Duizenden gezinnen die al jarenlang leven van een inkomen onder het niveau van een bijstandsuitkering omdat de regelingen niet op elkaar aansluiten
Schriftelijke vragen
Nummer: 2023D08925, datum: 2023-03-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2023Z03788).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid (Nieuw Sociaal Contract)
- Mede ondertekenaar: C.A.M. van der Plas, Tweede Kamerlid (BBB)
- Mede ondertekenaar: P.A. Grinwis, Tweede Kamerlid (ChristenUnie)
- Mede ondertekenaar: L.M.C. Marijnissen, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
- Mede ondertekenaar: W.R. van Haga, Tweede Kamerlid (Ooit Groep Van Haga kamerlid)
- Mede ondertekenaar: N.L. den Haan, Tweede Kamerlid (Ooit Fractie Den Haan kamerlid)
- Mede ondertekenaar: C. Teunissen, Tweede Kamerlid (PvdD)
- Mede ondertekenaar: N.J.F. Pouw-Verweij, Tweede Kamerlid (Ooit BBB kamerlid)
- Mede ondertekenaar: B.C. Kathmann, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: H.M. Palland, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: C. Stoffer, Tweede Kamerlid (SGP)
Onderdeel van zaak 2023Z03788:
- Gericht aan: C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Gericht aan: M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
- Gericht aan: A. de Vries, staatssecretaris van Financiën
- Gericht aan: C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen
- Indiener: P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: W.R. van Haga, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: P.A. Grinwis, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: N.J.F. Pouw-Verweij, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: B.C. Kathmann, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: C. Stoffer, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: C.A.M. van der Plas, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: N.L. den Haan, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: H.M. Palland, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: C. Teunissen, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: L.M.C. Marijnissen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2023Z03788
Vragen van de leden Omtzigt (Omtzigt), Marijnissen (SP), Grinwis (ChristenUnie), Palland (CDA), Kathmann (PvdA), Teunissen (PvdD), Pouw-Verweij (JA21), Stoffer (SGP), Van der Plas (BBB), Van Haga (Groep Van Haga) en Den Haan (Fractie Den Haan) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen en de Staatssecretarissen van Financiën over duizenden gezinnen die al jarenlang leven van een inkomen onder het niveau van een bijstandsuitkering omdat de regelingen niet op elkaar aansluiten (ingezonden 6 maart 2023).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Al jaren in armoede, door een fout van de overheid»?1
Vraag 2
Kunt u aangeven hoe in 2023 de bruto/netto berekening eruitziet voor de bijstandsuitkering voor een (echt)paar (beiden tussen de 21 en 66 jaar)? Kunt u dus aangeven wat het netto jaarbedrag per persoon is, wat het bruto jaarbedrag per persoon is en hoe die berekening tot stand komt?
Vraag 3
Hoe hoog is dus de bruto bijstandsuitkering voor het (echt)paar tussen 21 en 66 jaar?
Vraag 4
Kunt u aangeven wat de waarde is van de tegemoetkomingen waar een (echt)paar in de bijstand gemiddeld recht op heeft in 2023 in bijvoorbeeld de stad Utrecht? Dit zijn zaken als kwijtschelding gemeentelijke lasten en waterschapslasten, bijzondere bijstand, U-pas, energietoeslag?2
Vraag 5
Kunt u aangeven hoeveel bruto arbeidsongeschiktheidsuitkering een persoon van een fiscaal stel moet hebben om netto de netto bijstandsuitkering voor een echtpaar te kunnen ontvangen? (NB: de andere partner heeft geen inkomen in dit voorbeeld).
Vraag 6
Wilt u een vergelijking maken tussen de volgende huishoudens:
Een echtpaar met een bijstandsuitkering
Een echtpaar met een partner die de arbeidsongeschiktheidsuitkering heeft als onder vraag 5 en een zieke partner zonder inkomen
Een echtpaar met een partner die een arbeidsongeschiktheidsinkomen heeft van 40.000 euro en een zieke partner zonder inkomen?
Vraag 7
Wilt u bij de vergelijking uitgaan van de bewoning van een sociale huurwoning met een huur van 720 euro per maand en van een eigen vermogen onder de grens voor de huurtoeslag?
Vraag 8
Wilt u een tabel maken voor elk van de drie huishoudens (in kolommen) en voor elk van de drie huishoudens vermelden
Het bruto inkomen
De loonbelasting (schijftarief)
De algemene heffingskorting
Het netto inkomen na belastingen (a-b+c)
Het recht op huurtoeslag
Het recht op zorgtoeslag
De netto waarde van de tegemoetkomingen (onder vraag 4)
De totale inkomsten (d + e + f + g)?
Vraag 9
Heeft u een politiek oordeel over de verschillen bij h?
Vraag 10
Klopt het dat het echtpaar onder 6b geen wettelijk recht heeft op een bijstandsuitkering en dat ook echtparen die daar vlak boven zitten wel een netto inkomen na belastingen hebben dat hoger is dan in de bijstand, maar dat zij door lagere toeslagen (soms ver) onder het niveau van de bijstandsuitkering (inlcusief toeslagen) uitkomen?
Vraag 11
Hoeveel inkomstenbelasting betaalt het derde echtpaar uit vraag 6 (40.000 euro arbeidsongeschiktheidsuitkering) en hoeveel euro zit dit echtpaar de facto boven het echtpaar met een bijstandsuitkering? Acht u dit redelijk?
Vraag 12
Bent u bereid de berekening uit vraag 2 t/m vraag 8 te herhalen voor een echtpaar met drie kinderen in de leeftijd 12–18 jaar en daarin dan ook de kindregelingen mee te nemen?
Vraag 13
Bent u ervan op de hoogte dat het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) van mening is dat gezinnen in de bijstand met kinderen tussen de 12 en 17 jaar niet kunnen rondkomen van een bijstandsuitkering?3
Vraag 14
Hoe beoordeelt u dus het feit dat het mogelijk is voor een gezin met kinderen om nog ver onder het niveau van de bijstand (inclusief toeslagen) uit te komen, zoals ook beschreven in het NRC artikel «Al jaren in armoede door een fout van de overheid»?4
Vraag 15
Bent u bekend met het feit dat iemand ook onder het netto bedrag van de bijstand (inclusief toeslagen) kan komen door
betaling van kinderalimentatie
betaling van partneralimentatie
inkomen uit partneralimentatie (waar je dan zelf ook nog Zorgverzekeringswet (Zvw)-premie over moet afdragen)
inkomen uit een particulier arbeidsongeschiktheidspensioen (waar je dan zelf ook nog Zvw-premie over moet afdragen)?
Vraag 16
Hoeveel alleenstaanden, alleenstaande ouders en gezinnen met en zonder kinderen leven er naar uw schatting onder het niveau van een bijstandsuitkering (inclusief alle daarbij horende toeslagen)?
Vraag 17
Kunt u uitrekenen wat volgens u het maximale bedrag is aan misgelopen toeslagen ten opzichte van het bijstandsniveau (de indieners van de vragen denken dat dit optreedt met een particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering omdat de uitkeringsgerechtigde dan ook nog zijn eigen Zvw-premie moet afdragen)?
Vraag 18
Kunt u uitrekenen wat het bedrag is dat bij partners aan arbeidsongeschiktheidsverzekering (aov)-uitkering (waarop Zvw-premie wordt ingehouden) moet binnenkomen om netto gelijk uit te komen bij de bijstandsgerechtigden (inclusief het recht op toeslagen en tegemoetkomingen) in de situatie dat de uitkering bij één partner komt en de ander geen inkomen heeft?
