[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [šŸ§‘mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

36094, eindtekst

Wijziging van het voorstel van wet tot wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen (novelle verbetering uitvoerbaarheid)

Eindtekst

Nummer: 2022D54728, datum: 2022-12-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2022Z08764:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

13 december 2022



	Wijziging van het voorstel van wet tot wijziging van de Tijdelijke wet
Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie
Groningen (novelle verbetering uitvoerbaarheid)







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is het bij
koninklijke boodschap van 13 oktober 2020 ingediende voorstel van wet
tot wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de
versterking van gebouwen in de provincie Groningen (Kamerstukken 35603)
op onderdelen te wijzigen voordat zij in werking treedt in verband met
de verbetering van de uitvoerbaarheid van die onderdelen en dat het
tevens gewenst is te komen tot een nauwkeuriger formulering van de
geografische reikwijdte van de toepassing van het bewijsvermoeden bij
schade;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Indien het bij koninklijke boodschap van 13 oktober 2020 ingediende
voorstel van wet houdende wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in
verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen
(Kamerstukken 35603) tot wet wordt verheven, wordt die wet als volgt
gewijzigd:

0A

	In artikel I, onderdeel A, wordt na onderdeel 1 een onderdeel
ingevoegd, luidende:

	1a. In de begripsomschrijvingen van exploitant en schade wordt
ā€œNorgā€ telkens vervangen door ā€œNorg of de gasopslag bij
Grijpskerkā€.

A

In artikel I, onderdeel B, in de wijzing van artikel 2, elfde en
twaalfde lid, en onderdeel G, in de wijziging van artikel 15, derde lid,
wordt ā€œregeling van Onze Ministerā€ telkens vervangen door
ā€œministeriĆ«le regelingā€. 

B

In artikel I, onderdeel Ba, artikel 2a, eerste tot en met derde lid,
onderdeel C, in de wijziging van artikel 3, vijfde tot en met tiende
lid, onderdeel F, de artikelen 13a, derde lid (nieuw), 13d, 13e, eerste
lid, 13f, eerste en tweede lid, 13g, derde lid, onderdeel b, vierde tot
en met zevende lid, 13i, eerste tot en met derde lid, en vijfde tot en
met achtste lid, 13j, eerste lid, vijfde tot en met zevende lid, aanhef,
achtste lid, tiende en elfde lid, 13k, eerste tot en met derde lid, en
vijfde lid, 13l, eerste lid, onderdeel a, 13m, eerste lid, aanhef en
tweede lid, de tweede vermelding, onderdeel G, in de wijziging van
artikel 15, eerste lid, onderdeel c, onderdeel H, de artikelen 15a,
tweede lid en 15b, eerste en tweede lid, onderdeel N, artikel 22b,
vierde lid, de tweede vermelding, vijfde en zesde lid, artikel VI,
artikel 13l, onderdeel a, wordt ā€œOnze Minister van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelatiesā€ telkens vervangen door ā€œOnze Ministerā€.

Ba

Na artikel I, onderdeel C, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ca

	In artikel 9, eerste lid, wordt ā€œDe artikelen 21 enā€ vervangen door
ā€œArtikelā€ en wordt ā€œzijn niet van toepassingā€ vervangen door
ā€œis niet van toepassingā€.

Bb

Artikel I, onderdeel D, wordt als volgt gewijzigd: 

1. Voor de tekst wordt een aanhef ingevoegd, luidende:

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:.

2. Voor de bestaande tekst wordt een ā€œ1.ā€ ingevoegd en in de tekst
wordt ā€œartikel 12, vierde lid,ā€ vervangen door ā€œhet vierde lidā€.

3. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

5. Het Instituut stelt eisen aan de deskundige, waaronder begrepen het
aantal keren dat de deskundige per aanvraag mag onderzoeken of de schade
evident en aantoonbaar uitsluitend een andere oorzaak heeft dan beweging
van de bodem als gevolg van de aanleg of exploitatie van een
mijnbouwwerk als bedoeld in artikel 177a, eerste lid, van Boek 6 van het
Burgerlijk Wetboek.

