Antwoorden op de nog openstaande vragen gesteld in het commissiedebat Mondkapjesdeal (op 21 december jl.)
Bijlage
Nummer: 2023D04333, datum: 2023-02-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Beantwoording toezeggingen en openstaande vragen, gedaan tijdens het debat van 21 december 2022, over de Mondkapjesdeal (2023D04322)
Preview document (🔗 origineel)
Bijlage bij “Verzoek om antwoorden op de nog openstaande vragen gesteld in het commissiedebat Mondkapjesdeal (op 21 december jl.) aan de Kamer te sturen”
Vragen Agema (PVV)
Vraag 1
Dan een inhoudelijke vraag naar aanleiding van de brief. Had de minister het rapport al gelezen toen zij de brief aan de kamer verzond?
Antwoord
In de brief van 16 september 2022 heb ik uw Kamer geïnformeerd over het proces voorafgaande aan de ontvangst van het rapport.1 Als opdrachtgever heeft VWS in de week van 5 september een zogeheten “embargo versie” van het rapport op ambtelijk niveau ingezien om te beoordelen of het onderzoeksbureau aan de onderzoeksopdracht heeft voldaan. Op 8 september 2022 ben ik door ambtelijk VWS mondeling geïnformeerd over hun eerste indruk van het rapport. Op 14 september 2022 heb ik de definitieve versie van het rapport ontvangen en ben ik het rapport zelf gaan lezen en is de kabinetsreactie op het rapport opgesteld. Op 16 september 2022 is deze kabinetsreactie in de Ministerraad besproken waarna ik het rapport met de kabinetsreactie naar uw Kamer heb gestuurd.
Vraag 2
Waarom was een tweede inkoop- en distributiekanaal ongewenst? Er is in Nederland toch een vrije markt? Beschermingsmiddelen vielen daar toch ook onder?
Antwoord
In het rapport van het onderzoeksbureau is hierover aangegeven dat VWS en LCH verschillende keren aan SHA/RGA hebben laten weten geen tweede distributiekanaal naast het LCH te willen, omdat er een risico van concurrentie zou ontstaan op deze toch al overspannen markt.2 Dit met prijsstijging als ongewenst gevolg.
Vragen van Haga (Groep Van Haga)
Vraag 3
Op welke manier kan de eenheid van het kabinetsbeleid en het belang van de Staat in gevaar komen door het recht op informatie van de Kamer, de pers en de burger te respecteren? Is de minister zich ervan bewust dat volgens de Wet open overheid een uitdrukkelijke motivatie moet worden gegeven bij het besluit om geen informatie te verstrekken?
Antwoord
Het recht op informatie van de Kamer, de pers en de burger staat buiten kijf. Tegelijkertijd dient bij het openbaar maken van informatie ook aan de vereisten van de Wet open overheid (Woo) te worden voldaan. De Woo beschermt de contacten tussen bewindspersonen. Het is van groot belang dat bewindspersonen onderling in vertrouwen met elkaar kunnen spreken. Het openbaar maken van de individuele opvattingen van de ministers, kan de eenheid van het kabinetsbeleid in gevaar brengen. Ministers zouden daardoor tegen elkaar uit kunnen worden gespeeld. Met het oog op goed bestuur is dit problematisch. Dit belang wordt onder de Woo beschermd door het bepaalde in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder i: ‘het goed functioneren van de Staat, andere publiekrechtelijke lichamen of bestuursorganen.’3
Vraag 4
Hoe verhoudt het eenzijdige besluit van VWS om geen openheid van zaken meer te geven zich tot artikel 68 van de Grondwet, dat bepaalt dat Kamerleden álle inlichtingen die zij vragen van de bewindspersonen moeten krijgen?
Antwoord
Het gaat hier om een besluit en openbaarmaking op grond van de Wet open overheid (Woo), dat is een ander kader dan artikel 68 Grondwet (GW). De Kamer heeft in haar verzoek van 19 juli 20224 gevraagd om de desbetreffende documenten direct openbaar te maken en met de Kamer te delen. Dit was expliciet gekoppeld aan de afhandeling van het Woo-verzoek van de Volkskrant. Over de voortgang van deze afhandeling is uw Kamer ook geïnformeerd bij brieven van 22 juli 20225, 12 oktober 20226 en 15 december 2022.7 De chat- en sms-berichten zijn om die reden op grond van de Woo beoordeeld. Met inachtneming van de uitzonderingsgronden van de Woo zijn documenten geheel of deels openbaar gemaakt of is openbaarmaking geweigerd. Artikel 68 GW ziet op het verstrekken van inlichtingen aan uw Kamer waarvan het verstrekken niet in strijd is met het belang van de Staat.8
Vraag 5
Vindt de minister dat de door haar opgelegde geheimhouding valt onder artikel 26 van het Reglement van orde voor Raad van Ministers?
