Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda OJCS-Raad 7 van maart 2023 (onderwijsdeel)(Kamerstuk 21501-34-393)
Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2023D07891, datum: 2023-02-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2023D07891).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Onderdeel van zaak 2023Z02987:
- Indiener: R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2023-02-23 10:00: OJCS-raad van 7 maart 2023 (onderwijs) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2023-02-23 13:25: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-03-09 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2023-03-23 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2023-04-20 13:14: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2023D07891 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de:
– brief van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 20 februari 2023 inzake geannoteerde agenda OJCS-raad van 7 maart 2023 (onderwijs) (Kamerstuk 21 501-34, nr. 393);
– brief van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 17 februari 2023 inzake verslag van de OJCS-Raad van 28 en 29 november 2022 (Onderwijs Cultuur/AV) (Kamerstuk 21 501-34, nr. 392).
De voorzitter van de commissie,
Michon-Derkzen
De adjunct-griffier van de commissie,
Bosnjakovic
Inhoud
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
– Inbreng van de leden van de VVD-fractie
– Inbreng van de leden van de D66-fractie
– Inbreng van de leden van de Volt-fractie
II Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de stukken voor de OJCS-Raad van 7 maart 2023. De leden hebben hierover geen vragen.
Inbreng van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de stukken ten behoeve van de vergadering van de OJCS-Raad van 7 maart 2023. Zij hebben daarover nog enkele vragen.
Ontwikkelingen in Nederland
De leden van de D66-fractie lezen in het verslag van de OJCS-Raad van 28 november dat de Commissie heeft aangekondigd om in 2025 een opleiding te willen verzekeren aan 1 miljoen talenten op het gebied van «deep tech». Kan de Minister toelichten op welke manier hieraan in Nederland invulling zal worden gegeven? Daarnaast lezen de leden dat er in maart 2022 elf «Teacher Academies» gelanceerd zijn. Kan de Minister reflecteren op de ervaring van de Nederlandse deelnemende instellingen?
Vaardigheden voor de groene transitie
De leden van de D66-fractie zijn positief over het voorstel vaardigheden voor de groene transitie. Zij lezen dat de lidstaten bij de invoering van de maatregelen ruimte krijgen om hierbij rekening te houden met hun nationale context. In hoeverre hebben lidstaten een verplichting om te werken aan het ontwikkelen van dit beleid? Bestaat volgens de Minister de kans dat sommige lidstaten beperkte stappen zullen zetten? De leden verzoeken de Minister hier in dit geval aandacht voor te vragen.
Balans inkomende en uitgaande mobiliteit
Nuffic heeft onderzoek gedaan naar de uitgaande mobiliteit van Nederlandse studenten.1 Nuffic signaleerde een disbalans in de diplomamobiliteit: het gemiddelde Nederlandse studenten dat deelneemt aan diplomamobiliteit ligt onder het EU2-gemiddelde van 3,3% en zelfs vrij ver onder het OECD3-gemiddelde van 5,9%. Tegelijkertijd liggen de cijfers van inkomende diplomamobiliteit ver boven de EU-en OECD-gemiddelden. De leden van de D66-fractie vinden het belangrijk dat de mobiliteit in balans is. De leden verzoeken de Minister het belang aan te geven van een balans in de uitgaande mobiliteit van studenten binnen de EER4.
Budget voor onderwijs en onderzoek
De leden van de D66-fractie zijn benieuwd naar de ontwikkelingen rondom de budgetten van de Europese Unie met het oog op de Europese reactie op de Amerikaanse Inflation Reduction Act. Voorziet de Minister verschuivingen in financiële prioriteiten binnen het onderwijsbudget? Of voorziet de Minister mogelijke bezuinigingen op het Europese onderwijsbudget? Het Nederlandse onderwijs profiteert van deze budgetten: de dertien allianties met een Nederlandse partner hebben in totaal ongeveer € 148,6 miljoen ontvangen vanuit Erasmus+ en Horizon 2020 sinds 2019. Daarnaast zijn Nederlandse onderzoekers succesvol in het verwerven van Europese onderzoeksgelden en zijn daarvan soms zelfs afhankelijk. De leden vinden Europese investeringen in onderwijs en onderzoek mede daarom van groot belang. Ziet de Minister reden om daar aandacht voor te vragen?
Inbreng van de leden van de Volt-fractie
De leden van de Volt-fractie hebben kennisgenomen van de agenda voor de OJCS-Raad. Met betrekking tot het onderwijsdeel hebben zij kennisgenomen van het initiatief onder het Zweeds voorzitterschap om te focussen op vaardigheden voor de groene transitie. Als onderdeel van het Europese Jaar van de Vaardigheden en ter verdere stimulering van uitwisseling van vaardigheden voor onder andere de groene transitie, hebben deze leden tijdens het afgelopen OCW-begrotingsdebat een motie ingediend die de regering verzocht om zich in de Raad van Ministers nadrukkelijk in te spannen voor wederzijdse erkenning van mbo5-diploma’s tussen Europese lidstaten, met als voornaamste inzet het wegnemen van barrières voor de maatschappelijk cruciale sectoren6. De leden vragen het volgende: op welke manier zal de Minister zich hiervoor – in navolging van de aangenomen motie van het lid Dassen c.s.7 – tijdens de aankomende Raad inspannen? Is de Minister bereid dit onderwerp – het verder brengen van de wederzijdse erkenning van diploma’s tussen EU-lidstaten concreet te agenderen voor een van de volgende OJCS-Raden? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet? Tot slot vragen de leden wat de exacte inzet van het kabinet is richting de beoogde finalisering van de European Education Area op het gebied van microcredentials, c.q. de erkenning en waardering van leerervaringen door de Europese Unie. Kan de Minister uitgebreid ingaan op de kabinetsinzet op dit punt, inclusief concrete acties die het kabinet onderneemt om deze mijlpaal in 2025 te helpen bereiken?
II Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Nuffic, 21 februari 2023, Nederlandse studenten in het buitenland. Internationale competenties in startersvacaturesNederlandse studenten in het buitenland – Uitgaande mobiliteit in het hoger onderwijs (2005 – 2021) (nuffic.nl)↩︎
EU: Europese Unie↩︎
OECD: Organisation for Economic Cooperation and Development↩︎
EER: Europese Economische Ruimte↩︎
mbo: middelbaar beroepsonderwijs↩︎
Kamerstuk 36 200-VIII, nr. 121↩︎
Ibidem↩︎