[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 13 en 14 februari 2023, reactie op toezeggingen uit Commissiedebat Eurogroep/Ecofinraad van 9 februari jl. 2023 en over de beëindiging compensatiemechanisme ESM

Raad voor Economische en Financiële Zaken

Brief regering

Nummer: 2023D08724, datum: 2023-03-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-07-1934).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 07-1934 Raad voor Economische en Financiële Zaken.

Onderdeel van zaak 2023Z03737:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1934 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 maart 2023

Hierbij zend ik u het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 13 en 14 februari 2023 in Brussel.

In het verslag ga ik tevens in op drie toezeggingen uit het Commissiedebat Eurogroep/Ecofinraad van 9 februari jl. Het gaat hierbij om de toezegging aan de heer Slootweg (CDA) en Van der Lee (GL) om in het verslag terug te komen op het beoogde proces en tijdpad (en betrokkenheid Kamer daarbij) rondom de herziening van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP), de toezegging aan lid Van Weyenberg (D66) om in verslag terug te komen op de ruimte voor hervormingen en vergroening binnen de herziening van het SGP en de toezegging aan lid Alkaya (SP) om in het verslag terug te komen op het informeel ontbijt voor aanvang van de Ecofinraad.

Daarnaast informeer ik u graag over de beëindiging van het compensatiemechanisme voor het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM). In 2019 heeft het toenmalige kabinet toegezegd om de door het ESM aan De Nederlandsche Bank (DNB) betaalde negatieve depositorente te compenseren en uw Kamer daarover geïnformeerd.1 Zoals opgenomen in de Financiënbegroting zijn de in 2020 en 2021 door het ESM betaalde rente op aangehouden deposito’s in 2021 en 2022 door DNB via de winstuitkering aan de Staat betaald en vervolgens door de Staat aan het ESM. Dit heeft geen gevolgen voor het begrotingssaldo, omdat de inkomsten en uitgaven aan elkaar gelijk zijn.

Het verlenen van de compensatie met een zo breed mogelijke groep landen was destijds een belangrijke Nederlandse wens bij de toezegging. Zo hebben naast Nederland ook Frankrijk, Duitsland en Italië een vergelijkbaar mechanisme opgezet. Recent is bekend geworden dat twee van de vier landen geen compensatie zullen verlenen aan het ESM over het jaar 2021. Duitsland heeft ervoor gekozen om de vergoeding stop te zetten voor 2021 aangezien de Bundesbank in 2021 geen winst heeft gemaakt. Frankrijk heeft een vergelijkbare afweging gemaakt.

Daarnaast is het compensatiemechanisme gezien het huidige positieve renteklimaat voor de financiële positie van het ESM niet nodig. Daarom heb ik, na overleg met DNB inzake de uitvoerbaarheid, besloten om in 2023 het ESM niet meer te compenseren voor de aan DNB betaalde rente op daar aangehouden deposito’s in 2022 en te stoppen met het mechanisme.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag

Verslag Eurogroep en Ecofinraad 13 en 14 februari 2023

Eurogroep

Recente ontwikkelingen op de energiemarkten en begrotingsbeleid in de eurozone

De Eurogroep heeft van gedachten gewisseld over de ontwikkelingen op de energiemarkten en de impact hiervan op begrotingsbeleid. De bespreking werd ingeleid door een presentatie van de directeur van ACER (Agency for the Cooperation of Energy Regulators), dhr. Christian Zinglersen. Hij benoemde dat de condities op de energiemarkten beter zijn ten opzichte van 2022, waaronder beter gevulde gasvoorraden bij de lidstaten. Alleen blijven er nog veel onzekere factoren voor 2023. Hierbij valt te denken aan de ontwikkeling van de gasprijzen en de vraag naar energie vanuit China nu zij haar zero-covid beleid heeft versoepeld.

Om de hoge energieprijzen te mitigeren, hebben veel lidstaten maatregelen genomen en/of aangekondigd om de koopkracht van huishoudens te ondersteunen. Tijdens de discussie in de Eurogroep benoemden meerdere lidstaten dat deze maatregelen tijdelijk en gericht dienen te zijn.

Arbeidsmarkten in de eurozone: recente ontwikkelingen en toekomstige uitdagingen

De Eurogroep heeft gesproken over de recente ontwikkelingen en toekomstige uitdagingen voor de arbeidsmarkten in de eurozone, op basis van een notitie van de Europese Commissie (Commissie).2 Het betrof een gedachtewisseling in het kader van thematische discussies die de Eurogroep vaker heeft. Doel daarvan is om onderling te reflecteren op gezamenlijke economische uitdagingen en op de mogelijke beleidsreactie daarop.

