[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van een schriftelijk overleg over het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 23 januari 2023 (Kamerstuk 21501-02-2602) en de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 20 februari 2023 (Kamerstuk 21501-02-2605)

Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Verslag van een schriftelijk overleg

Nummer: 2023D06489, datum: 2023-02-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-02-2611).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 02-2611 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken .

Onderdeel van zaak 2023Z02821:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2611 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 23 februari 2023

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de brief van 31 januari 2023 over het Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 23 januari 2023 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2602) en de Geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 20 februari 2023 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2605).

De vragen en opmerkingen zijn op 14 februari 2023 aan de Minister van Buitenlandse Zaken voorgelegd. Bij brief van 16 februari 2023 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie,
Rudmer Heerema

De adjunct-griffier van de commissie,
Blom

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersoon 2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie 2
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie 7
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie 12
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie 16
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie 21
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie 23
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie 29
Vragen en opmerkingen van de leden van de DENK-fractie 32
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie 35
II Volledige agenda 37

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersoon

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) van 20 februari 2023. Zij hebben hierover nog de volgende vragen en opmerkingen.

Rusland

De leden van de VVD-fractie maken zich zorgen om de voortdurende Russische agressie tegen Oekraïne, zeker nu Rusland een voorjaarsoffensief lijkt te hebben ingezet. Het is essentieel dat Nederland, met een brede coalitie van landen, Oekraïne blijft steunen. Deze leden zijn dan ook verheugd met de toegezegde tanks om Oekraïne verder te steunen. Op dit moment vraagt Oekraïne om langeafstandsraketten en gevechtsvliegtuigen. Deze leden zijn van mening dat Nederland bereid moet zijn om F16s te leveren, mits in een brede coalitie van andere NAVO-landen. Deelt de Minister deze mening?

1. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet bekijkt steeds alle mogelijkheden om Oekraïne zo goed mogelijk te steunen om zich te verdedigen tegen de Russische agressie. In verschillende debatten en Kamerbrieven heeft het kabinet de Nederlandse militaire steun toegelicht, bijvoorbeeld in Kamerstuk Levering Leopard-1 tanks aan Oekraïne» (Kamerstukken 36 045 en 22 054, nr. 138). Militaire steun vergt steeds een zorgvuldige afweging met oog voor effectiviteit van de steun, impact op de gereedheid van de Nederlandse krijgsmacht en escalatie risico’s. Dit doen wij uiteraard in nauw overleg en samenwerking met onze bondgenoten.

President Zelensky heeft afgelopen week in Brussel opnieuw duidelijk gemaakt dat Oekraïne zo snel mogelijk lid wil worden van de Europese Unie. De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat Oekraïne geen lid kan worden van de Europese Unie (EU) zolang het land nog in oorlog is en niet aan de voorwaarden voor toetreding voldoet. Deelt de Minister deze mening?

2. Antwoord van het kabinet:

Er bestaan geen short-cuts in het EU-toetredingsproces. Oekraïne zal dus, net als alle andere (potentiële) kandidaat-lidstaten, moeten voldoen aan alle strikte voorwaarden. Precieze afspraken hierover zullen te zijner tijd worden vastgelegd in het onderhandelingsraamwerk.

Is de Minister bereid dit ook uit te dragen (eventueel met gelijkgezinde landen) om op deze manier aan verwachtingenmanagement te doen?

3. Antwoord van het kabinet:

De boodschap dat er geen short-cuts in het EU-toetredingsproces kunnen bestaan en dat Oekraïne aan alle gebruikelijke afspraken omtrent toetreding zal moeten voldoen, draagt het kabinet consequent uit, zowel in EU-verband als in de bilaterale gesprekken met Oekraïne. Het kabinet zal dit blijven doen.

De leden van de VVD-fractie maken zich zorgen om de ontwijking van sancties richting Rusland die nog steeds op grote schaal plaatsvinden. Is de Minister bereid zich hier bij de Raad nogmaals over uit te spreken?

4. Antwoord van het kabinet:

Nederland heeft hier tijdens de RBZ meerdere keren op aangedrongen. Mede door Nederlandse inzet is het contactpunt Rusland-sancties binnen de Europese Commissie bestendigd, zoals ook gemeld in de brief Stand van zaken Sanctienaleving van 4 november 20221. Daarnaast is er een EU Speciaal Gezant aangesteld om de EU-sanctieinzet met derde landen te coördineren en sanctie-omzeiling tegen te gaan. Nederland is voorstander van aanvullende maatregelen en maakt zich binnen de EU hard voor structurele versterking van de anti-omzeilingscapaciteit in Brussel. De Minister van Buitenlandse Zaken heeft hierop eerder deze week ook opnieuw aangedrongen bij de Hoge Vertegenwoordiger.

Op dit moment speelt ook de discussie om de leden van de Wagner Group op de EU terrorismelijst te plaatsen. Hierover is ook een motie aangenomen (Handelingen II 2022/23, nr. 51, Stemmingen) bij het debat over de EU-top (Handelingen II 2022/23, nr. 50, Debat over de Europese top van 9 en 10 februari 2023) (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1908). Kan de Minister de stand van zaken rondom deze discussie met de Kamer delen? Is hij ook bereid zich bij deze Raad in te zetten voor het zo snel mogelijk op de terrorismelijst zetten van de Wagner Group?

5. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet onderschrijft de doelstelling om het sanctie-instrumentarium in te zetten om de activiteiten van de Wagnergroep waar mogelijk verder te ontregelen, maar wil dit niet vastpinnen op een specifiek instrument. De Wagnergroep is als entiteit reeds gelist onder het EU mensenrechtensanctieregime. Ook zijn verschillende personen en entiteiten gelieerd aan deze organisatie onder verschillende thematische en geografische sanctieregimes gelist. Dit betekent dat de tegoeden van de Wagnergroep in de EU bevroren zijn en het verboden is om financiële middelen aan hen beschikbaar te stellen. Op dit moment is het helaas juridisch niet te realiseren om (leden van) de Wagnergroep op de EU terrorismelijst te plaatsen. Naast steun van alle EU-lidstaten is ook een nationaal besluit van een bevoegde autoriteit nodig. Het gaat daarbij om een uitspraak van een rechtbank of een nationale terrorisme-listing. Op dit moment is dat niet voorhanden. Het kabinet zet daarom in op alle mogelijkheden om materieel effect te sorteren ter verstoring van de activiteiten van Wagner en kijkt daarbij naar alle mogelijke instrumenten (inclusief listings en sancties) in samenwerking met andere lidstaten.

De leden van de VVD-fractie hebben ook vernomen dat de Moldavische president zorgen heeft geuit over een mogelijke Russische aanval op haar land. Kan de Minister de huidige stand van zaken omtrent deze ontwikkeling toelichten?

6. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet heeft kennisgenomen van de persconferentie waarin de Moldavische president, Maia Sandu, Rusland heeft beschuldigd van het voorbereiden van een staatsgreep in haar land. Het kabinet kan deze specifieke beschuldiging niet bevestigen, maar is op de hoogte van het feit dat Rusland al sinds langere tijd via hybride dreigingen, zoals desinformatiecampagnes en het financieren van anti-regeringsdemonstraties, Moldavië probeert te destabiliseren en de pro-Europese krachten probeert te ondermijnen.

Zijn er concrete aanwijzingen die duiden op een verbreding van de Russische agressie richting andere landen en hulpvragen vanuit die landen?

7. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet heeft gezien waar Rusland toe in staat is, en maakt zich zorgen over de invloed die Rusland probeert uit te oefenen op andere landen in de regio. Moldavië heeft de internationale gemeenschap als gevolg van de gepercipieerde dreiging verzocht om luchtafweercapaciteiten te leveren aan het land. Nederland heeft gekeken of aan dit verzoek kan worden gedaan, maar gezien de inspanningen gericht op de ondersteuning van Oekraïne en de versterking van de Oostflank, is dergelijke ondersteuning op dit moment niet mogelijk gebleken.

Afghanistan

De leden van de VVD-fractie zijn bezorgd om de ernstige economische, financiële en humanitaire crisis in Afghanistan. Verbetering lijkt in de komende maanden onwaarschijnlijk en de Taliban legt de (vrouwelijke) bevolking steeds strengere regels op. Nederland is ook direct gebaat bij een stabiel Afghanistan, om het voorkomen van een broeinest voor terrorisme en het voorkomen van grote migratiestromen richting Europa. Het is daarom van groot belang dat Nederland zich internationaal expliciet blijft inzetten tegen erkenning van de Taliban als regering. Is de Minister bereid dit punt te maken tijdens de Raad Buitenlandse Zaken?

8. Antwoord van het kabinet:

Nederland erkent de Taliban niet als vertegenwoordiging van de Afghaanse bevolking, in lijn met motie van het lid De Roon2. De EU en de internationale gemeenschap zijn hierin eensgezind. Nederland zet zich er voor in dat dit zo blijft.

De leden van de VVD-fractie steunen de inzet van de Minister als het gaat om het met klem veroordelen van de beslissing om meisjes en vrouwen te verbieden te studeren of voor non-gouvernementele organisaties (ngo’s) te werken. De Taliban moet zo scherp mogelijk veroordeeld worden. Wil de Minister zich hier in EU-verband voor inzetten?

9. Antwoord van het kabinet:

Het besluit van de Taliban om vrouwen te weren van universiteiten en het werken bij ngo’s te verbieden is verwerpelijk en onacceptabel. Het kabinet is voornemens aan te dringen op een stevige gezamenlijke EU-positie in Raadsconclusies tijdens een volgende RBZ, om hulp van vrouwen aan vrouwen weer mogelijk te maken.

Daarnaast vragen deze leden zich af wat er op dit moment (Europa-breed) gedaan wordt om grote migratiestromen vanuit Afghanistan richting Europa te voorkomen.

10. Antwoord van het kabinet:

De Europese Commissie steunt via verschillende programma’s onder het Instrument voor Nabuurschap, Ontwikkeling en Internationale Samenwerking (NDICI) Afghaanse vluchtelingen en ontheemden in onder meer Pakistan, Iran, en Afghanistan, alsook het versterken van migratiemanagement en bescherming langs de Zijderoute. Daarnaast is er een Team Europe Initiative opgezet voor Afghaanse ontheemding om de gezamenlijke EU impact te versterken. Nederland neemt daaraan deel. In lijn met motie van de leden Piri en Van der Lee is de Nederlandse inzet op opvang in de regio geïntensiveerd.3 Het programma wordt momenteel nog verder uitgewerkt, maar richt zich vooral op bescherming, huisvesting, beroepsonderwijs en werkgelegenheid voor Afghaanse vluchtelingen, asielzoekers en hun gastgemeenschappen in de omliggende landen. Tot slot sluit Nederland zich aan bij het Support Platform for the Solutions Strategy for Afghan Refugees (SSAR). Dit platform zoekt met internationale organisaties, de EU en andere landen naar een gezamenlijke oplossing voor de Afghaanse vluchtelingensituatie.

Iran

De leden van de VVD-fractie delen de mening dat de intensiteit van de protesten in Iran lijkt te zijn afgenomen, maar maken zich onverminderd zorgen om de ernstige mensenrechtenschendingen die nog steeds plaatsvinden. Deze leden zijn van mening dat de leden van het Iraanse Islamitische Revolutionaire Gardekorps zo snel mogelijk op de EU-terroristenlijst moet komen. Deelt de Minister deze mening en is hij bereid zich hiervoor in te zetten?

11. Antwoord van het kabinet:

Indien er aanwijzingen zijn dat personen – geassocieerd met de IRGC – schuldig zijn aan terroristische activiteiten zet het kabinet zich er uiteraard voor in om hen ook persoonlijk op de EU-terrorismelijst te zetten, waarbij overigens wel aan de juridische voorwaarden moet worden voldaan. Dit is in het verleden ook gebeurd. In januari 2019 zijn- mede op voordracht van Nederland – twee Iraanse individuen en de Directie voor Interne Veiligheid van het Iraanse ministerie voor Inlichtingen en Veiligheid (MOIS) op de EU-terrorismelijst geplaatst. Hetzelfde geldt voor vier aan IRGC gerelateerde individuen die op de lijst werden geplaatst na een veroordeling voor het plannen van een aanslag op de ambassadeur van Saudi-Arabië in Washington in 2011. Voor plaatsing op de EU-terrorismelijst geldt echter wel een hoge juridische drempel. Zoals ook gesteld in het antwoord op vraag 5, werken terrorisme-sancties anders dan mensenrechtensancties of geografische sanctieregimes. Naast steun van alle EU-lidstaten is hiervoor ook een nationaal besluit van een bevoegde autoriteit nodig. Het gaat daarbij om een uitspraak van een rechtbank of een nationale terrorisme-listing. Daarnaast blijft het kabinet inzetten op listing van aan de IRGC gerelateerde personen onder het Iran mensenrechten-sanctieregime, voor zover zij schuldig zijn aan mensenrechtenschendingen.

