[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Onderhandeling van belastingverdragen

Internationaal fiscaal (verdrags)beleid

Brief regering

Nummer: 2023D07237, datum: 2023-02-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-25087-312).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 25087 -312 Internationaal fiscaal (verdrags)beleid.

Onderdeel van zaak 2023Z03067:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

25 087 Internationaal fiscaal (verdrags)beleid

Nr. 312 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 februari 2023

Jaarlijks in het eerste kwartaal stuur ik uw Kamer een brief over de onderhandeling van belastingverdragen.1 In deze brief zal ik ingaan op de volgende onderwerpen:

1. de in het afgelopen jaar gevoerde onderhandelingen en de in het afgelopen jaar ondertekende belastingverdragen;

2. het onderhandelplan voor het komende jaar;

3. overzicht en status van actieve onderhandelingen.

1. Onderhandelingen 2022

Door de coronacrisis was het in 2022 evenals in 2021 lastiger om (fysiek) te onderhandelen. Desondanks hebben er meerdere (digitale) onderhandelingen plaats kunnen vinden. Daarnaast is een aantal verdragen waarover op ambtelijk niveau overeenstemming was bereikt verder gebracht richting ondertekening en vervolgens goedkeuring door uw Kamer.

Dit heeft geresulteerd in de goedkeuring door uw Kamer van de nieuwe belastingverdragen met Colombia en Chili. Verder is in 2022 ambtelijk overeenstemming bereikt over een nieuw belastingverdrag met België en een nieuw verdrag met Kirgizië.

2. Onderhandelplan 2023

Nederland staat in beginsel open voor een belastingverdrag met ieder andere staat. Net als voorgaande jaren geldt dat capaciteitsbeperkingen dwingen tot prioritering. Ook andersom is het de vraag of er capaciteit is voor en prioriteit gegeven wordt aan het (verder) onderhandelen met Nederland. Het Ministerie van Financiën stelt ieder jaar een onderhandelplan op dat aangeeft op welke onderhandelingen Nederland zich dat jaar primair zal richten. Daarnaast wordt een nieuwsbericht gepubliceerd, waarin belangstellenden worden uitgenodigd om informatie en aandachtspunten te delen die voor de onderhandelingen van belang kunnen zijn.2

In het kader van het onderhandelplan voor 2023 zet Nederland in op het voortzetten van de gesprekken met België, Brazilië, Marokko, Moldavië, Mozambique, Oeganda, Portugal, Rwanda Sint Maarten3 en Suriname. Verder zal Nederland blijven inzetten op het starten van (her)onderhandelingen met Bahrein en Barbados. Nieuwe onderhandelingen wil Nederland starten met Duitsland, Kenia en Roemenië. Het kan ook voorkomen dat, naar aanleiding van een verzoek, gedurende het jaar onderhandelingen worden aangegaan met een land dat niet in het onderhandelplan voorkomt.

Het verloop van de geplande onderhandelingen is uiteraard afhankelijk van verschillende factoren, zoals capaciteit, de samenloop van verschillende onderhandelingen en ontwikkelingen in andere dossiers. Zo zal dit jaar opnieuw veel capaciteit nodig zijn voor het uitwerken van de multilaterale verdragen in het kader van de implementatie van Pijler 1 en Pijler 2.4

Nederland streeft er doorlopend naar (conform de Nota Fiscaal Verdragsbeleid 2020) om de minimumstandaard tegen verdragsmisbruik en voor effectieve geschilbeslechting in belastingverdragen op te nemen. Om antimisbruikmaatregelen snel te laten doorwerken in ons verdragennetwerk, heeft Nederland vrijwel zijn gehele verdragennetwerk aangemeld voor het Multilaterale Instrument («MLI») (behalve waar een andere route praktischer was). Bij ontwikkelingslanden zet Nederland al langer in op de opname van antimisbruikbepalingen (het 23-ontwikkelingslandenproject). De toezegging om alle verdragen zo snel mogelijk te voorzien van antimisbruikbepalingen5 beschouw ik hiermee als afgedaan.

