Stand van zaken Programma schoolmaaltijden
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023
Brief regering
Nummer: 2023D12833, datum: 2023-03-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36200-VIII-208).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36200 VIII-208 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023.
Onderdeel van zaak 2023Z05444:
- Indiener: A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
- Volgcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2023-04-04 15:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-04-06 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2023-06-07 10:00: Kansengelijkheid in het funderend onderwijs (Commissiedebat), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2023-06-08 15:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
36 200 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023
Nr. 208 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 maart 2023
Op school leg je de basis voor een succesvolle toekomst, voor jezelf en daarmee voor Nederland. Voor mij staat daarbij voorop dat we onze leerlingen helpen het optimale uit zichzelf te halen. Dat betekent onder andere het bijbrengen van taal, rekenen en hoe we in Nederland met elkaar omgaan. Dit is een belangrijke prioriteit voor de komende jaren. Nederland staat de komende jaren voor grote opgaven en daarvoor is het essentieel om te investeren in onze leerlingen en daarmee onze toekomstige economie. Dit gaat alleen als we leerlingen in staat stellen zich volledig op school te kunnen focussen. Nu het huishoudboekje in gezinnen soms onder druk staat, is het aan ons om te voorkomen dat je afkomst of thuissituatie bepaalt of je je kunt concentreren op school. Eventuele spanningen of geldzorgen thuis mogen zich niet vertalen naar het klaslokaal. Voor veel leerlingen kan een schoolmaaltijd dan ook een enorm verschil maken. Uit ervaringen van de afgelopen maanden zien we dat op plekken waar ouders en leerlingen financieel onder druk staan, leerlingen die geholpen worden met een maaltijd energieker zijn en beter meedoen in de klas. Daarom gaan we voor komende maanden op grotere schaal leerlingen helpen aan een goede maaltijd op school.1
Scholen in het primair en voortgezet onderwijs kunnen zich vanaf dit moment aanmelden voor het Programma schoolmaaltijden via www.schoolmaaltijden.nl. Dit programma loopt tot het einde van 2023. De maaltijden zijn bedoeld voor scholen waar de hulp het hardst nodig is. Scholen kunnen kiezen voor het organiseren van een maaltijd op school of het ondersteunen van leerlingen via een boodschappenkaart voor thuis. Hiermee dragen we bij aan een onbezorgde schooldag voor alle leerlingen en het wegnemen van stress bij ouders.
In vervolg op de brief die ik op 21 november jl. aan uw Kamer heb verstuurd geef ik u met deze brief graag meer informatie over de uitvoering van de schoolmaaltijden.2 Omdat ik het belangrijk vind om in deze brief graag concrete informatie te geven waarmee ik scholen direct kan ondersteunen, ontvangt u deze brief in maart in plaats van in januari, zoals beloofd in mijn vorige brief.
Eerste ervaringen met schoolmaaltijden in de afgelopen maanden
Vooruitlopend op de start van het Programma schoolmaaltijden, hebben de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen en ik afgelopen oktober al € 5 miljoen euro vrijgemaakt voor een traject van het Jeugdeducatiefonds aan vijfhonderd scholen in het primair onderwijs waar de noodzaak voor voedselhulp groot was. De subsidietermijn zou initieel tot eind januari lopen, maar omdat het belangrijk is om te zorgen voor een naadloze overgang tussen deze subsidie en de uitvoering van het nieuwe Programma schoolmaaltijden, is besloten de subsidietermijn te verlengen ter overbrugging tot de start van de uitvoering. Hierdoor weten we zeker dat we deze ruim vijfhonderd scholen een maaltijd kunnen blijven aanbieden, waarmee we de deelnemende leerlingen en gezinnen helpen om stress te verminderen. De verlenging is gefinancierd uit de initiële € 5 miljoen.
