[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voortgang acquisitie met meer focus

Bedrijfslevenbeleid

Brief regering

Nummer: 2023D17325, datum: 2023-04-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32637-564).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32637 -564 Bedrijfslevenbeleid.

Onderdeel van zaak 2023Z07379:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

32 637 Bedrijfslevenbeleid

Nr. 564 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 april 2023

Met deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, over de voortgang van het acquisitiebeleid van de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA). Met deze brief geef ik tevens invulling aan de toezegging gedaan aan het lid Leijten.1

In de Kamerbrief «naar meer focus in de acquisitie van buitenlandse bedrijven» van april 2020, is de vernieuwde strategie voor het actief aantrekken van buitenlandse bedrijven beschreven.2 Kern van die acquisitiestrategie is om juist die bedrijven aan te trekken die bijdragen aan duurzame economische groei en het versterken van ecosystemen. Graag breng ik u door middel van deze brief op de hoogte van de voortgang van de implementatie van deze strategie.

Kernboodschap van deze brief

Het kabinet zet in tijden van grote maatschappelijke uitdagingen, zowel internationaal als nationaal, de acquisitie inspanningen onverminderd in op de strategische prioriteiten van Nederland, met meer focus op toegevoegde waarde (kwaliteit) dan op volume (kwantiteit).3 De geopolitieke instabiliteit, het belang van open strategische autonomie, de toegenomen druk op het vestigingsklimaat en de noodzaak tot het realiseren van diverse transities, onderstrepen de ambitie om nog meer te focussen op toegevoegde waarde voor Nederland binnen Europa.

Handelingsperspectief dat het kabinet heeft om investeringen aan te trekken en bestaande investeringen te behouden betreft: mogelijkheden voor financiële ondersteuning, maar ook het kritisch kijken naar specifieke (innovatie-) belemmerende wet- en regelgeving, aanleg van bepaalde infrastructuur of prioritering bij de aansluiting op het stroomnet. Een goede aansluiting tussen beleidswensen en uitvoeringspraktijk is daarbij cruciaal.4

De acquisitie inspanningen worden specifiek gericht op investeringen die bijdragen aan de drie grote transities: klimaat en energie, digitalisering en sleuteltechnologieën, en de circulaire economie.5 Hiermee wordt ingezet op vergroting van de bijdrage van buitenlandse bedrijven aan de duurzame groeiambities van dit kabinet. Met deze scherpere focus maken we keuzes en richten we ons nog meer op wat maatschappelijk-economische waarde toevoegt aan Nederland: niet meer proactief acquireren wat we kunnen, maar wat we willen. Dit betekent waarschijnlijk minder projecten (in aantallen en banen), maar projecten met een grotere toegevoegde waarde per project voor de Nederlandse economie en samenleving.6

Opbouw van de brief

In deze voortgangsbrief wordt ten eerste ingegaan op het belang van buitenlandse investeringen voor Nederland. Hierna komen de huidige acquisitiestrategie en de noodzaak voor de aangescherpte focus op kwaliteit aan de orde. Dan worden de consequenties voor de aanpak, organisatie en de resultaten binnen de bestaande focus toegelicht en wordt afgesloten met een vooruitblik.

Het belang van buitenlandse investeringen voor Nederland

Buitenlandse Directe Investeringen dragen op verschillende manieren bij aan de Nederlandse economie en samenleving. Door productiviteit te bevorderen, kennis, vaardigheden en innovatie te vergroten, nieuwe werkgelegenheid te creëren en ons veelal (nog) sterker te verbinden met internationale netwerken en ecosystemen, dragen deze bedrijven bij aan ons verdienvermogen op lange termijn (zie box).

