Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over Beleidsadvies Landsadvocaat over handhaving PAS-meldingen en instellen onafhankelijke commissie
Problematiek rondom stikstof en PFAS
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2023D03082, datum: 2023-01-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2023D03082).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.L. Geurts, voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: A. Holtjer, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2022Z26379:
- Indiener: Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2023-01-19 13:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-01-25 11:15: Procedurevergadering LNV (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2023-01-27 14:00: Beleidsadvies Landsadvocaat over handhaving PAS-meldingen en instellen onafhankelijke commissie (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2023-01-30 16:00: Voorstel van het lid Thijssen (PvdA) om commissiedebat NPLG en pacht te annuleren en namens de commissie LNV om een plenair debat te verzoeken (E-mailprocedure), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2023-02-01 15:00: Voorstel van het lid Van Campen (VVD) om het commissiedebat stikstofproblematiek d.d. 8 februari 2023 te annuleren (E-mailprocedure), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2023-02-08 13:00: Stikstofproblematiek OMGEZET IN PLENAIR DEBAT (gevraagd voor week 21/2) (Commissiedebat), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2023-02-23 13:10: Debat over het NPLG en de stikstofproblematiek (Plenair debat (debat)), TK
- 2023-03-30 13:05: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2023D03082 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hebben de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Natuur en Stikstof over haar brief van 23 december 2022 «Beleidsadvies Landsadvocaat over handhaving PAS-meldingen en instellen onafhankelijke commissie» (Kamerstuk 35 224, nr. 218).
De voorzitter van de commissie,
Geurts
De adjunct-griffier van de commissie,
Holtjer
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks- en PvdA-fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
II Antwoord / Reactie van de Minister
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het onderhavige stuk. Deze leden zijn van mening dat deze ondernemers, die te goeder trouw hebben gehandeld, door overheidsfalen nog altijd groot onrecht wordt aangedaan. Kabinet en Kamer hebben de zwaarwegende verantwoordelijkheid om een oplossing te zoeken voor deze duizenden schrijnende situaties. Het is vanuit die verantwoordelijkheid dat deze leden hebben gemeend de landsadvocaat per motie om het onderliggende advies te vragen. Het is pijnlijk en enorm frustrerend opnieuw te constateren dat het oplossen van de meldingenproblematiek zo ongelooflijk complex is. Desondanks zijn deze leden van mening dat dit het parlement en kabinet niet ontslaat van de verplichting om te blijven zoeken naar oplossingen voor deze gedupeerden.
De leden van de VVD-fractie constateren dat de landsadvocaat twee opties geeft waarmee in bepaalde gevallen van handhaving zou kunnen worden afgezien. Te weten: het opstellen van een ecologische onderbouwing of het inzichtelijk maken welke andere maatregelen worden getroffen. Motivering op individueel dossierniveau is nodig. Kan de Minister aangeven op welke wijze provincies op dit moment op individueel dossierniveau kijken naar de legalisering van PAS-melders? Deze leden hebben de indruk dat in de praktijk vooral wordt gekeken naar generieke oplossingen, hetgeen een grotere impact heeft en dus complexer is. Hoe vaak heeft motivering op individueel dossierniveau reeds plaatsgevonden en in hoeveel gevallen heeft die geleid tot legalisering? Ook vragen deze leden of de reeds ingestelde ecologische autoriteit op afzienbare tijd gaat leiden tot meer ecologische onderbouwingen en gaat dit, indien dit het geval is, dan ook op afzienbare tijd leiden tot meer legaliseringen van PAS-melders? Deze leden constateren namelijk dat uit jurisprudentie vooral blijkt dat de rechter afziet van vergunningverlening wanneer «niet kan worden uitgesloten dat beschermde natuur significant verslechtert». Hoe kijkt de Minister naar de interpretatie door deze leden dat dit klinkt als een uitspraak die met name voortkomt uit onwetendheid vanuit de rechtspraak over de ecologische onderbouwing, anders dan dat met zekerheid kan worden gesteld dat vergunningverlening in bepaalde gevallen leidt tot significante verslechtering? Graag ontvangen deze leden een reactie.