De Commissie gaf aan dat de economieën van de eurozone zich sterk hebben hersteld na het opheffen van de covid-maatregelen. In lijn hiermee is de werkgelegenheid toegenomen en is de werkloosheid gedaald tot een historisch laag niveau, waardoor de krapte op de arbeidsmarkt snel is opgelopen. Daarnaast gaf de Commissie aan dat er structurele uitdagingen zijn, waaronder de vergrijzing van de samenleving en de behoefte aan nieuwe vaardigheden van personeel om de «twin transitions» – naar een duurzame en digitale toekomst – te verwezenlijken. Deze uitdagingen werden door meerdere lidstaten beaamd. Daarnaast was in de discussie aandacht voor loonontwikkelingen in de lidstaten, bijvoorbeeld de verhoging van het minimumloon.

Macro-economische ontwikkelingen en beleidscoördinatie in de eurozone

Als laatste onderwerp heeft de Eurogroep stilgestaan bij de huidige macro-economische en financiële ontwikkelingen in de eurozone.

De Commissie heeft haar nieuwe winterraming toegelicht, welke is gepubliceerd op 13 februari jl.3 Het beeld in deze raming is positiever dan eerder verwacht. De Commissie schat dat de groei in de eurozone voor 2023 zal uitkomen op 0,9% bbp (opwaartse bijstelling van 0,6%-punt ten opzichte van de herfstraming) en weer zal aantrekken tot 1,5% in 2024.

De Commissie gaf aan dat de inflatie in de eurozone in januari verder is afgenomen tot 8,5% op jaarbasis. Deze daling wordt voornamelijk gedreven door de verlaging van energieprijzen. Voedselprijzen blijven daarentegen doorstijgen. De Commissie verwacht dat de inflatie in de eurozone over 2023 en 2024 respectievelijk 5,6% en 2,5% zal bedragen.

Ecofinraad

Ecofinraad-ontbijt

Tijdens het Ecofinraad-ontbijt heeft de voorzitter van de Eurogroep een terugkoppeling gegeven van de Eurogroep en is de Commissie kort ingegaan op de huidige economische ontwikkelingen en het Green Deal Industrial Plan (GDIP) – de recent gepubliceerde mededeling van de Commissie om wereldwijd een leidende positie te behouden in de realisatie van een klimaatneutrale industrie en economie.4

Verschillende lidstaten zijn ingegaan op de (on)wenselijkheid van de voorgestelde aanpassingen van de staatssteunregels. Zo gaf een aantal lidstaten aan voorstander te zijn om anti-relocatiesteun te verlenen waarmee landen subsidies uit derde landen kunnen matchen, terwijl andere lidstaten wezen op het gevaar voor een ongelijk speelveld voor bedrijven binnen de EU. Daarnaast gaven diverse lidstaten aan dat het van belang is om eerst goed te kijken naar het gebruik van bestaande fondsen en inzet van bestaande middelen voor lidstaten om bedrijven te ondersteunen. Een aantal lidstaten ging daarbij in op het voornemen van de Commissie om voor de zomer een voorstel te publiceren voor een nieuw «Europees soevereiniteitsfonds».

Nederland heeft het belang van investeren in de klimaattransitie benadrukt. Daarbij is het goed om gebruik te maken van een «impact assessment» om de gevolgen van een veranderend geopolitiek klimaat, waaronder de Inflation Reduction Act, op het Europese concurrentievermogen in beeld te krijgen. Wat betreft financiering gaf Nederland aan dat er reeds veel publieke middelen beschikbaar zijn. Er dient dan ook gekeken te worden naar hoe deze bestaande middelen zo effectief mogelijk ingezet kunnen worden. Ook kan worden bezien welke rol de Europese Investeringsbank kan spelen in het stimuleren van de benodigde private investeringen. Tevens gaf Nederland aan open te staan voor vereenvoudiging en versnelling van staatssteunprocedures, maar dat brede versoepeling van de staatssteunregels (negatieve) consequenties kan hebben voor een gelijk speelveld voor bedrijven. Daarnaast heeft Nederland benoemd dat het stimuleren en faciliteren van private financiering van belang is om de doelstellingen van de GDIP te behalen en dat daarom voortgang op de versterking van de kapitaalmarktunie noodzakelijk is.