Vraag 19
Heeft u kennisgenomen van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep – de hoogste rechtbank in sociale zekerheidszaken – van 27 september 2022, die oordeelde dat in dit soort situaties:
«Door de samenloop van regelingen die niet goed op elkaar zijn afgestemd, bevinden appellanten zich in de zeer bijzondere situatie dat zij bijstand ontvangen die aanvult tot de norm voor gehuwden, maar toch over onvoldoende middelen beschikken om in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan van gehuwden te kunnen voorzien. Het kan appellanten, gelet op de gebrekkige afstemming van de regelingen en het feit dat zij pas achteraf met de effecten daarvan werden geconfronteerd, niet worden verweten dat het lagere recht op toeslagen en kindgebonden budget niet eerder is onderkend. Er is daarom sprake van bijzondere omstandigheden die rechtvaardigen dat wordt afgeweken van het uitgangspunt dat in beginsel geen (hogere) bijstand met terugwerkende kracht wordt toegekend.»?5
Vraag 20
Kunt u aangeven hoe groot de groep mensen is die als gevolg van deze uitspraak in 2022 en 2023 een beroep kunnen doen op bijzondere bijstand omdat zij geen recht hebben op de volledige toeslagen?
Vraag 21
Kunt u heel precies omschrijven wie er volgens u door deze uitspraak recht hebben op bijzondere bijstand? Hoe zullen deze mensen geïnformeerd worden door gemeenten, door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en/of door de rijksoverheid?
Vraag 22
Kunt u via een goedkeurend beleidsbesluit, dat het gelijkheidsbeginsel borgt en ervoor zorgt dat mensen in gelijke omstandigheden gelijk behandeld worden, duidelijk maken dat een ieder zich op deze zeer bijzondere situaties zoals bedoeld in artikel 18, eerste lid Participatiewet kan beroepen?
Vraag 23
Hoe komt het dat uw oplossingen in een rapport, zoals aangekondigd in de brief van 15 mei 2020 nog niet zijn verschenen?6
Vraag 24
Heeft u juridisch advies (intern, extern) gevraagd over deze uitspraak (rechtsgevolgen, reikwijdte en eventueel andere vragen)? Zo ja, aan wie en kunt u die adviezen aan de Kamer doen toekomen? Zo nee, waarom laat u een uitspraak van de hoogste rechtbank die een systeemfout blootlegt, zo passeren?
Vraag 25
Op welke wijze en tot welk punt in tijd – in rechtsoverweging 4.10 van de uitspraak staat expliciet dat het terugwerkende kracht heeft – kunnen en zullen mensen gecompenseerd worden voor de afgelopen jaren? Op welke wijze zal daar bekendheid aan worden gegeven?
Vraag 26
Deelt u de mening dat door deze uitspraak de regelingen aangepast dienen te worden zodat dit mensen niet langer kan overkomen?
Vraag 27
Welke stappen heeft u ondernomen sinds de uitspraak om deze mensen tegemoet te komen (met terugwerkende kracht) en om mensen naar de toekomst te compenseren? Acht u die stappen voldoende gezien de vergaande aard van de uitspraak en het feit dat er bijna een half jaar verstreken is?
Vraag 28
Deelt u de mening dat oplossing van dit probleem een verdergaande hervorming van de fiscaliteit en de sociale zekerheid (inclusief toeslagen) vergt met waarschijnlijk lagere heffingskortingen, geen afbouw heffingskortingen, een lagere arbeidskorting of een vergelijkbare korting voor niet-werkende mensen en een vorm van toeslag voor een niet-werkende partner zonder inkomen – zoals een uitkeerbare algemene heffingskorting?
Vraag 29
Klopt het dat mensen met een niet-werkende partner en een toeslag onder de Toeslagenwet te maken (gehad) hebben met deze problematiek?
Vraag 30
Kunt u aangeven hoeveel een kostwinner (wederom met een partner zonder inkomen) met een (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA-), Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikte (WGA-) of Werkloosheids(WW-))uitkering en een aanvulling onder de Toeslagenwet op dit moment ontvangt door een vergelijkbare berekening als onder 8 te maken voor dit voorbeeld?
Vraag 31
Kunt u de Toeslagenwet zo aanpassen dat de toeslag zo wordt vastgesteld dat mensen met een recht onder de Toeslagenwet niet onder het niveau zakken van een bijstandsuitkering inclusief het recht op toeslagen?
Vraag 32
Hoe beoordeelt u het feit dat er mensen zijn met werknemersuitkeringen, die een inkomen hebben dat de facto een stuk lager ligt dan het bijstandsniveau?