Data

Ruim 1% van de bedrijven in Nederland is een buitenlands bedrijf. In 2020 waren alle buitenlandse bedrijven in Nederland tezamen met 114 miljard euro goed voor ruim 28% van de toegevoegde waarde die het gehele bedrijfsleven in Nederland creëerde. Daarnaast zijn buitenlandse bedrijven met meer dan 1 miljoen directe banen goed voor ruim 20% van de totale werkgelegenheid in het bedrijfsleven.1 Daarmee zijn ze bovengemiddeld productief. Dat is ook terug te zien in de salarissen: buitenlandse bedrijven betalen hun werknemers gemiddeld bijna 7% meer ten opzichte van gelijk geschoolde collega’s bij vergelijkbare Nederlandse bedrijven. Ook besteden deze bedrijven meer geld en tijd aan training van hun werknemers en hebben hun werknemers vaker een vast arbeidscontract, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Buitenlandse bedrijven investeren ook relatief veel in onderzoek en ontwikkeling. Volgens het CBS gaven buitenlandse bedrijven in 2020 bijna 1,8 miljard euro uit aan onderzoek en ontwikkeling. Dit is 30% van de totale private research en development (R&D)-uitgaven in Nederland. Ook is 30% van het totale aantal Nederlandse R&D-medewerkers in de marksector in dienst van een buitenlandse onderneming. Mede daardoor brengen deze ondernemingen nieuwe ideeën, producten en diensten naar Nederland, die weer kunnen bijdragen aan het vinden van oplossingen voor de maatschappelijke uitdagingen in lijn met de Duurzame Ontwikkelinsgdoelen (SDG’s) en het versterken van het Nederlandse verdienvermogen. Buitenlandse bedrijven dragen verhoudingsgewijs bovengemiddeld bij aan onze welvaart en de verduurzaming, innovatie en digitalisering van onze economie.

We zien ook dat buitenlandse bedrijven significante indirecte effecten hebben in onze economie. Zo zorgen zij dat hun toeleveranciers – voornamelijk Nederlandse mkb-bedrijven – toegang krijgen tot internationale kennis en mondiale waardeketens. Deze verwevenheid zien we ook terug in de cijfers over de werkgelegenheid. Naast de ruim één miljoen werknemers die in 2020 bij buitenlandse bedrijven werkten, waren deze bedrijven indirect goed voor naar schatting circa 500.000 banen bij toeleveranciers, vooral bij het Nederlandse mkb.2

1 Ondernemingen onder buitenlandse zeggenschappen waren in 2020 goed voor circa 26% van de totale beloning van werknemers (deze bestaat uit uitbetaalde lonen en door werkgevers afgedragen sociale premies) van alle niet-financiële vennootschappen in Nederland, zie Multinationals in de Nederlandse economie (cbs.nl). Ter vergelijking: het zelfstandig mkb was goed voor circa 32%, Nederlandse multinationals voor 22% en het overige grootbedrijf voor 20% van de totale beloning van werknemers (totale loonsom).

2 Dit is een voorzichtige schatting van de indirecte werkgelegenheid op basis van onder meer een CBS-publicatie uit 2017, zie Bijna 1,4 mln voltijdbanen door buitenlandse bedrijven (cbs.nl).

Investeringen van buitenlandse bedrijven spelen een belangrijke rol in regionale economische ontwikkeling7 en versnellen de transities in Nederland met nieuwe kennis, kunde en innovaties. Dit is dan ook de reden dat overal ter wereld overheden en bedrijven investeren in innovatie en het aantrekken van innovatieve bedrijven en kennisinstellingen. Nederland omarmt met zijn internationaal georiënteerde en verbonden economie innovaties van elders en helpt ze doorontwikkelen en vermarkten om daarmee onze eigen economie duurzaam te laten groeien. Daarom is het belangrijk dat juist die buitenlandse bedrijven naar Nederland komen die bijdragen aan de uitdagingen op het gebied van de verschillende transities.

