[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken van 21 maart 2023

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2023D10369, datum: 2023-03-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2023D10369).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2023Z04211:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2023D10369 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Europese Zaken bestond bij een aantal fracties de behoefte om aan de Minister van Buitenlandse Zaken enkele vragen en opmerkingen voor te leggen met betrekking tot de geannoteerde agenda Raad Algemene Zaken d.d. 21 maart 2023, het verslag van de Raad Algemene Zaken d.d. 21 februari 2023 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2614), de Antwoorden op vragen over de geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 21 februari 2023 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2608), het Fiche: Wijziging Statuut Hof van Justitie (Kamerstuk 22 112, nr. 3611) en de Nederlandse inzending op de vragenlijst van de Europese Commissie in het kader van de toetsingscyclus voor de rechtsstaat 2023 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2600).

De voorzitter van de commissie,

Bromet

Adjunct-griffier van de commissie,

Poulino

Algemeen

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken van 21 maart 2023. De leden hebben een aantal aanvullende vragen en opmerkingen.

De leden van de D66-fractie nemen kennis van de agenda van de Raad Algemene Zaken van 21 maart 2023. De leden zien dat er gesproken zal worden over de economie, de interne markt, concurrentievermogen, energie, de aardbeving in Syrië en Turkije, de relatie tussen het Verenigd Koninkrijk (VK) en de Europese Unie (EU) en als kers op de taart migratie. Een hele waaier aan onderwerpen, zonder echte focus of urgentie. Daarbovenop ligt nog een brief van het kabinet waar zij de Europese Commissie en de Europese Raad verzoeken om met een lange termijnplan te komen voor de Europese economie.

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken van 21 maart 2023 en hebben hier nog enkele vragen over.

De leden van de Volt-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 21 maart 2023 en de stukken op de agenda en hebben daar nog enkele vragen over.

Geannoteerde agenda Raad Algemene Zaken d.d. 21 maart 2023

Voorbereiding Europese Raad van 23 – 24 maart

De leden van de D66-fractie vinden de agenda van de Europese Raad niet concreet genoeg. De leden vinden dat moeilijk te begrijpen gezien de grote uitdagingen die Europa kent. We hebben onze energie uitbesteed aan Rusland, onze welvaart aan China en onze veiligheid aan de Verenigde Staten (VS). Deze leden verwachten dat de Europese Raad zich over de grote lijnen en uitdagingen van de EU buigt, zoals hen ook is opgedragen in de Europese verdragen. Toch missen de leden hier nog urgentie van de Europese Raad. Wat zijn bijvoorbeeld de plannen om Europa voor te bereiden op de volgende winter, als het gaat om gas? Waar blijven de kabinetsplannen om strategische afhankelijkheden van China te verminderen? Kan de Minister deze leden per brief inzicht geven in de uitwerking van de motie van het lid Sjoerdsma over de herijking van het buitenlandse beleid (Kamerstuk 36 200-V-58)? Hoe apprecieert de Minister de nieuwe Critical Raw Materials Act van de Europese Commissie en wat is daarbij de inzet van Nederland? Voornoemde leden wijzen erop dat de EU en haar lidstaten Oekraïne niet hadden kunnen verdedigen en steunen zonder de VS, en dat hiermee pijnlijk duidelijk wordt dat we onszelf zonder de VS niet conventioneel kunnen verdedigen. Wat deze leden betreft zou de Europese Raad zich daarover moeten buigen, is de Minister bereid dat aan te kaarten? Welke concrete maatregelen verbindt de Minister daaraan, zo vragen de leden.

De leden van de CDA-fractie zien dat de Europese Raad waarschijnlijk zal stilstaan bij concurrentievermogen, interne markt en de economie. De reactie op de Inflation Reduction Act (IRA) kwam laat vanuit de EU, wat heeft geleid tot het Green Deal Industrial Plan. Deze leden vragen in hoeverre het Green Deal Industrial Plan slagvaardig genoeg is om het concurrentievermogen van de EU te beschermen en wanneer deze voorstellen tot besluiten gaan leiden. Het Green Deal Industrial Plan biedt goede aanknopingspunten, echter moet dit ook leiden tot concrete acties. Kan de Minister aangeven hoe lang hij verwacht dat dit nog gaat duren, zo vragen de leden.

