Antwoord op vragen van de leden Slootweg en Heinen over de berichtgeving in de media naar aanleiding van het omvallen van de Amerikaanse banken SVB en Signature
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2023D13424, datum: 2023-03-31, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (ah-tk-20222023-2092).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A.M. Kaag, minister van Financiƫn (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van zaak 2023Z04401:
- Gericht aan: S.A.M. Kaag, minister van Financiƫn
- Indiener: E.J. Slootweg, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: E. Heinen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2092
Vragen van de leden Slootweg (CDA) en Heinen (VVD) aan de Minister van FinanciĆ«n over de berichtgeving in de media naar aanleiding van het omvallen van de Amerikaanse banken SVB en Signature (ingezonden 15Ā maart 2023).
Antwoord van Minister Kaag (FinanciĆ«n) (ontvangen 31Ā maart 2023).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving in de media naar aanleiding van het omvallen van enkele Amerikaanse banken, waaronder Ā«SVB-klanten krijgen al hun geld terug, tweede bank omgevallenĀ» in het FD van 13Ā maart 2023, Ā«Het financiĆ«le stelsel is vijftien jaar na de crash nog altijd fragielĀ» in Trouw van 14Ā maart 2023 en Ā«SVB blijft belegger pijn doen na hulp overheidĀ» in de Telegraaf van 14Ā maart 2023?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is u bekend hoeveel Nederlandse spaarders en bedrijven geld bij de omgevallen banken SVB en Signature hadden staan? Kunnen zij ook hun geld (deels) terugkrijgen als gevolg van de steunmaatregelen van de Amerikaanse overheid?
Antwoord 2
Het is mij niet bekend hoeveel Nederlandse spaarders en bedrijven geld bij Silicon Valley Bank (SVB) of Signature Bank hadden staan. De Federal Deposit Insurance Corporation (FDIC) heeft directe controle genomen over SVB en Signature Bank. Daarbij heeft de FDIC alle depositoās ā zowel die verzekerd waren onder het depositogarantiestelsel als die niet verzekerd waren ā en vrijwel alle activa overgedragen aan een Ā«brugbankĀ» onder controle van de FDIC om alle depositohouders van Silicon Valley Bank en Signature Bank te beschermen. Alle depositoās van SVB en Signature Bank zijn dus beschermd, ook die van niet-Amerikaanse klanten.
Vraag 3
Wat zijn volgens u de gevolgen voor aandeelhouders en obligatiehouders van SVB en Signature, waaronder banken en verzekeraars, die hun geld niet terugkrijgen, zoals pensioenbeheerder APG, ambtenarenfonds ABP, uitvoerder voor pensioenfondsen MN, maar ook Nederlandse banken?
Antwoord 3
SVB en Signature Bank zijn in het weekend van 10Ā maart onder directe controle van de FDIC geplaatst. De verliezen van de SVB en Signature Bank slaan, gelet op de crediteurenhiĆ«rarchie in het faillissementsrecht, als eerste neer bij aandeelhouders en vervolgens bij achtergestelde crediteuren, zoals sommige obligatiehouders. De Amerikaanse autoriteiten hebben aangekondigd dat depositoās zullen worden gegarandeerd en dat de eventuele kosten daarvan betaald zullen worden door de bankensector. De belastingbetaler wordt daarmee zoveel mogelijk ontzien.
Nu de SVB en Signature Bank onder controle van de FDIC in resolutie zijn gegaan wordt voor de resterende activa van beide failliete banken gezocht naar kopers. Dit proces kan lange tijd duren. Pas wanneer dit proces is afgerond zal duidelijk worden of er en hoe groot verliezen daadwerkelijk zijn.