De leden van de VVD-fractie constateren dat de landsadvocaat voorts stelt dat verwerving van stikstofruimte door provincies, afhankelijk van de concrete maatregel of regeling, al dan niet wordt gezien als staatssteun. Hoe kijkt de Minister naar de beleidsdiscrepantie tussen de noodzaak van Nederland om zich als lidstaat van de Europese Unie te houden aan Europese wet- en regelgevingmaar bij het nemen van maatregelen die noodzakelijk zijn om te voldoen aan die wet- en regelgeving wordt beperkt door staatssteunregelgeving? Voert de Minister hierover het gesprek met de Europese Commissie en, zo ja, wordt hier meegezocht naar oplossingen? Deze leden constateren dat privaatrechtelijke rechtspersonen wel in staat zijn om eigenstandig stikstofruimte te verwerven. Denk hierbij aan de Koninklijke Schiphol Group. Hoe denkt de Minister over de mogelijkheid voor provincies om ook een dergelijke privaatrechtelijke rechtspersoon op te richten om zodoende op legale wijze stikstofruimte te kunnen verwerven en in te zetten voor legalisering van PAS-melders? Dergelijke constructies zien we ook op gemeentelijk niveau, bijvoorbeeld bij gemeentelijke grondbedrijven waarin proactief grondbeleid wordt gevoerd. Graag ontvangen deze leden een reactie.
De leden van de VVD-fractie constateren met dat het afgeven van een garantstelling door provincies mogelijk is zodat PAS-melders financiering kunnen krijgen om stikstofruimte aan te kopen. Wel stelt de landsadvocaat dat dit moet passen binnen het provinciale beleid. Kan de Minister aangeven of dit in alle twaalf provincies past binnen het provinciale beleid en, indien dit niet het geval is, om welke provincies het hier gaat? Is de Minister bereid om een richtlijn voor provincies op te stellen die voorschrijft op welke wijze het afgeven van een garantstelling wel mogelijk is? Deze leden zien het als een opsteker dat de financiële sector heeft aangegeven mogelijkheden te zien om op basis van garantstellingen financiering te verstrekken. Welke stappen heeft de Minister inmiddels gezet om deze mogelijkheden met de sector te verkennen en welke stappen gaat zij daartoe nog zetten?
De leden van de VVD-fractie constateren dat de Kamer eerder de motie van het lid Van Campen (Kamerstuk 33 037, nr. 467) aannam die de regering verzocht om met een voorstel te komen waarin ammoniakruimte, die ontstaat door het voorgeschreven afbouwpad, binnen de derogatiebeschikking tot 2026 kan worden ingezet voor de vergunningverlening van PAS-melders. Hoeveel minder mest zal hierdoor worden uitgereden en tot hoeveel ammoniakemissiereductie zal dit leiden? Eerder informeerde het kabinet de Kamer dat deze emissiereductie niet mag worden ingezet voor legalisering van PAS-melders. In welke wet- en regelgeving staat dit? Deze leden vernemen dit graag zo gedetailleerd mogelijk.
De leden van de VVD-fractie vragen tot slot nogmaals aandacht voor de situatie van enkele PAS-melders in Hardenberg. In enkele gevallen blijkt namelijk dat de provincie voor wat betreft bedrijfsactiviteiten het referentiejaar 1989 hanteert, terwijl na dit jaar nog bedrijfsuitbreidingen hebben plaatsgevonden. Betreffende ondernemers hebben zich bij deze bedrijfsuitbreidingen namelijk gebaseerd op de niet meer in werking zijnde 8.40 algemene maatregel van bestuur (AMvB) onder het vroegere Besluit landbouwbedrijven milieubeheer en onder het daaropvolgende overgangsrecht van het Activiteitenbesluit. Mochten veehouders onder deze niet meer in werking zijnde regelgeving inderdaad hun veestapel uitbreiden en zo ja, met welke omvang mocht dit? Zou het mogelijk kunnen zijn dat deze veehouders onterecht niet onder het overgangsrecht zijn geschaard, waardoor nu als referentiejaar niet wordt uitgegaan van het moment van uitbreiding onder de toen geldende regelgeving, maar van het jaar 1989, waardoor dus niet slechts de PAS-melding legalisering behoeft, maar alle uitbreiding sinds 1989? Is de Minister bereid uit te zoeken of betreffende bedrijven mogelijk onterecht niet onder het overgangsrecht van het Activiteitenbesluit zijn komen te vallen en daardoor nu in grote problemen verkeren?