Voornoemde leden zien dat de Europese Commissie op korte termijn staatssteunkaders zal vaststellen. Deze leden zien dat Nederland met enige regelmaat niet optimaal gebruik maakt van de mogelijke staatskaders om bijvoorbeeld bedrijven of de industrie te ondersteunen, terwijl andere landen dit wel doen. Dit leidt tot zorgen over de-industrialisatie onder de leden. Kan de Minister reageren op hoe de aankomende staatssteunkaders de Nederlandse industrie mogelijk kunnen helpen op het pad naar verduurzaming en behoud van concurrentievermogen? Volgens de Minister is er eerst een probleem analyse nodig voordat staatssteunkaders opgetuigd kunnen worden. De leden vragen op welke termijn een dergelijke probleemanalyse haalbaar is.

De aan het woord zijnde leden vinden het van belang om aandacht te blijven houden voor een sterke concurrentiepositie. Zij vragen hoe de huidige geopolitieke situatie wordt meegenomen in de Europese inzet met betrekking tot strategische autonomie, specifiek op grondstoffen, technologie concurrentiepositie.

De leden van de CDA-fractie ondersteunen de inzet om migratie hoog op de agenda te houden en de inzet voor de implementaties van de conclusies van de Europese Raad. Zij vragen welke medestanders Nederland heeft in het blijvend agenderen van migratie. Daarnaast vragen de leden hoe de Minister de situatie inschat wanneer het Zweedse voorzitterschap eindigt deze zomer. Lukt het om migratie te blijven agenderen? Is er al zicht op of migratie een speerpunt van het Spaans voorzitterschap gaat worden, zo vragen de leden.

De leden van de Volt-fractie lezen dat de Europese Raad de discussie zal voortzetten over het EU concurrentievermogen. In het Green Deal Industrial Plan lezen de leden dat de Europese Commissie op korte termijn met de lidstaten zal samenwerken aan een overbruggingsoplossing om snelle en gerichte ondersteuning te bieden, met de nadruk op REPowerEU, InvestEU en het Innovatiefonds. Voor de middellange termijn wil de Europese Commissie een structureel antwoord geven op de investeringsbehoeften door vóór de zomer van 2023 een Europees Soevereiniteitsfonds voor te stellen in het kader van de herziening van het Meerjarig Financieel Kader (MFK). Hoe lopen die gesprekken in Brussel nu? Wat is op dit moment het krachtenveld, zo vragen de leden.

Voornoemde leden lezen ook dat de Europese Commissie de mogelijkheden om meer gemeenschappelijke financiering op EU-niveau tot stand te brengen onderzoekt op basis van een nog lopend onderzoek naar de investeringsbehoeften. Wanneer verwacht de Minister de resultaten van dit onderzoek? Klopt het dat dit onderzoek moeizaam verloopt? Is de Minister bereid een bijdrage te leveren om dit proces te verbeteren en versnellen, zo vragen de leden.