Antwoord
Het besluit over de chat- en sms-berichten is genomen op grond van de Woo. Het artikel 26a uit het reglement van orde van de Ministerraad heeft hierbij geen betekenis. Het reglement van orde van de Ministerraad heeft interne betekenis voor het functioneren van de Ministerraad. Het genoemde artikel biedt – bijvoorbeeld – de mogelijkheid om digitaal te kunnen vergaderen in de Ministerraad zo nodig en zo lang de continuïteit van de besluitvorming over de bestrijding van het coronavirus (covid-19) dit noodzakelijk maakt. Dit is ook gebeurd in 2021. Het artikel betreft enkel een aanvullende procesbepaling. Voor het commissiedebat met uw Kamer over de overeenkomst met RGA heeft artikel 26a dan ook geen betekenis. Dit artikel is niet van invloed op de informatierechten van burgers en Kamerleden.
Vraag 6
Welke functionaris VWS zette ondanks enig ongemak over de deal toch een handtekening? Waarom bleef minister De Jonge spreken over schaarste, terwijl zijn ministerie allang op de hoogte was van het feit dat er al meer dan genoeg persoonlijke beschermingsmiddelen onderweg waren naar Nederland? Waarom moest berichtgeving daarover in de media vakkundig gladgestreken worden? Waarom voelden het LCH en Mediq zo veel druk om te tekenen voor een deal? Welke functionaris van VWS zette hen daarin onder druk?
Antwoord
Zoals tevens in de brief staat opgenomen, is een bewindspersoon verantwoordelijk voor de diens ambtelijke organisatie. Het rapport beschrijft dat functionaris 2 VWS heeft aangegeven een finaal akkoord te hebben gegeven en daarom de verantwoordelijkheid te nemen voor de overeenkomst.9 Functionaris 2 VWS had het mandaat om namens VWS PBM in te kopen.10 Het akkoord is mede gegeven vanuit de in de brief beschreven afspraak dat voor orders met een waarde boven vijf miljoen euro toestemming moest worden gegeven door VWS11 èn de brief benoemde ‘Inkoopstrategie LCH’ voor het zonder rem inkopen van PBM.12 Ten aanzien van de ondertekening zij volledigheidshalve het volgende opgemerkt: het onderzoeksbureau heeft in paragraaf 12.7 van het rapport de ondertekening van de RGA-orders beschreven.
Vraag 7
Heeft VWS geprobeerd om de heer Van Lienden het zwijgen op te leggen door een deal met hem te sluiten? Kan de minister uitleggen hoe het kon gebeuren dat de deal met het bedrijf NIHW, gewoon een normale leverancier uit Haarlem, die mondeling, per e-mail en per whatsapp bevestigd was, plotseling werd afgezegd in hetzelfde weekend waarin de louche deal met Van Lienden de voorkeur kreeg?
Antwoord
Het rapport bevat chatverkeer tussen de toenmalig minister van VWS en een VWS functionaris.13 In dat chatverkeer staat: “de kritiek is te massief”. De toenmalig minister van VWS heeft aan het onderzoeksbureau toegelicht dat hij met zijn opmerking “de kritiek is te massief” doelde op de kritiek van de heer Van Lienden op het LCH en dat deze kritiek van de heer Van Lienden te zwaar was aangezet. Daarnaast beschrijft het rapport de wens en opdracht vanuit de politiek en samenleving in de eerste maanden van de coronacrisis: zet alles op alles om zorg te dragen voor voldoende PBM voor het zorgpersoneel. Het sluiten van deze overeenkomst droeg hieraan bij. Daarbij werd voldaan aan de drie voorwaarden: prijs, kwaliteit en leveringszekerheid.14
Inzake het geschil tussen VWS en het bedrijf NIHW kan geen uitspraak worden gedaan wegens een lopende gerechtelijke procedure.
Vragen van Houwelingen (FvD)
Vraag 8
Waarom is er gekozen bij het oprichten van het LCH voor zo'n strikte geheimhoudingsbepaling?
Antwoord
Uit het rapport komt naar voren dat er door het LCH een convenant is opgesteld om de samenwerking tussen de partijen bij het LCH in goede banen te leiden.15 Het convenant bevat afspraken waar partijen die zijn aangesloten bij het LCH zich aan moeten houden. Uit de kernafspraken èn de algemene uitganspunten -die het onderzoeksbureau in het rapport heeft opgenomen- blijkt dat de strikte geheimhouding onder andere voortkomt uit het bewustzijn dat sommige partijen bij het convenant in hun gebruikelijke activiteiten als concurrenten van elkaar opereren in de markt.16
Vraag 9
Waarom moet alles geheim zijn? Waarom kan niet bekend worden gemaakt, desnoods achteraf, wie het convenant hebben getekend en welke transacties binnen het LCH zijn gesloten?
Antwoord
Zoals ook in het rapport staat, kunnen de namen van de ondertekenaars van het convenant niet worden gedeeld omdat het onder andere de contactgegevens van natuurlijke personen betreft. De reden hiervoor is dat VWS gebonden is aan de AVG.17 Het gehele onderzoek ziet op alle PBM inkopen van het LCH en VWS. Als de overige deelonderzoeken zijn afgerond, is het mogelijk om inzicht te krijgen in alle transacties, de bevindingen met elkaar te vergelijken en conclusies te trekken.