Het traject van de afgelopen maanden heeft ons waardevolle lessen geleerd die zijn verwerkt in het nieuwe programma. Het Jeugdeducatiefonds heeft leraren en schoolleiders bevraagd over wat zij zien in de klas, bij leerlingen en bij ouders als het gaat om de effecten van de aangeboden maaltijden.3 Leraren en schoolleiders op de scholen die meedoen zien bijvoorbeeld een stuk meer energie en een betere werkhouding en concentratie bij de leerlingen. Ook zitten kinderen die op school ontbijten op tijd in de klas. Dit laat zien dat schoolmaaltijden echt een verschil kunnen maken in de klas. Ook geven scholen aan dat de maaltijden zorgen voor meer contact met de ouders, waardoor de vertrouwensband tussen ouders en de school verbetert. Scholen zien daarnaast dat een maaltijd op school stress wegneemt bij ouders en daarmee bij de kinderen. De ervaring met het bestaande traject laat zien dat scholen in de organisatie van de maaltijden het onderwijspersoneel op veel verschillende manieren ontzorgen. Dat doen zij bijvoorbeeld door de inzet van vrijwilligers, hulpouders, of het uitbesteden van de organisatie aan een externe partij.
Samenwerking met het Rode Kruis en het Jeugdeducatiefonds
Zoals eerder genoemd trek ik samen met het Jeugdeducatiefonds en het Rode Kruis op om de organisatie van schoolmaaltijden in het primair en voortgezet onderwijs vorm te geven. Beide partijen zetten zich actief in om de schoolmaaltijden zo snel en goed mogelijk te organiseren op een manier die past bij de behoeften van scholen en ouders. Waar het Rode Kruis zowel wereldwijd als in Nederland veel ervaring heeft met individuele voedselhulp, waaronder met boodschappenkaarten, heeft het Jeugdeducatiefonds juist veel ervaring met het organiseren van maaltijden op scholen in het primair onderwijs. Door deze combinatie van ervaring en expertise zie ik deze partijen als de juiste samenwerkingspartners.
Start met de schoolmaaltijden waar de behoefte het grootst is
Vanaf vandaag, 29 maart 2023, kunnen scholen in het primair en voortgezet onderwijs zich aanmelden voor de organisatie van schoolmaaltijden via www.schoolmaaltijden.nl. Dit is een gezamenlijke website van het Rode Kruis en het Jeugdeducatiefonds. Op deze website is meer informatie te vinden over het programma, de aanmeldprocedure en antwoorden op veelgestelde vragen.
Omdat € 100 miljoen een fors bedrag is, maar niet genoeg om alle leerlingen in Nederland dagelijks te voorzien van een schoolmaaltijd, is het belangrijk om goed zicht te hebben op een verdeling waarbij de middelen terechtkomen op de scholen waar deze het hardst nodig zijn. Samen met het Nationaal Cohortonderzoek Onderwijs (NCO) is dit in de afgelopen periode in kaart gebracht. Een school valt in beginsel binnen de doelgroep wanneer 30% of meer van haar leerlingen uit een gezin komt met een laag inkomen, waarbij we uiteraard altijd oog zullen houden voor schrijnende gevallen. Scholen delen informatie uit de jaarlijkse rapportage van het NCO bij aanmelding voor het Programma schoolmaaltijden.
Voor het speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs, voortgezet speciaal onderwijs en praktijkonderwijs maak ik een uitzondering op bovenstaande methode. Van deze onderwijsvormen zijn geen NCO-rapportages beschikbaar en/of is bekend dat relatief veel leerlingen binnen de totale leerling populatie in de doelgroep valt. Daarom heb ik besloten leerlingen in het sbo, so, vso en pro allemaal tot de doelgroep te rekenen.
Eind juni zal er een eerste tussentijds evaluatiemoment plaatsvinden met het Rode Kruis en het Jeugdeducatiefonds. Bij deze evaluatie zal ook specifiek worden gekeken of de doelgroep bepaling zoals hierboven beschreven passend is voor de praktijk.