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van onderhavige stuk. Deze leden hebben nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de D66-fractie zijn van mening dat zo snel mogelijk stikstof moet worden gereduceerd in het belang van de natuur, het bouwen van huizen en het legaliseren van PAS-melders. Deze leden lezen dat de Minister een onafhankelijke commissie wil instellen. Hoe staat het met het instellen van deze commissie? Daarnaast vragen zij een update hoe het staat met het legaliseren van PAS-melders. Zijn inmiddels meer melders gelegaliseerd?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige stukken en hebben nog enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie lezen dat in de inleiding van de brief wordt verwezen naar de € 250 miljoen die door dit kabinet beschikbaar werd gesteld voor het legalisatieprogramma van PAS-melders. Wanneer er wordt uitgegaan van 2.488 PAS-melders die zich hebben gemeld in het legalisatieprogramma, dan komt dit neer op een bestedingsruimte van circa € 100.000 per PAS-melder. Hierover hebben de leden een aantal vragen. Allereerst is de vraag welke kosten onder die € 250 miljoen kunnen worden gemaakt. Is dat enkel de aankoop van stikstof of is dat ook het investeren in emissiearme stalsystemen, waardoor sommige bedrijven ook wel kunnen worden gelegaliseerd? Daarnaast vragen deze leden hoeveel PAS-melders reeds middels die € 250 miljoen zijn gelegaliseerd en hoeveel daarbuiten. Indien daarbuiten: op welke manier heeft de legalisatie dan plaatsgevonden?
De leden van de CDA-fractie lezen dat er twee manieren zijn waarop bevoegde gezagen kunnen afzien van handhaving: middels een ecologische onderbouwing of het inzichtelijk maken welke andere maatregelen worden getroffen, waardoor in het concrete geval van handhaving af zou kunnen zien. Kan de Minister aangeven wat de status van het desbetreffende bedrijf wordt wanneer één van deze twee manieren wordt toegepast? Is het bedrijf dan voor de wet nog illegaal, maar wordt het gedoogd?
De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister voornemens is om voor de PAS-melders, waarbij een handhavingsverzoek dreigt, uit te zoeken of één van de twee bovengenoemde manieren ervoor kan zorgen dat er niet hoeft te worden gehandhaafd. Zo ja, op welke manier gaat de Minister hier uitvoering aan geven?
Zo niet, waarom niet? Is een financiële vergoeding mogelijk zodat desbetreffende PAS-melders dit dan zelf kunnen onderzoeken?
De leden van de CDA-fractie lezen dat de landsadvocaat stelt dat van handhaving in concrete gevallen kan worden afgezien door inzichtelijk te maken welke maatregelen worden getroffen. Overijssel, door de landsadvocaat als voorbeeld genoemd, heeft die op haar eigen landbouwgronden een bemestingsverbod ingesteld voor het jaar 2023. De nieuwe derogatiebeschikking zorgt ervoor dat de ruimte voor dierlijke mest in Nederland afneemt, zeker ook rondom N2000-gebieden. Kan deze maatregel niet dienen als onderbouwing voor het afzien van handhaving, net als in Overijssel? Zo nee, waarom niet?
De leden van de CDA-fractie vragen of de de Minister kan aangeven hoe zij het antwoord op de derde vraag, of het voor provincies mogelijk is om zelf stikstofruimte te verwerven, interpreteert. Is het voor bevoegde gezagen mogelijk om een actief agrarisch bedrijf op te kopen en de stikstofruimte die daarbij vrijkomt in te zetten voor het legaliseren van PAS-melders? Is de Minister bereid om uit te zoeken op welke manier dit kan voldoen aan de voorwaarden voor externe saldering en de staatssteunregels? Als dit mogelijk is, hoeveel stikstofruimte is er dan exact nodig om de PAS-melders de legaliseren?
De leden van de CDA-fractie lezen dat het afgeven van een garantstelling aan banken, zodat PAS-melders financiering kunnen krijgen om stikstofruimte te kopen in beginsel mogelijk is. Kan de Minister toezeggen dat zij op zeer korte termijn deze optie volledig heeft uitgewerkt en deelt met de Kamer? Zo ja, binnen welke termijn? Zo niet, waarom is de Minister hier niet toe bereid?