Vraag 10
Kunt u ons niet alleen overzicht van transacties binnen Stichting Open Nederland maar ook binnen het LCH verstrekken?
Antwoord
Met betrekking op het overzicht van transacties die zijn uitgevoerd binnen het LCH zij verwezen naar de toelichting onder 3. Overzichten PBM-transacties en omvang winst, in de brief.
Ten aanzien van de transacties binnen de Stichting Open Nederland (SON) zij het volgende opgemerkt. Facturen en andere financiële transacties van SON zijn verwerkt in de jaarrekening van SON die is gepubliceerd op 6 december 2022. Het jaarverslag van SON is gecontroleerd door een onafhankelijke accountant, die een positief oordeel heeft gegeven. Vanuit VWS hebben we volgens de normale financiële verantwoordingsprocedures inzage gekregen van SON en gegeven aan de Kamer in de informatie van alle overboekingen die gedaan zijn vanuit VWS naar SON en andersom. Informatie tussen SON en derden is bedrijfsvertrouwelijk. Het belang van de staat uit artikel 68 van de Grondwet verzet zich tegen openbaarmaking van deze bedrijfsvertrouwelijke informatie.
Vraag 11
Hoe kan het dat de verlenging van de overeenkomst met SON in 2022 met dwingende spoed verlengd is?
Antwoord
SON heeft als onafhankelijke stichting in 2021 de opdracht gekregen van VWS om een netwerk van toegangstesten te realiseren. De wens was om dat in korte tijd op te zetten. Daarom moest VWS afwijken van de aanbestedingsregels. SON heeft middels een zogeheten Open House onderaannemers ingezet, die een marktconform tarief hebben gerekend. In het voorjaar van 2022 liep de opdracht aan SON af en is ook het Testen voor Toegang gestopt. Om de infrastructuur voor het Testen voor Toegang te borgen, is besloten de infrastructuur en kennis over te dragen van SON naar de Dienst Testen, onderdeel van VWS. Om deze overdracht goed te laten verlopen is de opdracht aan SON in 2022 verlengd met een Overbruggingsovereenkomst.
Vragen Azarkan (DENK)
Vraag 12
Op 11 maart nodigt Hugo de Jonge Sywert uit op het ministerie. Heeft Hugo de Jonge nou nooit gedacht dat dit verdacht zou kunnen zijn? Waarom hebben wij de informatie niet gekregen bij het debat van 6 april? Toen ging het namelijk ook over de mondkapjes.
Antwoord
Het is mij niet bekend wat de gedachten van de heer de Jonge waren.
Volledigheidshalve geeft het rapport ten aanzien van eerste contacten bij LCH, onderstaande gebeurtenissen weer:18
Op 11 maart 2020 vindt een gesprek plaats tussen toenmalig minister van VWS, Functionaris 1 VWS en de heer Van Lienden, met als onderwerp het verkiezingsprogramma van het CDA. Dit gesprek volgt op een eerder contact tussen de heer Van Lienden en functionaris 1 VWS begin 2020. Dit gesprek ging over het verzoek de heer Van Lienden om zich aan te sluiten bij het CDA.19
Op 17 maart 2020 hebben Kamerlid Omtzigt en de heer Van Lienden verder WhatsApp contact over de coronacrisis. De heer Van Lienden geeft bij Deloitte aan dat het WhatsApp contact met Kamerlid Omtzigt voor hem de directe aanleiding is geweest om zich bezig te gaan houden met de inkoop en distributie van mondmaskers.20
Op 19 maart 2020 werd de toenmalig minister van VWS aangesteld voor het bestrijden van de coronacrisis. Hij werd aangesteld tezamen met de toenmalig minister voor MZS, die eindverantwoordelijk werd voor de inkoop van PBM.21
Op 20 maart 2020 vraagt de heer Van Lienden via WhatsApp aan Functionaris 1 VWS waar een “vriend” zich kan melden met een aanbod voor mondmaskers.22
Op 17 mei 2021 bevestigt de heer Van Lienden aan de toenmalig minister van VWS dat hij (de toenmalig minister van VWS) niet betrokken was bij de inkoop van PBM (inzake RGA).23
Vraag 13
2% van het chatverkeer is nu geopenbaard. Ik ben benieuwd wat er nog meer is. Ik ben benieuwd of die 98% ooit nog komt.
Antwoord
Ja, VWS werkt ook aan de openbaarmaking van de overige chat- en sms-berichten. Zoals toegelicht in eerdere Kamerbrieven is het op een correcte manier gereed maken van alle relevante chat- en sms-berichten voor afhandeling van Woo verzoeken zeer complex gebleken. Gelet op de ervaringen met het Woo besluit dat in december is genomen, controleert VWS nu eerst of de selectie van de resterende corona gerelateerde chat- en sms-berichten compleet is. Daarnaast controleert VWS of de gegevens die er niet in thuis horen, zoals gegevens betreffende de privésfeer en partijpolitiek uit de beschikbare chat- en sms-berichten zijn verwijderd. Daarna zal VWS starten met het toetsen van deze documenten aan de Woo en eventuele belanghebbenden benaderen voor een zienswijze. Deze stappen zullen veel tijd en capaciteit van VWS vergen.