De aan het woord zijnde leden lezen dat de Minister op dit moment niet overtuigd is van de noodzaak van een soevereiniteitsfonds. Is hij niet overtuigd, of verzet hij zich ook nog steeds actief tegen een soevereiniteitsfonds? In het debat over de informele Europese Top van 9 en 10 februari zei premier Rutte: «Ik hoop toch dat GroenLinks ook zal kijken hoe het komt dat het ene land wel in staat is iets te doen en het andere land niet en of je dat altijd helemaal kunt «ausgleichen». Als je dat gaat doen, ben je immers bezig met een massieve transfer van geld in Europa, van lidstaten die het zelf kunnen financieren naar lidstaten die dat niet kunnen. We hebben daar een grote uitzondering op gemaakt door het één keer wel te doen bij dat herstelfonds in coronatijd, omdat dat ook een crisis was. Dat gebeurde in ruil voor hervormingen, zodat landen dit een volgende keer zelf kunnen; dat was een unieke Nederlandse wens. Dit is geen crisis. Dit is een concurrentievraagstuk. Als je dan al op voorhand zegt dat je in principe niet terughoudend bent ten aanzien van opnieuw zo'n massieve overdracht van gelden van noord naar zuid, wat is dan nog de stimulans voor landen elders in Europa om door te gaan met noodzakelijke hervormingen?» Ziet de Minister in dat door bedrijven naar Nederland te trekken met belastingvoordelen de Nederlandse regering de situatie voor andere lidstaten nog lastiger maakt om deze steun zelf te kunnen financieren? Zie bijvoorbeeld het besluit van het Spaanse Ferrovial om het hoofdkantoor naar Nederland te verhuizen, waarmee een belastingvoordeel van 40 miljoen euro is gemoeid. Is de Minister bereid om actief te voorkomen dat bedrijven uit lidstaten die al moeite hebben om hun nationale bedrijven te ondersteunen naar Nederland verhuizen? In de brief met prioriteiten voor het lange termijn concurrentievermogen van de EU die Nederland op 1 maart met negen andere lidstaten aan Commissievoorzitter Ursula Von Der Leyen en Voorzitter van de Europese Raad Charles Michel heeft gestuurd, staat: «We should give the Single Market a strategic overhaul addressing it fragilities with the aim of boosting competitiveness and productivity ensuring equal opportunities for all and promoting the green and digital transitions.» Valt het aanpakken van de status van Nederland als belastingparadijs onder de voorgestelde strategische herziening om gelijke kansen voor iedereen te verzekeren, zo vragen de leden.

De leden van de Volt-fractie lezen dat op vrijdag 10 maart Europese commissievoorzitter Von der Leyen op bezoek was bij Amerikaanse president Biden. In het gezamenlijke statement lezen de leden dat de EU en de VS onmiddellijk onderhandelingen beginnen over een overeenkomst voor kritieke grondstoffen met als doel dat kritische grondstoffen die in de EU worden gewonnen of verwerkt binnen de IRA vallen. Wat houdt deze uitzondering op de IRA precies in voor de EU? Betekent dit heel beperkt dat producenten van elektrische auto’s ook subsidie krijgen wanneer zij deze grondstoffen uit Europa in hun verder in Amerika vervaardigde auto’s verwerken? Of betekent dit dat in Europa geproduceerde elektrische auto’s op de Amerikaanse markt nu ook in aanmerking komen voor de Amerikaanse subsidies? Met andere woorden: welke voordelen heeft Europa uit deze onderhandelingen gehaald? In dit statement lezen de leden ook dat de EU en de VS een gemeenschappelijk belang hebben in het voorkomen dat het kapitaal, de expertise en de kennis van hun bedrijven de technologische vooruitgang stimuleren die de militaire en inlichtingencapaciteiten van hun strategische rivalen zal verbeteren. Houdt het onlangs aangekondigde exportverbod op geavanceerde immersie lithografie Deep Ultraviolet (DUV) systemen van Advanced Semiconductors Materials Lithography (ASML) enig verband met de uitkomsten van de onderhandelingen over de IRA? Kunnen de onderwerpen die tijdens de meeting tussen Von der Leyen en Biden besproken zijn vrijgegeven worden, zo vragen de leden.

Voornoemde leden lezen dat er ook over de nog te verwachte grondstoffenstrategie gesproken zal worden. Is de Minister bereid om aan te kaarten dat bij het versoepelen van het verlenen van vergunningen voor het mijnen van kritische grondstoffen in Europa de impact op het milieu en mensenrechten mee moeten blijven wegen, zo vragen de leden.

