[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Van Raan over de kosten tot nu toe van de arbitragezaak die Uniper tegen Nederland heeft aangespannen

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2023D16356, datum: 2023-04-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20222023-2306).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2023Z02994:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2306

Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Minister voor Klimaat en Energie over de kosten tot nu toe van de arbitragezaak die Uniper tegen Nederland heeft aangespannen (ingezonden 20 februari 2023).

Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie) (ontvangen 17 april 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1813.

Vraag 1

Kunt u een overzicht geven van alle gemaakte en verwachte kosten gerelateerd aan de arbitragezaak die Uniper tegen de Nederlandse staat heeft aangespannen bij het International Centre for Settlement of Investment Disputes (ICSID) in Washington? Kunt u daarbij het volgende onderscheid maken tussen de griffiekosten, honoraria en andere vergoedingen voor de leden van het arbitragetribunaal, juridische bijstand door advocatenkantoor De Brauw Blackstone Westbroek, overige kosten gerelateerd aan de arbitragezaak, zoals bijvoorbeeld het inhuren van schade-experts en proceskosten en juridische bijstand in de procedure tegen Uniper bij de Duitse rechter, alsook in het door Uniper ingestelde hoger beroep?

Antwoord 1

In de arbitragezaak tegen Uniper zijn de volgende kosten gemaakt:

Griffiekosten € 147.052,–
Honoraria arbiters nog onbekend
Honoraria De Brauw Blackstone Advocaten € 1.018.556,–
BTW advocaatkosten € 325.690,–
Kosten schade-expert Compass Lexicon € 304.354,70
Vertaalkosten € 2.125,–

In de Duitse procedure zijn de volgende kosten gemaakt in eerste aanleg:

Honoraria NOERR Advocaten € 216.230,–
Bijkomende kosten NOERR Advocaten € 7.941,–

Voornoemde kosten in de Duitse procedure in eerste aanleg zullen volledig door Uniper als de in het ongelijk gestelde partij worden vergoed.

In de Duitse procedure zijn de volgende kosten gemaakt in hoger beroep:

Honoraria NOERR advocaten € 22.315,–
Bijkomende kosten NOERR Advocaten € 1.110,–
Honoraria Mennemeyer & Rädler advocaten € 2.044

Dit zijn de kosten tot nu toe. Deze procedure loopt nog, waardoor de kosten ook doorlopen.

Vraag 2

Kunt u aangeven uit welke begrotingspost deze arbitragekosten worden betaald?

Antwoord 2

Ja, deze kosten worden voldaan uit de post «diverse uitgaven energiemarkt», artikel 4 van de Begroting EZK.

Vraag 3

Kunt u ook een dergelijk overzicht geven van alle kosten in de arbitragezaak die RWE tegen de Nederlandse staat eveneens bij het ICSID heeft aangespannen?

Antwoord 3

Griffiekosten € 147.052,–
Honoraria arbiters nog onbekend
Honoraria De Brauw Blackstone advocaten € 1.455.983,–
BTW advocaatkosten € 601.833,–
Honoraria Foley Hoag LLP advocaten € 206.554,–
Kosten schade-expert Compass Lexicon € 1.115.573,–
Bijkomende kosten Compass Lexicon € 24.799,–
Kosten inhuur deskundige € 10.000,–
Vertalingen € 6.375,–

Dit zijn de kosten tot nu toe. Deze procedure loopt nog waardoor de kosten ook nog doorlopen.

Vraag 4

Kunt u toelichten hoe de kosten van de arbitrageprocedure verdeeld worden, als Uniper besluit om van verder procederen af te zien, rekening houdend met het feit dat de afgesproken procesdetails, zoals uiteengezet in Procedural Order No. 1, bepalen dat de partijen de directe kosten van de procedure in gelijke delen dragen, tenzij het tribunaal anders beslist?