Bc

	Na artikel I, onderdeel E, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ea

In artikel 13, tweede lid, wordt na ā€œhet eerste lid, onderdeel a,ā€
ingevoegd ā€œmet uitzondering van de termijn voor besluiten over
vergoeding van fysieke schade,ā€.

C

	Artikel I, onderdeel F, wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 13a vervallen het tweede tot en met zesde lid en worden
het zevende en achtste lid vernummerd tot tweede en derde lid.

2. In het derde lid (nieuw) wordt ā€œNorgā€ vervangen door ā€œNorg of
de gasopslag bij Grijpskerkā€.

D

In artikel I, onderdeel F, wordt in artikel 13ba ā€œOnze Minister en
Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties nemen, elk
voor de aan hen toebedeelde taken, alle maatregelen die redelijkerwijs
van henā€ vervangen door ā€œOnze Minister neemt alle maatregelen die
redelijkerwijs van hemā€.

E

In artikel I, onderdeel F, vervalt in artikel 13c, derde lid, ā€en Onze
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatiesā€.

F

In artikel I, onderdeel F, wordt in artikel 13m, tweede lid, onderdeel
H, de artikelen 15a, vijfde lid en 15b, derde lid, en onderdeel N,
artikel 22b, vierde en zevende lid, ā€œregeling van Onze Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatiesā€ telkens vervangen door
ā€œministeriĆ«le regelingā€.

G

In artikel I, onderdeel F, worden na artikel 13i twee artikelen
ingevoegd, luidende:

Artikel 13ia

1. In afwijking van artikel 13i, eerste lid, kan de eigenaar de
beoordeling of het gebouw aan de veiligheidsnorm voldoet in eigen beheer
uitvoeren nadat hij het voornemen hiertoe aan Onze Minister heeft
gemeld, indien:

a. het gebouw deel uitmaakt van een programma;

b. het gebouw niet constructief verbonden is met een ander gebouw,
tenzij alle eigenaren van de constructief verbonden gebouwen gezamenlijk
en gelijktijdig een beoordeling in eigen beheer uitvoeren;

c. Onze Minister voor de beoordeling van het gebouw nog geen openbare
aanbesteding heeft gedaan;

d. het gebouw niet al is beoordeeld.

2. Onze Minister informeert de betrokken gemeente over het voornemen,
bedoeld in het eerste lid.

3. Op verzoek van de eigenaar die de beoordeling in eigen beheer
uitvoert, verstrekt Onze Minister binnen vijf weken na ontvangst van het
verzoek een vergoeding voor de kosten van het uitvoeren van de
beoordeling, indien aan de voorwaarden, genoemd in het eerste lid,
onderdelen a tot en met d, is voldaan.

4. Zodra de beoordeling is uitgevoerd zendt de eigenaar een afschrift
van de beoordeling aan Onze Minister.

5. Indien de beoordeling volgens Onze Minister voldoet aan de regels,
bedoeld in artikel 13h, en die regels op de juiste wijze zijn toegepast,
en uit de beoordeling blijkt dat het gebouw aan de veiligheidsnorm
voldoet, neemt Onze Minister binnen twaalf weken na ontvangst een
besluit als bedoeld in artikel 13i, tweede lid.

6. Indien de beoordeling volgens Onze Minister voldoet aan de regels,
bedoeld in artikel 13h, en die regels op de juiste wijze zijn toegepast,
en uit de beoordeling blijkt dat het gebouw niet aan de veiligheidsnorm
voldoet, is artikel 13i, vierde lid, van overeenkomstige toepassing,
tenzij toepassing wordt gegeven aan artikel 13ib, eerste lid.