Deze leden lezen dat dat er nieuwe, gerichte sancties worden voorbereid. Zij vragen de Minister zich in te zetten voor zo breed en gericht mogelijke sancties. Kan de Minister ook reflecteren op de (Europese) voortgang op sanctiehandhaving voor sancties richting Iran?

12. Antwoord van het kabinet:

Voor alle sancties, ook de Iran-sancties, geldt dat effectieve naleving essentieel is. Nederland implementeert sancties strikt en eenieder dient zich aan de sancties te houden. Indien er aanwijzingen zijn dat er sancties worden overtreden dan wordt altijd onderzoek gedaan en waar nodig handhavend opgetreden. Naleving en handhaving van sancties zijn primair nationale verantwoordelijkheden, tegelijkertijd staat naleving en handhaving in Brussel regelmatig en in diverse gremia op de agenda. De Europese Commissie bekleedt een coördinerende rol ten behoeve van een gelijke toepassing van Europese regels in de lidstaten en ter bevordering van een gelijk speelveld.

Tot slot willen de VVD-fractieleden vragen naar de voortgang van de bescherming van de Iraanse diaspora in Nederland. Deze leden zijn van mening dat het volstrekt onacceptabel is dat Teheran in staat is in Nederland te intimideren. De Minister heeft eerder toegezegd te werken aan het voorkomen hiervan. Kan de Minister toelichten wat de voortgang hiervan is?

13 Antwoord van het kabinet:

Het kabinet is het eens met de VVD-fractie dat ongewenste buitenlandse inmenging (OBI) onacceptabel is. Mensen in Nederland moeten in vrijheid hun eigen keuzes kunnen maken. Op het moment dat er sprake is van intimidatie of bedreiging door wie dan ook, is het raadzaam naar de politie te gaan om melding of aangifte te doen. Of individuele zaken aanleiding geven tot het treffen van aanvullende beveiligingsmaatregelen, is primair aan het lokaal bevoegd gezag. Het kabinet komt breder op deze problematiek terug in de brief die aan uw Kamer zal worden verzonden over de uitkomsten van de verkenning naar een OBI-meldpunt.

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geagendeerde stukken en hebben daar nog enkele vragen over.

China

De leden van de D66-fractie zijn ontstemd over het bericht dat de Gouverneur van de Chinese provincie Oost-Turkestan van plan is een bezoek te brengen aan Brussel. In de provincie waar deze gouverneur verantwoordelijk voor is, wordt genocide gepleegd op de Oeigoerse bevolking. Wat deze leden betreft is deze Chinese functionaris niet welkom in de Europese Unie. Wat is het doel van het bezoek van de Gouverneur?

14. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet en de EU zijn zich er van bewust dat het doel van het bezoek van de gouverneur van Xinjiang is om op hoog niveau de officiële Chinese positie over te brengen.

Is de Minister bereid te pleiten bij de Hoge Vertegenwoordiger dat deze gesprekken geen doorgang vinden? Indien deze gesprekken toch doorgang vinden, kan de Minister dan oproepen tot de vrijlating van alle willekeurig gedetineerden?

15. Antwoord van het kabinet:

De EU benut het bezoek van de gouverneur van Xinjiang aan Brussel om ernstige zorgen over de mensenrechtensituatie in Xinjiang direct over te brengen. De Europese Dienst voor Extern Optreden bevestigt dat EU ambtenaren die in gesprek gaan met de gouverneur de Europese zorgen zullen uiten over het bestaan van politieke heropvoedingskampen, systematische beperking en schending van fundamentele rechten, zoals die op vrijheid van religie en geloof, als ook de zorgen over dwangarbeid, martelingen, gedwongen abortus en sterilisatie, geboortebeperking, en seksueel geweld. Dit is in lijn met het standpunt van het kabinet ten aanzien van Xinjiang.

Is de Minister bereid te onderzoeken of deze persoon in aanmerking komt voor Europese Magnitsky listing?

16. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet doet geen voorafgaande uitspraken over nieuwe listings binnen het EU Mensenrechtensanctieregime.

Oekraïne

De leden van de D66-fractie hebben enkele vragen over de misdaad van agressie in relatie tot Oekraïne. Hoe staat het met de reactie van het ministerie op de aangehouden motie van het lid Sjoerdsma?4

17. Antwoord van het kabinet:

Gezien de waarde die Nederland hecht aan het Internationaal Strafhof zal Nederland in bilaterale contacten met Oekraïne blijven aandringen op ratificatie van het Statuut van Rome. Ratificatie van het Statuut van Rome is ook één van de voorwaarden van het EU-lidmaatschap. Oekraïne is zich bewust van het belang van deze kwestie.

Amendering van artikel 15 bis van het Statuut van Rome, in die zin dat het misdrijf agressie ook door het Internationaal Strafhof kan worden vervolgd indien onderdanen van een niet-partijstaat zich eraan hebben schuldig gemaakt, kan alleen als er voldoende draagvlak in de internationale gemeenschap bestaat. Daarvan is op dit moment geen sprake.

Daarnaast lezen deze leden dat het International Centre for the Prosecution of the Crime of Aggression wordt opgericht in Den Haag. Het is essentieel dat bij deze grootschalige oorlog de internationale capaciteit om gerechtigheid mogelijk te maken wordt opgeschaald. Een aantal vragen over dit centrum: Wat is de verhouding tussen de initiatieven die worden ontplooid in het «International Centre for the Prosecution of the Crime of Aggression (IPCA) en het Internationaal Strafhof (ICC)? Is Nederland aangehaakt bij de gesprekken over het IPCA? In het verlengde van gerechtigheid hebben deze leden een vraag over de recente forensische onderzoeksmissie van de Koninklijke Marechaussee in Oekraïne. Een pioniersmissie die wat deze leden betreft als voorbeeld kan dienen voor een structurele forensische capaciteit bij het Internationaal Strafhof. Kan de Minister in de Raad bepleiten dat Europese lidstaten permanent forensische capaciteit aanbieden bij het Internationaal Strafhof, die niet alleen voor Oekraïne kan worden ingezet maar ook voor andere conflicten?

18. Antwoord van het kabinet:

Het International Centre for the Prosecution of the Crime (ICPA) is in de eerste plaats bedoeld om onderzoek te doen dat ten dienste staat aan jurisdicties die het misdrijf agressie in de context van de oorlog in Oekraïne (kunnen) vervolgen. Dit kan dus betrekking hebben op nationale rechtspraak, maar ook op een mogelijk speciaal agressietribunaal. Zoals bekend heeft het Internationaal Strafhof niet de bevoegdheid het misdrijf agressie te vervolgen in de huidige omstandigheden. Dat laat onverlet dat onderzoek door het ICPA relevant kan zijn voor onderzoek dat het Internationaal Strafhof al doet naar aanleiding van de verwijzing van maart 2022 van de situatie in Oekraïne door 43 landen, waaronder Nederland. Nederland is, als belangrijke aanjager in de totstandkoming van het IPCA en als beoogd gastland van het IPCA, actief aangehaakt bij gesprekken over het IPCA met zowel de Europese Commissie als met Oekraïne.

Het is de ambitie van het Internationaal Strafhof om permanent forensische capaciteit ter beschikking te hebben. Nederland zal hiertoe de mogelijkheden onderzoeken. Of deze forensische capaciteit mogelijk breder kan worden ingezet voor andere conflicten hangt af van nader onderzoek naar de vraag of Europese lidstaten permanent forensische capaciteit kunnen aanbieden aan het Internationaal Strafhof, mede gezien de juridische en praktische consequenties, met name voor de in de meeste lidstaten beperkte opsporings- en forensische capaciteit. Een dergelijk aanbod raakt overigens aan de verantwoordelijkheden van Justitie en Veiligheid en Defensie en vergt derhalve nadere afstemming.

Afghanistan

De leden van de D66-fractie maken zich grote zorgen over de wegzakkende aandacht voor de Afghaanse bevolking, en daarbij met name voor de vrouwen en kinderen die alle rechten tot participatie in de samenleving wordt ontzegd. Kan de Minister een update geven over het talibanbeleid dat ngo’s geen vrouwen meer aan het werk mogen hebben en de reactie vanuit het maatschappelijk middenveld hierop? Klopt het dat vrouwenrechtenactivisten moeite hebben het land te verlaten? Is de Minister bereid door het vuur te gaan voor de veiligheid van deze vrouwen?

19. Antwoord van het kabinet:

De rechten en positie van vrouwen en meisjes in Afghanistan staan aan de basis van de Nederlandse inzet in Afghanistan. Zoals reeds aangegeven veroordeelt Nederland het besluit van de Taliban dat vrouwen niet meer mogen werken voor ngo’s ten zeerste. Nederland zal deze positie tijdens de RBZ uitdragen en zet in op stevige toekomstige Raadsconclusies ter zake (zie ook vraag 10). Nederland zet in Afghanistan nog steeds in op het ondersteunen van activiteiten van het lokale maatschappelijk middenveld gericht op mensenrechten en op het versterken van de positie van vrouwen, natuurlijk onder de voorwaarde dat vrouwen kunnen blijven werken voor deze organisaties. Zoals beschreven in de brief Stand van zaken rondom het verbod op werken door vrouwen werkzaam voor ngo’s in Afghanistan van 16 januari 20235 wordt op dit moment met partners besproken of zij hun activiteiten, die in alle gevallen dienen om juist de positie van vrouwen te ondersteunen, nog kunnen voortzetten met betekenisvolle deelname van vrouwelijk personeel. In afwachting van definitieve inschatting daarvan biedt het ministerie flexibiliteit middels het doorbetalen van salarissen en operationele kosten. Het belang van veiligheid van vrouwelijk personeel wordt in gesprekken met alle partners in alle sectoren benadrukt. Het ministerie heeft geen berichten ontvangen dat vrouwenrechtenactivisten moeite hebben het land te verlaten.

De Minister schetst de relatie met de Taliban als een dilemma, deze leden vragen wat het Nederlandse standpunt is nu de Taliban vrouwen heeft verboden bij ngo’s te werken.

20. Antwoord van het kabinet:

Nederland veroordeelt het besluit ten zeerste. Het verbod voor vrouwen om in ngo’s te werken past in een reeks besluiten die de rechten van vrouwen en meisjes steeds verder inperkt. De prioriteit van het kabinet is om hulp aan vrouwen door vrouwen weer mogelijk te maken. Nederland ondersteunt de inzet van de VN die hierover in direct en intensief contact staan met de de facto autoriteiten.

De leden van de D66-fractie benadrukken dat erkenning van de Taliban geen optie is, maar dat pragmatisch contact en afspraken een randvoorwaarde zijn om iets voor de Afghaanse bevolking te kunnen betekenen. Kan de Minister ingaan op de contacten met de Taliban? Zo ja, wordt daar progressie geboekt?

21. Antwoord van het kabinet:

Nederland onderhoudt samen met gelijkgezinde landen beperkte contacten met vertegenwoordigers van de de facto autoriteiten om Nederlandse belangen te behartigen. De gesprekken met vertegenwoordigers van de de facto autoriteiten vinden over het algemeen plaats in Qatar. Per geval wordt afgewogen of contact opportuun is. Bovendien hebben de Europese delegatie en de VN-missie in Afghanistan (UNAMA) contact met de de facto autoriteiten in Kaboel, waar ze zich onder andere actief inzetten voor humanitaire toegang, mensenrechten en veiligheid. Naar aanleiding van het recente besluit van de de facto autoriteiten dat vrouwen niet langer voor ngo’s mogen werken, wordt in dergelijke contacten sterke druk op hen uitgeoefend om dit besluit van tafel te krijgen. Er zijn aanwijzingen dat er door hulporganisaties lokaal en sectoraal ruimte uit onderhandeld wordt dat vrouwen kunnen werken, maar die ruimte kan ook weer afnemen of teruggedraaid worden en vergt voortdurende aandacht en tijd van hulpverleners. Tegelijkertijd moet worden erkend dat er een reële kans bestaat dat het niet lukt de Taliban op korte termijn op andere gedachten te brengen.

De leden van de D66-fractie willen daarnaast aandacht vragen voor vrouwelijke journalisten in de Afghaanse media. Deze vrouwen worden vaak slachtoffer van intimidatie en geweld, wat vaak leidt tot zelfcensuur. Wat wordt er vanuit de Europese Unie gedaan om de vrijheid van media en persveiligheid te verbeteren in Afghanistan? Op welke manier worden organisaties verantwoordelijk voor onafhankelijke informatievoorziening gesteund?

22. Antwoord van het kabinet:

De Europese Unie financiert een programma van UNESCO dat onafhankelijke Afghaanse media en gespecialiseerde maatschappelijke organisaties steunt. Dit programma heeft als doel om Afghaanse media weerbaarder te maken en te voorzien in toegang tot informatie voor de Afghaanse bevolking. Journalisten en mediawerkers, met een focus op vrouwen, meisjes en jongeren, worden onder andere getraind op conflict-sensitief verslaggeven en digitale en fysieke veiligheid.