Antwoord 4

Uniper heeft op 20 december 2022 aan het arbitragetribunaal aangegeven de arbitrageprocedure te willen intrekken. Bij brief van 6 januari 2023 heeft Nederland ingestemd met intrekking van de arbitrageprocedure en is het arbitragetribunaal verzocht om vast te stellen dat Uniper de kosten van de arbitrageprocedure moet dragen. Zowel Uniper als de Staat heeft daarna nogmaals zijn standpunten over de verdeling van de kosten aan het arbitragetribunaal uiteen kunnen zetten. Op 17 maart jl. heeft het arbitragetribunaal de intrekking van de internationale arbitrageprocedure bevestigd, waarmee deze tot een einde is gekomen. Het tribunaal heeft het verzoek van de Staat om Uniper in de kosten te veroordelen afgewezen, omdat zij oordeelde dat hiervoor geen gronden aanwezig waren. Partijen dragen als gevolg hiervan ieder hun eigen kosten.

Vraag 5

Kunt u aangeven welke honoraria en andere vergoedingen de Nederlandse staat moet betalen in deze arbitragezaak, overwegende dat de huidige ICSID regels inzake honoraria bepalen dat elk lid van het arbitragetribunaal US$3.000 ontvangt voor elke vergaderdag of voor elke acht uur ander werk verricht, in verband met de procedure, en verblijfsvergoedingen, reiskostenvergoedingen en andere uitgaven overeenkomstig ICSID Administrative and Financial Regulation 14?

Antwoord 5

De kosten die zien op de honoraria van de arbiters en eventuele overige kosten van de arbiters zijn nog niet bekend. Zie ook mijn antwoorden op vragen 1 en 4.

Vraag 6

Zijn er na de door de Nederlandse Staat betaalde griffiekosten van $ 175.000 op 22 december 2021, additionele griffiekosten gemaakt?

Antwoord 6

Nee, er zijn geen additionele griffiekosten gemaakt.

Vraag 7

Hoe verantwoordt u de exorbitante proceskosten in procedures in internationale arbitrage in vergelijking met procedures bij de Nederlandse rechter, gelet op de begrote proceskosten van € 20.196 die Uniper als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld werd, en de wettelijke rente daarover aan de zijde van de Staat?

Antwoord 7

In arbitrageprocedures dienen allereerst door partijen in onderling overleg de procedureregels te worden vastgesteld, alvorens door partijen over de inhoud wordt geprocedeerd. Daarnaast is het gebruikelijk in deze arbitrageprocedures om veel omvangrijkere stukken en bewijsmiddelen in te brengen. De procedures zijn daarom omvangrijker en tijdrovende dan nationale civiele procedures, waardoor de kosten voor zowel juridische bijstand als voor deskundigen rapporten aanzienlijk hoger zijn. Daarnaast dienen partijen naast een hoger griffierecht ook de kosten voor het honorarium van de arbiters inclusief hun onkosten te voldoen. In nationale civiele procedure ziet de proceskostenvergoeding enkel op een vergoeding van het veel lagere griffierecht en slechts een forfaitaire vergoeding voor de kosten van juridische bijstand die de in het ongelijk gestelde partij moet vergoeden aan de tegenpartij.

Vraag 8

Kunt u te kennen geven wat de kosten zijn voor de juridische bijstand die de Nederlandse staat heeft afgenomen bij de vijf advocaten van De Brauw Blackstone Westbroek in de voorbereiding, verloop en afhandeling van de arbitragezaak?

Antwoord 8

Ik verwijs u naar het antwoord op vraag 1.

Vraag 9

Kunt u aangeven of er nog andere kosten in verband met de arbitragezaak zijn gemaakt, bijvoorbeeld het inhuren van experts?

Antwoord 9

Ik verwijs u naar het antwoord op vraag 1.

Vraag 10

Kunt u een overzicht geven van de kosten die tot nu toe door de Nederlandse staat zijn gemaakt in de procedure tegen Uniper bij de Duitse rechter, alsook in het door Uniper ingestelde hoger beroep?

Antwoord 10

Ik verwijs u naar het antwoord op vraag 1.

Vraag 11

Kunt u toelichten uit welke begrotingspost deze arbitragekosten worden betaald?

Antwoord 11

Ik verwijs u naar het antwoord op vraag 2.