Keuze voor scholen: maaltijd op school of maaltijd thuis
Als een school zich wil aanmelden, kan dat door te kiezen tussen twee opties op de menukaart. De eerste optie is het (laten) organiseren van een maaltijd op school. De school kan de gemaakte kosten hiervan maandelijks achteraf declareren, tot een maximum bedrag van 9 euro per leerling per week. Met deze middelen heeft de school zelf de vrijheid om te kiezen hoe zij de maaltijden wil organiseren. Voorbeelden die nu al in de praktijk te zien zijn, zijn ouders of vrijwilligers die inkopen doen bij de lokale supermarkt, wijkteams die broodjes smeren in het wijkcentrum en scholen die ervoor kiezen de organisatie uit te besteden aan een cateraar. Met deze keuzevrijheid laten we scholen zelf bepalen welke organisatievorm het beste bij hen past. Dit kan een ontbijt of lunch zijn, maar ook het aanbieden van een extra tussendoortje of een extra stuk fruit is mogelijk. Scholen kunnen zo ook zelf bepalen op welke manier zij het onderwijspersoneel willen ontzorgen bij de organisatie. Uiteraard bieden we scholen in dit proces ondersteuning aan, bijvoorbeeld middels een menukaart waarbij scholen een overzicht wordt geboden van wat mogelijk is. Maar ondersteuning vindt ook plaats in de vorm van schoolcontactpersonen. Dit zijn vaste aanspreekpunten voor scholen die kunnen meedenken over welke manier van maaltijdvoorziening het beste past bij de school. Het Jeugdeducatiefonds werkt nu al met een groep schoolcontactpersonen, voor het Programma schoolmaaltijden zal deze worden uitgebreid. Deze aanpak van een maaltijd op school is verder doorontwikkeld vanuit de manier waarop het Jeugdeducatiefonds nu al werkt, waarvan al meer dan 500 po-scholen naar tevredenheid gebruik maken.
De tweede optie waar een school voor kan kiezen, is om individuele leerlingen te ondersteunen in de vorm van boodschappenkaarten voor een maaltijd thuis. Deze kaarten worden verstrekt aan de ouders van leerlingen die dit het hardst nodig hebben, waarop een vast wekelijks budget van 11 euro per kind staat om een dagelijkse maaltijd voor de leerling in te kopen. De kaarten kunnen worden ingezet in winkels waar levensmiddelen worden verkocht.4 Wanneer een school in haar aanmelding aangeeft met de boodschappenkaarten te willen werken, zal deze school gevraagd worden onder de ouders van haar leerlingen een bericht te verspreiden waarin wordt gevraagd aan ouders om zich via de school aan te melden. Ouders die zich aanmelden, vullen na hun aanmelding nog enkele aanvullende vragen in die het Rode Kruis nu ook al gebruikt bij de uitgifte van boodschappenkaarten. Een voorbeeld hiervan is: «Ik/mijn gezin moet maaltijden overslaan omdat er niet genoeg eten is», waarna ouders op een schaal kunnen aangeven in welke mate dit voor hen geldt. Het verstrekken van de boodschappenkaarten zal vervolgens rechtstreeks via de aangemelde ouders gebeuren. De school blijft wel de vindplaats voor ouders en andere betrokkenen om individuele leerlingen hiervoor aan te melden. Door het uitgeven van boodschappenkaarten voorkomen we hongerige kinderen in de schoolbanken en ondersteunen we ouders op een manier die bij hen past. We leren hierbij van de ervaringen van het Rode Kruis, die nu al wereldwijd met zulke kaarten werken. Hierbij zien zij keer op keer dat deze keuzevrijheid een positieve uitwerking heeft en leidt tot verantwoordelijke aankopen. De ontvangers vinden het fijn dat zij de regie in handen blijven houden. Ik heb daarom ook het vertrouwen in ouders dat zij een boodschappenkaart goed zullen gebruiken voor een maaltijd voor hun kind.
Ik vind het van belang dat scholen zelf kiezen voor een uitvoerbare vorm voor de organisatie van schoolmaaltijden. Ook vind ik het essentieel om goed oog te houden voor een werkbare situatie voor leraren, zodat zij zo veel mogelijk ontlast worden in de organisatie van de maaltijden en dit niet ten koste gaat van kostbare onderwijstijd. Dit kunnen ze in eerste instantie doen door het kiezen van een organisatievorm waarbij leraren ontzorgd worden, bijvoorbeeld het uitbesteden van de organisatie aan een externe partij. We ondersteunen scholen ook op verschillende manieren. Dit doen we bijvoorbeeld door het aanbieden van de verschillende opties voor de organisatie en door het meegeven van voorbeeldmenu’s, zodat scholen ook inzetten op gezonde voeding en een gezonde leefstijl. Juist hier zoeken we de samenwerking met organisaties binnen de brede beweging, die hebben laten zien hier graag over mee te denken. Daarmee stimuleren we het maken van gezonde keuzes. Voor meer informatie over een gezonde leefstijl voor leerlingen kunnen scholen ook terecht bij het programma Gezonde School, via www.gezondeschool.nl. Ik heb vertrouwen in de scholen die mee zullen doen aan het Programma schoolmaaltijden dat zij goede keuzes zullen maken die voor hen werkbaar zijn. In de praktijk zien we hiervan al veel goede voorbeelden.