De leden van de CDA-fractie lezen dat er wordt geëindigd met een passage over het nog op te richten schadeloket waar schadeclaims door PAS-melders kunnen worden ingediend. Stel dat een PAS-melder zelf maatregelen heeft getroffen om van handhaving af te zien door het aankopen van ammoniakrechten. Daardoor heeft de PAS-melder een ontvankelijke aanvraag bij het bevoegd gezag liggen. Kan hij de gemaakte kosten en de advieskosten die hiermee eveneens zijn gemoeid vergoed krijgen via dit schadeloket? Stel dat een PAS-melder zelf maatregelen heeft getroffen om van handhaving af te zien door het voornemen om, na goedkeuring door het bevoegd gezag, te investeren in een emissiearm stalsysteem, waardoor de PAS-melder een ontvankelijke aanvraag bij het bevoegd gezag heeft liggen. Kan hij de nog te maken kosten voor de investering in het emissiearme stalsysteem en de advieskosten die zijn gemoeid met zijn aanvraag vergoed krijgen via dit schadeloket?
De leden van de CDA-fractie benadrukken nogmaals dat het legaliseren van boeren die zonder eigen schuld in de problemen zijn gekomen wat hen betreft de allerhoogste prioriteit heeft.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks- en PvdA-fracties
De leden van de GroenLinks- en PvdA-fracties hebben kennisgenomen van het onderhavige stuk. Dit roept enkele vragen op.
De leden van de GroenLinks- en PvdA-fractie lezen in de brief van de Minister dat inmiddels zeven PAS melders zijn gelegaliseerd. Er zijn nog 2453 te gaan. Gezien het feit dat deze PAS-melders sinds 2,5 jaar deels onvergund werken en er dus sprake is van een illegale situatie is de voortgang uitermate traag. Dat is vervelend voor de betrokken boeren, maar ook strijdig met de beginselen van de rechtsstaat. De beginselen van onze rechtsstaat zijn hier in het geding en de overheid zal moeten handhaven om de illegale situatie te beëindigen. Deelt de Minister dit uitgangspunt?
De leden van de GroenLinks- en PvdA-fracties constateren dat de motie van het lid Van Campen c.s. (Kamerstuk 36 200 XIV, nr. 26) politiek-inhoudelijk vooral betrekking had op de wens van een aantal partijen om in het geval van PAS-melders af te zien van handhaving, de beginselen van de rechtsstaat terzijde te schuiven en het economisch belang van de betrokken 2453 ondernemers voor te laten gaan op het algemeen belang. Deelt de Minister de mening van de GroenLinks- en PvdA-fracties dat het advies van de landsadvocaat heel duidelijk uitspreekt dat dit juridisch gezien geen optie is? Is de Minister van mening dat het niet-handhaven of gedogen dan ook bestuurlijk en politiek niet langer houdbaar is? Als niet-handhaven niet kan en legaliseren niet lukt, wat blijft er dan over?
De leden van de GroenLinks- en PvdA-fracties vragen hoe de Minister denkt dat het niet-handhaven van illegale situaties voor de één maar het wel handhaven voor de anderuitwerkt op het vertrouwen van burgers in de overheid en de rechtsstaat? Deelt de Minister de conclusie van de landsadvocaat dat het particuliere economische belang van de betrokken boeren niet het algemeen belang is en daarom niet kan worden afgezien van handhaving? Deelt de Minister de conclusie van de GroenLinks- en PvdA-fracties dat er, mede gezien de schamele zeven legalisaties tot nu toe, ook geen concreet zicht is op legalisatie op korte termijn? Deelt de Minister ten slotte dat het vooruitzicht op legalisatie dan ook geen reden voor een gedoogsituatie kan zijn?
De leden van de GroenLinks-fractie verwachten dat de komende weken of maanden het aantal handhavingsverzoeken flink zou kunnen toenemen, zeker gezien het heldere advies van de landsadvocaat. Hoe zal hierop worden gereageerd door de provincies en het Rijk? Wordt tegemoet gekomen aan die verzoeken? Zullen overheden proberen om met juridische en bestuurlijk obstructie besluitvorming te vertragen? Zullen overheden het aan laten komen op rechtszaken, wetende dat deze kansloos zijn? Is hier overleg over met provincies? Zijn er afspraken of een gezamenlijke lijn?
De leden van de GroenLinks- en PvdA-fracties zien echter een generieke maatregel die wél werkt en met spoed zekerheid kan bieden voor de boeren en PAS-melders die klem zitten. Deze leden blijven het bizar vinden dat er recent onder de neus van PAS-melders stikstofruimte is weggekocht door Schiphol Group en Rijkswaterstaat, waar het kabinet zelf sturing aan geeft. Het blijft deze leden een raadsel waarom er nadrukkelijk niet is gekozen om deze stikstofruimte in te zetten voor PAS-melders.Hoeveel stikstofruimte is er vrijgekocht door Schiphol Group en Rijkswaterstaat? De behoefte aan stikstofruimte voor PAS-melders verschilt sterk regionaal, maar is wel bekend. Hoeveel PAS-melders kunnen met deze stikstofruimte worden gelegaliseerd? Hoeveel van de PAS-melders waartegen rechtszaken lopen, hadden met deze stikstofruimte kunnen worden geholpen?
De leden van de GroenLinks- en PvdA-fracties zullen zich blijven uitspreken tegen de keuze om luchtvaart en snelwegen prioriteit te geven boven boeren die de dupe zijn geworden van het beleid. Dit is niet te rijmen met de door de Kamer uitgesproken prioriteiten om PAS-melders te legaliseren en de natuur te herstellen. Enkel het feit dat het deze organisaties vrijstaat om dit te doe is wat deze leden betreft geen goede reden om de stikstofruimte niet elders in te zetten. Het kabinet is grootaandeelhouder van Schiphol Group en geeft sturing aan Rijkswaterstaat, dus het anders inzetten van de stikstofruimte moet met enige politieke wil mogelijk zijn. Vindt de Minister het niet wenselijk om stikstofruimte te gebruiken om PAS-melders te legaliseren, in plaats van het opzetten van een ingewikkelde vergoedingsregeling? Verwacht de Minister dat deze wijze van maatwerk uitvoerbaar is? Hoe lang verwacht de Minister met de huidige snelheid, nodig te hebben om alle PAS-melders te legaliseren en /of tegemoet te komen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie
De leden van de PvdD-fractie hebben kennisgenomen van de motie van het lid Van Campen c.s. (Kamerstuk 36 200 XIV, nr. 26) over de adviesvraag aan de landadvocaat over het afzien van handhaving van de PAS-melders en het daarop volgende advies. Deze leden vonden de motie van Van Campen c.s. onbehoorlijk, omdat het oproept tot het zoeken naar geitenpaadjes binnen de democratische rechtsstaat. In het advies bevestigt de landsadvocaat nogmaals dat Nederland een stevige beginselplicht tot handhaving kent, wat betekent dat een bevoegd gezag (in dit geval de provincie) móet handhaven bij een wettelijke overtreding. Deze leden nemen aan dat de indieners van de motie hier bekend mee waren, maar de motie slechts hebben ingediend om de agrarische sector en PAS-melders stroop in de mond te smeren. Deze leden hopen dat er met het duidelijke advies van de landsadvocaat niet langer naar geitenpaadjes zal worden gezoch om niet te hoeven doen wat nodig is. Deze leden benadrukken dat door maatregelen behaalde «stikstofwinst» eerst naar de overbelaste natuur dient te gaan, en daarna naar het legaliseren van PAS-melders.
De leden van de PvdD-fractie vinden het uiteraard ook uiterst treurig dat ondernemers tijdens de looptijd van het PAS (2015–2019) door de overheid zijn voorgehouden dat zij hun bedrijf zonder problemen uit konden breiden, door slechts een melding te doen bij de provincie. Deze leden rekenen dit de kabinetten Rutte-II en -III dan ook zeer aan. Deze kabinetten werden aan alle kanten gewaarschuwd dat het PAS niet wettig was en geen stand zou houden. Toch heeft het tot de hoogste bestuursrechter moeten komen voordat het PAS viel. Hoe beoordeelt de Minister dit? Denkt zij dat de PAS-melders een dienst is bewezen door hen destijds te laten uitbreiden? Erkent zij dat het beter was geweest als dit niet was gebeurd?De enorme moeite die het de overheid nu kost om de PAS-melders alsnog van een natuurvergunning te voorzien bewijst volgens deze leden dat de uitbreidingen waar een melding voor was gedaan nooit hadden mogen worden toegestaan. De meeste natuurgebieden zijn ver overbelast en er is simpelweg geen stikstofruimte meer voor verdere vervuilende activiteiten. Die was er ook niet in 2015. Als die waarheid eerder onder ogen was gezien waren er nu geen schrijnende gevallen van PAS-melders geweest. Deelt de Minister die conclusie?