Vraag 14
Waarom vindt de hoge ambtenaar het eigenlijk heel erg dat de geheime deal op straat is komen liggen?
Antwoord
VWS heeft geen kennis van de opnames van de gesprekken waar de Volkskrant uit citeert en kan daar dus inhoudelijk niet op ingaan.
Vraag 15
Had minister De Jonge in de eerste plaats niet meer afstand moeten houden van iemand die hij persoonlijk kende, persoonlijk had uitgenodigd en met wie hij samen in een commissie zat?
Antwoord
In de brief van 16 september 2022 is als les voor de toekomst benoemd
hoe men juist in een dergelijk tijdsgewricht - met grote publieke druk –
om moet gaan met de rolvastheid van zowel ambtenaren als bewindspersonen
waarbij ambtenaren vanuit een politieke opdracht handelen binnen een
omgeving waarin met verschillende partijen met andere belangen wordt
samengewerkt.24 Zie ook een toelichting op het
tijdgewricht van die tijd in de brief, onder Reflectie.
Vragen van den Berg (CDA)
Vraag 16
VWS en het LCH hebben aangegeven geen tweede inkoop en distributiecentrum naast het LCH te wensen. De vrees was dat de kanalen met elkaar zouden concurreren. In hoeverre zijn er maatregelen genomen dat in tijden van crisis marktconcurrentie verboden zou moeten worden?
Antwoord
Aan het begin van de coronacrisis bleken er in de zorg acute tekorten te zijn van PBM en medische hulpmiddelen. VWS heeft vanaf de eerste melding van het virus, actie ondernomen om de tekorten te beperken. Aangezien Nederland een vrije markteconomie kent, is het verbieden van of reguleren van concurrerende distributiekanalen in principe niet mogelijk. Het Beleidsprogramma pandemische paraatheid25 richt zich onder andere op verbetering van de beschikbaarheid van medische producten in tijden van pandemieën.
Vraag 17
Welke acties heeft de minister ondernomen om weerbaarder te zijn tegen toevallige voorbijgangers?
Antwoord
Tot januari 2024 is er een centrale noodvoorraad mondmaskers en VWS verkent de komende maanden of voor de periode daarna een centrale voorraad PBM of een decentrale voorraad bij leveranciers of groothandels de voorkeur heeft. Een voorraad draagt eraan bij dat er voldoende tijd is voor gedegen afwegingen over de aanschaf van mondmaskers in tijden van tekorten. Dit vergroot de weerbaarheid tegen assertieve leveranciers. Lokale productie kan ook de weerbaarheid tegen toevallige leveranciers vergroten. VWS onderzoekt de mogelijkheid om opschaalbare productiecapaciteit van PBM en meltblown (een grondstof voor de productie van mondmaskers) in Nederland te behouden. Het blijkt complexer dan verwacht om deze capaciteit - tegen redelijke kosten- te behouden. Daarom heeft VWS nog enige tijd nodig om de mogelijkheden te analyseren. In het eerste kwartaal van 2023 wordt uw Kamer geïnformeerd over de voornemens van de minister van VWS met betrekking tot de opschaalbare productiecapaciteit van PBM.
Vraag 18
Wat is het tijdpad van het programma open op orde dat gericht is op het verbeteren van de archivering?
Antwoord
Binnen VWS is het programma Open op Orde gestart in 2021, dit programma loopt door tot 2026. De archivering binnen het ministerie van VWS zal met dit programma structureel verbeterd worden. Het programma sluit aan bij het rijksbrede programma voor de versterking van de informatiehuishouding, dit rijksbrede programma loopt ook tot 2026.
Vraag 19
Wat is de stand van zaken bij zelfvoorzienendheid?
Antwoord
In de brief over de beschikbaarheid van medische producten zal de minister van VWS de vragen beantwoorden van de CDA-fractie over zelfvoorzienendheid. Deze brief ontvangt uw Kamer in het eerste kwartaal van 2023.
Vragen Tielen (VVD)
Vraag 20
Is de minister het met de VVD eens dat er wet- en regelgeving moet komen die crisisgieren de pas afsnijdt? Zo ja, wil de minister onderzoeken of en hoe een crisisclausule kan worden opgesteld, zodat overheden overeenkomsten ongedaan kunnen maken als blijkt dat deze ten tijde van crisisomstandigheden tot verkeerde uitkomsten hebben geleid.
Antwoord
In de brief over de beschikbaarheid van medische producten zal de minister van VWS de vragen beantwoorden van de VVD-fractie over de mogelijkheid van een crisisclausule. Deze brief ontvangt uw Kamer in het eerste kwartaal van 2023.