A-punt – Herziening van de EU fiscale lijst van non-coöperatieve jurisdicties en coöperatieve jurisdicties

Tijdens de Ecofinraad is de herziening van de EU fiscale lijst van non-coöperatieve jurisdicties en coöperatieve jurisdicties als hamerpunt aangenomen.5

Deze herziening is opgesteld door de Gedragscodegroep die beoordeelt of landen buiten de EU voldoen aan de Europese minimum fiscale standaard. Landen die daar niet aan voldoen komen te staan op de Europese lijst van non-coöperatieve jurisdicties (EU fiscale zwarte lijst). Daarnaast is er ook een grijze lijst van landen die niet voldoen aan de standaard maar die op hoog politiek niveau hebben toegezegd om binnen een bepaalde periode alsnog aan de standaard te voldoen. De lijst wordt periodiek herzien, doorgaans tijdens de Ecofinraden van februari en oktober.

De volgende landen zijn aan de EU fiscale zwarte lijst toegevoegd: Britse Maagdeneilanden, Costa Rica, Marshalleilanden en Russische Federatie.

De Britse Maagdeneilanden zijn op de lijst geplaatst omdat ze niet volledig bleken te voldoen aan de norm voor de uitwisseling van informatie op verzoek.

Costa Rica heeft niet voldaan aan de toezegging om de schadelijke aspecten van zijn vrijstellingsregeling voor inkomsten uit buitenlandse bron af te schaffen of aan te passen.

De Marshalleilanden kent geen vennootschapsbelasting. Om deze reden heeft de Gedragscodegroep om sterkere substance wetgeving gevraagd om te voorkomen dat deze jurisdictie winsten zonder reële economische activiteit aantrekt. De Gedragscodegroep concludeerde dat deze eisen niet afdoende waren opgesteld.

Met betrekking tot de Russische Federatie heeft de Gedragscodegroep de Russische wetgeving uit 2022 getoetst aan de criteria ter voorkoming van schadelijke belastingconcurrentie en vastgesteld dat de Russische Federatie niet heeft voldaan aan de toezegging om de schadelijke aspecten van een speciale regeling voor internationale holding regimes weg te nemen.

De nieuwe zwarte lijst bestaat nu uit 16 landen: Amerikaanse Maagdeneilanden, Amerikaans-Samoa, Anguilla, Bahama's, Britse Maagdeneilanden, Costa Rica, Fiji, Guam, Marshalleilanden, Palau, Panama, Russische Federatie, Samoa, Trinidad en Tobago, Turks- en Caicoseilanden, en Vanuatu.

De landen op de fiscale grijze lijst hebben toegezegd om binnen een overzichtelijke termijn alsnog te voldoen aan de fiscale standaard. Als dat niet lukt, dan worden de landen op de EU fiscale zwarte lijst gezet. In dat kader zijn Aruba, en Curaçao op de grijze lijst geplaatst omdat beide landen niet volledig bleken te voldoen aan de norm voor de automatische uitwisseling van informatie. Zowel Aruba, als Curaçao hebben op hoog politiek niveau toegezegd dat zij uiterlijk in het najaar 2024 alsnog zullen voldoen aan de genoemde standaard.

Meer informatie over de EU fiscale lijst is te vinden op de website van de Raad van de Europese Unie.6

Stand van de uitvoering van wetgeving inzake financiële diensten

Het voorzitterschap van de Raad en de Commissie hebben de Ecofinraad geïnformeerd over de lopende wetgevingsvoorstellen op het terrein van financiële diensten.7

Economische en financiële impact van de Russische agressie jegens Oekraïne

De Ecofinraad heeft van gedachten gewisseld over de economische en financiële aspecten van de Russische inval in Oekraïne. De afgelopen maanden heeft de Ecofinraad meermaals gesproken over de economische en financiële impact van de Russische agressie tegen Oekraïne en over Europese steunmaatregelen. Deze keer stonden de sancties tegen Rusland en de implementatie van de sancties centraal.

De Commissie gaf aan dat de ingestelde sancties door de EU effectief zijn. Rusland is het afgelopen jaar geconfronteerd met een recessie – ondanks de hoge energieprijzen – en de export is gedaald. Daarnaast lichtte de Commissie de contouren van het voorgenomen tiende sanctiepakket toe. Dit tiende sanctiepakket is op 25 februari jl. gepubliceerd.8 Het pakket bevat onder andere aanvullende listings, waardoor extra personen en bedrijven op de sanctielijst zijn gezet, en verschillende rapportageverplichtingen voor bevroren tegoeden.