7. De eigenaar van een gebouw die ervoor kiest om de beoordeling in
eigen beheer te laten plaatsvinden, kan tijdens de uitvoering hiervan
ervoor kiezen deze alsnog door Onze Minister te laten plaatsvinden.
Indien nodig wordt daarop de vergoeding, bedoeld in het derde lid,
aangepast. 

8. Bij ministeriƫle regeling kunnen regels worden gesteld over de
vergoeding, bedoeld in het derde lid.

Artikel 13ib

1. In afwijking van artikel 13i, vierde lid, kan de eigenaar van een
gebouw dat blijkens een beoordeling als bedoeld in artikel 13i, eerste
lid, of artikel 13ia, eerste lid, niet aan de veiligheidsnorm voldoet,
ervoor kiezen om een overzicht van maatregelen die nodig zijn om het
gebouw aan de veiligheidsnorm te laten voldoen in eigen beheer op te
stellen, nadat hij het voornemen hiertoe aan Onze Minister heeft gemeld,
indien:

a. het gebouw niet constructief verbonden is met een ander gebouw,
tenzij alle eigenaren van de constructief verbonden gebouwen gezamenlijk
en gelijktijdig het overzicht van maatregelen opstellen;

b. Onze Minister voor het opstellen van het overzicht van maatregelen
nog geen openbare aanbesteding heeft gedaan;

c. nog geen overzicht van maatregelen is opgesteld.

2. Onze Minister informeert de betrokken gemeente over het voornemen,
bedoeld in het eerste lid. 

3. Op verzoek van de eigenaar verstrekt Onze Minister binnen twaalf
weken na ontvangst van het verzoek een vergoeding voor de kosten van het
opstellen van het overzicht, indien de beoordeling voldoet aan de
regels, bedoeld in artikel 13h, en die regels op de juiste wijze zijn
toegepast. 

4. Bij ministeriƫle regeling kunnen regels worden gesteld over de
vergoeding, bedoeld in het derde lid.

H

In artikel I, onderdeel F, wordt na artikel 13j een artikel ingevoegd,
luidende:

Artikel 13ja

1. In afwijking van artikel 13j, eerste lid, neemt Onze Minister een
versterkingsbesluit binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag van
de eigenaar van een gebouw die in eigen beheer een overzicht als bedoeld
in artikel 13ib, eerste lid, heeft opgesteld van de maatregelen die
nodig zijn om het gebouw aan de veiligheidsnorm te laten voldoen. 

2. De aanvraag bevat het overzicht en de beoordeling of het gebouw aan
de veiligheidsnorm voldoet, indien de beoordeling in eigen beheer is
uitgevoerd als bedoeld in artikel 13ia, eerste lid.

3. Onze Minister kan de aanvraag geheel of gedeeltelijk afwijzen indien:


a. de beoordeling niet voldoet aan de regels, bedoeld in artikel 13h, of
die regels niet op de juiste wijze zijn toegepast; of

b. het overzicht niet de maatregelen bevat die naar het oordeel van de
minister nodig zijn om het gebouw aan de veiligheidsnorm te laten
voldoen.

4. Bij ministeriƫle regeling worden regels gesteld over de bij de
aanvraag aan te leveren gegevens.

I

In artikel I, onderdeel Fa, komt artikel 13n als volgt te luiden:

Artikel 13n

1. Als een bijzonder doeleinde als bedoeld in artikel 37b van de Wet op
de rechtsbijstand waarvoor het bestuur van de raad voor rechtsbijstand,
bedoeld in artikel 2 van de Wet op de rechtsbijstand, subsidie
verstrekt, wordt aangemerkt, het door de eigenaar van een gebouw:

a. indienen van een zienswijze in het kader van de aanvraag om
vergoeding van schade bij het Instituut en de afwikkeling van schade en
leveren van inbreng bij de voorbereiding van een versterkingsbesluit na
ontvangst van de beoordeling, bedoeld in artikel 13i, derde lid, en de
uitvoering van de versterkingsmaatregelen;

b. maken van bezwaar of het instellen van beroep tegen een besluit van
het Instituut of van Onze Minister op grond van deze wet.