Vragen Hijink (SP)
Vraag 21
In hoeverre is er een afspraak gemaakt met de heer Van Lienden waarbij hij de deal zou krijgen wanneer hij zijn mond zou houden/geen kritiek zou leveren op het LCH/ zou spreken over de dingen die mis gingen op het ministerie?
Antwoord
Zoals hiervoor bij de beantwoording van vraag 7 al aan de orde kwam, bevat het rapport chatverkeer tussen de toenmalig minister van VWS en een VWS functionaris.26 In dat chatverkeer staat: “de kritiek is te massief”. De toenmalig minister van VWS heeft aan het onderzoeksbureau toegelicht dat hij met zijn opmerking “de kritiek is te massief” doelde op de kritiek van de heer Van Lienden op het LCH en dat deze kritiek van de heer Van Lienden te zwaar was aangezet. Daarnaast beschrijft het rapport de wens en opdracht vanuit de politiek en samenleving in de eerste maanden van de coronacrisis: zet alles op alles om zorg te dragen voor voldoende PBM voor het zorgpersoneel. Het sluiten van deze overeenkomst droeg hieraan bij. Daarbij werd voldaan aan de drie voorwaarden: prijs, kwaliteit en leveringszekerheid.27
Vragen Omtzigt
Vraag 22
“LCH tekent onder protest de order.” Tegen wie protesteert LCH op dat moment?
Antwoord
Het rapport geeft aan dat er binnen het LCH weerstand bestaat tegen zowel het aangaan van een overeenkomst met de belanghebbenden achter RGA, als tegen het zonder begrenzing inkopen van PBM. Vanwege de opdracht van VWS om maximaal PBM in te kopen en om daarbij alle aanbod van PBM op inhoud te beoordelen, neemt het LCH de aanbiedingen van RGA in behandeling. Hierover wordt vervolgens negatief geadviseerd door het LCH. Mediq ondertekent de formele Purchase Orders met RGA namens het LCH dan ook ‘onder protest’.28
Vraag 23
Ik verzoek de regering dan ook te reflecteren op de gekozen constructie en ook feedback te geven op de bijlage waarin vermeld staat hoe de functionarissen zelf meegewerkt hebben.
Antwoord
Voor een reflectie op de gekozen constructie van het onderzoek verwijs ik naar het onderdeel Reflectie in de brief.
Ten aanzien van de feedback op Bijlage C van het rapport, en dan meer specifiek over de overdracht van informatie die heeft plaatsgevonden tussen VWS en het onderzoeksbureau, het volgende.29 Het proces van de verkrijging van de data door het onderzoeksbureau staat in het rapport toegelicht.30 Er bestaat -zoals het lid Omtzigt concludeerde tijdens het commissiedebat - een verschil tussen de initieel door het onderzoeksbureau verzochte data en de door VWS aan het onderzoeksbureau geleverde data. Dat komt ook in het rapport naar voren.31
Dit heeft de volgende reden. Initiële dataverzoeken van het onderzoeksbureau zijn in overleg met VWS gedurende het onderzoek bijgesteld, waardoor er in de loop van het onderzoek minder databronnen zijn opgevraagd. Een verdere duiding van het verschil per databron is hieronder toegelicht:
Mailboxen
Een uitgebreide toelichting op de dataverzoeken voor mailboxen staat in het rapport opgenomen.32 Volledigheidshalve zij hierbij opgemerkt dat in overleg met het onderzoeksbureau twee van de 126 mailboxen zijn uitgesloten van de onderzoekspopulatie. De mailbox van één datahouder is niet geleverd in verband met persoonlijke omstandigheden. Daarnaast is één mailbox uitgesloten in verband met beveiligingseisen die gerelateerd zijn aan de functie van de datahouder.
Persoonlijke folders
VWS heeft negen persoonlijke mappen aan het onderzoeksbureau overgedragen. Vijf persoonlijke mappen zijn niet aan het onderzoeksbureau overgedragen. Voor drie mappen had de datahouder geen toestemming gegeven om de data over te dragen aan het onderzoeksbureau. De overige twee mappen bevatten volgens de ICT-dienstverlener van VWS geen bestanden.33
Berichtenverkeer mobiele telefoon
Gedurende de onderzoeksperiode zijn op verschillende momenten verzoeken voor verscheidene datahouders komen te vervallen.34
Naast de toelichting in het rapport, zij volledigheidshalve het volgende opgemerkt. VWS stelt berichtenverkeer uit mobiele telefoons van functionarissen vanaf het functieniveau “lid Managementteam” veilig in het kader van het afhandelen van onder andere Woo-verzoeken en de Archiefwet. Voor functionarissen onder dat niveau stelt VWS het berichtenverkeer in principe niet veilig. Het onderzoeksbureau heeft om het berichtenverkeer van acht van deze medewerkers verzocht. Twee van deze medewerkers hebben akkoord gegeven voor overdracht. Drie van de datahouders hebben geen toestemming verleend. Van de overige drie datahouders kon geen data worden overgedragen omdat deze medewerkers niet langer in dienst waren bij VWS.
