[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Rapport Onderzoeksraad voor Veiligheid over ‘Industrie en Omwonenden'

Gezondheid en milieu

Brief regering

Nummer: 2023D15598, datum: 2023-04-13, bijgewerkt: 2024-02-20 09:58, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-28089-259).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 28089 -259 Gezondheid en milieu.

Onderdeel van zaak 2023Z06610:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

28 089 Gezondheid en milieu

Nr. 259 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 april 2023

Vandaag, 13 april 2023, heeft de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) het rapport «Industrie en Omwonenden» gepubliceerd. In deze brief licht ik kort de uitkomsten toe en schets ik de vervolgstappen die ik naar aanleiding van dit onderzoek zal zetten.

Met dit rapport rondt de OvV het onderzoek af naar de wijze waarop burgers in Nederland worden beschermd tegen de risico’s van soms jarenlange schadelijke industriële uitstoot en lozingen. Blootstelling aan industriële stoffen kan schade veroorzaken aan de gezondheid. Onderdeel van het onderzoek is de vraag in hoeverre rekening wordt gehouden met gezondheidseffecten voor omwonenden bij het toestaan en controleren van langdurige industriële uitstoot.

De Raad heeft drie casussen onderzocht waarover bij omwonenden onrust bestond, maar die qua type industrie en regelgeving verschillen. Het gaat om de situaties rondom Tata Steel (IJmuiden), Chemours (Dordrecht) en APN (Nijmegen).

De OvV concludeert dat verbetering op meerdere vlakken noodzakelijk is voor de bescherming van de gezondheid van omwonenden. Daarbij zijn zowel de bedrijven zelf als de betrokken overheden aan zet. Hiertoe zijn acht aanbevelingen gedaan, aan de onderzochte bedrijven, VNO-NCW, de bevoegde gezagen, het RIVM en aan het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Voor mijn ministerie gaat het om de volgende drie aanbevelingen. Ten eerste wordt verzocht om samen met de Ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties te bewerkstelligen dat de bevoegde gezagen en omgevingsdiensten hun verantwoordelijkheden kunnen waarmaken. Ten tweede wordt geadviseerd om zowel de ontwikkeling van kennis over gezondheidseffecten te stimuleren alsmede het benutten van die kennis door overheden en bedrijven. Tot slot wordt gevraagd om te borgen dat het voorzorgsprincipe zwaarder gewogen wordt in het systeem van vergunnen van persistente stoffen (chemische stoffen die langzaam afbreken).

In de komende tijd zal ik het rapport en deze aanbevelingen nader bestuderen. Om de gezondheid van omwonenden beter te beschermen is het van belang de door de OvV getrokken lessen ter harte te nemen. Ik ga daarmee aan de slag in afstemming met de andere overheden, omwonenden en het bedrijfsleven. Ik zal binnen de wettelijke termijn van 6 maanden een formele reactie naar de OvV sturen. Uiterlijk voor het herfstreces zal ik uw Kamer hierover informeren.

Het onderzoek van de OvV toont aan dat het niet vanzelfsprekend is dat de gezondheid van omwonenden voldoende wordt beschermd, gezien de wijze waarop het stelsel in de praktijk vorm krijgt. Dit is een serieuze boodschap, die de nodige aandacht verdient van zowel de overheid als het bedrijfsleven.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen