Inzet op voedselbossen
Nationale Omgevingsvisie
Brief regering
Nummer: 2023D06591, datum: 2023-02-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-34682-115).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Mede ondertekenaar: Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof
Onderdeel van kamerstukdossier 34682 -115 Nationale Omgevingsvisie.
Onderdeel van zaak 2023Z02854:
- Indiener: P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Medeindiener: Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2023-02-23 13:25: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-03-08 11:15: Procedurevergadering LNV (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2023-09-06 11:30: Extra procedurevergadering commissie LNV (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2024-02-15 10:00: Landbouw, klimaat en voedsel (Commissiedebat), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2024-02-29 12:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
34 682 Nationale Omgevingsvisie
33 576 Natuurbeleid
Nr. 115 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT EN VOOR NATUUR EN STIKSTOF
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 februari 2023
Middels deze brief informeren wij u over de inzet vanuit het Ministerie van LNV op voedselbosbouw, als vorm van agroforestry, zoals toegezegd tijdens de begrotingsbehandeling op 7 en 8 december 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 32, item 13). We zullen ingaan op de vraag van de Kamer om binnen een half jaar te komen met een plan dat uitvoering geeft aan het plan Duurzame Schaalsprong Voedselbosbouw met de bijbehorende financiële dekking.
Toekomstbestendige en natuurinclusieve vormen van landbouw zijn onmisbaar in de transitie van het landelijk gebied. Niet alleen bieden deze perspectief voor de landbouw, ook kunnen deze het landelijk gebied versterken en oplossingen bieden in de gebiedsgerichte aanpak, zoals overgangsgebieden. Agroforestry, een verzamelnaam voor het integreren van bomen en struiken in de veehouderij, akkerbouw en/of groenteteelt op hetzelfde perceel, is een dergelijke landbouwvorm waar wij deze kansen voor zien. Door (voedselproducerende) bomen en struiken op akkers en grasland, beboste kippenuitlopen, voederhagen op weide met vee, en voedselbossen, wordt het landschap gevarieerder en groener. Wat agroforestry kenmerkt is een meerwaarde van de bomen en struiken op het bedrijf, door nieuwe opbrengsten van de bomen, of door voordelen op het gebied van klimaatadaptatie, toenamen van biodiversiteit, natuurlijke plaagbestrijding, verbeteren van bodemkwaliteit en dierenwelzijn. De ontwikkeling van agroforestry staat in Nederland nog in de kinderschoenen, maar we hebben veel mooie voorbeelden gezien van koplopers die hiermee zijn gestart.
Net als de Kamer vinden wij het belangrijk de ontwikkeling van agroforestry in Nederland te ondersteunen. Het kabinet heeft daarom de ambitie uitgesproken om gezamenlijk met andere partijen 25.000 ha agroforestry te realiseren voor 2030, waarvan 1.000 ha voedselbos, en een strategie voor ondersteuning uiteengezet voor Rijk en provincies in de Bossenstrategie (2020). Bij het opstellen van deze strategie zijn de adviezen waar het Ministerie van LNV om had gevraagd, o.a. het plan Duurzame Schaalsprong Voedselbossen,1 waar de Kamer aan refereert, en het Masterplan agroforestry2 meegenomen. Vanuit de Bossenstrategie wordt gezamenlijk met andere partijen gewerkt aan de ontwikkeling van agroforestry in Nederland via de volgende pijlers: (1) kennisontwikkeling en kennisdeling; (2) het creëren van ondersteunende beleidskaders voor agroforestry, en het wegnemen van belemmeringen samen met andere overheden; en (3) het bieden van financiële ondersteuning.
Het plan Duurzame Schaalsprong Voedselbosbouw, waar de Kamer aan refereert, vraagt om de opzet, uitvoering en coördinatie van een landelijk programma voor de opschaling van voedselbosbouw tot 1.000 ha in 2030, met een begroting van € 30 miljoen, waarvan ongeveer de helft wordt gevraagd aan overheden (het Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen). Via deze brief geven wij aan hoe we tegemoet komen aan de uitvoering van dit plan, en hiermee ook aan de gewijzigde motie van het lid Beckerman c.s. uit 2021 (Kamerstuk 35 925 XIV, nr. 85).
