betekent dat er nog EUR 810 miljoen (14%) te besteden is tot en met 2027. Dit bedrag is onvoldoende om in overeenstemming met de Europese ambities de Oekraïense strijdkrachten via de EPF te blijven steunen alsook in andere regio’s van de wereld actief te blijven op het gebied van veiligheid en defensie.
Op verzoek van EU lidstaten, waaronder Nederland, heeft de EDEO opties gepresenteerd voor ophoging van het financieringsplafond. Het voorstel wordt besproken tijdens de Raad Buitenlandse Zaken op 12 december, en de EDEO zet in op een politiek besluit tijdens de Europese Raad van 15–16 december. De eerste optie is een eenmalige ophoging van EUR 5,5 miljard. De tweede optie is een initiële ophoging van EUR 2 miljard en een finale ophoging later.2 Voor beide opties, welke hieronder verder worden toegelicht, geldt dat de Nederlandse bijdrage ca. 5,9% bedraagt en wordt uitgespreid over de aankomende jaren tot en met 2027.
In de vertrouwelijke bijlage staat meer informatie over de EUR 4.882 miljoen die reeds aan steunmaatregelen en missies en operaties is gecommitteerd. Na de ophoging van het financieringsplafond zal het kabinet de jaarlijkse EPF terug- en vooruitblik naar uw Kamer sturen met daarin meer informatie over de inzet van de EPF.
Optie 1: Eenmalige ophoging van EUR 5,5 mld.
Ten grondslag aan deze optie ligt een inschatting van de EDEO van het bedrag dat nodig is om Oekraïne te blijven steunen, en om tot en met 2027 op het huidige niveau door te gaan met missies en operaties en steunmaatregelen in de rest van de wereld. In de berekening van de EDEO wordt EUR 3 mld. voorzien voor additionele steun aan Oekraïne en EUR 2,5 mld. voor steunmaatregelen en missies en operaties elders. In de bijlage treft u meer gedetailleerdere informatie over de opbouw van dit bedrag. De EDEO benadrukt dat het om ruwe schattingen gaat, gebaseerd op de jaren 2021 en 2022. De voordelen van deze optie zijn onder andere dat het voor een langere periode financiële voorspelbaarheid biedt voor militaire steun aan Oekraïne en andere voor de EU belangrijke regio’s in de wereld en dat maar één keer de procedure hoeft te worden doorlopen voor ophoging van het financieringsplafond. Daarnaast wordt op deze manier een krachtig politiek signaal gegeven over de inzet en ambities van de EU.
Optie 2: Initiële ophoging van EUR 2 mld. en latere finale ophoging
De tweede optie is om het financieringsplafond gradueel op te hogen. Volgens de EDEO kan een initiële ophoging van EUR 2 mld. voorkomen dat de steun aan Oekraïne nu abrupt wordt onderbroken. Wel is een ophoging van EUR 2 mld. onvoldoende om ook in de rest van de wereld op het huidige niveau actief te blijven. Additionele middelen zijn dus vereist voor EU-missies -en operaties en steunmaatregelen tot en met 2027. De EDEO geeft aan dat een nieuw besluit over een nog nader te bepalen aanvullende ophoging van het EPF financieringsplafond nodig zal zijn in de loop van 2023 of begin 2024. Deze tweede optie maakt het enerzijds mogelijk om Oekraïne op de korte termijn te kunnen blijven steunen. Anderzijds biedt het de tijd en ruimte om aankomend jaar op basis van actuele prognoses te bepalen hoeveel financiële ruimte er tot 2027 nodig zal zijn.
Inzet kabinet
Het kabinet beraadt zich momenteel over de twee opties en is voornemens hier binnenkort over te besluiten, in samenhang met de bredere steun van Nederland voor Oekraïne en de ambities voor de rol van de EU in de wereld. Het Europese krachtenveld is nog in ontwikkeling en zal mede bepalend zijn voor de vorm en het moment van het besluit. Een deel van de lidstaten neigt naar een eenmalige substantiële ophoging waarmee de EPF naar verwachting tot en met 2027 vooruit kan, terwijl andere lidstaten bij voorkeur gefaseerd ophogen. Naar verwachting zal een groot deel van de lidstaten pas bij de ER 15–16 december een definitieve voorkeur uitspreken.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra