Verslag van de informele Raad Buitenlandse Zaken Handel van 9 en 10 maart 2023
Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Brief regering
Nummer: 2023D12757, datum: 2023-03-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-02-2627).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 02-2627 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken .
Onderdeel van zaak 2023Z05401:
- Indiener: E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2021-2024)
- 2023-04-06 13:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2021-2024)
- 2023-04-06 14:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-05-24 10:00: Formele Raad Buitenlandse Zaken Handel (Commissiedebat), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2021-2024)
- 2023-05-25 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2627 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 maart 2023
Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele Raad Buitenlandse Zaken Handel van 9 en 10 maart 2023.
De Minister voor Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher
VERSLAG INFORMELE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN HANDEL VAN 9 EN 10 MAART 2023
Introductie
Op donderdag 9 en vrijdag 10 maart jl. vond de informele Raad Buitenlandse Zaken Handel plaats onder Zweeds voorzitterschap in Stockholm. Tijdens het diner op donderdag 9 maart werd gesproken met de voorzitter van het Comité Internationale Handel (INTA) van het Europees Parlement, Bernd Lange. Tijdens de plenaire vergadering van de Raad op 10 maart werd achtereenvolgens gesproken over de bijdrage van het EU-handelsbeleid van de Europese Unie (EU) aan het Europese concurrentievermogen en over de handelsrelaties tussen de EU en de Verenigde Staten (VS). Tijdens de lunch is handelsgerelateerde steun aan Oekraïne besproken.
Tijdens de Raad heeft Nederland een korte toelichting gegeven over de aankondiging in de Kamerbrief van 8 maart jl. inzake aankomende exportcontrolemaatregelen voor geavanceerde productieapparatuur voor halfgeleiders1. Aangezien dit onderwerp niet op de agenda stond, is er geen discussie over gevoerd. Zoals verwoord in de Kamerbrief heeft Nederland intensief contact met de Europese Commissie en EU-lidstaten over dit onderwerp, en zal dit blijven onderhouden.
Dinerbijeenkomst met de voorzitter van het Comité Internationale Handel (INTA)
Tijdens het diner op donderdag 9 maart wisselde de Raad informeel van gedachten over lopende handelsdossiers met de voorzitter van het INTA-Comité van het Europees Parlement (EP), de heer Bernd Lange. Zo lichtte de heer Lange de prioriteiten van het EP toe voor het laatste jaar tot aan de EP-verkiezingen in 2024, waaronder de noodzaak om snelheid te maken bij het afsluiten en ratificeren van akkoorden met partners waarmee onderhandeld wordt. Ook ging de heer Lange in op de lopende trilogen over wetgevende voorstellen zoals het Algemeen Preferentieel Stelsel en het anti-dwanginstrument, waarbij de positie en inzet van het EP in deze onderhandelingen nader werd toegelicht.
Bijdrage van EU-handelsbeleid aan het Europese concurrentievermogen
In de plenaire bespreking van de Raad onderstreepte Handelscommissaris Dombrovskis tijdens zijn interventie het belang van een actieve EU-handelsagenda. Diversificatie van handelspartners en handelsstromen zal de EU weerbaarder maken. Ook benadrukte de Commissie het belang van blijvende inzet op hervorming van de WTO. Verder stelde Dombrovskis dat het belangrijk is dat de EU kijkt naar ander vormen van partnerschappen, waaronder in het kader van de Critical Raw Materials Act en samenwerking met handelspartners op het gebied van digitale handel.
Onder lidstaten was er brede steun voor een actieve EU-handelsagenda en werd opgeroepen tot het boeken van voortgang in lopende onderhandelingen. Meerdere lidstaten benadrukten hierbij het belang van toegang tot grondstoffen en diversificatie onder andere in het kader van de Open Strategische Autonomie van de EU. Ook brachten verschillende lidstaten afspraken over handel en duurzame ontwikkeling in bilaterale handelsakkoorden op. Verschillende lidstaten benadrukten in hun interventie het belang van partnerschappen naast bilaterale handelsakkoorden, zoals afspraken over digitale handel en grondstoffen.
Nederland heeft tijdens de discussie aangegeven dat het versterken van het concurrentievermogen van de EU begint bij een sterk economisch fundament. Handelsakkoorden en strategische partnerschappen kunnen helpen bij diversificatie van handelspartners door bedrijven meer opties te bieden voor de invoer van grondstoffen en halffabricaten, wat ook bijdraagt aan de groene en digitale transities. Nederland sprak daarbij ook steun uit voor verdieping van de samenwerking met landen via andere instrumenten dan bilaterale handelsakkoorden, zoals het Trade and Technology Council-format, of afspraken over grondstoffen. Ook benadrukte Nederland dat de EU gericht moet kijken naar sectoren die van strategisch belang zijn bij het verlenen van staatssteun, waaronder die voor de groene en digitale transitie, en niet verwikkeld moet raken in een internationale subsidierace. Dat is immers ook van belang voor de geloofwaardigheid van de EU als voorvechter van het op regels gebaseerde multilaterale handelssysteem.
Handelsrelatie EU – VS
Onder het agendapunt handelsrelatie EU-VS werd een aantal aspecten van deze handelsrelatie besproken, te weten de Inflation Reduction Act (IRA), het Global Arrangement on Sustainable Steel and Aluminium (GSA) en de Trade and Technology Council (TTC). Ten aanzien van de IRA verwelkomde Handelscommissaris Dombrovskis de groene ambities van de VS, maar sprak zijn zorgen uit over de marktverstorende elementen van de IRA. Er wordt nog onderhandeld over mogelijke oplossingen, maar als dit uiteindelijk onvoldoende effect sorteert, dan liggen alle opties op tafel om de interne markt te beschermen. Lidstaten, inclusief Nederland, gaven aan de inzet van de Commissie, gericht op het vinden van oplossingen met de VS via onderhandelingen, te steunen. In lijn met bovengenoemde discussie, benadrukten lidstaten bovendien het belang van transparantie in subsidies.
Vervolgens lichtte Handelscommissaris Dombrovskis de voortgang in het GSA toe. De EU en de VS hebben beide voorstellen gedaan over de nadere vormgeving van dit platform, dat tot doel heeft om de koolstofuitstoot in de staal- en aluminiumsectoren te reduceren. De inzet daarbij is dat de zogenaamde «sectie-232 tarieven» van de VS op staal en aluminium uit de EU definitief van tafel gaan, evenals de rebalancerende maatregelen op VS producten die hier door de EU tegenover zijn gezet. Veel lidstaten, waaronder Nederland, benadrukten het belang van vergroening in deze sector en het belang dat de GSA in lijn moet zijn met de WTO afspraken.
De Trade and Technology Council (TTC) werd door de Commissie genoemd als het primaire platform voor trans-Atlantische samenwerking, hetgeen veel lidstaten – inclusief Nederland – onderschrijven. In lijn met de lopende onderhandelingen over de IRA, benadrukte de Commissie vooral de mogelijkheden voor samenwerking op het gebied van groene economie en technologie. Het nieuwe Transatlantic Initiative on Sustainable Trade (TIST), onder de TTC, moet nadere uitwerking hieraan geven. Zowel de EU als de VS zijn positief over de mogelijkheden.
Tot slot sprak Handelscommissaris Dombrovskis over het belang van EU-VS-samenwerking voor hervorming van de WTO. De kans op betekenisvolle hervorming van de WTO is immers beduidend groter als de VS hierbij goed betrokken is.
Lunch – Handelsgerelateerde steun aan Oekraïne
Gedurende de lunch sprak de Raad over steun aan Oekraïne middels handelsmaatregelen in aanwezigheid van de Oekraïense Eerste Vice-Minister-President en Minister van Economische Zaken Yulia Svryrydenko.
Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, benadrukte het belang van implementatie van het EU-Oekraïne Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA) en de voortgang op het recent aangenomen Priority Action Plan dat prioriteiten identificeert ten behoeve van deze implementatie van het DCFTA. Onder het DCFTA heeft Oekraïne zich gecommitteerd aan het overnemen van het EU acquis onder andere op handelsgerelateerde terreinen zoals dierenwelzijn.
Naast de implementatie van de afspraken in het DCFTA, werd stilgestaan bij de voorgestelde verlenging van de tijdelijke opschorting van importheffingen op Oekraïense producten. Onder de lidstaten bestond brede steun voor de verlenging van deze autonome maatregelen. Ook Nederland gaf aan de verlenging in beginsel te steunen, gelet op het blijvend belang van economische steun aan Oekraïne in het licht van de voortdurende Russische agressie tegen Oekraïne. Het kabinet is zich er tegelijkertijd van bewust dat Nederlandse en Europese marktpartijen, met name in de landbouwsector, als gevolg van de tijdelijke tariefliberalisatie meer concurrentie ervaren door toegenomen Oekraïense uitvoer naar de EU. Uw Kamer zal spoedig nader geïnformeerd worden over de kabinetspositie ten aanzien van de voorgestelde verlenging.
Bovendien vroeg Oekraïne in hoeverre de lidstaten bedrijfsactiviteiten in Oekraïne faciliteren. Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, merkte op dat het naar mogelijkheden kijkt om de financiële risico’s voor bedrijven af te dekken om te exporteren naar Oekraïne via een garantie of verzekeringsinstrument. Handelscommissaris Dombrovskis gaf aan hier gezamenlijk met de lidstaten naar te willen kijken.
Kamerstuk 22 054, nr. 384.↩︎