[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Nijboer over het salaris van de topman van Havenbedrijf Rotterdam

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2023D11110, datum: 2023-03-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20222023-1924).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2023Z03215:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1924

Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Financiën over het salaris van de topman van het Havenbedrijf Rotterdam (ingezonden 22 februari 2023).

Antwoord van Minister Kaag (Financiën) (ontvangen 20 maart 2023).

Vraag 1

Bent u bekend met de berichtgeving over het salaris van de topman van het Havenbedrijf Rotterdam?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u uiteenzetten wat uw houding is op het gebied van salariëring van functies bij bedrijven die (deels) in staatshanden zijn?

Antwoord 2

Mijn bevoegdheid als aandeelhouder ziet op het vaststellen van het beloningsbeleid voor de raden van bestuur en het vaststellen van vergoedingen van commissarissen. Het kabinetsbeleid op het gebied van bestuurders- en commissarisbeloningen bij deelnemingen staat in de Nota Deelnemingenbeleid rijksoverheid 20222. Daarin staat dat het beloningsbeleid voor bestuurders een deelneming in staat moet stellen om gekwalificeerde en deskundige bestuurders en commissarissen aan te trekken. Voor het leiden van ondernemingen is specifieke, marktgerelateerde kennis en ervaring van belang. Het kabinet vindt een gematigd beloningsbeleid passend gelet op het deels publieke karakter van een deelneming en het maatschappelijke kapitaal dat een deelneming beheert. De huidige beloningsniveaus zijn in lijn met het beleid van de staat. Medeaandeelhouders vinden mogelijk andere beloningsniveaus passend.

Over de salariëring van andere functies binnen staatsdeelnemingen heb ik als aandeelhouder geen zeggenschap. Wel verwacht ik dat de hoogte van beloningen van bestuurders normerend werkt voor de rest van het loongebouw binnen de onderneming.

Vraag 3

In welke gevallen vindt u dat werknemers bij bedrijven die in handen zijn van de Staat boven de WNT-norm mogen verdienen en in welke mate?

Antwoord 3

De Wet normering topinkomens (hierna: WNT) is niet van toepassing op staatsdeelnemingen. Het gaat hier om vennootschappen die een onderneming drijven. Het feit dat de Staat daarvan aandeelhouder is maakt dat niet anders.

De verantwoordelijkheid voor het loongebouw ligt bij de raad van bestuur. Het is aan de deelnemingen zelf om hun loongebouw zo in te richten dat zij werknemers met de juiste kennis en vaardigheden aan kunnen trekken. Het kabinetsbeleid voor bestuurders is erop gericht dat een deelneming in staat is om gekwalificeerde en deskundige bestuurders en commissarissen aan te trekken.

Vraag 4

Hoe kijkt u aan tegen dit type beloningen in een tijd dat er door heel het land gestaakt wordt door werknemers met veel lagere salarissen om ten minste het verlies aan koopkracht gecompenseerd te krijgen?

Antwoord 4

Ik vind het belangrijk dat deelnemingen goede werknemers aan kunnen trekken. Welk salarisniveau daarvoor vereist is, bepaalt de raad van bestuur, waarbij ik verwacht dat de hoogte van beloningen van bestuurders normerend werkt voor de rest van het salarisgebouw binnen de onderneming.

Vraag 5 en 6

Wat vindt u van het feit dat er sinds de verzelfstandiging in 2004 nu 18 mensen actief zijn binnen het Havenbedrijf die meer verdienen dan de WNT-norm?

Bent u eveneens van mening dat er een maximum moet komen aan functies die binnen een staatsdeelneming boven de WNT-norm mogen verdienen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5 en 6

De WNT is niet van toepassing op staatsdeelnemingen. Het is aan de deelnemingen zelf om hun loongebouw zo in te richten dat zij werknemers met de juiste kennis en vaardigheden aan kunnen trekken. Een beslissing om werknemers boven de WNT-norm te belonen is dan ook aan de raad van bestuur van het Havenbedrijf.


  1. https://www.ad.nl/rotterdam/hoe-terecht-is-vraag-om-bijzonder-salaris-voor-havenbaas-alsof-223–000-euro-niet-genoeg-is~af32535a/?cb=feb6baeb8ae98f443a9f983d26f8740b&auth_rd=1↩︎

  2. Kamerstuk. 28 165, nr. 370↩︎