De directe impact van het faillissement van SVB op Europese en Nederlandse verzekeraars is naar verwachting zeer beperkt. Ook voor Nederlandse pensioenfondsen is de blootstelling klein. Zo geeft pensioenuitvoerder APG aan voor ā¬Ā 130 mln investeringen te hebben in SVB, en ook enige blootstelling te hebben aan First Republic bank, een bank die ook met financiĆ«le problemen te maken kreeg. De investeringen in SVB en First Republic bank zijn bij elkaar goed voor een blootstelling van ā¬Ā 294 miljoen, minder dan 0,1% van het beheerd vermogen van ABP dat meer dan ā¬Ā 460 mld bedraagt. De andere vier grootste pensioenfondsen belegden samen voor minder dan ā¬Ā 100 mln in SVB en Signature bank. Voor Nederlandse banken is er ook een zeer minimale blootstelling aan deze Amerikaanse banken. Dit hebben Rabobank en ABN AMRO ook in de media laten weten.
Vraag 4
Deelt u de analyse van beleggingsstrateeg Bjƶrn Jesch dat Signature Bank het slachtoffer is van het gedrag van klanten in reactie op de teloorgang van SVB en dat uiteindelijk de besmetting zich zou kunnen verspreiden door de algehele economie en financiƫle markten?
Antwoord 4
De situatie bij de omgevallen Amerikaanse banken is wezenlijk anders dan bij Nederlandse en Europese banken. Er was sprake van een heel specifiek bedrijfsmodel, met een atypisch balans- en risicobeheer. Hierdoor was SVB extreem gevoelig voor stijgende rentes, veel meer dan Europese banken. Ook was het aandeel ongedekte depositoās bij SVB heel hoog, meer dan 90%, waardoor de bank gevoelig was voor een bankrun. Ook bij Signature speelden specifieke problemen. Dit maakt de kans dat de situatie rondom de Amerikaanse banken zich breed verspreidt over de gehele bankensector (in VS en EU) relatief beperkt. Wel zijn financiĆ«le markten onrustig en deze gebeurtenissen lijken nu nog na te ijlen in de financiĆ«le markten. De financiĆ«le sector draait om vertrouwen en een dergelijke schok tast dit vertrouwen aan. Dat lijken we nu ook terug te zien in de koersdalingen van vorige week.
Vraag 5
Acht u het faillissement van de banken SVB en Signature een geĆÆsoleerd Amerikaans probleem, of ziet u bredere systeemrisicoās in de financiĆ«le sector als gevolg van het Amerikaanse of Europese rentebeleid van centrale banken dat momenteel gericht is op het bestrijden van de inflatie?
Antwoord 5
Na jarenlange ruime financiĆ«le condities hebben zich kwetsbaarheden opgebouwd in het financiĆ«le systeem. Zo zijn schulden wereldwijd toegenomen, omdat het goedkoper was om geld te lenen. Ook is er in delen van het financiĆ«le systeem meer geĆÆnvesteerd in risicovollere beleggingen. Sterke rentestijgingen, zoals zich de afgelopen periode hebben voorgedaan in reactie op de sterk toegenomen inflatie, kunnen leiden tot een toenemende druk op met name kort gefinancierde schulden en een waardedaling van vastrentende effecten met een langere looptijd. Dit inzicht is niet nieuw. Zo wees onder meer De Nederlandsche Bank (DNB) op het systeemrisico van abrupte correcties op financiĆ«le markten, waaronder in het laatste Overzicht FinanciĆ«le Stabiliteit van najaar 2022.
Sinds de kredietcrisis zijn er veel maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat banken weerbaar zijn. De kapitaaleisen voor banken zijn flink verhoogd en banken zijn onderworpen aan liquiditeitseisen en regelmatige stresstesten om na te gaan in hoeverre ze zwaarweerscenarioās het hoofd kunnen bieden. Het toezicht op banken is sindsdien aangescherpt. Mondiaal en nationaal systeemrelevante banken moeten daarnaast aan extra macroprudentiele eisen voldoen om ze nog weerbaarder te maken. Ook kunnen toezichthouders macroprudentiele buffers opleggen voor conjuncturele systeemrisicoās.
