Aanpak gezelschapsdieren met schadelijke uiterlijke kenmerken
Dierenwelzijn
Brief regering
Nummer: 2023D01592, datum: 2023-01-20, bijgewerkt: 2024-05-15 09:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-28286-1288).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Onderdeel van kamerstukdossier 28286 -1288 Dierenwelzijn.
Onderdeel van zaak 2023Z00672:
- Indiener: P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2023-01-24 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-01-25 11:15: Procedurevergadering LNV (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2023-01-26 14:00: Dierenwelzijn (buiten de veehouderij) (Commissiedebat), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2023-03-30 13:05: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
28 286 Dierenwelzijn
Nr. 1288 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 januari 2023
Mensen hebben een bijzondere band met huisdieren. Ze zijn volwaardig deel van vele gezinnen en worden liefdevol verzorgd. En die liefde geven ze ook terug. Zo voelen mensen met huisdieren zich over het algemeen minder angstig, eenzaam en depressief. Veel Nederlanders zullen herkennen dat het zorgen voor een dier voldoening geeft: meer dan een derde van Nederlandse huishoudens heeft een hond of kat.
Bij de keuze voor een huisdier wordt vaak gekeken naar het uiterlijk van een dier. Mensen kiezen voor kenmerken die ze schattig vinden, bijvoorbeeld honden met een korte snuit of katten met vouwoortjes. Hun baasjes hebben de beste bedoelingen, maar zijn zich vaak niet bewust van de duistere kant van deze uiterlijke kenmerken. Het fokken van deze eigenschappen kan er namelijk voor zorgen dat deze «doorgefokte» dieren permanent lijden onder hun uiterlijk. Hondjes met te korte snuiten kunnen vaak niet eens normaal ademhalen, waardoor ze happend naar adem door het leven gaan. Honden die een afwijkende schedelvorm hebben, kunnen altijd hoofdpijn hebben. Katten met vouworen hebben afwijkend kraakbeen wat hen veel pijn kan doen.
Ik wil hier glashelder over zijn – als Minister maar ook als mens: ik vind dit niet kunnen. We maken onschuldige dieren het leven zuur, puur omdat we het «mooi» en «schattig» vinden. Dat raakt me en ik weet dat veel Nederlanders dat ook zo voelen. Daarom wil ik naar een Nederland waar geen enkel huisdier meer hoeft te lijden onder zijn of haar uiterlijk: een Nederland zonder dieren met schadelijke uiterlijke kenmerken.
Dat is ontzettend complex: Hoe tonen we objectief aan dat dieren lijden onder hun uiterlijk? Daarom zal ik een Nederland volledig zonder dieren die lijden onder hun uiterlijk als Minister waarschijnlijk niet meemaken. Maar ik voel sterk de verantwoordelijkheid om nu al te doen wat ik kan om ons een stap dichterbij te brengen. Want het is een complex streven, maar ook een juist streven.
Daarom wil ik een houdverbod voor honden en katten die lijden onder hun uiterlijke kenmerken. Dit verbod zou betekenen dat dieren met deze eigenschappen niet meer gehouden mogen worden.
Houdverbod
Het invoeren van een houdverbod is ontzettend complex. Voor een verbod moeten we objectief kunnen beoordelen of een uiterlijk kenmerk lijden veroorzaakt en hier ook gedegen op kunnen handhaven. Dat roept veel vragen op – vragen die ik niet op korte termijn kan beantwoorden. Maar dit is wel mijn streven en ik ga hiermee aan de slag.
Specifiek is mijn intentie om een lijst te ontwikkelen. Hierop komen schadelijke uiterlijke kenmerken te staan waarvan objectief vast te stellen is dat ze lijden veroorzaken en die objectief bij individuele dieren vast te stellen zijn. Dieren die daaraan voldoen mogen niet meer gehouden worden. Daarbij geldt wel een overgangsregeling: mensen die op het moment dat een eigenschap verboden wordt al een dier met die eigenschap in huis hebben, mogen dat dier nog houden tot het overlijdt. Deze lijst zal klein beginnen, maar aangevuld worden naarmate verder onderzoek plaatsvindt en daardoor steeds meer schadelijke kenmerken objectief vastgesteld kunnen worden (een «dynamische lijst»). Als eerste kernmerk voor op de lijst wil ik de katten met vouworen, die ik eerder noemde, die permanent lijden vanwege hun kraakbeenafwijking verbieden.
De motie van de leden Wassenberg en Van Campen en Boswijk (Kamerstuk 35 925 XIV, nr. 64) sprak van een handels- en importverbod op dieren met schadelijke uiterlijke kenmerken. Met mijn voorgenomen houdverbod ga ik een stap verder. Het is daarbij goed om te noemen dat een houdverbod alles bereikt wat een handels- en importverbod ook zou bereiken: om een dier te verhandelen of te importeren, moet een handelaar het dier namelijk (weliswaar kort) in bezit hebben.
Vertoningsverbod
Het uitwerken van een dynamische lijst kost veel tijd. Daarom ga ik in de tussentijd een vertoningsverbod uitwerken: een verbod op beeld-uitingen van honden en katten met extreme uiterlijke kenmerken die altijd lijden of een verhoogd risico hebben op lijden, zoals katten met vouworen of té kortsnuitige honden.
Het vaak of prominent zien van een bepaalde diersoort vergroot de vraag ernaar, ondanks dat de eigenschappen van dit dier lijden kunnen veroorzaken. Ik wil daarom niet dat deze dieren gebruikt worden in reclames, advertenties en op sociale media, waaronder vertoningen door beroemdheden en influencers. Hiermee wil ik de vraag naar honden en katten met extreme uiterlijke kenmerken verminderen. Dit moet zorgvuldig uitgewerkt worden omdat we ons realiseren dat dit verbod en de invulling daarvan vragen oproept.
Conclusie
Ik houd uw Kamer op de hoogte van mijn voortgang met deze twee voornemens. Ik realiseer me dat die vergaand zijn. Ze raken de persoonlijke levenssfeer van veel mensen. Maar ons basale plezier mag niet zwaarder wegen dan de permanente pijn van de huisdieren waar we zo veel om geven. Ik wil mensen ook oproepen om daar het gesprek over aan te gaan in hun omgeving – überhaupt, maar ook zeker als men overweegt een dier in huis te nemen.
Gesprekken over dierenwelzijn liggen gevoelig en zijn complex. Maar juist daarom moeten we als maatschappij die discussie met elkaar voeren. Daar hoop ik op deze manier een bijdrage aan te leveren en dat zal ik ook blijven doen.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema