[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Negende voortgangsrapportage Binnenhof Renovatie

Renovatie Binnenhof

Brief regering

Nummer: 2023D13792, datum: 2023-04-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-34293-129).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 34293 -129 Renovatie Binnenhof.

Onderdeel van zaak 2023Z05830:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

34 293 Renovatie Binnenhof

Nr. 129 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3Ā april 2023

In de bijgevoegde negende voortgangsrapportage informeer ik u over de ontwikkelingen van het renovatieprogramma van het Binnenhof over de periode augustus 2022 tot en met februari 2023. In deze periode is door het programmateam van het Rijksvastgoedbedrijf, samen met architecten, ontwerpers, aannemers, adviseurs en zeker ook met de gebruikers veel voortgang geboekt. Nu de renovatie de technische ontwerpfase ingaat is een belangrijke mijlpaal behaald. De schetsen in de rapportage geven een goed beeld van hoe we er samen voor gaan zorgen dat 800 jaar cultureel erfgoed behouden blijft voor de toekomst.

Nieuwe integrale planning

In de Kamerbrief van 4Ā november 2022 (Kamerstuk 34Ā 293, nr.Ā 127) meldde ik u dat een herijking van de planning zou worden opgesteld. In de bijgevoegde negende voortgangsrapportage licht ik dit nader toe. Met de kennis van nu is er door de aannemers en het projectteam een nieuwe planning opgesteld. Twee voornamelijk externe factoren maken dat er extra tijd nodig zal zijn. Dit betreft de toenemende veiligheidseisen die alles te maken hebben met de toegenomen veiligheidsrisicoā€™s om en rondom het Binnenhof en daarnaast de uitspraak van 2Ā november jl. van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Met de kennis van nu leidt dat tot een nieuwe integrale planning die uitkomt op eind 2028, waarbij er nog onzekerheden blijven zoals de duur van de afhandeling van de aangevraagde natuurvergunning.

ā€¢ Veiligheidseisen

In de rapportageperiode is het voorlopig ontwerp (VO) van de technische hoofdinfrastructuur (THI) afgerond. Deze centrale plek voor energievoorziening en technische installaties heeft een steeds groter wordende impact op de eisen en plannen gekregen. Dit komt vanwege de toenemende veiligheidseisen in relatie tot de veiligheidsrisicoā€™s op en rondom het Binnenhof de afgelopen jaren. Het Binnenhof heeft een uniek open karakter en vraagt de huidige tijd toch om een nieuwe en zorgvuldige omgang met de veiligheidsaspecten. Daarmee is dit onderdeel steeds bepalender voor de planning geworden. Oorspronkelijk was de centrale energievoorziening (later THI) voor het complex voorzien in de Pleingarage. Het eerste programma van eisen hiervoor is opgesteld in 2017. Uit een haalbaarheidsstudie in februari 2021 bleek dat de locatie niet zou kunnen voldoen aan de in 2017 gestelde veiligheidseisen en is een nieuwe locatie voor de THI gevonden op het Opperhof. In de loop van 2021 is geconstateerd dat de veiligheidssituatie van de huidige tijd ervoor zorgt dat de eisen die gesteld worden aan de THI verder moesten toenemen. Na het hierop aanpassen en vaststellen van het programma van eisen in juni 2022 zijn deze uitgewerkt in ontwerpen. In december 2022 is het voorlopig ontwerp gereed gekomen en kon de impact van de toegenomen veiligheidseisen worden vastgesteld. Dit in nauw overleg met aannemers en deskundigen. Hieruit bleek dat de aanpassingen in het ontwerp leiden tot een behoefte aan extra fysieke ruimte, 70% meer. Enerzijds is er meer techniek nodig, onder andere om de voortgang van de bedrijfsvoering te allen tijde te kunnen garanderen zodat het democratisch proces altijd door kan gaan. Dat betekent meer apparaten, meer koppelingen, meer leidingen, meer koeling en dus meer ruimte. Anderzijds gaan de technische installaties vanuit de gebouwen de THI in om zo meer ruimte en werkplekken in de gebouwen zelf te creĆ«ren. Omdat de bak van de THI groter is en daardoor dichter op de gevel van de gebouwdelen komt, is een groter aantal funderingsversterkingen nodig. Daarnaast kost het bouwen van een grotere bak meer bouwtijd. Ook de toegenomen hoeveelheid bouwmaterieel moet op het Binnenhofcomplex worden opgeslagen en dat zorgt voor beperkingen in de bouwlogistiek. De werkzaamheden aan de THI kunnen niet meer gelijktijdig met grote andere werkzaamheden worden uitgevoerd. Dit was oorspronkelijk wel de verwachting. Nu zal er meer achter elkaar gewerkt moeten worden. De toename van veiligheidseisen geldt ook voor de publieksentree van de Tweede Kamer. Deze entree heeft net als de THI een grote impact op de bouwplaats en hiervoor geldt dat werkzaamheden ook niet parallel kunnen worden uitgevoerd met andere werkzaamheden. De aanpassingen in het ontwerp van deze entree worden in de rapportage toegelicht.

ā€¢ Stikstof

Naar aanleiding van de uitspraak van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State inzake de bouwvrijstelling zijn de mogelijke gevolgen van het vervallen van de gedeeltelijke vrijstelling van de natuurvergunningsplicht voor de bouwsector voor het programma Binnenhof onderzocht. Dit is aangekondigd in de 8e voortgangsrapportage. Voor de nog te starten werkzaamheden waarvoor nog geen vergunning was, is gekeken naar de verwachte stikstofuitstoot. Daarbij is de maximale inzet van elektrisch materieel verkend. Gebleken is dat niet voor alle werkzaamheden volwaardige elektrische alternatieven beschikbaar zijn. Dat is onder meer het geval bij het benodigde materieel voor de eerder genoemde funderingsversterkingen op het Opperhof, de specifieke graafwerkzaamheden. Met dit gegeven heeft het programma Binnenhof de impact van de stikstofuitstoot door gespecialiseerde bureaus laten onderzoeken.

Voor de beoordeling van de impact op de omgeving is het van belang om op basis van de hoogst verwachte stikstofuitstoot per jaar (het zgn. maatgevend jaar) te bezien of een eventuele stikstofdepositie gevolgen heeft voor natura 2000 gebieden. Uit het onderzoek (AERIUS-berekeningen) blijkt dat voor de renovatie van het Binnenhof een maximale depositie geldt van 0,17 mol/ha/jr. Inmiddels is een natuurvergunning aangevraagd.

De vergunningsaanvragen die waren voorzien vanaf oktober 2022 zijn uitgesteld tot na afhandeling van de aanvraag van de natuurvergunning voor het renovatieprogramma. Het programma wacht nu op de afhandeling van deze vergunningsaanvraag. Voor die tijd kunnen de geplande werkzaamheden niet starten, wat betekent dat deze in ieder geval negen maanden later zullen starten dan voorzien. Op basis van de al verleende vergunningen was het mogelijk om een aantal voorbereidende werkzaamheden wel uit te voeren. Dit gebeurt ook.

Deze, vooral externe risicoā€™s, waren al in eerdere voortgangsrapportages benoemd en zijn ook in de vaste commissie van BZK gewisseld tijdens debatten. De afgelopen periode hebben deze risicoā€™s zich echter ook gemanifesteerd en kon de precieze impact op ontwerp en uitvoering na het vaststellen van alle ontwerpen worden beoordeeld. Op dit moment verkeert het project in de technisch ontwerpfase en is de onderzoeksfase halverwege. Met de kennis van nu wordt ingeschat dat door de combinatie van veiligheidseisen en stikstof de planning nu op eind 2028 zal uitkomen. Hoewel deze vertraging door bovengenoemde externe factoren onvermijdelijk is, blijf ik zoeken naar oplossingen om activiteiten op het Binnenhof weer zo snel mogelijk te laten hervatten. Met de gebruikers zal worden bezien of het wenselijk en mogelijk is om al eerder specifieke activiteiten terug te laten keren op het Binnenhof. Daarom wordt een onderzoek gestart naar de mogelijkheden van de eerdere terugkeer van enkele functies zoals de plenaire vergadering van de Eerste Kamer, de ontvangst van hoogwaardigheidsbekleders door de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer en het gebruik van de Ridderzaal.

Ontwerpen

Nadat in 2021 de voorlopig ontwerpen gereed zijn gekomen stond de afgelopen rapportageperiode in het teken van de definitieve ontwerpen (DOā€™s). In de bijgevoegde voortgangsrapportage wordt ingegaan op de vastgestelde definitieve ontwerpen (DO) van de Tweede Kamer en de Raad van State. Het eerste deel van het DO Eerste Kamer is gereed en wordt binnenkort vastgesteld. Dit is een belangrijk moment om te markeren. Immers, deze vaststelling maakt het mogelijk om samen met de aannemers zicht te krijgen op de volgende stappen en de planning.

Financiƫn

Het uitgangspunt is dat het project binnen de afgesproken randvoorwaarden gerealiseerd zal worden: sober en doelmatig en binnen de vastgestelde kaders, inclusief prijspeilcorrectie met inbegrip van vier disclaimers: 1. Marktspanning 2. Extra eisen beveiliging 3. Extra eisen duurzaamheid 4. Onvoorziene technische uitvoeringsrisicoā€™s. Deze uitgangspunten worden gehaald. Om de ontwerpen passend te maken binnen de budgettaire kaders zal echter wel de komende jaren op de voorjaarsbesluitvormingsmomenten, een aanzienlijk beroep op de vier disclaimers worden gedaan. Ook dit is conform afspraak. Deze componenten zijn helaas door het project niet te beĆÆnvloeden. De uitkomsten van de voorjaarsbesluitvorming 2023 worden in de tiende voortgangsrapportage verwerkt. In deze negende voortgangsrapportage vindt u, conform toezegging, de analyse van de advies- en ontwerpkosten.

Tot slot

Medio 2025 volgt na afronding van alle ontwerpstappen en het contracteren van de marktpartijen een belangrijk ijkmoment waarin met meer zekerheid een meer exacte bandbreedte is af te geven waarbinnen de complexdelen opgeleverd zullen worden. Ik realiseer mij dat het renovatieprogramma een grote impact heeft op de Haagse binnenstad en ook de komende periode zullen wij in nauw overleg staan met de gemeente en de omgeving. Graag nodig ik u ook uit voor een werkbezoek aan het Binnenhof.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,
H.M. de Jonge