Dat er bij de Amerikaanse banken SVB en Signature toch problemen zijn ontstaan heeft te maken met de specifieke bedrijfsmodellen van deze banken met een atypisch balans- en risicobeheer. Hierdoor was SVB extreem gevoelig voor stijgende rentes, veel meer dan Europese banken. Verder was het aandeel ongedekte depositoās bij SVB heel hoog, meer dan 90%, waardoor de bank gevoelig was voor een bankrun. Ook bij Signature speelden specifieke problemen. Bovendien hoefden deze banken zich aan minder strikte eisen te houden dan Europese banken, omdat ze door de Amerikaanse overheid waren uitgezonderd van een aantal maatregelen die na de financiĆ«le crisis zijn genomen (waaronder regels rondom liquiditeit en renterisico). Dit komt doordat in de Verenigde staten sinds 2018 sprake is geweest van deregulering in de bankensector waarbij er uitzonderingen op de strenge bankenregels zijn gecreĆ«erd voor kleine en middelgrote banken.
Wat mij betreft tonen de gebeurtenissen aan dat de strikte regulering van banken die we mondiaal en in Europa hebben ingevoerd sinds de kredietcrisis van groot belang blijven.
Vraag 6
Zijn er volgens u systeemrisicoās voor Europese of Nederlandse financiĆ«le instellingen?
Antwoord 6
Ook in Europa is er sprake van volatiliteit en correcties op markten in een omgeving van verkrappende financiĆ«le condities en stijgende rentes. Het is niet uit te sluiten dat er ook in Europa banken zijn die in deze omgeving kwetsbaar kunnen zijn. Europese en Nederlandse financiĆ«le instellingen zijn echter duidelijk minder kwetsbaar voor deze risicoās dan de Amerikaanse banken waar in voorgaande vragen aan werd gerefereerd; de bankspecifieke problemen spelen hier een kleinere rol en de banksector in Nederland is weerbaar, met gedegen kapitaal- en liquiditeitsposities.
De weerbaarheid van de Europese bankensector wordt regelmatig getest middels stresstesten met scenarioās die vergelijkbaar of erger zijn dan de crisis in 2007ā2009. Uit een stresstest die DNB afgelopen oktober publiceerde blijkt ook dat Nederlandse banken een (schoksgewijze) stijging van de rente goed kunnen dragen. Daarnaast analyseren Europese en Nederlandse autoriteiten voortdurend systeemrisicoās en leggen zij, waar nodig, banken additionele macroprudentiele buffers op voor systeemrisicoās. In Nederland gelden, bovenop minimum en bankspecifieke kapitaaleisen, ook extra buffers voor systeemrisicoās voor de vijf grootste banken en een buffer voor conjuncturele systeemrisicoās voor alle Nederlandse banken.
Vraag 7
Deelt u de analyse van De Nederlandsche Bank (DNB) dat Nederlandse banken Ā«weerbaarĀ» zijn en een schok als gevolg van sterk stijgende rentes goed op kunnen vangen?
Antwoord 7
Ja, Nederlandse banken zijn goed gekapitaliseerd met een Tier 1 kernkapitaalratio van 16,3% in juni 2022. Dit is ruim boven de gecombineerde minimumeisen, bankspecifieke kapitaaleisen en buffereisen. Daarnaast hebben ze hoge liquiditeitsbuffers met een liquiditeitsratio (LCR) van 171,8 in juni 2022, ruim boven het vereiste minimum van 100. Stresstesten van DNB laten zien dat Nederlandse banken in staat zijn rentestijgingen op te vangen zonder dat de kapitaalpositie onder het vereiste minimum komt.
Vraag 8
Deelt u de zorgen van economen dat de onrust op de financiĆ«le markten gevolgen heeft voor het rentebeleid van centrale banken en de strijdt tegen inflatie? Welke risicoās ziet u hierbij?