3. Status actieve onderhandelingen

3.1. Overzicht

De onderstaande tabel biedt uw Kamer een overzicht van actieve onderhandelingen en de status daarvan.6 In de volgende paragrafen licht ik een aantal (categorieën) onderhandelingen nader toe. Ik zal in het bijzonder ingaan op de onderhandelingen met onze buurlanden (België en Duitsland) (3.2), de aanpassing van de belastingverdragen met Bahrein en Barbados (3.3) en de onderhandelingen met ontwikkelingslanden (3.4) tot slot ga ik in op de onderhandelingen met de andere landen die zijn opgenomen in het onderhandelplan (3.5).

Cyprus Nieuw verdrag Ondertekend op 1 juni 2021
Colombia Nieuw verdrag Ondertekend op 26 februari 2022
Curaçao Vervanging belastingregeling Rijksministerraad akkoord, richten op goedkeuring in 2023
Afrondende fase
Andorra Nieuw verdrag Ambtelijk akkoord, richten op ondertekening in 2023
Aruba Nieuwe belastingregeling Zie onderdeel 3.5
Bangladesh Nieuw verdrag Ambtelijk akkoord, richten op ondertekening in 2023
België Vervanging verdrag Ambtelijk akkoord, richten op ondertekening in 2023
Kirgizië Nieuw verdrag Ambtelijk akkoord, zie ook 23-ontwikelingslandenproject hieronder
Spanje Vervanging verdrag Ambtelijk akkoord, richten op ondertekening in 2023
Thailand Nieuw verdrag Ambtelijk akkoord, richten op ondertekening in 2023
In onderhandeling
België Aanpassing verdrag (grenswerkers) Zie onderdeel 3.2
Brazilië Vervanging verdrag Zie onderdeel 3.5
Kenia Nieuw verdrag 23-ontwikelingslandenproject, zie onderdeel 3.4.1
Marokko Vervanging verdrag Zie onderdeel 3.5
Moldavië Aanpassing verdrag 23-ontwikelingslandenproject, zie onderdeel 3.4.1
Mozambique Nieuw verdrag Geen bestaand verdrag, zie onderdeel 3.4.1
Oeganda Vervanging verdrag 23-ontwikelingslandenproject, zie onderdeel 3.4.1
Portugal Aanpassing verdrag Zie onderdeel 3.5
Rwanda Nieuw verdrag Zie 3.4.2
Sint Maarten Aanpassing belastingregeling Zie onderdeel 3.5
Nederland wil onderhandelingen (her)starten
Bahrein Aanpassing verdrag Zie onderdeel 3.3
Barbados Aanpassing verdrag Zie onderdeel 3.3
Duitsland Aanpassing verdrag Zie onderdeel 3.2
Roemenië Aanpassing verdrag Zie onderdeel 3.5
Suriname Aanpassing verdrag Zie onderdeel 3.5

3.2. Buurlanden (België en Duitsland)

Er is, met tussenpozen, onderhandeld over een nieuw belastingverdrag met België. In 2022 is hierover ambtelijk akkoord bereikt. Nederland streeft ernaar om het nieuwe verdrag dit jaar te ondertekenen. Recent hebben onderhandelingsdelegaties van Nederland en België over een mogelijke thuiswerkregeling gesproken. In het nieuwe verdrag met België waarover ambtelijk akkoord is bereikt is geen specifieke maatregel voor thuiswerkende grensarbeiders opgenomen, hoewel Nederland daar wel op aangedrongen heeft. Beide landen hebben duidelijk de intentie uitgesproken om overleg te blijven voeren over een mogelijke thuiswerkregeling. De onderhandelingen over een dergelijke maatregel lopen.

Met Duitsland hebben in 2022 verkennende gesprekken plaatsgevonden. In 2023 zijn onderhandelingen gestart over een beperkt wijzigingsprotocol (aanpassing van het verdrag). Tijdens de onderhandelingen wordt onder andere gesproken over de behandeling van thuiswerkende grenswerkers. Hoe een eventuele regeling eruit komt te zien is nog niet duidelijk.

3.3. Bahrein, Barbados (en Verenigde Arabische Emiraten)

Bahrein, Barbados en de Verenigde Arabische Emiraten («VAE») staan op de Nederlandse lijst van laagbelastende landen. De huidige verdragen met Bahrein, Barbados en de VAE zouden Nederland beperken bij het heffen van de (aanvullende) bronbelasting op renten, royalty’s en dividenden als deze in de relatie met deze landen per 2024 effectief wordt (uitgaande van de huidige lijst van laagbelastende staten). Daarom heeft Nederland Bahrein, Barbados en de VAE in 2021 benaderd om de bestaande belastingverdragen te heronderhandelen.

Inmiddels hebben de VAE een winstbelasting met een tarief van 9% ingevoerd (van toepassing per 1 juni 2023) waardoor zij per 2024 in principe niet meer zullen worden aangewezen als laagbelastende staat. Daardoor zullen de bronbelastingen op renten, royalty’s en de aanvullende bronbelasting op dividenden niet worden geheven in de relatie met de VAE en is het heronderhandelen van het Verdrag met de VAE niet langer noodzakelijk.

Bahrein en Barbados zijn in 2021 door Nederland benaderd om het belastingverdrag aan te passen. In reactie daarop heeft Barbados (2021) laten weten bereid te zijn hierover te praten. Nederland zal Barbados dit jaar een voorstel tot aanpassing van het belastingverdrag sturen. Bahrein is recent opnieuw benaderd voor een aanpassing van het belastingverdrag. Overigens zijn Bahrein en Barbados lid van het Inclusive Framework7 en hebben zij het akkoord over de herziening van het internationale belastingsysteem onderschreven, waaronder Pijler 2 over een wereldwijde minimumbelasting. Als deze landen naar aanleiding daarvan hun nationale wetgeving aanpassen, zal dat worden betrokken bij de onderhandelingen. Als een land zijn belastingwetgeving zo aanpast dat het niet langer als laagbelastende staat wordt aangewezen is heronderhandeling van het verdrag in beginsel niet langer noodzakelijk.

3.4. Ontwikkelingslanden en 23-ontwikkelingslandenproject

3.4.1. Stand van zaken 23-ontwikkelingslandenproject

Nederland houdt in het verdragsbeleid rekening met de bijzondere positie van ontwikkelingslanden. Conform de Notitie fiscaal verdragsbeleid 2020 («NFV 2020»)8 is Nederland in de verdragsonderhandelingen met ontwikkelingslanden bereid meer heffingsrechten voor de bronstaat overeen te komen dan met andere landen. Ook hecht Nederland in relatie tot ontwikkelingslanden extra belang aan het snel opnemen van antimisbruikbepalingen.

In 2013 heeft Nederland 23 ontwikkelingslanden benaderd om antimisbruikbepalingen op te nemen in de belastingverdragen met deze landen.9 Ook via het MLI heeft Nederland aangeboden om antimisbruikbepalingen door te laten werken in de belastingverdragen met ontwikkelingslanden.

Zoals aangegeven bij de voorgaande onderhandelplannen, heeft Nederland met 19 van deze 23 landen een belastingverdrag dat in werking is. Met 14 van deze 19 landen is er overeenstemming over opname van antimisbruikbepalingen in het betreffende verdrag (bilateraal dan wel via het MLI).10 Met betrekking tot de ontwikkelingslanden waarmee het nog niet is gelukt om bilateraal of via het MLI overeenstemming te bereiken over de opname van een antimisbruikbepaling in het verdrag blijft Nederland hier aandacht voor vragen in de contacten met deze landen.

Bangladesh, Moldavië en Sri Lanka

Bangladesh, Moldavië en Sri Lanka hebben in 2021 aangegeven graag met Nederland (verder) te onderhandelen. Op verzoek van Bangladesh en Sri Lanka gaat het daarbij om heronderhandeling van het gehele verdrag. Eind 2021 is met Bangladesh op ambtelijk niveau overeenstemming bereikt. Ondertekening van het verdrag heeft nog niet plaatsgevonden. Ook met Sri Lanka was in 2021 een onderhandelingsronde gepland. Deze heeft helaas tot op heden geen doorgang kunnen vinden in verband met de coronapandemie en de situatie aldaar. Op verzoek van Moldavië wordt met hen sinds 2021 gewerkt aan het opnemen van antimisbruikbepalingen in het verdrag.

Kenia

Kenia heeft Nederland eind 2021 geïnformeerd dat zij het in 2015 ondertekende verdrag niet zullen ratificeren. Op 19 mei 2022 is daarom het wetsvoorstel ter goedkeuring van het in 2015 ondertekende verdrag ingetrokken. Met Kenia is afgesproken te onderhandelen over een nieuw verdrag. Een eerste onderhandelingsronde heeft plaatsgevonden in januari van dit jaar.

Kirgizië

Met Kirgizië is ambtelijk overeenstemming bereikt over een nieuw belastingverdrag. Onderdeel hiervan is de verwerking van de minimumstandaarden uit het BEPS-project.

Oeganda

Met Oeganda hebben in 2021 drie onderhandelingsrondes plaatsgevonden. Nederland kan conform de NFV 2020 akkoord gaan met ruimere heffingsrechten voor het bronland. Hoewel er bij de onderhandelingen vooruitgang is geboekt, hebben deze nog niet geleid tot overeenstemming. Nederland heeft een voorstel gedaan voor de afronding van de onderhandelingen en wacht nu af of Oeganda hiermee akkoord kan gaan. Nederland zou graag meer anti-misbruikmaatregelen aan het verdrag toevoegen en het verdragsbeleid biedt ook op andere gebieden ruimte om tegemoet te komen aan aanvullende wensen van Oeganda. Tijdens het commissiedebat doorstroomvennootschappen op 7 december 2022 heb ik per abuis aangegeven dat er in het eerste kwartaal van 2023 een bespreking met Oeganda zou zijn.

Met bovenstaande beschouw ik de toezegging11 om de Kamer te informeren over de stand van zaken van de onderhandelingen met Oeganda als afgedaan.

3.4.2. Overige ontwikkelingslanden (geen onderdeel van 23-ontwikkelingslandenproject)

In het onderhandelplan voor 2023 zijn twee ontwikkelingslanden opgenomen die geen deel uitmaakten van het 23-ontwikkelingslandenproject.

Mozambique

Met Mozambique hebben in 2017 en 2018 onderhandelingsrondes plaatsgevonden over een nieuw belastingverdrag. Het is toen niet gelukt om tot een akkoord te komen. In de zomer van 2022 heeft een onderhandelingsronde plaatsgevonden, maar er is nog geen ambtelijke overeenstemming. Nederland streeft ernaar de onderhandelingen voort te zetten op basis van de NFV 2020, waarbij relevant is dat Mozambique bij de groep minst ontwikkelde landen hoort.

Rwanda

Nederland is in 2021 door Rwanda benaderd om de mogelijkheden van een verdrag te verkennen. In 2021 heeft een verkennend gesprek plaatsgevonden. In 2022 heeft een eerste onderhandelingsronde plaatsgevonden. Nederland is in contact met Rwanda over het voortzetten van de onderhandelingen.

3.5. Overige onderhandelingen

Aruba, Curaçao, Sint Maarten

Nederland wil de belastingregelingen12 met deze landen graag aanpassen in lijn met de minimumstandaard van het BEPS-project. Met Curaçao is hierover ambtelijk overeenstemming bereikt. Met Sint maarten bevinden de onderhandelingen zich in de afrondende fase. Nederland zet erop in de om de belastingregeling met Curaçao (ambtelijk akkoord) en Sint Maarten (in onderhandelplan) dit jaar af te ronden. Nederland en Aruba bezien het advies van de Raad van Advies van Aruba over het eerder bereikte ambtelijke akkoord.

Brazilië

Brazilië is geen deelnemer bij het MLI. In het kader van de lopende onderhandelingen zal het verdrag op het vlak van antimisbruik bilateraal aangepast moeten worden. Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om te proberen het verdrag ook op andere punten te moderniseren.

Marokko

Begin 2019 heeft een eerste onderhandelingsronde met Marokko plaatsgevonden. Beide landen hebben daarna aangegeven de onderhandelingen te willen voorzetten. In 2022 heeft een tweede onderhandelingsronde plaatsgevonden. Met Marokko is afgesproken om een volgende onderhandeling in te plannen. Nederland streeft ernaar om in de tweede helft van dit jaar een vervolgronde te hebben met als inzet om tot een ambtelijk akkoord te komen.

Portugal

Met Portugal heeft in 2019 een eerste onderhandelronde plaatsgevonden. In 2021 hebben beide landen aangegeven de onderhandelingen te willen hervatten. Onder het bestaande verdrag kan Nederland beperkt heffen over hier gefacilieerd opgebouwde pensioenen. Als gevolg van uitspraken van de Hoge Raad is dat ook het geval in een aantal situaties waarin deze pensioenen ook in Portugal nauwelijks worden belast. Nederland streeft daarom naar een (bij voorkeur volledige) bronheffing over pensioenen overeen te komen. Nederland wil de onderhandelingen in 2023 hervatten.

Roemenië

Naar aanleiding van een onderlinge overlegprocedure is gebleken dat pensioenuitkeringen betaald vanuit Nederland aan inwoners van Roemenië in beide landen worden belast. Nederland streeft ernaar om in 2023 een wijzigingsprotocol af te spreken met Roemenië om dubbele belasting zowel voor het verleden als voor de toekomst weg te nemen.

Suriname

Na verkennend overleg met Suriname in 2021 heeft Nederland in 2022 een voorstel tot aanpassing van het verdrag aan Suriname gestuurd voor de verwerking van de minimumstandaarden van het BEPS-project in het verdrag. Er zal op dit moment niet worden gesproken over een gehele herziening van het verdrag.

4. Tot slot

Met deze brief heb ik meer inzicht gegeven in de lopende verdragsonderhandelingen. In het eerste kwartaal van volgend jaar zal ik opnieuw een brief aan uw Kamer sturen. Als daartoe aanleiding is, zal ik uw Kamer uiteraard tussentijds informeren.

De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij


  1. In lijn met een toezegging van mijn ambtsvoorganger↩︎

  2. Deze nieuwsberichten zijn te vinden op https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/belastingverdragen↩︎

  3. Binnen het Koninkrijk worden geen belastingverdragen, maar belastingregelingen gesloten. Deze krijgen de vorm van een rijkswet omdat het regelingen betreffen die gelden binnen het Koninkrijk.↩︎

  4. Het project van het Inclusive Framework over een nieuw raamwerk voor de internationale belastingheffing («Pijler 1 en Pijler 2») waarover vorig jaar een akkoord is bereikt. Zie hierover Kamerstuk 25 087, nrs. 281, 284 en 300.↩︎

  5. Toezegging gedaan op 10 december 2020 tijdens plenaire behandeling van het Belastingplan 2021, Handelingen II 2020/21, nr. 36, item 7↩︎

  6. Met actieve onderhandelingen wordt bedoeld: onderhandelingen die recent hebben geleid tot een ondertekend verdrag, waarover in 2022 is onderhandeld, waar gesprekken gepland zijn of waar Nederland inzet op onderhandelingen (als onderdeel van het onderhandelplan).↩︎

  7. Binnen het Inclusive Framework werken lidstaten en niet-lidstaten van de OESO op gelijke voet samen. Het Inclusive Framework heeft op het moment van schrijven van deze brief 142 leden.↩︎

  8. Bijlage bij Kamerstuk 25 087, nr. 256↩︎

  9. Kamerstuk 25 087, nr. 60.↩︎

  10. In een aantal van deze verdragen zijn de antimisbruikbepalingen nog niet in werking getreden, omdat het betreffende land het MLI nog niet heeft geratificeerd (of pas recentelijk heeft geratificeerd) of de ratificatieprocedure van het wijzigingsprotocol in het betreffende land nog niet is voltooid. Ook het recente bereikte ambtelijke akkoord met Bangladesh over een nieuw verdrag is meegeteld.↩︎

  11. Toezegging gedaan op 7 december 2022 tijdens het commissiedebat doorstroomvennootschappen, Kamerstuk 25 087, nr. 303.↩︎

  12. Het equivalent van een belastingverdrag binnen het Koninkrijk.↩︎