Bovenstaande aanpak komt voort uit een gezamenlijk ontwerpplan dat de afgelopen maanden zorgvuldig is opgesteld door het Rode Kruis en het Jeugdeducatiefonds tijdens de voorbereidingsfase. In deze fase zijn we ook gestart met het testen van de ontworpen aanpak, zodat duidelijk wordt op welke manier de aanpak het beste en meest effectief uitgebreid kan worden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de inzichten uit de voedselhulptrajecten die het Rode Kruis en het Jeugdeducatiefonds op dit moment al uitvoeren. Gezamenlijk leren we hieruit onder andere waar scholen, ouders en leerlingen behoefte aan hebben en welke (logistieke) uitdagingen bij de organisatie komen kijken. Met deze lessen in ons achterhoofd zorgen we ervoor dat de uitvoering ook voldoet aan de gestelde uitgangspunten, waaronder het ontzorgen van scholen en het voorkomen van stigmatisering.
Voor het Programma schoolmaaltijden heb ik, zoals toegelicht in mijn eerdere brief, in eerste instantie dekking gevonden binnen de middelen voor de bekostiging van het po en vo (begrotingsartikel 1 en 3 van de OCW-begroting) en zal ik conform motie inzetten op definitieve financiële dekking uit de onderuitputting in 2022.
Aanpak Caribisch Nederland
De middelen zijn vanzelfsprekend ook beschikbaar voor de leerlingen op Bonaire, St. Eustatius en Saba. Ik kies daar wel voor een andere aanpak, omdat ik het belangrijk vind om aan te sluiten bij bestaande duurzame initiatieven. Voor Caribisch Nederland is vanuit SZW eind vorig jaar € 250.000,– beschikbaar gesteld voor schoolmaaltijden. Op dit moment is mijn ministerie samen met de Ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) in gesprek met de Openbare Lichamen en de scholen over de manier waarop we het aanbod daar zo goed mogelijk kunnen laten aansluiten bij de behoeften van de eilanden. We zijn van plan om verder te gaan met wat er nu al loopt en in gang wordt gezet.
Evaluatie en lange termijn
Naast het ondersteunen van leerlingen die een steuntje in de rug nodig hebben, vind ik het ook belangrijk om te leren van dit programma en de resultaten hiervan goed te kunnen waarborgen. Daarom zal ik het, nog uit te rollen traject, ook zorgvuldig monitoren en evalueren. Dit doe ik samen met de twee samenwerkende partijen. Op die manier kunnen we de aanpak gaandeweg bijsturen als dat nodig is en leren we ervan. Met een blik op de toekomst trek ik ook graag samen op met mijn collega’s van SZW en VWS.
Ik ben blij om te zien dat het Rode Kruis en het Jeugdeducatiefonds zich vol inzetten om samen met mijn ministerie uitvoering te geven aan de schoolmaaltijden. Ik moedig scholen waarvan de leerlingen behoefte hebben aan de organisatie van schoolmaaltijden van harte aan zich aan te melden via de website, www.schoolmaaltijden.nl. Ik heb vertrouwen in een succesvolle uitwerking, waarmee we leerlingen die dit het hardst nodig hebben kunnen helpen.
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,
A.D. Wiersma
De initiatiefnemers van de motie voor het bieden van een maaltijd op school zijn Dassen en Paternotte (VOLT/D66), zie: Kamerstuk 36 200, nr. 49.↩︎
Kamerstuk 36 200 VIII, nr. 139.↩︎
PowerPoint-presentatie (jeugdeducatiefonds.nl).↩︎
De eerste periode zal worden gewerkt met een kaart die inzetbaar is bij een beperkte groep levensmiddelenwinkels.↩︎