Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2022-2023

29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie

Nr. 420 BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN VOOR KLIMAAT EN ENERGIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 april 2023

Mede namens de Minister van OCW, de Minister van BZK en de Staatssecretaris voor Cultuur en Media informeren wij uw Kamer over de brief die de schoolbesturen van ongeveer 6.000 scholen in het po en vo, ongeveer 100 gemeenten en andere afnemers zoals het MKB op 17 april hebben ontvangen van energieleverancier De Vrije Energieproducent B.V. (DVEP). In deze brief stelt DVEP dat zij voornemens is de Nederlandse markt te verlaten en ze verzoekt haar afnemers om per 1 januari 2024 over te stappen naar een andere energieleverancier. In haar brief kondigt DVEP aan dat zij, in verband met haar voornemen om de Nederlandse markt per 1 januari 2024 te verlaten, ook een voorstel voor financiële compensatie zal doen waarbij zij uit zal gaan van gelijke behandeling van de crediteuren.

DVEP heeft het Rijk geïnformeerd over haar zorgelijke financiële situatie. Uit gesprekken met DVEP blijkt dat haar Amerikaanse moedermaatschappij UGI het niet wenselijk acht dat DVEP na 2023 nog op de Nederlandse markt actief blijft. Om een faillissement van DVEP af te wenden, koersen UGI en DVEP op een solvente afwikkeling, waarbij het de bedoeling is dat DVEP – voordat het de activiteiten in Nederland beëindigt – een akkoord weet te bereiken met alle stakeholders. Op dit moment werkt DVEP aan deze solvente afwikkeling, dit is ook de achtergrond bij de brief die zij aan de afnemers heeft verstuurd.

Hoewel de leveringszekerheid, ook bij een faillissement van de leverancier, mede op basis van de bestaande wet- en regelgeving, niet in gevaar hoeft te komen, kunnen wij ons voorstellen dat de brief van DVEP voor onrust zorgt bij de getroffen schoolbesturen, gemeenten en andere afnemers. Zeker in deze tijd waarin de energieprijzen met veel onzekerheid omgeven zijn en een groot aantal schoolbesturen en gemeenten ervan uitgingen langjarige zekerheid te hebben over hun energiecontract, is deze boodschap buitengewoon vervelend.

Wij hebben onder andere de Landsadvocaat om advies gevraagd, zowel over de situatie bij DVEP als de rol van het Rijk. Hoezeer wij ook de situatie en met name het mogelijke effect op de afnemers betreuren, zijn wij als Rijk geen partij hierin. De contracten gelden tussen DVEP en haar afnemers. Scholen en gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor hun eigen bedrijfsvoering. Derhalve is het niet aan het Rijk om een afweging en keuze te maken naar aanleiding van het voorstel dat DVEP haar afnemers zal doen.

In algemene zin kan een faillissement waardevernietigend zijn. Het lijkt dan ook verstandig om alternatieve scenario’s te onderzoeken. Het is nadrukkelijk aan de afnemers van DVEP zelf om daarin een keuze te maken. Wij gaan ervan uit dat alle afnemers zich zo goed mogelijk laten informeren over de situatie en zich zo goed mogelijk organiseren en laten bijstaan door professionele adviseurs. Naar wij begrijpen, hebben de meeste afnemers een contract met DVEP via een tussenpersoon verkregen. Deze tussenpersonen zouden ook een rol kunnen spelen in dit traject. Wij hebben al begrepen dat de profielorganisaties van scholen en hun tussenpersoon bezig zijn om voor de scholen tot een oplossing te komen.

Het Rijk probeert waar mogelijk bij te dragen aan een ordelijk proces met als doel een goede oplossing voor de afnemers. Daarbij blijft het aan de afnemers zelf om een oordeel te vormen over het voorstel van DVEP en dit voorstel al dan niet te accepteren.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,
A.D. Wiersma

De Minister voor Klimaat en Energie,
R.A.A. Jetten