De leden van de PvdD-fractie roepen de Minister op om, al dan niet met de provincies, de PAS-melders in rap tempo individueel te beoordelen. Volgens deze leden moeten hierbij ten minste de volgende vragen beantwoord worden. Is het bedrijf een piekbelaster op een met stikstof overbelast natuurgebied? Ligt het bedrijf op een plek die volgens de oorspronkelijke Ecologische Hoofdstructuur (EHS) zeer waardevol zou zijn als het natuur zou worden? In hoeverre draagt het bedrijf bij aan schade voor het klimaat? In welke mate belast het bedrijf de gezondheid van omwonenden, bijvoorbeeld op het gebied van stank en fijnstof?
Draagt het bedrijf in verhoogde mate bij aan het risico op zoönosen, zoals beschreven in het rapport Bekedam?1 In welke mate voldoet, of werkt het bedrijf reeds toe naar een «dierwaardige veehouderij»? Is het bedrijf grondgebonden en in welke mate is het circulair (door bijvoorbeeld geen krachtvoer van buiten de EU te gebruiken)?
De leden van de PvdD-fractie verzoeken de Minister op basis van een dergelijke beoordeling te besluiten of een PAS-melder toekomstbestendig is, waardoor kan en moet worden ingezet op legalisatie,door bijvoorbeeld een andere piekbelaster uit te kopen, of dat het in het kader van natuur, klimaat, dierenwelzijn en gezondheid noodzakelijk is om te handhaven en de PAS-melder, tegen een billijke compensatie, te laten stoppen. Kan de Minister hier uitgebreid op reageren?
De leden van de PvdD-fractie benadrukken dat de veehouderij voor een zeer ingrijpende transitie staat en dat het, op basis van de genoemde aspecten, niet mogelijk zal zijn om alle PAS-melders te legaliseren. Deelt de Minister dat het in het belang van de boeren is om hier eerlijk en duidelijk over te zijn, en hen geen onrealistische beloftes meer te doen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke manier gaat zij dit duidelijk maken aan de agrarische sector?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie maken zich grote zorgen over de uitvoering van het programma voor het legaliseren van PAS-knelgevallen. Deze leden dringen aan op spoedige uitvoering van opkoopregelingen en inzet op emissie reducerende maatregelen op het boerenerf. Zij hebben nog enkele vragen naar aanleiding van onder meer het advies van de landsadvocaat.
De leden van de SGP-fractie horen graag hoe de Minister aankijkt tegen de mogelijkheid om als Rijk renteloze leningen te verstrekken aan PAS-knelgevallen voor aankoop van stikstofruimte.
De leden van de SGP-fractie constateren dat verschillende provincies huiverig zijn om extern salderen toe te passen, dan wel open te stellen in verband met het additionaliteitsvereiste. Dat belemmert het proces om PAS-knelgevallen te legaliseren. Hoe wordt er samen met provincies aan gewerkt om extern salderen weer toe te passen? Deze leden constateren dat de regering toewerkt naar halvering van de stikstofuitstoot. In hoeverre acht de Minister het mogelijk om via het bestemmen van maximaal 50 procent van de stikstofruimte voor salderen bij externe saldering te voldoen aan het genoemde additionaliteitsvereiste?
De leden van de SGP-fractie constateren dat voor Schiphol en infrastructuurprojecten de stikstofruimte van boerderijen is opgekocht. In hoeverre is daarbij vastgesteld of voldaan is aan het additionaliteitsvereiste, zo vragen deze leden.
De leden van de SGP-fractie lezen dat van handhaving kan worden afgezien als kan worden vastgesteld dat het natuurbelang veel minder zwaar weegt dan de belangen die pleiten tegen handhaving, zoals het handelen ter goeder trouw. Daarvoor is een ecologische onderbouwing nodig om te laten zien dat de minimale deposities van individuele PAS-knelgevallen niet voor aantasting van betrokken natuurwaarden zorgen. Welke mogelijkheden ziet de Minister om op basis van de beschikbare natuurdoelanalyses en aanvullende ecologische analyses in individuele gevallen,al dan niet gebundeld),deze onderbouwing te leveren en vergoedingen te verstrekken voor het opstellen van deze analyses?