Overige databronnen
Met uitzondering van één elektronische samenwerkingsfunctionaliteit zijn alle door het onderzoeksbureau opgevraagde overige databronnen ter beschikking gesteld aan het onderzoeksbureau. De uitgesloten elektronische samenwerkingsfunctionaliteit had geen betrekking op de inkoop van PBM.
Volgens het onderzoeksbureau is de informatieverzameling voor het onderzoek in zijn totaliteit toereikend gebleken om in voldoende mate een beeld te kunnen krijgen van de feiten en omstandigheden die de grondslag vormen van de bevindingen in het rapport.35
Vragen Westerveld (GroenLinks)
Vraag 24
Is het verantwoord om de laatste vaccinontwikkelaar in publieke handen nu te verkopen aan de markt? Moeten we niet investeren in Nederlandse ontwikkel- en productiefaciliteiten van geneesmiddelen en vaccins?
Antwoord
De minister van VWS is bezig met de voorbereiding van de privatisering van Intravacc B.V. en heeft onlangs in een schriftelijk overleg vragen beantwoord.36 De minister van VWS vindt het verantwoord om Intravacc B.V. te verkopen. De deelname van de Staat in één bedrijf dat specifieke vaccinontwikkeling uitvoert, kan de publieke belangen in het hebben van voldoende vaccins in het kader van pandemische paraatheid niet borgen. Een groot aantal bedrijven in Nederland en daarbuiten is actief om vaccin- en therapieconcepten te testen en gereed te maken voor grootschalige eindproductie. Intravacc B.V. speelt hierin een bescheiden rol. Intravacc B.V. produceert zelf geen vaccins en heeft geen rol bij productie, (ver)koop of distributie van de vaccins.
Vraag 25
Hoeveel heeft Mediq verdiend aan de publiek-private samenwerking met de overheid destijds?
Antwoord
Het onderzoeksbureau heeft relevante passages uit de overeenkomst tussen de Staat en Mediq in het rapport opgenomen.37 Hierin staat onder andere opgenomen dat het uitgangspunt van de dienstverlening van Mediq zonder winstoogmerk is.38
Vraag 26
Hoezo was er een geheimhoudingsplicht bij het tekenen van overeenkomsten?
Antwoord
Zoals hierboven ook is beschreven bij de beantwoording van vraag 8 van de FVD-fractie komt uit het rapport naar voren dat er door het LCH een convenant is opgesteld om de samenwerking tussen de partijen bij het LCH in goede banen te leiden.39 Het convenant bevat afspraken waar partijen die zijn aangesloten bij het LCH zich aan moeten houden. Uit de kernafspraken èn de algemene uitganspunten -die het onderzoeksbureau in het rapport heeft opgenomen- blijkt dat de strikte geheimhouding onder andere voortkomt uit het bewustzijn dat sommige partijen bij het convenant in hun gebruikelijke activiteiten als concurrenten van elkaar opereren in de markt.40
Vragen Van der Plas (BBB)
Vraag 27
Worden er nog kosten verhaald op de betrokkenen? Kunnen we die kosten dan reserveren voor onderzoek naar en compensatie voor long covid en longcovidpatiënten, die nog steeds wachten op compensatie en erkenning?
Antwoord
Indien er een juridische procedure zal worden opgestart, zal het verhalen van de kosten onderdeel uitmaken van de eis van VWS.
Vraag 28
Uit de appberichten blijkt dat toenmalig minister Hugo de Jonge zelf opdracht heeft gegeven aan een ambtenaar om naar aanleiding van Twitterberichten contact met de heer Van Lienden te zoeken. Kan de minister hier misschien opheldering over geven.
Antwoord
Het onderzoeksbureau geeft een gedetailleerde weergave van de wijze de waarop betrokkenen van SHA/RGA in contact komen met VWS en het LCH en er voorstellen worden gedaan om tot afspraken te komen voor de levering van PBM. In de brief van 16 september 2022 is beschreven dat het een les is voor de toekomst hoe je in een dergelijk tijdsgewricht - met grote publieke druk - omgaat met de rolvastheid van zowel ambtenaren als bewindspersonen waarbij ambtenaren vanuit een politieke opdracht handelen binnen een omgeving waarin met verschillende partijen met andere belangen wordt samengewerkt.
Volledigheidshalve, zoals reeds aan uw Kamer gecommuniceerd in de brief van 16 september 2022, bevat het rapport ten opzichte van het debat van 7 april jongstleden geen nieuwe feiten over de betrokkenheid van de toenmalige minister van VWS als het gaat om berichtenverkeer behoudens twee WhatsApp-berichten.41
Vraag 29
Uiteindelijk ontstond zelfs de situatie dat er voor 100,8 miljoen aan mondkapjes onderweg waren naar Nederland die de kwaliteitstoets niet doorstonden. Later kwamen ze ineens wel door de kwaliteitstest. Ik zou graag van de minister horen hoe dit exact in zijn werk is gegaan.
Antwoord
De RGA-overeenkomst voldeed aan de geldende criteria, te weten: prijs, kwaliteit en leveringszekerheid. In het hoofdstuk ‘Kwaliteit’ beschrijft het onderzoeksbureau de controle van de kwaliteit van de geleverde RGA-mondmaskers als onderdeel in het inkoopproces van het LCH beschreven en de rol van het RIVM. Hoewel er bij aanvang verschillende vragen waren over de kwaliteit van de geleverde PBM, is uiteindelijk door een zogeheten notified body – BSI – via een testrapport vastgesteld dat de kwaliteit van de door RGA geleverde producten in orde was zoals met de Kamer is gecommuniceerd. Ook blijkt uit het rapport dat de andere notified body – CCQS – op vragen van RIVM aangeeft dat de geteste producten geen grafeen bevatten. Het rapport bevestigt dat de kwaliteit van de geleverde PBM voldeed aan de gestelde criteria.42
Vraag 30
Klopt het dat Whatsapp en andere snelle persoonlijke contacten het belangrijkste kanaal waren voor besluitvorming?
Antwoord
In een crisis spelen alle soorten communicatie een belangrijke rol: bellen, vergaderen, appen, formele stukken etc. WhatsApp en andere snelle persoonlijke contacten hebben zeker een belangrijke rol gespeeld. Dat is een belangrijke reden waarom VWS veel moeite heeft gestoken in het veiligstellen van berichtenverkeer.
Vraag 31
Op grond van welke werkwijze werden voorstellen die op het ministerie afkwamen, beoordeeld?
Antwoord
Zoals uit het rapport van het onderzoeksbureau blijkt, worden vanaf begin april 2020 binnen het LCH wekelijks de verwachte inkoopprijs, de maximumprijs en de minimale afname van diverse soorten PBM, waaronder mondmaskers, per e-mail gedeeld. Inkopers van het LCH gebruikten dit overzicht met bandbreedtes bij de beoordeling van de prijzen waartegen de PBM werden aangeboden. De prijsbandbreedte voor de inkoop van mondmaskers die het LCH hanteerde voor de week waarin de transactie met RGA plaatsvond lag tussen € 2,50 (verwachte inkoopprijs) en € 3,00 (maximale inkoopprijs). De prijzen van € 2,26 en € 2,78 pasten binnen de bandbreedte van die week van € 2,50 tot maximaal € 3,00.43 Volledigheidshalve verwijs ik ten aanzien van de wijze waarop voorstellen en de op het ministerie afkwamen werden afgehandeld naar paragraaf 2.4.6 “Inkoopproces LCH” en hoofdstuk 9 “VIP-team” van het rapport.
Vraag 32
Uit het voorgaande bleek al dat de kwaliteit van de mondkapjes kennelijk toch van ondergeschikt belang was. Dit is niet wat er toen gecommuniceerd werd. Het is verbazingwekkend dat de mondkapjes zo gepusht zijn als maatregel terwijl dit alles op de achtergrond speelde. Graag een reactie van de minister.
Antwoord
Mondkapjes helpen om verspreiding van het virus te voorkomen, juist ook wanneer mensen nog niet weten dat ze besmet zijn. Mondkapjes zijn ingezet als preventieve voorzorgsmaatregel, in aanvulling op bronmaatregelen en contactbeperkende maatregelen. In situaties waar de 1,5 meter niet in acht genomen kon worden, boden mondkapjes in het bijzonder extra bescherming. Het gebruik van medische mondkapjes kon de toenemende druk op de zorg daarmee beperken.
Kamerstuk 32 805, nr. 148↩︎
«Onderzoek inkoop PBM – (deel)Verslag van Handelingen inzake transacties Relief Goods Alliance B.V.», o.a. randnummer 601, 624 en 626↩︎
Zie ook: antwoorden van de minister-president, de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 3 oktober 2022 op vragen van de vaste commissie van Binnenlandse Zaken over de archivering van stukken door bewindspersonen onder de Archiefwet en de WOO/WOB, antwoord op vraag 18, te raadplegen via:
Antwoorden op vragen over archivering van stukken door bewindspersonen onder de Archiefwet en de WOO/WOB | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎
Uw kenmerk: 2022Z15232↩︎
Tweede Kamer, vergaderjaar 2021-2022, 32805, nr. 144↩︎
Tweede Kamer, vergaderjaar 2021-2022, 32805, nr. 144↩︎
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 32805, nr. 154↩︎
Zie verwijzing noot 3↩︎
«Onderzoek inkoop PBM – (deel)Verslag van Handelingen inzake transacties Relief Goods Alliance B.V.», randnummer 852 en 840↩︎
Zie bijvoorbeeld «Onderzoek inkoop PBM – (deel)Verslag van Handelingen inzake transacties Relief Goods Alliance B.V.», randnummers 404, 419 en 420↩︎