Antwoord 8
Op donderdag 16Ā maart heeft de ECB in de persconferentie over haar rentebesluit toegelicht dat zij stuurt op het waarborgen van prijsstabiliteit en financiĆ«le stabiliteit. Omdat de inflatie naar verwachting te lang te hoogt blijft, heeft de ECB haar beleidsrente wederom met 50 basispunten verhoogd.
Volgens de ECB versterkt de huidige onzekerheid het belang van een op data gebaseerde benadering bij toekomstige besluiten over de beleidsrente. Bij toekomstige rentebeslissingen wordt daarom ook gekeken naar hoe financiƫle ontwikkelingen doorwerken op de inflatievooruitzichten en daarmee op het monetaire beleid. De dynamiek van onderliggende inflatie en de kracht van monetaire beleidstransmissie zijn daarbij twee belangrijke factoren.
De ECB is daarbij vastbesloten om de inflatie terug te brengen naar de doelstelling van 2% op middellange termijn, maar geeft tegelijkertijd aan de huidige spanningen op de markt nauwgezet te volgen en klaar te staan om waar nodig in te grijpen om de financiƫle stabiliteit te handhaven. De ECB benadrukt hierbij dat het beleidsinstrumentarium volledig toegerust is om liquiditeitssteun te verstrekken aan het financiƫle stelstel indien dit nodig mocht zijn. Volgens de ECB is het bankenstelsel in de eurozone echter schokbestendig, en zijn kapitaal- en liquiditeitsposities robuust.
Vraag 9
Wordt in Europese stresstesten van de financiƫle sector volgens u voldoende rekening gehouden met verdere stijging van de rente met het oog op mogelijk aanhoudende (te hoge) inflatie?
Antwoord 9
In het najaar van 2022 heeft DNB een stresstest uitgevoerd om de solvabiliteit van de Nederlandse bankensector te beoordelen in een scenario met hoge inflatie en hogere rentes. De uitkomsten van deze stresstest zijn gepubliceerd in het OFS Najaar 2022. Hogere rentes vergroten het kredietrisico op uitstaande leningen, maar hebben een positief effect op de winstgevendheid van nieuwe leningen. De stresstest laat zien dat de kredietverliezen van banken in dit scenario fors zouden stijgen, en dat de winstgevendheid aanzienlijk lager zou uitkomen dan in 2022. Als gevolg hiervan zou de kapitaalpositie van de bankensector weliswaar verslechteren (āĀ 2,7%-punt), maar nog wel ruim boven het vereiste minimum blijven. De sterke kapitaalpositie geeft banken voldoende ruimte om verliezen op te vangen zonder dat ze hun kredietverlening hoeven te verminderen. In de stresstest die op dit moment door EBA en ECB wordt uitgevoerd, vormt een verhoogde renteomgeving met fors hogere lange- en kortetermijnrentes een belangrijk onderdeel van het stressscenario.
Naast de stresstest zijn er ook andere manieren waarop rekening wordt gehouden met het renterisico van banken. De toezichtindicator voor renterisico van banken is de zogenaamde Economic value of Equity sensitivity (delta EVE). Delta EVE geeft de economische impact op het eigen vermogen na een renteschokscenario (+/āĀ 2%). Het 2021 jaarverslag van SVB laat zien dat eind 2021 een 2% rentestijging tot een Tier 1 kapitaaldaling van 35,3% zou leiden. Bazel renterisico standaarden (BCBS IRRBB 2016) schrijven voor dat een daling als gevolg van renteveranderingen niet meer dan 15% van Tier 1 mag bedragen en dat bij overschrijding hiervan de toezichthouder moet ingrijpen.
Vraag 10
Wat zegt volgens u het relatieve gemak waarmee SVB en Signature zijn omgevallen volgens u over de stabiliteit van de financiƫle sector, ook met de vorige financiƫle crisis van 2008 in het achterhoofd die vanuit de Verenigde Staten kwam overwaaien?
