Amendement van het lid Dassen ter vervanging van nr. 168 over investering in de basisbeurs
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023
Amendement (gewijzigd/nader/vervangend)
Nummer: 2022D52771, datum: 2022-12-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36200-VIII-170).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: L.A.J.M. Dassen, Tweede Kamerlid (Volt)
Onderdeel van kamerstukdossier 36200 VIII-170 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023.
Onderdeel van zaak 2022Z24548:
- Indiener: L.A.J.M. Dassen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2022-12-08 15:05: Aanvang middagvergadering: STEMMINGEN (over alle begrotingen en over moties ingediend bij het Tweeminutendebat Landbouw- en visserijraad 11 en 12 december 2022) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
36 200 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023
Nr. 170 AMENDEMENT VAN HET LID DASSEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 1681
Ontvangen 8 december 2022
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 07 Wetenschappelijk onderwijs worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 12.900 (x € 1.000).
II
In artikel 11 Studiefinanciering worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 12.900 (x € 1.000).
Toelichting
Het (gewijzigde) amendement Van der Woude c.s. (Kamerstuk 36 200 nr. 62) voorziet in het investeren in de doorontwikkeling van kennisveiligheid op de instellingen, o.a. door het aantrekken en behouden van personeel met de juiste expertise. De dekking voor dit amendement wordt voor de jaren 2024–2027 gevonden in het financiële overschot door afschaffing van de maatregel halvering collegegelden in het hbo (artikel 6) en wo (artikel 7).
De indiener van het voorliggende amendement – de heer Dassen (Volt) – is echter van mening dat de bestemming voor het bedrag waaruit deze investering bekostigd zal worden – zijnde 12,9 miljoen euro – beschikbaar dient te blijven voor het daarvoor oorspronkelijk beoogde doel: investeren in de basisbeurs voor studenten. Dit doel stond als volgt aangemerkt in de bijgevoegde beslisnota bij het wetsvoorstel Herinvoering basisbeurs hoger onderwijs: «Vrijkomende middelen halvering collegegeld: Op basis van de motie Van der Molen/Van der Laan is besloten om de halvering collegegeld af te schaffen en de daarbij horende middelen te gebruiken voor studiefinanciering. Eerder werd gedacht dat dit € 170 miljoen zou opleveren, maar door toekenning van LPO over deze middelen is dat € 190 miljoen. Van die € 20 miljoen is reeds – na uw besluit – € 7,1 miljoen ingezet voor het mbo. Daarmee blijft er € 12,9 miljoen over om nu nog in de basisbeurs te investeren.» (Beslisnota Wetsvoorstel herinvoering basisbeurs: Nota aanbieding nader rapport wetsvoorstel herinvoering basisbeurs aan MR, pagina 3–4)
Dit beoogde doel werd bovendien als akkoord bevonden door het Ministerie van OCW, de ambtelijke staf van het Ministerie van Financiën en IRF. Het zou hierbij o.a. gaan om het garanderen van een juiste balans in de tegemoetkoming tussen uit- en thuiswonende studenten. Inmiddels blijken deze mogelijk aangewend te zullen worden voor een compleet ander doel, zijnde investeringen in kennisveiligheid (zoals voorgesteld in het amendement Van der Woude c.s. – Kamerstuk 36 200 nr. 62). Indiener van het voorliggende amendement – de heer Dassen – is van mening dat de middelen hiervoor elders gevonden dienen te worden en dat het bedrag van 12,9 miljoen euro beschikbaar dient te blijven en geoormerkt wordt voor studiefinanciering voor studenten, zoals oorspronkelijk beoogd. Dit geld kan ingezet worden voor het verminderen van de energielastendruk onder studenten die het financieel zwaar hebben. Hierover zou bij de Voorjaarsnota besloten kunnen worden, zoals tevens oorspronkelijk beoogd.
Indien dit amendement aangenomen wordt, betekent dit dat de middelen (12,9 miljoen euro) voor 2023 vrij komen te vallen en expliciet bestemd dienen te worden voor het daarvoor volgens de indiener beoogde doel, zijnde studiefinanciering.
Dassen
Vervanging in verband met een wijziging in de toelichting.↩︎