Is het kabinet bereid te overleggen met het Duitse Ministerie van Buitenlandse Zaken, dat volgens berichtgeving 40 radiostations ondersteunt, om te kijken of Nederland vergelijkbare projecten kan starten?

23. Antwoord van het kabinet:

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft al geregeld contact met het Duitse Ministerie van Buitenlandse Zaken over de beleidsinzet op vrijheid van meningsuiting en persvrijheid, zowel bilateraal als binnen de Media Freedom Coalition.

Kan de Minister daarnaast pleiten om persvrijheid en onafhankelijke journalistiek in Afghanistan op te laten nemen in de Raadsconclusies?

24. Antwoord van het kabinet:

Het belang van het beschermen van mensenrechten, waaronder de persvrijheid en onafhankelijke journalistiek, en de verwachting dat de de facto autoriteiten zich houden aan de internationale verdragen waarbij Afghanistan zich aangesloten heeft, vormt een belangrijk onderdeel van de diplomatieke inzet van de EU, EU lidstaten en gelijkgezinde landen. De Nederlandse inzet op mensenrechten in Afghanistan heeft naast vrouwenrechten specifieke aandacht voor vrijheid van media en journalisten. Het kabinet zal zich ervoor inzetten dat dit gereflecteerd wordt in nieuwe Raadsconclusies.

Tot slot op dit punt vragen deze leden zich af of noodfondsen voor humanitaire hulp aan Afghanistan daadwerkelijk geoormerkt zijn voor Afghanistan of dat er kans is dat donaties worden gebruikt in andere noodsituaties.

25. Antwoord van het kabinet:

Nederland draagt ieder jaar aan een beperkt aantal specifieke crises bij via de Country Based Pooled Funds (CBPFs) van de Verenigde Naties (Office for the Coordination of Humanitarian Affairs). Ongeoormerkte bijdragen aan een CBPF zijn bedoeld voor een specifieke crisis en kunnen dus niet worden ingezet voor andere noodsituaties. Dat geldt ook voor de bijdrage aan het Afghanistan Humanitarian Fund (AHF). Afgelopen twee jaar was de Nederlandse bijdrage aan dit humanitaire fonds EUR 20 miljoen. Over de bijdragen aan CBPFs in 2023 zal de Tweede Kamer binnenkort nader worden geïnformeerd in de Kamerbrief Humanitaire Hulp en Diplomatie 2023. Daarnaast blijft Nederland in 2023 meerjarig, flexibel en ongeoormerkte financiering beschikbaar stellen voor humanitaire partners en fondsen die ook kunnen worden ingezet in Afghanistan.

Iran

De leden van de D66-fractie willen ook aandacht vragen voor de situatie van de Iraanse bevolking. Kan de Minister een update geven van de situatie op de grond, de voortgaande protesten en de onterechte arrestaties en executies die plaatsvinden?

26. Antwoord van het kabinet:

De intensiteit van de protesten in Iran lijkt sterk te zijn afgenomen, maar de ernstige mensenrechtenschendingen gaan nog altijd door. Met uitzondering van de Koerdische provincie en Sistan en Beloetsjistan, zijn weinig tot geen protesten meer zichtbaar in het dagelijkse straatbeeld. Wel zijn er nog veel kleine vormen van protest zichtbaar, waaronder het scanderen van leuzen vanaf balkons en bijvoorbeeld het verbranden van posters rond de recente viering van de Islamitische Revolutie. Ook werd de live uitzending van de toespraak van president Raisi ter gelegenheid van de viering van de Islamitische Revolutie korte tijd onderbroken door een hack, die later werd opgeëist door hacktivist groep «Ali’s Justice» met onder andere een oproep voor nieuwe landelijke protesten op 16 februari, ter herdenking van twee geëxecuteerde demonstranten Mohammad Mehdi Karami en Mohammad Hosseini. Betrouwbare non-gouvernementele organisaties hebben vastgesteld dat sinds het begin van de protesten in Iran in september 2022 tenminste 19.623 personen zijn gearresteerd. Daarnaast zijn tenminste 528 burgerdoden (waarvan 71 minderjarig) onafhankelijk bevestigd. De aantallen arrestaties en burgerdoden lijken sinds enige tijd echter nauwelijks meer toe te nemen. Wel zijn verscheidene schokkende rapportages gedeeld over verkrachtingen van vrouwen in detentie. Tot op heden zijn vier personen geëxecuteerd in verband met de protesten. Betrouwbare non-gouvernementele organisaties hebben daarnaast bevestiging van nog circa 75 personen, gearresteerd in relatie tot de recente protesten, die eveneens het risico lopen op executie. Het kabinet blijft zich sterk uitspreken over de mensenrechtensituatie in Iran, zowel bilateraal als in multilateraal verband.

Is de Minister bereid de Revolutionaire Garde op de Europese Magnitsky lijst te zetten als plaatsing op terreurlijst onmogelijk blijft?

27. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet is voorstander van het op de EU-terrorismelijst plaatsen van het Iraanse Islamitische Revolutionaire Gardekorps (IRGC), mits dit juridisch haalbaar is. Nederland heeft hier herhaaldelijk voor gepleit in EU-verband. Mede op verzoek van Nederland brengt de Juridische Dienst van de Raad naar verwachting voorafgaand aan de aankomende Raad Buitenlandse Zaken een advies uit over de juridische mogelijkheden om de IRGC op de EU-terrorismelijst te plaatsen. Op basis daarvan zal het kabinet zich, samen met andere EU-lidstaten, beraden op mogelijke verdere stappen.

Hoe vordert de uitvoering van motie van het lid Sjoerdsma c.s. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2587) om illegitieme Iraanse functionarissen en spionnen gelieerd aan de Revolutionaire Garde of het Iraanse regime Nederland uit te zetten?

28. Antwoord van het kabinet:

Over de uitvoering van deze motie wordt uw Kamer op een later moment separaat geïnformeerd.

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 20 februari 2023. Zij hebben hierover nog de volgende vragen.

Israël

Twee kinderen van zes en acht jaar oud kwamen vrijdag om het leven in Israël, bij een terreuraanslag gepleegd door een laffe Palestijnse terrorist, die met zijn auto bewust op de jongens en andere slachtoffers inreed bij een bushalte. De leden van de PVV-fractie willen in dit schriftelijk overleg eerst even stilstaan bij deze vreselijke terreurdaad. Het bewijst maar weer dat de Israël- en Jodenhaat bij veel Palestijnen diep zit, heel diep. En dat de tweestatenoplossing daardoor een utopie is, én blijft.

Daarom vinden de leden van de PVV-fractie het ook zo wanstaltig dat de Minister en zijn EU-collega’s de Palestijnse Autoriteit blijven paaien. Zelfs met een lunch zoals onlangs, en het vooruitzicht op een EU-associatieakkoord. In het verslag van de vorige Raad werd er weer aan gerefereerd. Stop met het paaien van de Palestijnse Autoriteit, is de boodschap van deze leden! Ook is de vraag gerechtvaardigd of het juridisch wel in de haak is om een akkoord te sluiten met een autoriteit die terroristen smartengeld betaalt onder het mom van een «pay to slay» programma. Deze leden ontvangen hierop graag een antwoord van de Minister.

29. Antwoord van het kabinet:

Nederland en de EU blijven inzetten op de twee-statenoplossing. Mede ter ondersteuning daarvan zullen de EU en de Palestijnse Autoriteit verder spreken over het proces richting een volledig Associatieakkoord (ter vervanging van het huidige interim-akkoord), dat overigens pas in werking zal treden nadat de EU en al haar lidstaten de Palestijnse Gebieden als onafhankelijke staat erkennen. In de tussentijd zal de politieke dialoog met de Palestijnse Autoriteit op ministerieel niveau worden voortgezet. Nederland is van mening dat de Palestijnse Autoriteit de systematiek van betalingen aan gevangenen moet herzien. De huidige dialoog biedt ruimte om deze kritische boodschappen uit te dragen.

Ook willen de leden van de PVV-fractie de Minister vragen tijdens de volgende Raad stil te staan bij de slachtoffers van deze zieke terreurdaad die zich in Jeruzalem afspeelde. Is hij bereid dat te doen?

30. Antwoord van het kabinet:

Het is vreselijk dat er wederom slachtoffers zijn te betreuren, in het bijzonder wanneer het ook kinderen betreft. Nederland veroordeelt dergelijke daden scherp. De gebeurtenis in Ramot is onderdeel van een bredere neerwaartse geweldsspiraal die zeer zorgelijk is. Nederland roept Israël en de Palestijnse Autoriteit op alle niveaus, en waar mogelijk in EU-verband, op tot de-escalatie.

Oekraïne: sancties

De leden van de PVV-fractie constateren dat er weer gepraat gaat worden over een nieuw sanctiepakket voor Rusland. Het tiende alweer! Blijkbaar hebben de vorige negen pakketten niet – of niet voldoende – gewerkt. Dat vertellen de cijfers ook. In plaats van een flinke krimp wordt voor Rusland weer economische groei voorspeld. Dit jaar nog een mager plusje, maar voor 2024 verwacht het Internationaal Monetair Fonds (IMF) een serieuze groei van 2,4%.

De sancties werken dus niet. Economisch niet, militair niet, en politiek niet. Die conclusie kan na een jaar wel getrokken worden. Waarom blijft Nederland deze tactiek dan toch volgen? Op basis waarvan zou het Kremlin wakker moeten liggen van toekomstige sanctiepakketten als de handel met India en China als een tierelier draait?

31. Antwoord van het kabinet:

De sancties raken de Russische economie hard. Ondanks Russische propaganda wijzen alle beschikbare gegevens op een sterke daling van de consumentenuitgaven, oplopende inflatie en teruglopende productie in de maakindustrie. Bovendien heeft een groot deel van de sancties steeds meer effect als de tijd vordert. De economische impact op Rusland van de sancties ontvouwt zich dus nog. Zo kan Rusland niet meer aan westerse technologie voor de olie- en gasindustrie komen wat de productie op de lange termijn steeds meer raakt. De sancties en exportbeperkingen raken ook de Russische wapenindustrie, die eveneens deels afhankelijk is van westerse technologie. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat Rusland genoodzaakt is om componenten uit bijvoorbeeld huishoudelijke apparaten te halen en in derde landen als Iran wapens koopt. Sinds 5 december 2022 geldt een EU embargo op Russische olie en een prijsplafond op Russische olie van G7-landen en sinds 5 februari 2023 een embargo op geraffineerde olieproducten. Hierdoor nemen de inkomsten van het Russische regime verder af waardoor financiering van de agressie steeds moeilijker wordt. Verder is van belang dat de raming van het IMF aanzienlijk lager is dan de voorspelde groei voorafgaande aan de oorlog. Ook geeft het IMF aan dat zijn raming met nog meer onzekerheid is omgeven dan normaal het geval is door de Russische oorlog tegen Oekraïne. De Centrale Bank van Rusland rekent zelf met een krimp van 1,5% voor komend jaar.

Nordstream

De leden van de PVV-fractie constateren dat er vorige week druk werd gespeculeerd over de sabotage van de Nordstream gaspijpleidingen. De Verenigde Staten (VS) zaten erachter, berichtte een Amerikaanse journalist. Onzin, beweerden anderen weer, die dat verhaal lekschoten. Hoe dan ook vinden deze leden dat het tijd wordt dat er een keer echt duidelijkheid over komt. Het ontbreken van overtuigend bewijs en eenduidige onderzoeksconclusies voedt de wildste theorieën. Verwacht de Minister dat er nog duidelijkheid komt over de dader? Zo ja, op welke termijn? Kan de Minister zijn collega’s uit Denemarken, Zweden en Duisland vragen om een update?

32. Antwoord van het kabinet:

De Deense, Zweedse en Duitse autoriteiten doen onderzoek naar de toedracht van de explosies bij Nord Stream 1 en 2. De Zweedse autoriteiten publiceerden de eerste resultaten van hun onderzoek op 18 november j.l. Uit deze eerste resultaten bleek dat de explosies bij de Nord Stream 1 en 2 het gevolg waren van sabotage. Het onderzoek van deze landen is grootschalig en complex en zal moeten uitwijzen of er een verantwoordelijke kan worden aangewezen. De betrokken landen zijn verantwoordelijk voor deze onderzoeken en het kabinet heeft er vertrouwen in dat deze landen dergelijke onderzoeken goed uit kunnen voeren.

Afghanistan

De leden van de PVV-fractie hebben de volgende vragen over Afghanistan. Waar vrouwen in een Burka worden gehesen, worden de vrouwenrechten tot op het bot uitgekleed. In het geval Afghanistan kon men de huidige ontwikkelingen al van mijlenver zien aankomen. Toch lezen deze leden dat het kabinet nog zoekende is, op welke wijze de Taliban te veroordelen en maatregelen te nemen. Nietszeggende teksten vullen de wederom de agenda. Zo zal de Raad zich «buigen over de huidige ontwikkelingen» en zet het kabinet in op «een gezamenlijke veroordeling van de Taliban-besluiten.» En dan, vragen deze leden zich af. En dan? Die veroordelingen veranderen niks aan de huidige situatie. Kom daarom eens met daden, zo vragen deze leden. Is de hulpkraan bijvoorbeeld al dichtgedraaid? Zo nee, waarom niet? In meerdere regeringsbrieven werd het al dan niet respecteren van vrouwenrechten namelijk gekoppeld aan het uitkeren van hulpgeld. Deze leden ontvangen graag een reactie.

33. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet veroordeelt het verbod van de Taliban ten zeerste en blijft de internationale diplomatieke inzet om het verbod van tafel te krijgen actief steunen.

Na de uitvaardiging van het verbod werden, mede op instigatie van Nederland, basisnodenprogramma’s in eerste instantie gepauzeerd. In overleg met andere donoren, VN, Wereldbank en uitvoerende organisaties wordt nu gekeken waar programmering (gedeeltelijk) voort kan worden gezet binnen de daarvoor geldende voorwaarden. Die voorwaarden zijn: steun dient alleen via multilaterale organisaties of ngo’s te worden verstrekt, niet (direct of indirect) via de Taliban; er mag geen inhoudelijke bemoeienis van de Taliban plaatsvinden ten aanzien van beleid, uitvoering en management; en gelijke toegang dient zeker gesteld te zijn voor vrouwen en meisjes. In afwachting daarvan zal Nederland geen nieuwe financiering overmaken.

Humanitaire hulp wordt geboden aan mensen in nood, op basis van de humanitaire principes en het humanitair imperatief. Het kabinet pauzeerde daarom de Nederlandse steun voor humanitaire hulp niet (voor meer details verwijst het kabinet graag naar Kamerstuk 34 952, nr. 184). Hulporganisaties zetten hun activiteiten voort daar waar vrouwen kunnen werken in de hulpverlening, op basis van uitzonderingen op de uitgevaardigde ban.

Mede dankzij de Nederlandse inzet zijn vorige week door donoren gezamenlijke uitgangspunten voor humanitaire hulp overeengekomen, waarin de deelname van vrouwen in humanitaire hulpverlening als cruciaal uitgangspunt is opgenomen. Dit is een belangrijke stap om op een principiële manier noodhulp te kunnen blijven leveren in Afghanistan.

Iran

De leden van de PVV-fractie zien dat het kabinet zich nog steeds – volledig terecht – inzet om de Iraanse Revolutionaire Garde op de EU-terrorismelijst te krijgen. Tegelijkertijd blijft het kabinet helaas schermen met mogelijke juridische bezwaren. Over de haalbaarheid gaat de Juridische Dienst van de Raad nu een advies uitbrengen, zo lezen deze leden. Kan dit advies, als het is uitgebracht, zo spoedig mogelijk met een reactie naar de Kamer gestuurd worden? Zo nee, waarom niet?

34. Antwoord van het kabinet:

Dit advies, dat mede op verzoek van Nederland wordt opgesteld, is een vertrouwelijk juridisch advies van de Juridische Dienst van de Raad. Dit advies kan daarom niet openbaar gedeeld worden met de Kamer. Het kabinet zal uw Kamer wel informeren over de hoofdlijnen van het advies.

Opvallend in deze kwestie is het optreden van EU-buitenlandchef Borrell. Het advies moet nog uitkomen, maar hij roeptoeterde al dat de Iraanse Revolutionaire Garde niet op de lijst gezet kan worden! Wie is Borrell om dat te bepalen, en ongewenst invloed uit te oefenen? Heeft hij zich bemoeid met het onderzoek van de eigen juridische dienst, en/of heeft hij eerder dan de rest al inzage gekregen in het advies?

35. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet herkent zich niet in de wijze waarop de Hoge Vertegenwoordiger wordt beschreven in bovenstaande vraag en neemt afstand van deze woorden. De Hoge Vertegenwoordiger heeft publiekelijk aangegeven dat er een hoge juridische drempel is voor de plaatsing van organisaties, zoals de IRGC, op de EU-terrorismelijst. Zoals ook gesteld in het antwoord op vraag 5, werken terrorisme-sancties anders dan mensenrechtensancties of geografische sanctieregimes. Naast steun van alle EU-lidstaten is hiervoor ook een nationaal besluit van een bevoegde autoriteit nodig. Het gaat daarbij om een uitspraak van een rechtbank of een nationale terrorisme-listing. Op basis van het advies van de Juridische Dienst van de Raad over de juridische mogelijkheden om de IRGC op de EU-terrorismelijst te plaatsen zal het kabinet zich, samen met andere EU-lidstaten, beraden op mogelijke verdere stappen.

China

Tot slot willen de leden van de PVV-fractie kort ingaan op het laatste nieuws. Er is veel discussie geweest over de onlangs neergehaalde Chinese spionageballon in de Verenigde Staten. Ook over andere objecten in het luchtruim boven Noord-Amerika staan de kranten vol. Het met ballonnen spioneren zou zich vaker voordoen, stellen sommige analisten, ook boven Europa. Wellicht zelfs in ons luchtruim! Kan de Minister daar op reflecteren?

36. Antwoord van het kabinet:

Het zonder toestemming schenden van het luchtruim door een spionageballon is een schending van de soevereiniteit van een staat. De VS hebben aangegeven dat de Chinese ballon die afgelopen week is neergehaald een spionageballon was. Het is op dit moment nog onduidelijk wat de objecten waren die de VS in de afgelopen dagen heeft neergehaald of waar zij afkomstig van waren. Nederland heeft nauw contact met de VS en wacht meer informatie af.

Zijn er de afgelopen jaren ook spionageballonnen gesignaleerd boven Nederland? Heeft Nederland de capaciteit om objecten in de stratosfeer, zoals spionageballonnen, te detecteren? De leden van de PVV-fractie ontvangen op die vragen graag een antwoord.

37. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet heeft geen indicatie dat er spionageballonnen boven Nederland zijn gesignaleerd. Het luchtruim wordt op alle mogelijke manieren 24 uur per dag beveiligd, waarbij een goede integratie plaatsvindt tussen de diverse landen binnen en buiten de EU en zeker ook binnen de NAVO.

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 20 februari 2023. Deze leden hebben hierover en over een aantal andere onderwerpen nog een aantal vragen en opmerkingen.

Aardbeving Turkije en Noord-Syrië

De leden van de CDA-fractie hebben veel respect voor de Nederlandse hulpverleners en medici die hulp hebben geboden aan de slachtoffers van de aardbeving in Turkije en Noord-Syrië. De reddingsoperatie loopt ten einde. Er moet nu overgeschakeld worden naar het bieden van lange termijn steun, zoals het bieden van onderdak, voedsel en psychosociale zorg. Deze leden vragen of hier op Europees niveau over wordt gesproken, onder andere tijdens de Raad Buitenlandse Zaken.

38. Antwoord van het kabinet:

De huidige situatie in Turkije en Syrië en de Europese reactie daarop, inclusief voor de langere termijn, zal tijdens de Raad Buitenlandse Zaken worden besproken. Daarnaast organiseert de Europese Unie een donorconferentie in maart voor aanvullende steun in de getroffen gebieden.

Deze leden vragen de Minister of hij tijdens de RBZ speciale aandacht kan vragen voor de financiering van een effectief systeem waarmee families kunnen worden opgespoord en verenigd, het bieden van psychosociale steun voor kinderen en onbelemmerde humanitaire toegang tot de getroffen gebieden in Noord-Syrië.

39. Antwoord van het kabinet:

Nederland is als gastheer van de eerste internationale conferentie «Mind the Mind Now, Mental Health and Psuchosocial Support in Crisis Settings» (2019) al jarenlang aanjager van integratie van geestelijke gezondheid en psychosociale steun in humanitaire hulpverlening, vanaf het vroegste stadium van de respons. Hierdoor is deze vorm van steun opgenomen in de in 2021 verschenen nieuwe Mededeling over het humanitaire optreden van de EU. Ook de Europese Commissie heeft hier inmiddels structureel aandacht voor. De VN meldt dat toegang tot het noorden van Syrië in de afgelopen dagen verbeterd is. Inmiddels bereiken trucks met goederen vanuit Turkije het getroffen gebied, al is het op zeer bescheiden schaal.

De Europese Unie moet wat deze leden betreft binnen de Verenigde Naties (VN) gezamenlijk optrekken om de Bab al-Hawa grensovergang langer open te houden en een staakt-het-vuren in Syrië bepleiten, zodat noodzakelijke humanitaire hulp geboden kan worden. Kan de Minister zich hiervoor inspannen, zo vragen deze leden.

40. Antwoord van het kabinet:

De VN is op basis van VN Veiligheidsraad resolutie 2672 (2023)6 enkel geautoriseerd om humanitaire hulp te verlenen aan Syrië via de Turkse grensovergang Bab al-Hawa. Deze resolutie is in januari 2023 verlengd tot 10 juli 2023. De EU en haar lidstaten zetten zich gezamenlijk in voor vernieuwing van de resolutie en voor meeromvattende en langdurigere toegang voor humanitaire hulp tot Noord-Syrië. Inmiddels zijn in de nasleep van de aardbevingen drie grensovergangen geopend voor een periode van drie maanden.

Het bieden van humanitaire hulp in Syrië is uiterst complex als gevolg van het al twaalf jaar durende conflict. Nederland ondersteunt de «staakt-het-vuren werkgroep» van VN Speciaal Gezant voor Syrië Pedersen en zijn oproep tot een nationwide ceasefire. Zijn inzet is onderdeel van het door Nederland gesteunde proces naar een duurzame politieke oplossing, conform Veiligheidsraadresolutie 2254. Nederland zal in deze werkgroep speciaal aandacht vragen voor humanitaire hulp die in Syrië verleend wordt in reactie op de aardbevingen.

Oekraïne

De leden van de CDA-fractie zien in de geannoteerde agenda niks staan over het instellen van een nieuw sanctiepakket. Wordt hier wel over gesproken, zo vragen deze leden.

41. Antwoord van het kabinet:

Tijdens de Raad zal in brede zin gesproken worden over Oekraïne. Sancties zijn onderdeel van de Europese respons op de Russische agressie. Het kabinet verwacht aanname van een tiende sanctiepakket voor het einde van de maand. Nederland draagt actief bij aan de vormgeving van aanvullende maatregelen om de druk op te voeren waar mogelijk. Hierbij kijkt Nederland bijvoorbeeld naar listing van verantwoordelijken voor kindontvoeringen en naar wapenproducenten, evenals een stevige inzet om omzeiling tegen te gaan.

Daarnaast zijn deze leden benieuwd naar de werking van het prijsplafond voor Russische ruwe olie. Het prijsplafond voor ruwe olie van 60 dollar per vat ligt op dit moment hoger dan de huidige marktprijs voor Russische olie. Het plafond heeft op deze manier geen effect. Deelt de Minister deze constatering, zo vragen deze leden, en wat wordt hiermee gedaan?

42. Antwoord van het kabinet:

Om effectiviteit te waarborgen zal de hoogte van het prijsplafond regelmatig worden herzien door de EU en G7-partners. Naar verwachting zal dit de eerstvolgende keer medio maart geschieden, waarbij rekening wordt gehouden met de actuele marktprijzen, evenals de gevolgen van de inwerkingtreding van de sancties op geraffineerde olieproducten.

De leden van de CDA-fractie constateren dat dit weekend staatshoofden, premiers en ministers samenkomen voor de jaarlijkse veiligheidsconferentie in München. Het hoofdthema is de oorlog in Oekraïne. Zal Nederland hier ook aan deelnemen en wat wordt de Nederlandse insteek, zo vragen deze leden.

43. Antwoord van het kabinet:

Net als voorgaande jaren zal Nederland deelnemen aan de Munich Security Conference (MSC). De Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Defensie zullen aanwezig zijn. De oorlog in Oekraïne vormt voor Nederland het zwaartepunt van de inzet; in plenaire sessies en tijdens bilaterale gesprekken zal worden uitgedragen dat Nederland Oekraïne blijft steunen op militair, financieel, en humanitair gebied zoveel en zolang als nodig. Voor 2023 heeft het kabinet daarvoor 2,5 mrd euro gereserveerd.7

De leden van de CDA-fractie willen tevens hun waardering uitspreken voor het werk dat het Defensiepersoneel levert aan de oostgrens van het NAVO-grondgebied. Twee Nederlandse F-35's hebben onlangs vanuit Polen een eerste onderschepping uitgevoerd. Dit toont aan dat onze inzet binnen de NAVO van grote waarde is.

Moldavië

De leden van de CDA-fractie lezen dat er een lunchsessie plaatsvindt met de Moldavische Minister van Buitenlandse Zaken. De Moldavische president Maia Sandu heeft Rusland er onlangs van beschuldigd een staatsgreep te beramen om te voorkomen dat haar land lid gaat worden van de Europese Unie. Ook zou Moskou volgens haar Moldavië willen gebruiken voor de strijd tegen Oekraïne. Dit baart deze leden grote zorgen. Hoe beoordeelt de Minister deze berichtgeving, zo vragen deze leden.

44. Antwoord van het kabinet:

Zie de beantwoording van vraag 7.

En hoe kunnen de Europese Unie en Nederland Moldavië beter helpen om de Russische dreiging te verminderen?

45. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet zet zich zowel in EU-verband als bilateraal in om de weerbaarheid van Moldavië tegen hybride dreigingen te versterken, onder andere via de Europese Vredesfaciliteit en de detachering van een Nederlandse cyberexpert. Nadere opties worden in EU verband uitgewerkt, met de nadruk op de weerbaarheid van Moldavië. Omdat Moldavië erg afhankelijk is van Russisch gas voor de opwekking van zijn eigen elektriciteitsbehoefte is het land tevens kwetsbaar wanneer Rusland de gaskraan gebruikt om het land onder druk te zetten. Daarom hebben de EBRD en de EU vorig jaar respectievelijk 300 miljoen euro en 250 miljoen euro aan financiering toegezegd voor de energiezekerheid van Moldavië. Nederland levert technische assistentie door de inzet van een energieadviseur aan de vicepremier voor Infrastructuur en Regionale Ontwikkeling.

Nagorno-Karabach

De leden van de CDA-fractie danken de Minister voor het beantwoorden van de schriftelijke vragen over de situatie in Nagorno-Karabach en zijn inzet op dit dossier.

De leden van de CDA-fractie constateren dat Armenië er min of meer alleen voor staat. De historische bondgenoot Rusland is niet meer in staat of bereid om Armenië en Nagorno-Karabach te beschermen tegen escalatie vanuit Azerbeidzjan. Armeniërs richten zich meer en meer op het Westen voor steun. Deze leden zijn benieuwd welke verdere mogelijkheden er in Europees verband zijn om Armenië te ondersteunen.

46. Antwoord van het kabinet:

Op 9 februari heeft Nederland in het Comité van Ministers van de Raad van Europa geïntervenieerd. Hierbij heeft Nederland de zorgen over de humanitaire situatie in Nagorno-Karabach als gevolg van de de facto blokkade van de Laçin-corridor opgebracht en Azerbeidzjan opgeroepen om zich te houden aan de oproep van het EHRM inzake de interim-measures onder artikel 39.8Een interim-measure is een maatregel van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens waarbij een lidstaat wordt opgedragen gedurende de procedure bij het Hof iets te doen of na te laten. Tevens heeft Nederland de zorgen over de situatie op dezelfde dag opgebracht in de EU-Raadswerkgroep Oost-Europa en Centraal-Azië (COEST). Ook dringt Nederland erop aan dat de situatie in EU-verband aan de orde wordt gesteld in multilateraal verband, waaronder in de aankomende Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties. Hiermee heeft het kabinet verdere invulling gegeven aan de motie van de leden Agnes Mulder en Ceder9. Het kabinet zal de komende tijd internationaal aandacht blijven vragen voor de humanitaire situatie in Nagorno-Karabach als gevolg van de de facto blokkade van de Laçin-corridor.

Klimaat-en Energiediplomatie

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het feit dat het kabinet klimaatdiplomatie een kernelement van het EU buitenland- en veiligheidsbeleid wil maken. Deze leden zijn benieuwd naar het krachtenveld binnen de Europese Unie.

47. Antwoord van het kabinet:

De Internationale Klimaatstrategie beschrijft hoe het kabinet wereldwijd de inzet voor het klimaat wil intensiveren. Daarbij stimuleert het kabinet een actieve externe EU-inzet op klimaat op de drie pijlers van het Parijsakkoord. Dit doen we op zowel diplomatiek vlak als via Team Europe initiatieven en het externe financieringsinstrumentarium van de EU. Sinds eind 2022 vormt Nederland met Duitsland, Denemarken, Zweden, Finland, Frankrijk, België, Luxemburg, Ierland, Letland, Estland en Litouwen de Group of Friends for an Ambitious EU Climate Diplomacy. Deze groep van koplopers binnen de EU heeft specifiek tot doel de onderlinge samenwerking te versterken voor ambitieuze klimaatdiplomatie in het Europees buitenland- en veiligheidsbeleid.

Tevens zijn deze leden benieuwd naar de voortgang omtrent de opzet van een Europese loss and damage faciliteit en wat de Nederlandse inzet op dit thema is.

48. Antwoord van het kabinet:

Tijdens de COP27 (Kamerstuk 31 793, nr. 234) is besloten tot een nieuw fonds voor schade en verlies als onderdeel van financieringsregelingen voor ontwikkelingslanden die bijzonder kwetsbaar zijn voor klimaatverandering. Ook is besloten tot de oprichting van een comité dat voorafgaand aan COP28 aanbevelingen moet doen over de opzet en operationalisering van dit fonds en de bredere financieringsmogelijkheden. Nederland zal samen met Denemarken een stoel delen in het comité en beoogt daarmee een actieve bijdrage te leveren aan de vormgeving van het fonds en de bredere financieringsmogelijkheden.

De Nederlandse inzet is gericht op een bredere financieringsbasis met ruimte voor innovatieve financieringen, private stromen en verbreding van het aantal landen dat bijdraagt. Verder wil Nederland er voor waken dat naast discussies over de vormgeving van het fonds er voldoende aandacht is voor het belang van bestaande financieringsbronnen en instrumenten op dit terrein gelet op de samenhang met de bredere ontwikkelingsagenda en humanitaire hulp.

Spionageactiviteiten China

De Verenigde Staten hebben de afgelopen dagen drie onbekende objecten uit de lucht geschoten. Het vermoeden bestaat dat deze door China voor spionage doeleinden werden ingezet. Na het neerhalen van de Chinese ballon is het Amerikaanse radarsysteem gevoeliger afgesteld, waardoor meer onbemande objecten worden waargenomen. In hoeverre wordt er binnen de Europese Unie aandacht besteed aan mogelijke Chinese spionage activiteiten boven het EU-luchtruim?

49. Antwoord van het kabinet:

Het bewaken van het luchtruim boven de Europese Unie is aan de lidstaten zelf. Hierbij vindt een goede integratie plaats tussen de diverse landen binnen en buiten de EU en zeker ook binnen de NAVO.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken op 20 februari 2023. Zij hebben daarover de volgende vragen.

Oekraïne

De leden van de SP-fractie lezen dat de Minister in zijn brief over het Europese Vredesfonds (EPF) schrijft: «Uitgebreide waarborgen en monitoringsmechanismen kunnen niet alle risico’s volledig afdekken.» Deze leden missen hier een inschatting van die risico’s, bijvoorbeeld op een schaal van één tot tien. Ook hebben deze leden nog steeds zorgen over de transparantie en verantwoording van dit fonds. Dat er Buitenlandse Zaken- of andere Nederlandse ambtenaren worden gedetacheerd, laat de structurele institutionele gebreken onverlet. Is de Minister het eens dat het moet gaan om structurele transparantie?

50. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet onderschrijft het belang van transparantie inzake de Europese Vredesfaciliteit (EPF). Het zou graag zien dat de jaarrekening van het EPF en het jaarverslag van het EPF College of Auditors openbaar worden gemaakt. In 2023 vindt een evaluatie plaats van het EPF-Raadsbesluit met als doel in 2024 te komen tot een herziening van dit Raadsbesluit. Het kabinet zal zich bij deze herziening inzetten voor standaard openbaarmaking van de genoemde, conform ook de motie van het lid Jasper van Dijk (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1884) van 13 december 2022. Hiervoor zal wel unanimiteit moeten worden gevonden onder de lidstaten.

Is de Minister bereid de jaarverslagen openbaar te maken, zoals de Rekenkamer adviseert? Deze leden zien overigens niet wat de meerwaarde is van het EPF, als lidstaten hier geld in storten om het vervolgens weer te kunnen declareren.

51. Antwoord van het kabinet:

Wat betreft openbaarmaking van jaarverslagen verwijst het kabinet naar het antwoord op de vorige vraag.

De leden van de SP-fractie vragen inzake wapenleveranties om meer aandacht voor de escalatierisico’s. Daarnaast maken deze leden zich zorgen over de schijnbare afwezigheid van een diplomatiek traject. In de conclusies van de Europese Raad wordt melding gemaakt van een top over de vredesformule van president Zelensky. Hoe staat het hiermee?

52. Antwoord van het kabinet:

Zoals door het kabinet meerdere malen gesteld is het aan Oekraïne, als aangevallen partij, om te bepalen waar, wanneer en hoe vredesonderhandelingen zullen plaatsvinden. Wanneer een top over de vredesformule van president Zelensky zal plaatsvinden is nog niet bekend. Nederland steunt de vredesformule van president Zelensky.

Welke maatregelen zitten er in het tiende sanctiepakket, zo vragen de leden van de SP-fractie?

53. Antwoord van het kabinet:

Gedurende de onderhandelingen van het tiende sanctiepakket kan het kabinet niet ingaan op de inhoud met het oog op de vertrouwelijkheid hiervan en de effectiviteit van maatregelen gelet op onder andere het verrassingseffect.

Afghanistan

De leden van de SP-fractie constateren dat Afghanistan humanitair en economisch op een dieptepunt is beland. Vooral de situatie van meisjes en vrouwen is dramatisch en wordt eerder slechter dan beter. Wat vindt de Minister van de suggestie van de plaatsvervangend Secretaris van de VN Amina Mohammed om een top in de regio te organiseren over de rol van vrouwen in de Islam?

54. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet verwelkomt de suggestie van mevrouw Amina Mohammed om een top in de regio te organiseren over de rol van vrouwen in de Islam. Een dergelijk initiatief geeft een duidelijk signaal aan het Taliban regime dat alle inperkingen die het heeft opgelegd aan vrouwen en meisjes niet volgen uit de Islam en evenmin door de directe buurlanden van Afghanistan worden gedeeld.

Deze leden pleiten ervoor om contacten met het Afghaanse volk te blijven zoeken, economisch, cultureel en politiek: doorbreek het isolement. Over de overbrengingen van rechthebbende Afghanen verwachten deze leden nog nadere informatie, graag een update van de laatste stand.

55. Antwoord van het kabinet:

De beantwoording van het schriftelijk overleg over de overbrengingen vanuit Afghanistan zal zo snel mogelijk met de Kamer worden gedeeld.

Klimaat- en energiediplomatie

De leden van de SP-fractie stellen dat het sinds de oorlog bij klimaat- en energiediplomatie vaak meer over onze leveringszekerheid en ontvlechten van strategische afhankelijkheden gaat.

Waar het gaat om levering van gas door andere landen dan Rusland is het essentieel dat Nederland niet zijn vermogen vermindert om zich kritisch uit te laten over die landen. Is de Minister het daarmee eens?

56. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet streeft mede om deze reden naar open strategische autonomie van de Europese Unie, daardoor kunnen wij blijven handelen naar onze eigen fundamentele waarden en kritisch zijn wanneer een land tegen deze fundamentele waarden ingaat.

Om onze belangen te verdedigen hebben we soms geen andere keuze dan ook met landen samen te werken die veel van onze waarden niet onderschrijven. De inhoudelijke en economische betrekkingen die Nederland, de EU en ook het bedrijfsleven en financiële instellingen aangaan, moeten echter passen binnen de Europese normen en waarden, de geldende IMVO-verplichtingen en de algemene oproep aan bedrijven zich te houden aan de OESO richtlijnen voor multinationale ondernemingen.

Hierbij kan gedacht worden aan Qatar, maar ook bijvoorbeeld Azerbeidzjan of Israël. Deze leden zijn benieuwd hoe de gewijzigde motie van de leden Agnes Mulder en Ceder over de mensenrechtendialoog tijdens en na het Wereldkampioenschap voetbal (WK) is uitgevoerd.

57. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet verwacht de komende weken een brief te kunnen sturen naar de Kamer over de uitvoering van de gewijzigde motie van de leden Agnes Mulder en Ceder.10

De leden van de PvdA-fractie en GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 20 februari. Zij hebben hier nog enige vragen en opmerkingen bij.

Aardbeving Turkije en Noord-Syrië

De leden van de PvdA-fractie en GroenLinks-fractie hebben de afgelopen week de verschrikkelijke berichten over de aardbeving in Turkije en Syrië tot zich genomen en maken zich zorgen om de situatie aldaar. De nodige hulpverlening die ook vanuit Nederland op gang is gekomen is hard nodig om mensen te redden, en nu steeds meer om noodhulp te bieden en in eerste levensbehoeften te voorzien. Wat kan er in Europees verband gedaan worden om meer noodhulp te leveren aan de getroffen gebieden?

58. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet deelt de zorgen van de fracties van de PvdA en GroenLinks over de situatie in Turkije en Syrië na de verwoestende aardbevingen die plaatsvonden. Onmiddellijk na de aardbeving heeft Nederland het Urban Search and Rescue (USAR) team ingezet in Turkije. Het team keert deze week terug in Nederland, omdat de kans om overlevenden terug te vinden inmiddels nihil is. Ook andere Search and Rescue teams verlaten het gebied. De meegebrachte uitrustingen van het USAR-team zijn overgedragen aan Oxfam Turkije. Daarnaast werd in Turkije een vliegtuig ingezet voor medische evacuatie. Voor Syrië heeft Nederland in reactie op de aardbevingen acuut 10 miljoen euro ter beschikking gesteld aan de VN en de Dutch Relief Alliance. Deze week heeft de Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in aanvulling hierop namens het kabinet nog eens 10 miljoen euro bijgedragen aan de Giro 555-actie van de Samenwerkende Hulp Organisaties. Deze middelen gebruiken de hulporganisaties de Syrische bevolking in het hele land. In maart organiseert de EU een donorconferentie en zal EU steun worden besproken.

Behalve de acute hulp, gericht op slachtoffers onder het puin vandaan halen, is er ook behoefte aan opvang, gezondheidszorg en het adresseren van de psychosociale gevolgen van deze ramp. Gaat Nederland (in Europees verband) ook bijdragen aan deze secundaire noden die meer een langetermijnstrategie vergen?

59. Antwoord van het kabinet:

Op dit moment richt het kabinet zich op de acute behoeften van de Turkse en Syrische bevolking in het getroffen gebied. De aandacht gaat uit naar het redden en bergen van mensen en naar noodhulp aan de getroffenen. Ondersteuning van secundaire noden die een langetermijnstrategie vergen is een volgende grote uitdaging waarbij ook behoefte zal bestaan aan internationale steun. Het kabinet onderschrijft het belang dat in die fase voldoende aandacht wordt geschonken aan het adresseren van de psychosociale gevolgen van de ramp bij de nabestaanden in beide landen.

Over de situatie in Syrië is minder bekend. De PvdA-fractie en GroenLinks-fractie maken zich zorgen over de manier waarop het regime van president Assad de verschrikkelijke humanitaire situatie zou kunnen misbruiken. Zijn er inmiddels mogelijkheden voor hulpverleners om Noord-Syrië te bereiken?

60. Antwoord van het kabinet:

Het is belangrijk om alert te zijn op mogelijkheden voor het Syrische regime en andere pro-Syrische partijen om de huidige humanitaire situatie in Syrië te misbruiken. De hulpverlening in Syrië komt langzaam op gang, maar blijft vooral in Noord-Syrië complex. De VN meldt dat toegang tot het Noorden in de afgelopen dagen verbeterd is. Inmiddels bereiken trucks met goederen vanuit Turkije het getroffen gebied, al is het op zeer bescheiden schaal. Ook heeft de VN met instemming van het Syrische regime toegang tot Syrië via twee extra grensovergangen in Turkije. Deze twee grensovergangen zijn in aanvulling op de door de VN Veiligheidsraad geautoriseerde hulpverlening via de Bab al-Hawa grensovergang. Dit maakt het mogelijk om hulp in oppositiegebied in Noordwest-Syrië te brengen. Op hulpverlening vanuit het Syrische regimegebied wordt vooralsnog geen voortgang geboekt, aldus de VN.

Is de Minister bereid om zich in te zetten om humanitaire toegang voor de VN mogelijk te maken door erop aan te dringen meer grensovergangen te openen?

61. Antwoord van het kabinet:

Zie antwoord op vragen 39 en 59.

Is de Minister bereid om, in navolging van zijn Duitse ambtsgenoot, alle betrokken partijen op te roepen om humanitaire toegang tot Syrië te verlenen?

62. Antwoord van het kabinet:

Veel mensen in Nederland hebben familieleden in het getroffen gebied. Is de Minister bereid om zich, in navolging van de regelingen die in België en Duitsland zijn getroffen, in te zetten voor een versoepeling van de visumregels zodat familie of vrienden uit het getroffen gebied tijdelijk ondergebracht kunnen worden in Nederland? Is er nu extra bemanning van de consulaten in Turkije?

63. Antwoord van het kabinet:

Visumaanvragen van getroffen familie wordt met voorrang in behandeling genomen. Daartoe zijn de ambassade in Ankara en de externe dienstverlener in Turkije geïnstrueerd en is de ambassade in Ankara personeelsmatig versterkt. Tevens zullen deze aanvragen met voorrang worden behandeld door de «back office» in Den Haag, de Consulaire Service Organisatie (CSO), teneinde de aanvrager snel uitsluitsel te kunnen geven. Bij die behandeling is de EU-Visumcode leidend. Met de Schengenpartners vindt lokaal en op hoofdstedelijk niveau overleg plaats hoe om te gaan met visumaanvragen, waarbij documenten ontbreken die in de aardbeving verloren zijn gegaan.

Oekraïne

De leden van de PvdA-fractie en GroenLinks-fractie steunen de inzet op het gebied van solidariteit met Oekraïne wat betreft wapenleveranties, financiële en humanitaire steun en toekomstige berechtingen. In het bijzonder verwelkomen zij de oprichting van het International Centre for the Prosecution of the Crime of Aggression (IPCA). Hoe verlopen de gesprekken met Oekraïne over de ratificatie van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof?

64. Antwoord van het kabinet:

Zie antwoord op vraag 18.

De Kamer heeft de motie van het lid Piri c.s. over onderzoeken wat de opties zijn om de Wagner Group alsnog op de EU-lijst met terroristische organisaties te plaatsen (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1908) aangenomen. Is de Minister bereid om alle mogelijkheden hiertoe te onderzoeken en er steun voor te vergaren bij zijn Europese collega’s?

65. Antwoord van het kabinet:

Zie antwoord op vraag 5.

Afghanistan

De leden van de PvdA-fractie en GroenLinks-fractie lezen met zorg over de laatste ontwikkelingen in Afghanistan, met name over de recente besluiten om vrouwen te verbieden om te studeren aan universiteiten en te werken voor non-gouvernementele organisaties (ngo’s). Wel zijn er berichten over een universiteit die online onderwijsprogramma’s heeft opgezet waar inmiddels al 6000 vrouwen in Afghanistan aan meedoen waardoor zij hun opleiding (gedeeltelijk) kunnen voortzetten. Is de Minister bereid om op zoek te gaan naar manieren om deze vorm van onderwijs voor vrouwen te ondersteunen?

66. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet kent de geluiden over online onderwijsprogramma’s voor Afghaanse vrouwen en zie dit als hoopvolle ontwikkeling waarbij Afghaanse vrouwen op veilige wijze toch onderwijs kunnen volgen. Op dit moment voert Nederland echter geen eigenstandig onderwijsprogramma met inzet in Afghanistan waarbinnen concrete steun voor dergelijke programma’s onderzocht kan worden. Wel vindt via het basisnodenprogramma van de Wereldbank onderwijsinzet plaats. Daarbij is de steun specifiek gericht op lager onderwijs en community based education. Zoals beschreven in o.a. de Kamerbrief «Langetermijnvisie voor de Nederlandse inzet in Afghanistan»11 is deze inzet verbonden aan duidelijke voorwaarden: steun dient alleen via multilaterale organisaties of ngo’s te worden verstrekt, niet (direct of indirect) via de Taliban; er mag geen inhoudelijke bemoeienis van de Taliban plaatsvinden m.b.t. beleid, uitvoering en management; en gelijke toegang dient zeker gesteld te zijn voor vrouwen en meisjes.

Op dit moment zijn er voornamelijk problemen met de elektriciteit en internetconnectie van online studenten. Wil de Minister onderzoeken hoe in Europees verband bijgedragen kan worden aan het versterken van deze infrastructuur?

67. Antwoord van het kabinet:

Steun ter versterking van de internetinfrastructuur in een land is helaas alleen mogelijk in samenwerking met de autoriteiten van dat land. Aangezien dit in Afghanistan niet aan de orde kan zijn, ziet het kabinet geen mogelijkheden om in de huidige context hierin iets te betekenen.

Iran

De leden van de PvdA-fractie en GroenLinks-fractie lezen dat de Raad nogmaals de hevige onderdrukking van demonstranten in Iran heeft geagendeerd. Deze leden steunen de inzet van het kabinet om het Iraanse Islamitische Revolutionaire Gardekorps (IRGC) op de EU-terrorismelijst te plaatsen. Deze leden horen graag van de Minister of en hoe hij zich ook gaat inzetten om Iraanse Parlementariërs die vragen om strengere straffen voor gevangen demonstranten toe te voegen aan de Europese sanctielijst, waar in de aangenomen (Handelingen II 2022/23, nr. 35, item 7) motie van de leden Van der Lee en Piri (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1882) toe wordt opgeroepen. Zo nee, op welke andere manier heeft hij navolging gegeven aan de motie?

68. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet verwijst de PvdA-fractie en Groenlinks-fractie naar het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 23 januari 2023, dat op 31 januari jl. met uw Kamer werd gedeeld.12 Als onderdeel van het vierde pakket sancties tegen verantwoordelijken voor mensenrechtenschendingen in Iran, aangenomen op 23 januari jl., zijn reeds parlementsleden die opriepen tot de doodstraf van demonstranten gesanctioneerd. Hiermee is ook navolging gegeven aan de motie van de leden Van der Lee en Piri.13 Daarnaast blijft het kabinet steeds kijken of er nieuwe dergelijke listings moeten worden toegevoegd. Ook voor de aankomende RBZ blijft het kabinet zich inspannen voor het verder opvoeren van de druk op Iran, waaronder met nieuwe gerichte sancties.

Moldavië

De leden van de PvdA-fractie en GroenLinks-fractie lezen dat een informele lunchsessie gepland staat met de vicepremier en Minister van Buitenlandse Zaken en Europese Integratie van Moldavië Nicu Popescu. Deze leden maken zich zorgen over de invloed die Rusland uitoefent over het land door middel van campagnes die door het Kremlin worden ondersteund. Op welke manier kunnen de EU-lidstaten Moldavië ondersteunen in het hoofd bieden aan de hybride invloed die het Kremlin uitoefent?

69. Antwoord van het kabinet:

Zoals ook in vraag 7 benoemd, deelt het kabinet de zorgen over de Russische hybride dreigingen in Moldavië door middel van desinformatiecampagnes, het financieren van demonstraties en het in diskrediet brengen van de pro-Europese regering. Het is van groot belang de weerbaarheid van Moldavië te versterken. De EU ondersteunt Moldavië in het tegengaan van hybride dreigingen en in het versterken van de cyberweerbaarheid van het land, zowel via expertise als via een steunmaatregel uit de Europese Vredesfaciliteit, waaruit afgelopen jaar 40 miljoen euro beschikbaar werd gesteld om de Moldavische krijgsmacht te versterken, waaronder op het gebied van cyberweerbaarheid en het tegengaan van desinformatie. Verschillende EU-lidstaten, waaronder Nederland, ondernemen ook bilaterale initiatieven om de Moldavische autoriteiten te ondersteunen om o.a. de cyberweerbaarheid van hun land te versterken. Nederland doet dit door middel van de detachering van een cyberexpert die Moldavië ondersteunt in de capaciteitsopbouw en in de opzet van een nationale cyberstrategie.

Is de Minister bereid zich (in Europees verband) in te zetten om Moldavië te ondersteunen om een eerlijke verkiezingsperiode tegemoet te gaan?

70. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet zet zich in OVSE/ODIHR-, Raad van Europa- en EU-verband in voor de organisatie van vrije en eerlijke verkiezingen in Moldavië. Zowel bij de presidentsverkiezingen in 2024 als bij de parlementaire verkiezingen in 2025 zal Nederland zich daarvoor blijven inzetten.

Op uitnodiging van Moldavië kan een internationale verkiezingswaarnemingsmissie plaatsvinden. Nederland werkt daarbij samen met de bovengenoemde organisaties, en is voornemens één of meerdere waarnemers voor te dragen uit het bestand van verkiezingswaarnemers.

Palestina/Israël

De leden van de PvdA-fractie en GroenLinks-fractie maken zich zorgen om de ontwikkelingen in Palestijnse gebieden, waar de Israëlische regering is overgegaan tot annexatie die met veel geweld en doden gepaard gaat. Deze leden vinden dat hier de nodige aandacht aan besteed dient te worden aangezien de huidige diplomatieke inspanningen niet voldoende blijken om het bouwen van nederzettingen een halt toe te roepen. Op 13 februari zijn er weer negen nederzettingen gebouwd op onteigend Palestijns land, dit is wat deze leden betreft ontoelaatbaar. Is de Minister bereid in Europees verband op te roepen zich collectief uit te spreken tegen deze misstanden?

71. Antwoord van het kabinet:

Het recente besluit tot Israëlische legalisatie van zogenaamde «buitenposten» is in strijd met internationaal recht en een zeer zorgwekkende stap die een uiteindelijke twee-statenoplossing nog verder op afstand plaatst. Nederland veroordeelt dit besluit en spreekt zich hier sterk tegen uit. Dit is direct gedaan in bilateraal verband na het besluit over te gaan tot legalisatie. Daarnaast onderzoekt Nederland of dit ook in gezamenlijkheid met andere EU lidstaten kan worden gedaan.

Verder worden op dit moment door Nederland gefinancierde «verzoeningsprojecten» belemmerd doordat Palestijnen onder de 22 jaar niet mogen deelnemen aan deze projecten. Is de Minister het eens dat juist de jonge generatie baat heeft bij dit soort «verzoeningsprojecten»? Wat gaat de Minister doen om deze belemmering aan te kaarten bij zijn ambtsgenoot in Israël?

72. Antwoord van het kabinet:

Het betrekken van jongeren is een belangrijk uitgangspunt voor Nederlandse verzoeningsprojecten bij het Midden-Oosten vredesproces. Op 12 februari 2022 hebben Israëlische media bericht dat Palestijnen onder de leeftijd van tweeëntwintig geweerd zouden worden om in Israël mee te doen aan verzoeningsprojecten. Dit kan mogelijk onwenselijke consequenties hebben voor de door Nederland gefinancierde projecten. Het kabinet zal dit nauwlettend blijven volgen en indien opportuun hierop reageren.

Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de aanstaande Raad Buitenlandse Zaken en van het verslag van de afgelopen Raad. Zij hebben daarbij een aantal vragen en opmerkingen.

Aardbeving Turkije en Noord-Syrië

Allereerst zouden de leden van de ChristenUnie-fractie aandacht willen vragen voor de hulpverlening na de aardbeving in Syrië en Turkije. Is de Minister bekend met berichten dat hulpverleners in sommige gebieden in Turkije hun hulp moeten staken, omdat het er te onrustig en daardoor te onveilig is? In hoeverre hebben hulpverleners uit Europa/Europese lidstaten hier mee te maken en kan de Raad dit in de contacten met Turkije aan de orde stellen?

73. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet is bekend met geluiden dat er op sommige plekken incidenten plaatsvinden vanwege plunderingen of uit wanhoop bij gebrek aan snelle hulp. Er lijkt sprake van ongeregeldheden tussen burgers onderling. Het kabinet is op dit moment niet bekend met ongeregeldheden tegen hulpverleners. Het Turkse leger is ter plaatse om de orde te handhaven waar nodig. Een groot deel van de internationale Search & Rescue teams is inmiddels vertrokken uit Turkije of maakt aanstalten om te vertrekken. De belangrijkste reden daarvoor is dat de kans op het terugvinden van levende mensen onder het puin nihil is. Bij een aantal buitenlandse teams zou ook de veiligheidssituatie een rol hebben gespeeld.

Nagorno-Karabach

Het verbaast de leden van de ChristenUnie-fractie in het verslag te lezen dat er geen reactie is gekomen op de Nederlandse inzet om tot een gezamenlijke oproep te komen aan de Azerbeidzjaanse autoriteiten om de vrije en veilige doorgang door de Laçın-corridor te verzekeren. Kunnen deze leden daaruit concluderen dat dit onderwerp geen belangstelling heeft van andere lidstaten, ook niet van Frankrijk?

74. Antwoord van het kabinet:

Tijdens de meest recente RBZ heeft Nederland het onderwerp aan de orde gesteld, waar op dat moment geen directe reactie op volgde. Dit betekent niet dat andere lidstaten hier geen belastingstelling voor tonen. Tijdens de EU Raadswerkgroep Oost-Europa en Centraal-Azië (COEST) van woensdag 8 februari jl. heeft Nederland de humanitaire situatie in Nagorno-Karabach wederom aan de orde gesteld. Hierop volgde grote steun van bijna alle lidstaten. Op dezelfde dag heeft Nederland, ook namens de andere Benelux-landen, geïntervenieerd in het Comité van Ministers (CM) van de Raad van Europa (RvE), waarvoor steun werd uitgesproken door andere landen. Tevens heeft de EU bij de Permanente Raad van de Organisatie voor Veiligheid en Stabiliteit in Europa (OVSE) op 9 februari jl. een verklaring uitgebracht over de humanitaire situatie; deze verklaring werd gesteund door bijna alle lidstaten, inclusief Nederland.

Nederland blijft in goed contact met onze partners om aandacht te blijven vragen voor de humanitaire situatie in Nagorno-Karabach.

Kan de Minister nader toelichten hoe hij zijn inzet vormgegeven heeft en is hij bereid dit opnieuw aan de orde te stellen, aangezien de blokkade aanhoudt en de humanitaire situatie blijft verslechteren?

75. Antwoord van het kabinet:

Zie antwoord op vraag 46.

Is de Minister het met de leden van de ChristenUnie-fractie eens dat de blokkade een poging is een etnische zuivering te bewerkstelligen? Zo nee, waarom niet?

76. Antwoord van het kabinet:

De humanitaire situatie in Nagorno-Karabach als gevolg van de de facto blokkade is op dit moment zorgelijk. Er zijn verhalen over de afsluiting van gas en elektriciteit en een gebrek aan primaire levensbehoeften. Het is van groot belang dat de Laçin-corridor weer open wordt gesteld voor vrij vervoer van goederen en personen. Nederland blijft bilateraal en in Europees verband de Azerbeidzjaanse autoriteiten hierop aandringen. Conform het trilaterale akkoord van 2020, hebben de Russische peacekeepers hier tevens een grote verantwoordelijkheid in. Nederland volgt de situatie nauwgezet en is in goed contact met onze partners, waaronder de EU en het Internationale Rode Kruis.

Ziet de Minister ook de analogie met de situatie eind jaren '90 waarin Servië probeerde de Albanese bevolking van Kosovo te verdrijven? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat moet er volgens de Minister gebeuren om dit proces te stoppen?

77. Antwoord van het kabinet:

Een analogie met Servië in de jaren '90 is op dit moment niet behulpzaam in het vinden van een oplossing voor de de facto blokkade van de Laçin-corridor en het conflict tussen Armenië en Azerbeidzjan. Het belangrijkste op dit moment is dat de humanitaire situatie in Nagorno-Karabach niet escaleert, vrij verkeer over de Laçin-corridor weer spoedig mogelijk zal worden en dat Armenië en Azerbeidzjan op korte termijn terugkeren naar de onderhandelingstafel o.l.v. Charles Michel. Deze boodschap herhaalt Nederland in ieder gesprek met Azerbeidzjaanse en Armeense vertegenwoordigers. Enkel door het tekenen van een duurzaam vredesakkoord, gesteund door beide partijen, kan er vrede komen in de regio en kan escalatie van het conflict voorkomen worden.

Hoe voert de Minister de motie van de leden Ceder en Agnes Mulder uit die de regering heeft verzocht te onderzoeken hoe in Europees verband de druk op Azerbeidzjan opgevoerd kan worden om de blokkade te beëindigen en hierbij gelijkgezinde lidstaten te betrekken (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2586)?

78. Antwoord van het kabinet:

Zie antwoord op vraag 46.

Verwacht de Minister overigens dat tijdens deze Raad inderdaad besloten wordt tot de instelling van de EU Mission in Armenia (EUMA)?

79. Antwoord van het kabinet:

De RBZ van januari heeft ingestemd met de instelling van EUMA. Naar verwachting zal de missie tijdens de Raad van februari gelanceerd worden. Het kabinet bekijkt momenteel de mogelijkheden om aan de missie bij te dragen.

Oekraïne

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de IMF-cijfers over de verwachte groei van de Russische economie die waarschijnlijk hoger zal uitvallen dan die in de Eurozone. Deze leden zouden de Minister willen vragen welke sanctiemogelijkheden nog niet ingezet worden die het effect op de Russische economie kunnen vergroten.

80. Antwoord van het kabinet:

Zie antwoord op vraag 30.

Iran

Ten aanzien van de plaatsing van de Iraanse Islamitische Revolutionaire Gardekorps (IRGC) op de EU-terrorismelijst en de kennelijke juridische onmogelijkheid daarvan, vragen de leden van de ChristenUnie-fractie of de Iraanse Islamitische Revolutionaire Garde niet op dezelfde gronden op deze lijst geplaatst kan worden als de gronden waarop de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) indertijd op de terreurlijst is geplaatst. Kan de Minister het eventuele verschil of juist de overeenkomsten in deze situaties toelichten?

81. Antwoord van het kabinet:

Voor een listing onder het terrorisme-sanctieregime is naast steun van alle EU-lidstaten ook een nationaal besluit van een bevoegde autoriteit nodig. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om een veroordeling voor een terroristisch misdrijf of een nationale terrorisme-listing. De PKK is op basis van een dergelijk besluit op de EU-terrorismelijst geplaatst. Mede op verzoek van Nederland brengt de Juridische Dienst van de Raad naar verwachting voorafgaand aan de aankomende RBZ een advies uit over de juridische mogelijkheden om de IRGC op de EU-terrorismelijst te plaatsen. Op basis daarvan zal het kabinet zich, samen met andere EU-lidstaten, beraden op mogelijke verdere stappen.

Ethiopië

Tot slot vragen de leden van de ChristenUnie-fractie om aandacht voor de situatie in Ethiopië waar volgens verschillende berichten in de plaats Sheshemene mogelijk tientallen Ethiopisch Orthodoxe gelovigen zijn doodgeschoten door veiligheidstroepen, toen zij wilden voorkomen dat hun kerkgebouw werd overgenomen door een op etnische basis afgesplitste groep. Klopt het dat de regering een groot aantal geestelijken heeft opgepakt?

82. Antwoord van het kabinet:

Er zijn inderdaad geestelijken opgepakt in Ethiopië. De regering van Ethiopië heeft aangegeven dat zij zullen worden vrijgelaten. Het kabinet zal de situatie nauwgezet blijven volgen.

Hoe duidt de Minister deze ontwikkeling? Kan de Raad de Ethiopische regering ertoe oproepen geen geweld te gebruiken tegen ongewapende kerkgangers?

83. Antwoord van het kabinet:

De spanningen rondom een mogelijke afsplitsing in de Ethiopisch Orthodoxe kerk zijn zorgelijk. Nederland is in gesprek gegaan met de Ethiopische ambassadeur over de situatie. Verschillende Ethiopische regeringsvertegenwoordigers pogen te bemiddelen. Volgens de regering is daarmee een eerste stap gezet richting de-escalatie. Mochten deze pogingen niet slagen en de situatie verergeren, zal Nederland in EU-verband het gesprek aangaan over de vraag hoe de situatie het best geadresseerd kan worden.

Vragen en opmerkingen van de leden van de DENK-fractie

De leden van de DENK-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 20 februari 2023 en van het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 23 januari 2023. Zij hebben daarover de volgende vragen.

Iran

De leden van de DENK-fractie ondersteunen de lijn van het kabinet volledig bij het veroordelen van de executies in Iran alsmede het ontbieden van de Iraanse ambassadeur in Den Haag. In de geannoteerde agenda lezen deze leden terug dat het kabinet zich blijft inspannen voor het verder opvoeren van de druk op Iran, waaronder met nieuwe gerichte sancties. Deze leden vragen of de Minister een nadere toelichting kan geven over wat er specifiek bedoeld wordt met het opvoeren van de druk op Iran. Hoe wordt dit bewerkstelligd?

84. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet heeft grote zorgen over de ontwikkelingen in Iran. De situatie met betrekking tot de mensenrechtenschendingen is ronduit verschrikkelijk. Het kabinet heeft hierbij geen illusies, de internationale gemeenschap heeft niet de middelen om het Iraanse regime te dwingen te stoppen met deze praktijken. Maar we kunnen het regime wel onder druk blijven zetten. Nederland doet dit met diplomatieke stappen, zoals ontbieding van de ambassadeur en gezamenlijke EU-verklaringen. Daarnaast zet Nederland actief in op sancties, samen met andere EU lidstaten. Dit heeft de afgelopen maanden geleid tot meerdere sanctiepakketten. In EU-verband is Nederland steeds een van de initiatiefnemers geweest voor nieuwe maatregelen gericht tegen verantwoordelijken van mensenrechtenschendingen. Daarnaast zal het kabinet zich blijven inzetten om de mensenrechtensituatie in Iran op de internationale agenda te houden, onder andere door actieve inzet in VN-verband.

In dit kader zijn de leden van de DENK-fractie benieuwd naar de invulling van de onderzoekscommissie van de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties om de vermeende mensenrechtenschendingen in Iran te onderzoeken in verband met de protesten die op 16 september 2022 begonnen. Nederland heeft gestemd vóór het instellen van deze onafhankelijke internationale onderzoeksmissie met het volgende mandaat: grondig en onafhankelijk onderzoek doen naar vermeende mensenrechtenschendingen in Iran in verband met de protesten die op 16 september 2022 begonnen, met betrekking tot vrouwen en kinderen; om de feiten en omstandigheden rond de vermeende overtredingen vast te stellen; om bewijsmateriaal van dergelijke schendingen te verzamelen, te consolideren en te analyseren en bewijsmateriaal te bewaren, ook met het oog op samenwerking in gerechtelijke procedures; en om samen te werken met alle relevante belanghebbenden, waaronder de regering van de Islamitische Republiek Iran, het Bureau van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de mensenrechten, de speciale rapporteur voor de situatie van de mensenrechten in de Islamitische Republiek Iran, relevante entiteiten van de Verenigde Naties, mensenrechtenorganisaties en het maatschappelijk middenveld. Kan de Minister uiteenzetten wat de mogelijke consequenties kunnen zijn voor Iran naar aanleiding van het onderzoek van de Verenigde Naties?