Tijdens de Ecofinraad benadrukten verschillende lidstaten het belang van verdergaande sancties. Daarnaast werd door sommige lidstaten bepleit om bevroren tegoeden en middelen van de Russische centrale bank voor de wederopbouw van Oekraïne te gebruiken.

Herziening Stabiliteits- en Groeipact

De Ecofinraad heeft gesproken over de hervorming van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) en de Macro-Economische Onevenwichtighedenprocedure (MEOP). De Europese Commissie publiceerde op 9 november 2022 een mededeling waarin zij de contouren uiteenzette van een mogelijke hervorming van SGP en MEOP. Tijdens de Ecofinraad op 6 december 2022 vond daarover een eerste gedachtewisseling plaats. Tijdens deze Ecofinraad is nogmaals over de mogelijke hervorming gesproken, waarbij het voorzitterschap van de Raad streeft naar Raadsconclusies in maart. Meer informatie over het proces vindt u onderaan dit verslag bij het kopje «Overig – Toezegging aan lid Slootweg (CDA) en Van der Lee (GL) om in het verslag terug te komen op het beoogde proces en tijdpad (en betrokkenheid Kamer daarbij) rondom de herziening van het SGP».

Voor deze bespreking in de Ecofinraad had het Zweedse voorzitterschap van de Raad een notitie opgesteld met discussievragen. De focus lag op drie onderwerpen: hoe de ministers aankeken tegen (1) landspecifieke schuldafbouw, (2) meerjarenplannen en (3) het overgaan op een op risico’s gebaseerde benadering.

Veel lidstaten benoemden het belang van nationaal eigenaarschap, transparantie en gelijke behandeling. Lidstaten lijken open te staan voor nationale meerjarenplannen indien hervormingen en investeringen niet uitgesteld worden, en budgettaire consolidatie niet op de lange baan wordt geschoven (geen backloading). Het meest controversiële onderwerp in de discussie was het prominente gebruik van de schuldhoudbaarheidsanalyse (DSA). Veel zorgen bij lidstaten over de complexiteit en het gebrek aan transparantie bij gebruik van de DSA. Daarnaast vroegen meerdere lidstaten, waaronder Nederland, om meer duidelijkheid van de Commissie met betrekking tot de 3%-tekortnorm en de opening van buitensporigtekortprocedures op basis hiervan. Ook bepleitte een aantal lidstaten dat er een uitzondering voor defensie-uitgaven dient te komen in het nieuwe raamwerk. Tegen de achtergrond van deze discussies lieten meerdere lidstaten weten open te staan voor Raadsconclusies.

Nederland heeft een sterk appel gedaan om tot Raadsconclusies te komen en het belang van voortgang van de hervorming benadrukt. Daarnaast heeft Nederland aangegeven dat de werkwijze die de Commissie uiteen heeft gezet op meerdere aspecten aansluit bij de Nederlandse inzet zoals verwoord in een Kamerbrief van 4 maart 20229 en het gezamenlijke non-paper met Spanje van 4 april 2022.10 Nederland heeft aangegeven dat het raamwerk moet bijdragen aan opwaartse economische convergentie, schuldhoudbaarheid en effectieve handhaving. Integrale meerjarenplannen die zowel het begrotingsbeleid als plannen voor investeringen en hervormingen bevatten kunnen het nationaal eigenaarschap vergroten. Voor transparantie en gelijke behandeling zijn wel heldere kaders nodig waarbinnen die plannen opgesteld en getoetst worden. Meer informatie over de prikkel tot investeringen die uitgaat van het beoogde raamwerk vindt u onderaan dit verslag bij het kopje «Overig – Toezegging aan lid van Weyenberg (D66) om in het verslag terug te komen op de ruimte/prikkels voor hervormingen en vergroening binnen de herziening van het SGP». Met betrekking tot het gebruik van schuldhoudbaarheidsanalyse voor het vaststellen van de maximale netto uitgavengroei heeft Nederland aangegeven dat dit past bij een focus van de begrotingsregels op het waarborgen van houdbare overheidsschulden. Maar daarbij moet wel transparantie, stabiliteit en voorspelbaarheid van de schuldhoudbaarheidsanalyse geborgd worden. Tot slot heeft Nederland het belang van verbeterde handhaving en toezicht benadrukt.

