Antwoord op vragen van het lid van Haga over de wijziging structuur postacademische beroepen psychologische zorg
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2023D02408, datum: 2023-01-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20222023-1355).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van zaak 2022Z25136:
- Gericht aan: E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: W.R. van Haga, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1355
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de wijziging structuur postacademische beroepen psychologische zorg (ingezonden 14 december 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 25 januari 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022-2023, nr. 1195.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat masterpsychologen, afgestudeerd met een master Klinische psychologie, Klinische kinder- en jeugdpsychologie of Klinische neuropsychologie, moeite hebben met het vinden van een postmaster GZ (gezondheidszorg)-opleidingsplaats?1
Antwoord 1
Het aantal gesubsidieerde opleidingsplaatsen voor de opleiding tot GZ-psycholoog wordt door mij vastgesteld op basis van het advies van het Capaciteitsorgaan en de beschikbaarheid van financiële middelen. Het Capaciteitsorgaan baseert haar advies op meerdere parameters waaronder de ontwikkeling van de zorgvraag en de vacaturegraad van GZ-psychologen. Het uitgangspunt is hierbij niet de interesse in de opleiding, maar dat er voldoende GZ-psychologen worden opgeleid om aan de toekomstige zorgvraag te voldoen. Het kan voorkomen dat er meer personen zijn met de ambitie om GZ-psycholoog te worden dan dat er nodig zijn om aan de toekomstige zorgvraag te kunnen voldoen.
Vraag 2 en 3
Deelt u de zorg dat het verkrijgen van een GZ-opleidingsplaats van belang is voor de doorstroom binnen de geestelijke gezondheidszorg (GGZ)?
Deelt u dat het van belang is om als masterpsycholoog ervaring op te kunnen en mogen doen in de GGZ als een verdere loopbaan in de GGZ gewenst is? Waarbij met «werkervaring» wordt bedoeld het werken tegen betaling, geen traineeship of andere vorm van stages zodra de universitaire master is afgerond?
Antwoord 2 en 3
Het is zeker van belang om werkervaring op te doen binnen de GGZ om een loopbaan binnen de GGZ mogelijk te maken. Er werkt momenteel ook al een groot aantal masterpsychologen en ook geestelijk gezondheidskundigen en (ortho)pedagogen in de GGZ. Het aantal masterpsychologen dat binnen de GGZ werk kan vinden en uiteindelijk kan doorstromen naar de functie GZ-psycholoog generalist is echter afhankelijk van de manier waarop zorgaanbieders hun organisatie inrichten en welke vacatures zij vervolgens openstellen, passend binnen het kader van de kwaliteitseisen zoals die geformuleerd zijn in het kwaliteitsstatuut GGZ.
Vraag 4
Kunt u verdere uitleg bieden over wat deze verandering teweeg gaat brengen voor huidige- en toekomstige masterpsychologen? Zullen de masterpsychologen nog meer belemmerd worden in hun loopbaan binnen de GGZ?2
Antwoord 4
Mijn besluit ten aanzien van het vereenvoudigen van de beroepenstructuur omvat het wijzigen van de psychologische beroepen die zijn gereguleerd in de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG). De doelstelling van de Wet BIG is het borgen van de patiëntveiligheid en vanuit die doelstelling zijn enkele beroepen gereguleerd, hetzij omdat zij voorbehouden handelingen moeten kunnen verrichten, hetzij omdat het medisch tuchtrecht van toepassing moet zijn gezien de behandelrelatie tussen patiënt en zorgverlener. De overige zorgverlening wordt, vanuit de Wet BIG, vrijgelaten. De voorgestelde wijziging van de beroepenstructuur in de Wet BIG heeft dan ook geen invloed op de huidige positie van de masterpsycholoog, aangezien dit beroep niet is gereguleerd in de Wet BIG. De vereenvoudiging van de beroepenstructuur moet nog nader worden uitgewerkt, onder andere in passende opleidingstrajecten. Gezamenlijk met de beroepsverenigingen ben ik bezig met deze voorbereidingen, zodat de wijziging van de beroepenstructuur op 1 januari 2025 in werking kan treden. In dit kader moet onder andere nog worden bezien welke opleidingen toegang geven tot het beroep gezondheidszorgpsycholoog-generalist en welke instroomeisen hieraan worden verbonden. Mijn verwachting is echter dat de instroomeisen voor personen met de graad van Master in de psychologie niet zullen wijzigen.
Vraag 5
Mochten masterpsychologen hinder ondervinden door deze verandering, zoals mogelijkerwijs niet meer in staat (mogen) zijn om in de GGZ te kunnen werken als masterpsycholoog, bestaat er dan een mogelijkheid om een extra categorie toe te voegen vóór de categorie «gezondheidszorgpsycholoog-generalist»? Om op deze manier meer duidelijkheid te creëren voor de patiënten/cliënten wat een «masterpsycholoog» inhoudt en waar diegene toe in staat is, mede gezien het feit dat dit ervoor zorgt dat afgestudeerde masterpsychologen niet stil komen te staan of terug worden gehouden in hun loopbaan binnen de GGZ?
Antwoord 5
Zoals aangegeven is de doelstelling van de Wet BIG om patiëntveiligheid te borgen en zijn vanuit die doelstelling enkele beroepen gereguleerd. Het creëren van duidelijkheid over wat een bepaald beroep inhoudt en welke taken de beroepsbeoefenaren kunnen uitvoeren in de praktijk, zijn geen criteria voor het opnemen van een beroep in de Wet BIG. Het bredere vraagstuk welke zorgprofessional welke zorg verleent in het GGZ-veld, is een kwaliteitsvraagstuk. Afspraken over de kwaliteit van zorg dienen tripartite tussen patiënten, zorgaanbieders en zorgverzekeraars tot stand te komen en worden vastgelegd in het kwaliteitsstatuut.