Relatie tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Europese Commissie en het VK een principeakkoord hebben bereikt over de implementatie van het Protocol Noord-Ierland, genaamd het Windsor Raamwerk. Deze leden zijn verheugd over de toenadering tussen de EU en het VK. Het VK is een belangrijke bondgenoot en handelspartner en Nederland is gebaat bij een goede relatie, niet alleen vanwege de geopolitieke context. Deelt de Minister deze opvatting? Zijn er EU-lidstaten die zich kritisch uitlaten over de toenadering tussen de EU en het VK? Hoe ziet het krachtenveld eruit? De leden lezen dat de implementatie van het Protocol afhankelijk is van diverse Britse stappen. Ze ondersteunen de kritische monitoring van het kabinet van deze stappen en hopen daarom ook spoedig een aanvullende kabinetsappreciatie van het Windsor Raamwerk te ontvangen. Op welke termijn is deze appreciatie te verwachten, zo vragen de leden.

Voornoemde leden vinden het van het grootste belang dat Nederlandse ondernemers, investeerders en bedrijven in een stabiel speelveld kunnen opereren. Het is aannemelijk dat het sluiten van dit principeakkoord zal leiden tot een toename van handel. De houdbaarheid van het akkoord is dan ook van groot belang. Hoe houdbaar acht de Minister het Windsor Raamwerk? Welke mogelijke hindernissen bedreigen een stabiele relatie? Informeert de Minister het bedrijfsleven over de consequenties van dit akkoord? Is het mogelijk het bedrijfsleven te ondersteunen als het Raamwerk niet langer houdbaar is, zo vragen de leden.

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de deal tussen de EU en het VK over het Noord-Ierse protocol. Een duurzame oplossing voor Noord-Ierland zou ontzettend goed nieuws zijn. Het neemt één van de grootste hobbels weg die een betere relatie met het VK in de weg staan. Commissievoorzitter Von der Leyen sprak van een «nieuw hoofdstuk» in de EU-VK relatie. Tegelijk zien de leden dat door de oorlog in Oekraïne vooral samenwerking op veiligheidsgebied urgent is. Het VK is nog altijd de grootste militaire macht van Europa. Bij een hernieuwde relatie met het VK zou samenwerking op veiligheidsgebied daarom een hoofdprioriteit moeten zijn. Deze leden vragen zich daarom af hoe de Minister dat nieuwe hoofdstuk in de relatie met het VK zich vanaf hier ziet ontwikkelen. Kan de Minister toelichten welke inzet hij al heeft gepleegd voor een Europese veiligheidsraad in samenwerking met de Britten? Welke concrete voorstellen heeft hij al gedaan en welke voorstellen is hij in het kader van de verbeterende EU-VK-relatie nog voornemens te doen, zo vragen de leden.

Voornoemde leden nemen tevens kennis van de uitspraken van Commissievoorzitter Von der Leyen, dat na de implementatie van de Noord-Ierland-deal de weg weer vrij is voor het VK om zich aan te sluiten bij Horizon Europe. De Britten hebben aangegeven dat ze open staan voor constructieve samenwerking met de EU op gebied van onderzoek en innovatie, en dat ze ook open staan om zich opnieuw te associëren met Horizon Europe. Klopt het dat zij daarbij nog geen voorstellen hebben gedaan over hun financiële voorwaarden met betrekking tot associatie? Klopt het dat de VK zijn financiële bijdrage aan Horizon wil heronderhandelen? Hoe kijkt de Minister daar tegenaan? Wat is het krachtenveld hiervoor in Brussel? De Europese Commissie heeft eerder aangegeven het gesprek hier nog over aan te gaan tot een deal was bereikt op het Noord-Ierland Protocol. Verwacht de Minister dat een eventuele Britse korting voor Horizon Europe nu wel op tafel ligt? De leden willen voorkomen dat het VK wel profiteert van de lusten van de EU, zonder bij te dragen aan de lasten die daarbij horen. Kan de Minister toezeggen dat hij er in de EU voor gaat pleiten geen concessies te doen aan het VK wat betreft hun bijdrage aan Horizon Europe, zo vragen de leden.

De leden van de CDA-fractie zien dat het VK nog steeds een belangrijke handelspartner van de Europese Unie en Nederland is. Recentelijk is het Windsor Raamwerk tot stand gekomen. De leden vragen de Minister of hij een reflectie kan geven op hoe dit principeakkoord bestaande barrières of verschil in interpretatie van het Protocol verbeterd. Kan er nu wel gerekend worden op een wederzijdse naleving van het Protocol en het aanvullende Windsor Raamwerk, mits het VK de nodige waarborgen heeft geïmplementeerd en op welke termijn? Is 2025 haalbaar? En wat doet dit met het Europese- en Nederlandse concurrentievermogen, zo vragen de leden.

Europees Semester 2023

De leden van de VVD-fractie lezen dat tijdens de Raad Algemene Zaken de Raadsaanbevelingen voor het economisch beleid in de eurozone in 2023 zal worden doorgeleid naar de Europese Raad. Deze leden hechten grote waarde aan de begrotingsdiscipline en beteugeling van inflatie. Deelt de Minister deze positie? Zo ja, hoe zal hij zich hiervoor blijven inzetten, zo vragen de leden.

De leden van de D66-fractie lezen in de brief dat er in de EU weer over is gegaan op de normalisatie van het Europees Semester. Kan de Minister toelichten wat daar precies mee bedoeld wordt? Dat is de leden niet geheel duidelijk en kunnen zij niet opmaken uit de ontvangen brief.

Landenspecifieke rechtsstaatdialogen

De leden van de VVD-fractie lezen dat tijdens de Raad Algemene Zaken de landenspecifieke rechtsstaatdialoog op de agenda staat. Deze leden hechten grote waarde aan het rechtsstaatmechanisme. Zij lezen dat de Minister het positief acht dat Bulgarije zich aan rechtsstaathervormingen committeert. De leden vragen hoe de Minister over de andere geagendeerde lidstaten oordeelt? Hoe zal hij de Europese Commissie steunen in haar houding tegenover rechtsstaathervomingen in EU-lidstaten zoals Polen en Hongarije, zo vragen de leden.

De leden van de D66-fractie namen met zorgen kennis van dat de laatste hoorzitting in Polen is geweest van Poolse mensenrechtenactivist Justyna. Het Poolse hof heeft haar veroordeeld voor het verstrekken van abortuspillen aan een Poolse vrouw die vanwege een gewelddadige partner en restrictieve abortuswetgeving niet in staat was op een andere manier haar zwangerschap te beëindigen. Wat deze leden betreft is dit een extreem zorgelijke ontwikkeling, en zij vrezen dat meer conservatieve overheden dit voorbeeld nu zullen volgen. Het kan en mag niet zo zijn dat mensenrechtenactivisten op ons Europees continent vervolgd en veroordeeld worden voor het verlenen van hulp aan een radeloze vrouw. De aan het woord zijnde leden verwachten dan ook dat de Minister dit sterk zal veroordelen en in gesprek zal treden met zijn Poolse evenknie over deze zaak. Welke verdere consequenties denkt de Minister hieraan, al dan niet in Europees verband, te verbinden? Wat kan Nederland doen om te voorkomen dat mensen in de toekomst vervolgd worden voor het verlenen van abortuszorg? Is de Minister bereid om zich hierover in de Raad ook uit te spreken en te voorkomen dat dit in de toekomst nog een keer zal gebeuren, zo vragen de leden.

De leden van de CDA-fractie geloven dat het belangrijk is om binnen Europa elkaar als lidstaten verder te helpen op rechtsstatelijkheid, maar ook in het algemeen. Nederland en Slowakije werken nauw samen op het gebied van verbetering van bescherming van journalisten. Deze leden vragen of de Minister kan verduidelijken welke inzet wij op dit moment hierop plegen.

De aan het woord zijnde leden zien de stappen die Bulgarije probeert te maken inzake rechtsstaathervormingen. De leden vragen wanneer er een nieuw weegmoment komt voor de toetreding van Bulgarije tot Schengen. Ziet de Minister ook positieve ontwikkelingen met betrekking tot Schengen? Nederland was eind afgelopen jaar kritisch, de leden vragen of Nederland nu wel wil deelnemen als er nog een factfinding missie komt. Wegen deze ontwikkelingen mee om mogelijk een andere afweging te maken wanneer de toetreding van Bulgarije en Roemenië weer ter sprake komt, zo vragen de leden.