2. Het inroepen van advies van een bouwkundige of financiƫle deskundige
in het kader van het verlenen van rechtsbijstand, bedoeld in het eerste
lid, wordt aangemerkt als een bijzonder doeleinde waarvoor het bestuur
van de raad voor rechtsbijstand met het oog op de verlening van
rechtsbijstand een subsidie verstrekt als bedoeld in artikel 37c van de
Wet op de rechtsbijstand.

3. Onze Minister voor Rechtsbescherming verleent de goedkeuring, bedoeld
in artikel 37b, vijfde lid, van de Wet op de rechtsbijstand aan de
krachtens artikel 37b, derde lid, of artikel 37c van de Wet op de
rechtsbijstand vast te stellen regels voor de verstrekking van de
subsidies, bedoeld in het eerste en tweede lid, niet eerder dan vier
weken nadat het ontwerpbesluit tot goedkeuring van de door het bestuur
van de raad voor rechtsbijstand te stellen regels aan beide Kamers der
Staten-Generaal is overgelegd.

4. Het Instituut verstrekt aan de eigenaar van een gebouw een vergoeding
voor de kosten die hij maakt voor bouwkundig en financieel advies ten
behoeve van het indienen van een zienswijze in het kader van de aanvraag
om vergoeding van schade en de afwikkeling van schade, indien dit advies
niet wordt ingeroepen in het kader van het verlenen van rechtsbijstand. 

5. Onze Minister verstrekt aan de eigenaar van een gebouw een vergoeding
voor de kosten die hij maakt voor bouwkundig en financieel advies ten
behoeve van het leveren van inbreng bij de voorbereiding van een
versterkingsbesluit na ontvangst van de beoordeling, bedoeld in artikel
13i, derde lid, en de uitvoering van de versterkingsmaatregelen, indien
dit advies niet wordt ingeroepen in het kader van het verlenen van
rechtsbijstand.  

6. Bij regeling van Onze Minister worden nadere regels gesteld over het
verstrekken van de vergoeding, bedoeld in het vierde en vijfde lid.  

J

In artikel I, onderdeel G, wordt in artikel 15, eerste lid, onderdeel d,
na ā€œde vergoedingen, bedoeld in artikel 13m, eerste lidā€ ingevoegd
ā€œ, en subsidies op grond van artikel 13n, eerste en tweede lid, in
combinatie met de artikelen 37b en 37c van de Wet op de rechtsbijstand,
en vergoedingen op grond van artikel 13n, vierde en vijfde lidā€.

Ja 

Aan artikel I wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

O

Aan artikel 29, eerste lid, wordt toegevoegd ā€œ, met uitzondering van
artikel 13, dat in werking treedt op het tijdstip waarop artikel I,
onderdelen D en E, van het bij koninklijke boodschap van 13 oktober 2020
ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Tijdelijke wet
Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie
Groningen (Kamerstukken 35603), nadat dat voorstel tot wet is of wordt
verheven, in werking treedtā€.

 

Jb

	Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IA

	Artikel 177a van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt
gewijzigd:

	1. In het eerste lid wordt ā€œNorgā€ vervangen door ā€œNorg of de
gasopslag bij Grijpskerkā€.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen een of meer gebieden worden
vastgesteld waarbinnen het vermoeden, bedoeld in het eerste lid, in
ieder geval geldt.

Jc

In artikel VII wordt na ā€œvastgesteldā€ ingevoegd ā€œ, met
uitzondering van artikel I, onderdelen D en E, dat in werking treedt met
ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin
deze wet wordt geplaatst, en met uitzondering van artikel I, onderdeel
Ea, dat in werking treedt een jaar na die dagā€.

K

Bij de ondertekening vervalt ā€œDe Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelatiesā€.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip. 

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. 

Gegeven

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,

 

 

 PAGE    

 PAGE   7