Nederlands standpunt Russische sporters
Toekomstig sportbeleid
Brief regering
Nummer: 2023D05461, datum: 2023-02-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30234-334).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 30234 -334 Toekomstig sportbeleid.
Onderdeel van zaak 2023Z02378:
- Indiener: C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2023-02-14 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-03-09 14:00: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2023-04-05 15:30: Sportbeleid (Commissiedebat), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2023-04-13 14:20: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
30 234 Toekomstig sportbeleid
36 045 Situatie in de Oekraïne
Nr. 334 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 februari 2023
Op 25 januari van dit jaar heeft het IOC een statement gepubliceerd met als onderwerp het verkennen van een traject om Russische en Wit-Russische atleten onder neutrale vlag toe te laten tot de competitie. Uw Kamer heeft op 8 februari jl. (Handelingen II 2022/23, nr. 50, Stemmingen) een motie aangenomen waarin de regering wordt verzocht zich uit te spreken tegen het toelaten van Russische atleten bij de Olympische Spelen in 2024, onder welke vlag dan ook.1
Middels deze brief informeer ik uw Kamer graag over ons standpunt op het statement van het IOC.
Na de inval van Rusland in Oekraïne in 2022 heeft het IOC internationale sportfederaties opgeroepen om atleten, functionarissen en teams uit Rusland en Wit-Rusland uit te sluiten van internationale evenementen. Ik heb me samen met mijn internationale collega’s daar in meerdere statements richting de internationale sport voor uitgesproken.2
Naar aanleiding van het statement van IOC van 25 januari jl. heeft het Verenigd Koninkrijk het initiatief genomen om een digitale bijeenkomst te organiseren om met gelijkgestemde landen van gedachten te wisselen.
Na een opening door de Britse Minister Secretary of State voor Cultuur, Media en Sport, Lucy Fraser, heeft de Oekraïense president Zelenskyy een pleidooi gehouden dat deelname van Russische en Wit-Russische sporters een aanval is op de Olympische waarden en de oorlog in Oekraïne normaliseert. Vervolgens heeft een groot aantal landen, waaronder Nederland, hun standpunt uitgedragen. De Britse voorzitter concludeerde dat het van groot belang is eenheid uit te blijven stralen richting het IOC. Zij zal het initiatief nemen om op korte termijn tot een gezamenlijk statement te komen. Zweden zal daarbij als EU-voorzitter de coördinatie voor de Europese Unie verzorgen.
Ons standpunt was, en is nog steeds dat Rusland en Wit-Rusland moeten worden geweerd van internationale sportwedstrijden. Ik heb in lijn met de motie bovendien expliciet aangegeven dat wat het Nederlandse kabinet betreft Russische en Wit-Russische sporters niet welkom zijn op internationale sporttoernooien, zoals de Olympische Spelen, onder welke vlag dan ook.
Hierbij wil ik wel aangeven dat de (internationale) sport autonoom is in de keuze om Russische en Wit-Russische sporters toe te laten tot internationale sportwedstrijden. Ik constateer dat bij het IOC de mensenrechten van individuele sporters en de manier waarop die worden geborgd in het Olympisch Handvest een belangrijke rol spelen in de verkenning naar de voorwaarden waaronder individuele Russische en Wit-Russische sporters onder neutrale vlag zouden kunnen deelnemen aan internationale sportwedstrijden ter voorbereiding op de Olympische Spelen. Wanneer het IOC besluit om Russische en Wit-Russische sporters onder bepaalde voorwaarden onder neutrale vlag toe te laten, heb ik geen middelen om dat tegen te gaan.
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,
C. Helder