«Onderzoek inkoop PBM – (deel)Verslag van Handelingen inzake transacties Relief Goods Alliance B.V.», randnummer 201↩︎
«Onderzoek inkoop PBM – (deel)Verslag van Handelingen inzake transacties Relief Goods Alliance B.V.», randnummer 406↩︎
«Onderzoek inkoop PBM – (deel)Verslag van Handelingen inzake transacties Relief Goods Alliance B.V.», voetnoot 480↩︎
Zie hiervoor bijvoorbeeld «Onderzoek inkoop PBM – (deel)Verslag van Handelingen inzake transacties Relief Goods Alliance B.V.», voetnoot 480 en randnummer 408 en 462↩︎
«Onderzoek inkoop PBM – (deel)Verslag van Handelingen inzake transacties Relief Goods Alliance B.V.», randnummer 150↩︎
«Onderzoek inkoop PBM – (deel)Verslag van Handelingen inzake transacties Relief Goods Alliance B.V.», randnummers 157 en 158↩︎
«Onderzoek inkoop PBM – (deel)Verslag van Handelingen inzake transacties Relief Goods Alliance B.V.», randnummer 1365↩︎
«Onderzoek inkoop PBM – (deel)Verslag van Handelingen inzake transacties Relief Goods Alliance B.V.», paragraaf 10.3↩︎
«Onderzoek inkoop PBM – (deel)Verslag van Handelingen inzake transacties Relief Goods Alliance B.V.», randnummer 508↩︎
«Onderzoek inkoop PBM – (deel)Verslag van Handelingen inzake transacties Relief Goods Alliance B.V.», randnummer 510↩︎
«Onderzoek inkoop PBM – (deel)Verslag van Handelingen inzake transacties Relief Goods Alliance B.V.», randnummer 509↩︎
«Onderzoek inkoop PBM – (deel)Verslag van Handelingen inzake transacties Relief Goods Alliance B.V.», randnummer 511↩︎
«Onderzoek inkoop PBM – (deel)Verslag van Handelingen inzake transacties Relief Goods Alliance B.V.», randnummer 509↩︎
Kamerstuk 32 805, nr. 148↩︎
Kamerstuk 25 295, nr. 1964↩︎
«Onderzoek inkoop PBM – (deel)Verslag van Handelingen inzake transacties Relief Goods Alliance B.V.», voetnoot 480↩︎
Zie hiervoor bijvoorbeeld «Onderzoek inkoop PBM – (deel)Verslag van Handelingen inzake transacties Relief Goods Alliance B.V.», voetnoot 480 en randnummer 408 en 462↩︎
«Onderzoek inkoop PBM – (deel)Verslag van Handelingen inzake transacties Relief Goods Alliance B.V.», randnummers 22, 783 en 867↩︎
«Onderzoek inkoop PBM – (deel)Verslag van Handelingen inzake transacties Relief Goods Alliance B.V.», bijlage C – Onderzoeksinformatie. Deze bijlage beschrijft op welke wijze het onderzoeksbureau de voor het Onderzoek benodigde (digitale) data heeft geïdentificeerd, verzameld, verwerkt en geanalyseerd.↩︎
«Onderzoek inkoop PBM – (deel)Verslag van Handelingen inzake transacties Relief Goods Alliance B.V.» bijlagen B en C↩︎
«Onderzoek inkoop PBM – (deel)Verslag van Handelingen inzake transacties Relief Goods Alliance B.V.», bijlage Tabel 17: Informatieverzoeken C- en verstrekte en niet-verstrekte gegevens↩︎
«Onderzoek inkoop PBM – (deel)Verslag van Handelingen inzake transacties Relief Goods Alliance B.V.», Bijlage C.3 (pg 477)↩︎
«Onderzoek inkoop PBM – (deel)Verslag van Handelingen inzake transacties Relief Goods Alliance B.V.», bijlage C.3 (pg 478) – informatieverzoeken datahouders↩︎
«Onderzoek inkoop PBM – (deel)Verslag van Handelingen inzake transacties Relief Goods Alliance B.V.», bijlage C.3 (pg 478-483)↩︎
«Onderzoek inkoop PBM – (deel)Verslag van Handelingen inzake transacties Relief Goods Alliance B.V.», randnummers 8 en 81↩︎
Brief d.d. 19 januari 2023↩︎
«Onderzoek inkoop PBM – (deel)Verslag van Handelingen inzake transacties Relief Goods Alliance B.V.», paragraaf 2.4.5.10↩︎
«Onderzoek inkoop PBM – (deel)Verslag van Handelingen inzake transacties Relief Goods Alliance B.V.», randnummer 184↩︎
«Onderzoek inkoop PBM – (deel)Verslag van Handelingen inzake transacties Relief Goods Alliance B.V.», randnummer 150↩︎
«Onderzoek inkoop PBM – (deel)Verslag van Handelingen inzake transacties Relief Goods Alliance B.V.», randnummers 157 en 158↩︎
Kamerstuk 32 805, nr. 148↩︎
«Onderzoek inkoop PBM – (deel)Verslag van Handelingen inzake transacties Relief Goods Alliance B.V.», paragraaf 15.11 Reactie verzoeken aan CCQS en testuitslag BSI↩︎
«Onderzoek inkoop PBM – (deel)Verslag van Handelingen inzake transacties Relief Goods Alliance B.V.», randnummers 886 en 887↩︎