Uitvoeringsbesluit van de Raad onder de herstel- en veerkrachtfaciliteit

De Ecofinraad heeft een aanpassing van het uitvoeringsbesluit ter goedkeuring van het herstel- en veerkrachtplan (HVP) van Duitsland goedgekeurd.11 Duitsland maakt daarbij gebruik van de mogelijkheid binnen de RRF-verordening om een HVP aan te passen als dat HVP, inclusief desbetreffende mijlpalen en doelen, deels of in zijn geheel niet langer haalbaar is op grond van objectieve omstandigheden. De aanpassing betreft specifiek het uitstellen van één van zeven projecten binnen een doel op gebied van digitalisering van het spoorwegsysteem en het schrappen van elementen van een doel gericht op ondersteuning van Covid-19 vaccinontwikkeling. De eerste betalingstermijn, die is gekoppeld aan deze doelen, wordt overeenkomstig verlaagd.

Zoals toegelicht in het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 16 en 17 januari jl. zullen er naar verwachting nog veel voorstellen volgen voor uitvoeringsbesluiten van de Raad ter goedkeuring van aangepaste herstelplannen.12 De Tweede Kamer zal hiervan steeds voorafgaand aan de besluitvorming in de Raad een kabinetsappreciatie ontvangen.

Voorbereiding ministeriële G20-bijeenkomst

De Ecofinraad heeft de inzet van de EU tijdens de ministeriële G20-vergadering (Finance Ministers and Central Bank Governors Meeting; FMCBG) op 24 en 25 februari goedgekeurd. Deze bijeenkomst is de eerste onder het nieuwe Indiase voorzitterschap. Wereldwijd worstelen economieën met o.a. de gevolgen van de Russische oorlog in Oekraïne en de naweeën van de coronapandemie. Hierdoor is het macro-economisch vooruitzicht complex. Zo zijn inflatie, rentes en publieke schuldniveaus gestegen, en de mondiale toeleveringsketens verstoord (waardoor in sommige regio’s energie- en voedseltekorten zijn ontstaan). Tegelijkertijd blijft de aanpak van klimaatverandering urgent. Het gezamenlijk adresseren van deze uitdagingen staat centraal op de agenda van deze bijeenkomst.

De inzet van de EU tijdens deze G20-vergadering is vastgesteld door middel van een «EU terms of reference». Hierin wordt ten eerste de Russische agressie jegens Oekraïne – en de mondiale economische gevolgen daarvan – veroordeeld. Er wordt aandacht besteed aan de versterking van voedselzekerheid, o.a. in samenwerking de Verenigde Naties en het Internationaal Monetair Fonds. Verder wordt ingezet op verbeterde pandemieparaatheid, afronding van de tweepijlerherziening van het internationaal belastingstelsel en additionele investeringen in (duurzame) infrastructuur. De EU wordt verzocht steun uit te spreken voor initiatieven om klimaatverandering aan te pakken, zoals implementatie van de G20 Sustainable Finance Roadmap.

Overig

Toezegging aan lid Slootweg (CDA) en Van der Lee (GL) om in het verslag terug te komen op het beoogde proces en tijdpad (en betrokkenheid Kamer daarbij) rondom de herziening van het SGP

Tijdens het Commissiedebat Eurogroep/Ecofinraad van 9 februari jl. heb ik toegezegd om terug te komen op het beoogde proces en tijdpad (en betrokkenheid Kamer daarbij) rondom de herziening van het SGP.

Na afloop van de Ecofinraad van 14 februari jl. zijn concept-Raadsconclusies gedeeld door het Zweedse voorzitterschap van de Raad van de EU. Deze worden besproken in de ambtelijke voorportalen van de Ecofinraad. Indien er consensus bereikt wordt, worden de Raadsconclusies aangenomen op de aanstaande Ecofinraad van 14 maart. De Kamer zal middels de geannoteerde agenda voor de Ecofinraad van 14 maart hier verder over worden geïnformeerd, waarbij wordt ingegaan op de inhoud van de Raadsconclusies (die bij het schrijven van de geannoteerde agenda waarschijnlijk nog in beweging zullen zijn) en hoe die inhoud aansluit bij de Nederlandse inzet. Bij aanname zullen de Raadsconclusies fungeren als richting voor wetgevende voorstellen van de Commissie. Mogelijk zal de Commissie voor het einde van de lente met wetgevende voorstellen komen. Hier zal de Kamer via de gebruikelijke manier over worden geïnformeerd via een BNC-fiche. Voorts zullen gesprekken plaatsvinden in de Raad en het Europees Parlement over de door de Commissie voorgestelde wetgevende voorstellen. Over de voortgang van deze gesprekken wordt uw Kamer via de gebruikelijke manier, conform de bestaande informatie-afspraken, op de hoogte gehouden. Indien uw Kamer hier behoefte aan heeft staan de ambtenaren van het Ministerie van Financiën tot uw beschikking voor een technische briefing over deze wetgevende voorstellen.