85. Antwoord van het kabinet:

De Independent International Fact-Finding Mission on the Islamic Republic of Iran (FFM) is een belangrijk instrument om bewijzen van mensenrechtenschendingen te verzamelen en deze internationaal aan de kaak te stellen. Rapporten van vergelijkbare organen hebben doorgaans een belangrijk mobiliserende publieksfunctie. Tevens dient deze informatievoorziening als aanjager van strafrechtelijk onderzoek. Daarnaast kunnen de rapporten worden gebruikt in strafrechtelijke onderzoeken als contextuele informatie. De FFM is inmiddels samengesteld en gestart met de werkzaamheden en zal in juni 2023 een eerste mondelinge update geven aan de Mensenrechtenraad. Dit zal gevolgd worden door een uitgebreid schriftelijk rapport in maart 2024. Opvolging van het rapport, alsmede mogelijke consequenties voor Iran, hangt in de eerste plaats af van nadere besluitvorming in de Verenigde Naties. Het rapport biedt in ieder geval een sterke basis om Iran, aan de hand van het onderzoek, te blijven aanspreken op de schendingen. Nederland zal actief deelnemen om de opvolging van het rapport in internationaal verband te bevorderen.

Nagorno-Karabach

De leden van de DENK-fractie lezen dat het kabinet aangeeft dat er tijdens de RBZ van 23 januari 2023 een aantal lidstaten, waaronder Nederland, zorgen uitte over de humanitaire situatie in Nagorno-Karabach. Sinds 12 december 2022 wordt de Laçın-corridor geblokkeerd door zelfverklaarde Azerbeidzjaanse eco-demonstranten. In lijn met de motie van het lid Van der Graaf c.s. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1880) heeft het kabinet zich ingezet om binnen de EU te komen tot een gezamenlijke oproep aan de Azerbeidzjaanse autoriteiten om de vrije en veilige doorgang door de Laçın-corridor te verzekeren, conform het trilaterale akkoord van 2020. De fractie van DENK heeft deze oproep gesteund. Gedurende de besprekingen in Praag was het wegnemen van de zorgen en het garanderen van de rechten, veiligheid en religieuze en culturele vrijheden van etnische Armeniërs een hoofddoel van de besprekingen in Praag – en er werd aanzienlijke vooruitgang geboekt. Desalniettemin sloeg de stemming slechts een maand later drastisch om na een tussenkomst van de Russisch-Armeense oligarch Ruben Vardanyan. Moskou was actief betrokken bij Karabach en bemiddelde bij de staakt-het-vuren-overeenkomst die een einde maakte aan de oorlog van 2020, en de vredeshandhavers zijn daar sindsdien gestationeerd. Nu de Europese Unie ook actief betrokken is bij het vredesproces, heeft het Kremlin er echter direct belang bij om niet in de eigen achtertuin aan de zijlijn te staan.

De leden van de DENK-fractie stellen dat de internationale gemeenschap zich terecht meer gericht heeft op de effecten van de blokkade op de levering van voedsel en medicijnen, en dat er ongetwijfeld een humanitaire crisis gaande is. Wat echter minder duidelijk is, is de werkelijke ernst van de onmiddellijke situatie. Deze leden zijn dan ook benieuwd of er onderzoek is gedaan naar de constateringen van de Azerbeidzjanen over de Russisch-Armeense oligarch Ruben Vardanyan, die volgens hen de corridor gesloten houdt.

86. Antwoord van het kabinet:

Het is het kabinet bekend dat er diverse en uiteenlopende visies zijn op de positie en de affiliaties van de heer Vardanyan. Het kabinet is niet op de hoogte van een onderzoek naar de constateringen van Azerbeidzjan over deze persoon.

Oekraïne

De leden van de DENK-fractie hebben met genoegen kunnen lezen dat de Raad op 2 februari jl. opnieuw heeft ingestemd met een verhoging van de financiële steun voor wapenleveranties aan Oekraïne met 500 miljoen euro. In totaal is daarmee 3,6 miljard euro beschikbaar voor militaire steun aan Oekraïne. Deze leden vragen of de Minister een nadere toelichting kan geven over waar deze gelden precies vandaan worden gehaald binnen de Defensie- alsmede Buitenlandse Zaken-begroting. Zijn deze gelden afkomstig van de ministeries zelf of komen zij uit een andere begroting en zo ja, welke begroting?

87. Antwoord van het kabinet:

De militaire steun van de EU aan Oekraïne wordt gefinancierd vanuit het budget van de Europese Vredesfaciliteit (EPF). Vanuit de EPF is middels steunmaatregelen 3,561 mld. euro beschikbaar gesteld voor de levering van lethale en niet-lethale capaciteiten voor de Oekraïense strijdkrachten. Daarnaast is 106,7 mln. euro beschikbaar gesteld voor de financiering van de gemeenschappelijke kosten van de European Union Military Assistance Mission Ukraine (EUMAM).

Voor de EPF geldt dat de Nederlandse bijdrage voor de steunmaatregelen op de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken staat en de Nederlandse bijdrage voor EU missies en operaties op de begroting van het Ministerie van Defensie.

De Nederlandse bijdrage aan de steunmaatregelen voor Oekraïne komt dus via de reguliere afdracht aan de EPF voor rekening van de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De Nederlandse bijdrage voor EUMAM komt via de reguliere EPF afdracht voor rekening van de begroting van het Ministerie van Defensie.

De financiële bijdrage aan de EPF wordt op basis van het Bruto Nationaal Inkomen (BNI) verdeeld onder de lidstaten. In 2022 was de BNI-verdeelsleutel voor Nederland voor steunmaatregelen 5,9% en voor missies en operaties 6%.

Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie

Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van de brief van de Minister betreffende de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken. Dit lid heeft hier nog een aantal vragen over.

Aardbeving Turkije en Noord-Syrië

Het lid van de BBB-fractie constateert dat tijdens de Raad Buitenlandse Zaken meerdere onderwerpen in internationaal overleg worden behandeld. Echter vindt dit lid het jammer dat er niet formeel gesproken wordt over de ramp in Turkije en Syrië. Dit is een ramp van ongekende grootte, die een gebied ter grootte van Amsterdam naar Parijs en weer naar Dortmund treft. De vraag is of de Minister hier wel aandacht aan wil besteden.

88. Antwoord van het kabinet:

De verschrikkelijke ramp in Turkije en Syrië staat hoog op de agenda van de EU. Zo hebben staatshoofden en regeringsleiders van de EU hier aandacht aan besteed tijdens de buitengewone Europese Raad van 9 februari jongstleden. Daarnaast organiseert de EU in maart een donorconferentie voor aanvullende hulp aan de getroffen gebieden.

Zo zou dit lid graag willen weten of en hoe de internationale gemeenschap aan zet is bij de opbouw van het rampgebied en welke vorm deze hulp zal aannemen.

89. Antwoord van het kabinet:

Zie antwoord op vragen 58 en 87.

Nagorno-Karabach

Op dit moment wordt humanitaire hulp aan Nagorno-Karabach bemoeilijkt door Azerbeidzjan, zo stel het lid van de BBB-fractie. Deze hulp wordt vooral tegengehouden omdat de autoriteiten geen toestemming willen geven over de Laçın-corridor. Dit lid vraagt de Minister erop aan te dringen dat er in de Raad gezamenlijk een oproep wordt gedaan aan Azerbeidzjan om de blokkade van de Laçın-corridor op te heffen.

90. Antwoord van het kabinet:

Zie antwoord op vraag 46.

Oekraïne

Het lid van de BBB-fractie leest ook dat het kabinet de druk wil verhogen op Rusland. Volgens het kabinet zijn hiervoor meerdere maatregelen belangrijk. Nu is het zo dat deze maatregelen altijd een beetje vaag zijn. De ene dag kunnen er geen tanks gestuurd worden, en de dag erop opeens wel. Kan de Minister er bij de Raad op aandringen dat standpunten duidelijk moeten zijn en dat dit helder aan burgers gecommuniceerd word?

91. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet hecht aan goede communicatie over de internationale steun voor Oekraïne. De boodschap van de EU (en de NAVO) is helder: Oekraïne verdient onze onverminderde steun en Rusland moet de oorlog stoppen. De EU verhoogt de druk op Rusland onder andere via sancties. Ook communicatie over militaire steun kan deze boodschap onderstrepen. Tegelijkertijd spelen andere overwegingen daarbij een rol, bijvoorbeeld het inzicht in de eigen gereedheid of mogelijke escalatie risico’s. Het is aan individuele landen om die afweging te maken.

Sancties

Er zal op de Raad gesproken worden over een nieuw sanctiepakket tegen Rusland, zo constateert het lid van de BBB-fractie. Echter is er onduidelijkheid over sancties op het gebied van diamanten. Antwerpen is de diamanthoofdstad van Europa, waar de Russen jaarlijks € 1,8 miljard aan diamanten verhandelen. Dit lid vindt het niet uit te leggen dat eten en energie voor normale mensen duurder wordt, terwijl diamanthandelaren en oligarchen binnenlopen. Dit lid wijst de Minister op de aangenomen (Handelingen II 2022/23, nr. 35, item 7) motie van het lid Van der Plas (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1891). De vraag is dan ook om er in de Raad op aan te dringen om sancties op deze diamanthandel te leggen.

92. Antwoord van het kabinet:

Voor het kabinet liggen alle opties op tafel. Het kabinet is voorstander van maatregelen waarmee inkomstenbronnen worden geraakt die kunnen bijdragen aan de Russische oorlogskas. Het is goed te zien dat de verkoop van diamanten al sterk gedaald is. Factoren die een rol spelen in het besluitvormingsproces over additionele maatregelen zijn: EU-eenheid, handhaafbaarheid van sancties, risico op omzeiling en daarmee effectiviteit. Voor de effectiviteit van maatregelen ten aanzien van diamanten moeten deze traceerbaar zijn als zijnde Russisch om omzeiling tegen te kunnen gaan. Zo niet, is er een risico dat Russische ruwe diamanten naar derde landen gaan, daar geslepen worden en alsnog in de EU belanden. Mogelijk verdient Rusland er dan nog meer aan. Bovendien is het belangrijk dat maatregelen in een zo groot mogelijke coalitie worden genomen.

Afghanistan

Verder leest het lid van de BBB-fractie dat het kabinet van mening is dat de veiligheidssituatie in Afghanistan en de stabiliteit van de regio hoog op Europese agenda moet staan. Daarbij stelt de Minister dat er aangedrongen moet worden op de rechten van vrouwen in Afghanistan. Welke concrete acties en plannen heeft de Minister hiervoor?

93. Antwoord van het kabinet:

Een stevige gezamenlijke EU-positie in Raadsconclusies tijdens een volgende RBZ is belangrijk. Deze Raadsconclusies zullen wat het kabinet betreft in moeten gaan op de volgende aspecten: 1) een veroordeling van de recente besluiten van de Taliban, alsmede voorgaande besluiten waarmee de rechten van vrouwen ingeperkt worden; 2) randvoorwaarden voor engagement met de Taliban (waarbij het kabinet zal benadrukken dat stappen richting erkenning van het regime niet aan de orde zijn); 3) de ontwikkelingen op het gebied van veiligheid en migratie; 4) de manier waarop de EU de Afghaanse bevolking, en specifiek Afghaanse vrouwen, kan blijven ondersteunen in deze moeilijke situatie.

II Volledige agenda

Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 23 januari 2023 Brief regering d.d. 31-01-2023 Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra – Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 23 januari 2023 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2602).

Geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 20 februari 2023 Brief regering d.d. 10-02-2023 Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra – Geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 20 februari 2023 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2605).


  1. Kamerstuk 36 045, nr. 120↩︎

  2. Kamerstuk 27 925, nr. 836↩︎

  3. Kamerstuk 27 925, nr. 906↩︎

  4. Kamerstuk 21 501-02, nr. 2588↩︎

  5. Kamerstuk 34 952, nr. 184↩︎

  6. VN Veiligheidsraad resolutie 2672↩︎

  7. Kamerstuk 36 045, nr. 134↩︎

  8. European Court of Human Rights, Press Release, «The interim-measure indicated in the case of Armenia v. Azerbaijan and Rule 39 proceedings with regard to alleged captives to remain in force», ECHR 377 (2020), 16.12.2020.↩︎

  9. Kamerstuk 21 501-02, nr. 2586↩︎

  10. Kamerstuk 32 735, nr. 358.↩︎

  11. Kamerstukken 34 952 en 27 925, nr. 177↩︎

  12. Kamerstuk 21 501–02, nr. 2602↩︎

  13. Kamerstuk 21 501-20, nr. 1882↩︎