Vraag 33
Kunt u de Kamer binnen drie maanden – voor 10 juni 2023 – informeren over de stappen om dit structureel op te lossen, zodat eventueel eerste stappen gezet kunnen worden in het komende belastingplan en de komende begroting?
Vraag 34
Hoe beoordeelt u het feit dat de Nationale ombudsman al in 2016 hiervoor waarschuwde7, het feit dat collega’s Leijten en Kwint hier Kamervragen over gesteld hebben8, dat de rechters dit als buikpijndossier hebben aangegeven in het jaarverslag9, dat de sociaal raadslieden gewaarschuwd hebben en dat de regering iedere keer geen oplossing vond?
Vraag 35
Herinnert u zich dat u recent op Kamervragen van Omtzigt en Leijten10 op deze problematiek aangaf dat de Minister voor Rechtsbescherming in zijn brief abusievelijk dit dossier vergeten was11, maar dat het signaal zal worden meegenomen in het traject Participatiewet in balans, maar dat in die lange brief die hele problematiek niet genoemd wordt?12
Vraag 36
Kunt u het signaal dat op 30 november aan de Raad voor de rechtspraak is doorgegeven met de Kamer delen?13
Vraag 37
Waarom is deze problematiek na het kinderopvangtoeslagschandaal niet opgepakt, toen de plechtige belofte gedaan werd vergelijkbare dossiers op te lossen?
Vraag 38
Hoeveel gezinnen en hoeveel mensen hebben sinds het eerste signaal in 2016 op enig moment onder het sociaal minimum (de bijstandsnorm inclusief het recht op toeslagen) geleefd?
Vraag 39
Kent u artikel 20 van de Grondwet die stelt: «1. De bestaanszekerheid der bevolking en spreiding van welvaart zijn voorwerp van zorg der overheid. 2. De wet stelt regels omtrent de aanspraken op sociale zekerheid. 3. Nederlanders hier te lande, die niet in het bestaan kunnen voorzien, hebben een bij de wet te regelen recht op bijstand van overheidswege.»?
Vraag 40
Deelt u de mening dat het derde lid van artikel 20 de opdracht geeft dat niemand onder de bijstandsnorm zakt (behalve bij schuldsanering wanneer een strengere norm geldt?)
Vraag 41
Is de Grondwet geschonden? Hoe komt u tot die conclusie?
Vraag 42
Wilt u deze vragen een voor een en binnen drie weken beantwoorden?
NRC, 28 februari 2023, «Al jaren in armoede, door een fout van de overheid», (https://www.nrc.nl/nieuws/2023/02/28/al-jaren-in-armoede-door-een-fout-van-de-overheid-a4158294).↩︎
Gemeente Utrecht, «Geld en hulp bij rondkomen», (https://www.utrecht.nl/werk-en-inkomen/geld-en-hulp-bij-rondkomen/).↩︎
Nibud, 2 november 2020, «Nibud: Verhoog bijstand en minimumjeugdloon», (https://www.nibud.nl/nieuws/nibud-verhoog-bijstand-en-minimumjeugdloon/).↩︎
NRC, 28 februari 2023, «Al jaren in armoede, door een fout van de overheid», (https://www.nrc.nl/nieuws/2023/02/28/al-jaren-in-armoede-door-een-fout-van-de-overheid-a4158294).↩︎
ECLI:NL:CRVB:2022:1952↩︎
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2819.↩︎
Nationale ombudsman, 19 december 2016, brief nr. 201630963, (https://www.nationaleombudsman.nl/system/files/bijlage/Brief%20aan%20staatssecretaris%20Sociale%20Zaken%20en%20Werkgelegenheid%20%2819%20december%202016%29.pdf).↩︎
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2819.↩︎
Raad voor de rechtspraak, 11 mei 2022, «Rechters: knellende wetgeving leidt tot onrechtvaardige situaties», (https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Raad-voor-de-rechtspraak/Nieuws/Paginas/Rechters-knellende-wetgeving-leidt-tot-onrechtvaardige-situaties.aspx).↩︎
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1400.↩︎
Kamerstuk 29 279, nr. 740↩︎
Kamerstuk 34 352, nr. 260.↩︎
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1400, antwoord 3.↩︎