Omdat een mogelijk hervormd SGP voorlopig nog niet van kracht is, zal de Commissie naar verwachting in maart een mededeling uitbrengen waarin zij uiteenzet hoe de bestaande Europese begrotingsregels voor het begrotingsjaar 2024 toegepast kunnen worden. Deze uiteenzetting zal naar verwachting worden gevolgd door een gedachtewisseling in de Eurogroep of Ecofinraad, waarna lidstaten in hun voorbereidingen voor hun begroting voor 2024 hier rekening mee kunnen houden. De aanbevelingen van de Raad voor het begrotingsbeleid van de lidstaten wordt later in het voorjaar vastgesteld, op basis van voorstellen van de Commissie als onderdeel van het zogenoemde Lentepakket van het Europees Semester.

Toezegging aan lid Van Weyenberg (D66) om in het verslag terugkomen op de ruimte/prikkels voor hervormingen en vergroening binnen de herziening van het SGP

Tijdens het Commissiedebat Eurogroep/Ecofinraad van 9 februari jl. heb ik toegezegd om terug te komen op de ruimte/prikkels voor hervormingen en vergroening binnen de herziening van het SGP.

Binnen de herziening van het SGP wordt gestreefd naar een versterking van schuldhoudbaarheid en het bevorderen van duurzame economische groei door middel van investeringen en hervormingen. Om hier vorm aan te geven, stellen lidstaten in het voorstel van de Commissie van 9 november jl. zelf een plan op voor hun begrotingsbeleid en economisch beleid met in achtneming van investeringen en hervormingen. Dit plan beslaat in het voorstel van de Commissie in principe een periode van vier jaar. Als het plan zogenoemde prioritaire investeringen en hervormingen bevat, kan een lidstaat een langer budgettair aanpassingspad krijgen van maximaal zeven jaar. Hier gaat een sterke prikkel vanuit om hervormingen en investeringen op te nemen. De verlenging van het budgettaire aanpassingspad leidt bovendien tot een minder grote jaarlijkse budgettaire aanpassing (via bezuinigingen of lastenverzwaringen) waardoor het risico op snelle bezuinigingen via het verlagen van de publieke investeringen af kan nemen.

Voor de prioritaire investeringen en hervormingen zijn criteria opgesteld: ze moeten naast het bijdragen aan groei en schuldhoudbaarheid, ook bijdragen aan het adresseren van de gezamenlijke Europese uitdagingen zoals klimaatverandering. Daarmee is er ruimte voor hervormingen en investeringen die leiden tot vergroening.

De implementatie van de hervormingen en investeringen die leiden tot een verlenging van het budgettaire aanpassingspad zullen door de Commissie gemonitord worden middels een nieuw handhavingsinstrument.


  1. Kamerstuk 21 501-07, nr. 1644 en Kamerstuk 32 013, nr. 241.↩︎

  2. https://www.consilium.europa.eu/media/61957/20230213-labour-market-note-for-eg.pdf.↩︎

  3. https://economy-finance.ec.europa.eu/system/files/2023–02/ip194_en_1.pdf.↩︎

  4. Kamerstuk 22 112, nr. 3607.↩︎

  5. Brussel, 14 februari 2023: Conclusies van de Raad over de herziene EU-lijst van jurisdicties die niet-coöperatief zijn op belastinggebied (6375/23).↩︎

  6. Taxation: Council reviews list of non-cooperative countries for tax purposes – Consilium (Europa.eu)

    https://www.consilium.europa.eu/nl/policies/eu-list-of-non-cooperative-jurisdictions/.↩︎

  7. https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-5465–2023-INIT/en/pdf.↩︎

  8. https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_23_1185.↩︎

  9. Kamerstuk 21 501-07, nr. 1815.↩︎

  10. Kamerstuk 21 501-07, nr. 1837.↩︎

  11. https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-5536–2023-INIT/en/pdf.↩︎

  12. Kamerstuk 21 501-07, nr. 1920.↩︎