De leden van de SGP-fractie horen graag welke mogelijkheden de Minister ziet om infrastructuurprojecten, maar ook grote woningbouwprojecten, vooral te vergunnen via de ADC-toets en beschikbare stikstofruimte op korte termijn zoveel mogelijk in te zetten voor het legaliseren van PAS-knelgevallen.
De leden van de SGP-fractie horen graag wat de mogelijkheden zijn om van handhaving bij PAS-knelgevallen af te zien met een beroep op de depositiereductie als gevolg van de snelheidsmaatregel (100 kilometer per uur).
De leden van de SGP-fractie constateren dat in het kader van de Maatregel Gerichte Aankoop al enkele landbouwbedrijven zijn opgekocht. Hoe wordt deze stikstofruimte ingezet? Wordt ervoor gezorgd dat PAS-knelgevallen snel hiermee geholpen kunnen worden?
De leden van de SGP-fractie zien mogelijkheden voor financiële ondersteuning van PAS-knelgevallen ten behoeve van het verwerven van stikstofruimte. Deze leden denken aan bijvoorbeeld aan een tegemoetkoming voor het leasen van stikstofruimte, waardoor de de-minimis grens voor staatssteun niet overschreden wordt. Welke mogelijkheden ziet de Minister hiervoor?
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van de agenda van het onderhavige stuk en heeft daarover nog enkele vragen.
Het lid van de BBBfractie wil graag weten of,nu er rondom Natura2000-gebieden gronden al minder mogen worden bemest het niet mogelijk is deze ruimte in te zetten ter saldering voor PAS-melders. De provincie Overijssel is immers reeds begonnen met het vergunnen van projecten door ruimte vanuit vrijgekomen emissie- en depositieruimte door bemestingsreductie. Rondom Natura 2000-gebieden wordt straks emissie- en depositiereductie bewerkstelligd door een lagere bemestingsnorm Hoe verhoudt de ruimte die straks vrijkomt zicht tot de vereiste ruimte die nodig is voor legalisering PAS- melders? Dit lid ontvangt graag een overzicht van de geraamde «stikstofdepositie-opbrengsten» versus de benodigde ruimte voor PAS- melders. Ook hoort dit lid graag de onderbouwing van de mogelijkheden die de Minister ziet om deze bemestingsreductie voor legalisering of vrijstelling in te zetten.
Het lid van de BBB-fractie is daarnaast benieuwd wat de Minister onderneemt om ervoor te zorgen dat de evenredigheidstoets wordt aangepast conform de menselijke maat. Deelt de Minister de mening dat het ongekend onrecht is dat, zoals het advies van de landsadvocaat stelt, «financiële belangen, zoals een faillissement, niet dusdanig zwaarwegend zijn dat zij in de weg staan aan handhaving». Dit lid constateert dat we in een tijd leven waarin is gebleken dat ook de rechtspraak soms een verkeerde lijn volgt ingegeven door rigide wetgeving, waarbij de menselijke maat volledig uit het oog verloren is.Zie het voorbeeld van de kinderopvangtoeslagaffaire. Wat vindt de Minister van het feit dat PAS- melders over het algemeen zeer weinig tot vrijwel geen depositie veroorzaken in Natura 2000-gebieden, terwijl in dergelijke gebieden stikstof zelfs slechts één van de vele drukfactoren is waardoor natuur mogelijk zou kunnen verslechteren? Kan het zijn dat hier net zoals bij de kinderopvangtoeslagaffaire sprake is van te rigide wetgeving en normen, waardoor het evenredigheidsbeginsel hier de menselijke maat volledig uit het oog verliest? Dit lid is van mening dat er niet één PAS-melder zal zijn die individueel de veroorzaker is van verslechtering van welk habitattype dan ook. Bovendien is de depositie van deze PAS-melder niet nieuw. Het betreft bedrijven die al sinds jaar en dag bestaan en emissie en depositie op dat Natura 2000-gebied veroorzaken.Van verslechtering zal derhalve geen sprake zijn: het betreft «bestaand gebruik».
Het lid van de BBB-fractie vraagt tot slot of PAS-melders, die zelf rechten hebben aangekocht, zich voor de gemaakte kosten kunnen aanmelden bij het schadeloket om deze op die wijze met terugwerkende kracht te kunnen krijgen gecompenseerd.
II Antwoord / Reactie van de Minister
Rapport Bekedam «Zoonosen in het vizier», bijlage bij Kamerstuk 25 295, nr. 1357.↩︎