Aan een aantal onderdelen die in dit plan worden genoemd, wordt momenteel al gewerkt, waaronder het ondersteunen van een kennisinfrastructuur, het wegnemen van belemmeringen, en het stimuleren van ketens en verdienmodellen. Zo is eind 2021 het Agroforestry Netwerk Nederland (ANN) opgericht. Binnen dit netwerk werken overheden, praktijkvertegenwoordigers en kennisinstituten samen aan het realiseren van de ambitie voor agroforestry, door kennis te ontwikkelen, de beschikbare kennis te delen, relevante stakeholders samen te brengen om van elkaar te leren en door het ontwikkelen van ketens en verdienmodellen. Ook is in 2022 de bijbehorende landelijke website agroforestry gelanceerd (www.agroforestrynetwerk.nl), om kennis over agroforestry makkelijker beschikbaar te maken voor agrariërs. Het Ministerie van LNV heeft de opzet van het ANN gefaciliteerd en gefinancierd, en is samen met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) als partner betrokken. In dit netwerk worden ook andere vormen van agroforestry dan voedselbossen meegenomen, om kennis over de verschillende vormen te delen en van elkaar te leren. Tevens faciliteert en financiert het Ministerie van LNV de Taskforce wet- en regelgeving, om gezamenlijk met praktijk en verschillende overheden de knelpunten voor agroforestry in kaart te brengen, weg te nemen en kennis hierover tussen gemeenten, provincies en het Rijk te delen. Verder is agroforestry vanaf 2023 in het nieuwe NSP-GLB opgenomen, wat mogelijkheden biedt voor de opschaling van agroforestry voor de komende vijf jaar. Houtopstanden zijn vanaf 2023 bijvoorbeeld onderdeel van de subsidiabele landbouwgrond en het aantal bomen per hectare dat op grasland aangeplant kan worden is verdubbeld.
Een nieuw kader voor de ontwikkeling van agroforestry in de komende jaren is het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Hierin zijn de doelen uiteengezet om gebiedsgericht te werken aan natuur, water en klimaat. Agroforestry heeft de potentie om aan deze doelen bij te dragen. Daar het gebiedsafhankelijk is hoe agroforestry kan bijdragen aan de opgaves en het perspectief dat het kan bieden aan agrariërs, vinden wij het logisch dat agroforestry gebiedsgericht wordt uitgewerkt. Het kabinet heeft er daarom voor gekozen agroforestry een plaats te geven binnen het NPLG, door het als oplossingsrichting te benoemen voor de verschillende opgaves, waaronder klimaat, en als perspectief voor agrariërs, specifiek in gebieden waar extensivering en natuurinclusieve landbouw belangrijk wordt. Hiermee geven we uitvoering aan de motie van de leden Koekoek en Boswijk (Kamerstuk 35 925 XIV, nr. 116) over het uitwerken van gebiedsgericht kader van agroforestry. De provincies zijn leidend in deze gebiedsprogramma’s. Gezien het groeiende enthousiasme voor agroforestry bij provincies verwachten we dat dit in de gebiedsprogramma’s dan ook als oplossing zal worden meegenomen. Het Rijk heeft hiertoe een faciliterende rol.
Opschaling van agroforestry, met name door het stimuleren van aanlegkosten en kosten voor advies en projectontwikkeling, zal dus via de gebiedsprogramma’s tot stand moeten komen. Ondanks de vraag van de Kamer kan het kabinet op dit moment nog niet vooruitlopen op financiering hiervoor uit het Transitiefonds. Zoals al eerder is aangegeven, hechten wij veel waarde aan de integrale afwegingen die gemaakt gaan worden in de gebiedsprogramma’s. Er zijn al wel een aantal andere subsidiemogelijkheden. Betreffende de stimulering van voedselbossen met financiële middelen is het plantgoed en de aanplant hiervan subsidiabel gesteld onder de investeringsregeling POP3+. Deze regeling is opengesteld van 1 december 2022 tot en met 31 januari 2023. Bovendien is de mogelijkheid geboden via het NSP-GLB om investeringen in agroforestry te vergoeden. Op dit moment hebben sommige provincies al subsidieregelingen. Zo hebben de provincies Limburg en Gelderland recentelijk regelingen ter stimulering van de aanleg van agroforestry geopend en zijn andere provincies bezig met de ontwikkeling van dergelijke ondersteuning. Het Agroforestry Netwerk Nederland houdt een overzicht bij van alle financieringsmogelijkheden3.
In aanvulling hierop willen wij, voorafgaand aan het beschikbaar komen van het Transitiefonds, nu een eerste stap zetten in de uitvoering van de gewijzigde motie van het lid Beckerman c.s. (Kamerstuk 35 925 XIV, nr. 85) door een verdere impuls geven aan de ontwikkeling van voedselbosbouw in 2023. Het kabinet stelt dit jaar hiertoe vanuit de Klimaatakkoordmiddelen € 0,5 miljoen beschikbaar en zal hiermee extra inzetten op de pijlers die de ontwikkeling van voedselbosbouw stimuleren, en die volgen uit de Bossenstrategie waar de aanbevelingen uit het plan Duurzame Schaalsprong Voedselbosbouw in verwerkt zijn. Onze inzet is bovendien breder dan alleen voedselbossen. Ook andere vormen van agroforestry kunnen belangrijke bijdrages leveren aan maatschappelijke opgaves en het verdienmodel van agrariërs en het kabinet zal dit jaar ook verder inzetten op het ondersteunen van deze vormen van agroforestry via de in deze brief genoemde pijlers. Dit doen wij samen met provincies en andere partijen die betrokken zijn bij het Agroforestry Netwerk Nederland.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema
De Minister voor Natuur en Stikstof,
Ch. van der Wal-Zeggelink