Antwoord 10
Zoals in eerder antwoorden aangegeven is de situatie bij de omgevallen Amerikaanse banken wezenlijk anders dan bij Nederlandse en Europese banken.
Een belangrijke factor hierbij was dat deze Amerikaanse banken zich aan minder strikte eisen hoefden te houden dan Europese banken wat betreft onder meer liquiditeit en kapitaal. Dit komt doordat in de Verenigde staten sinds 2018 sprake is geweest van deregulering in de bankensector waarbij er uitzonderingen op de strenge bankenregels zijn gecreƫerd voor kleine en middelgrote banken. Wat mij betreft laat de huidige situatie ook weer zien dat het van groot belang is dat we de bankensector strikt reguleren.
Vraag 11
Wat vindt u van de uitspraken van hoogleraren Harald Benink en Arnoud Boot dat er nauwelijks iets is geleerd van de vorige bankencrisis en dat banken sinds 2008 nog steeds te weinig vet op de botten hebben?
Antwoord 11
Ik deel deze analyse niet. Na de vorige bankencrisis zijn er fundamentele hervormingen doorgevoerd in het regelgeving en toezicht op banken. Minimum kapitaaleisen voor banken zijn verhoogd en er zijn eisen gesteld aan de kwaliteit van het aan te houden kapitaal. Ook zijn er liquiditeitseisen ingesteld. Het toezicht op banken is versterkt en aan banken kunnen extra eisen worden opgelegd voor bankspecifieke risicoās. De weerbaarheid van de Europese bankensector wordt regelmatig getest middels stresstesten die de sector aan stressscenarioās onderwerpen die vergelijkbaar aan of erger zijn dan de crisis in 2007ā2009. Deze stresstesten laten zien dat de sector weerbaar is. Daarnaast analyseren Europese en Nederlandse autoriteiten voortdurend systeemrisicoās en leggen, waar nodig, banken additionele macroprudentiĆ«le buffers op voor systeemrisicoās.
De kapitaalbuffers bij Europese banken zijn de afgelopen jaren sterk toegenomen. De gemiddelde Tier 1 kernkapitaalratio (CET1) van de grote Europese banken die onder toezicht van de Europese Centrale Bank (ECB) staan is 14,74%, eind 3e kwartaal van 2022. De gemiddelde liquiditeitsbuffer (LCR) was 162,03%, ver boven het minimum van 100%.
De huidige situatie benadrukt het belang van stevige regels, zodat we sterke banken hebben. Daarom is het ook van belang dat, in de huidige trilogen die in Brussel gehouden worden, de mondiale afspraken over versterking van de kapitaalpositie van banken, zoals die zijn vervat in het zogeheten finale Bazel 3 akkoord, zo tijdig en volledig mogelijk in Europa geĆÆmplementeerd worden.
Vraag 12
Deelt u de analyse van Arnoud Boot dat aan de ĀØfragiliteit van het financiĆ«le systeemĀØ weinig is gedaan sinds de bankencrisis van 2007ā2009 en uiteindelijk onhoudbaar is?
Antwoord 12
Zoals genoemd in de beantwoording van vraag 11, ben ik van mening dat er na de bankencrisis van 2007ā2009 fundamentele hervormingen zijn doorgevoerd die de weerbaarheid van banken sterk hebben verhoogd. Dit geldt zowel voor eisen op het gebied van solvabiliteit als liquiditeit. Binnen Europa is daarnaast meer onafhankelijkheid in het toezicht gecreĆ«erd door het toezicht op de grootste banken bij de ECB te beleggen. Het depositogarantiestelsel verkleint het risico op bankruns. Desondanks is er in het financiĆ«le systeem niet te voorkomen dat er banken in de problemen kunnen komen. In Europa is er ook een crisisraamwerk gecreĆ«erd, waarbinnen falende banken op een ordentelijke manier afgewikkeld kunnen worden. In dit kader is het van belang de bankenunie in Europa verder te voltooien en het belang van stevige buffers te blijven benadrukken.