Acquisitiestrategie en aanscherping d.m.v. «from volume to value» methodiek

Met de Invest in Holland strategie 2020–2025 is de focus op toegevoegde waarde uitgewerkt.8 De ambitie is om meer strategisch te acquireren op bedrijven die Nederland kunnen helpen met innovatie, digitalisering en verduurzaming. Kwaliteit wordt gedefinieerd als hetgeen dat bestaande ecosystemen kan versterken. Door middel van gerichte acquisitie vanuit een (top)sectorale aanpak en versterkte focus in relatiebeheer met bestaande investeerders, kunnen veelbelovende innovatieve ecosystemen9 verder worden versterkt en ontwikkeld, in intensieve samenwerking met regionale ontwikkelingsmaatschappijen, lokale overheidspartners en Nederland Distributie Land in het Invest in Holland-netwerk.

Invest in Holland: gezamenlijke acquisitie inzet rijk, regio en grote steden

Het Invest in Holland netwerk is een landelijk dekkend samenwerkingsverband van 14 organisaties met als gedeeld doel het aantrekken en behouden van buitenlandse investeringen voor Nederland. Het netwerk bestaat, naast de NFIA als vertegenwoordiger van de nationale overheid, uit: Amsterdam inbusiness (aib), de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM), Regionale Ontwikkelings Maatschappij Horizon (Provincie Flevoland), Impuls Zeeland, Regionale Ontwikkelingsmaatschappij voor Zuid-Holland InnovationQuarter (IQ), Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland (NOM), Limburgs Instituut voor Ontwikkeling en Financiering (LIOF), Nederland Distributie Land (NDL), Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord (NHN), Ontwikkelingsmaatschappij Oost NL, Rotterdam Partners, The Hague & Partners en Utrecht Region. Het netwerk wordt op 26 locaties wereldwijd vertegenwoordigd door de NFIA-buitenkantoren, gevestigd op Nederlandse ambassades of consulaten.

Om de focus van acquisitie op waarde (kwaliteit) te vergroten is NFIA in nauwe samenspraak met de Invest in Holland partners eind 2021 een versnellingstraject ingegaan onder de noemer «from volume to value». Voortbouwend op en werkend vanuit de strategische focus zoals ingezet in de Invest in Holland-strategie 2020–2025, is door middel van analyse en onderzoek, marktverkenningen en afstemming met stakeholders nog scherper gekeken naar de leidende vragen: «wat zoeken we?» en «waar verwachten we het te vinden?». Het aangescherpte acquisitiebeleid betekent dat de NFIA in de zoektocht naar internationale bedrijven die uitbreiding overwegen, direct aan de voorkant bekijkt in hoeverre de activiteiten van deze bedrijven aansluiten op wat we zoeken in Nederland. Dit bepaalt de zogeheten match-to-value. Ook wordt gekeken of de investering naar verwachting kan worden gefaciliteerd, gelet op de huidige schaarste aan bijvoorbeeld personeel, elektriciteit, ruimte en stikstofruimte. Voorts is er oog voor het IMVO-beleid van de bedrijven die we aantrekken. Het kabinet verwacht immers dat bedrijven in Nederland de internationale kaders voor IMVO, te weten de OESO richtlijnen voor multinationale ondernemingen en de UN guiding Principles for Business and Human Rights, toepassen in hun internationale waardeketens; en er wordt wetgeving inzake IMVO voorbereid.

Wat betreft de match-to-value geldt: hoe groter de toegevoegde waarde voor het realiseren van onze strategische beleidsprioriteiten, hoe intensiever we zullen proberen het investeringsproject in Nederland te laten landen. Uitgangspunt hierbij zijn de ambities van de topsectoren en de daaronder liggende ecosystemen. In de huidige praktijk betekent dit dat de NFIA zich focust op de topsectoren agrifood, chemie, duurzame energie, High Tech Systemen & Materialen (HTSM), ICT en Life Sciences & Health (LSH).10 Met specialistische sector- en focusteams benaderen NFIA en partners proactief die bedrijven die waarde kunnen toevoegen in de sterke ecosystemen die Nederland al heeft.11 In toenemende mate is de NFIA gaan inzoomen op niches; bijvoorbeeld alternatieve eiwitten (agrifood), circulair (chemie), waterstof (energie), kwantum (HTSM), kunstmatige intelligentie (ICT) en regeneratieve geneeskunde (LSH). Onder de noemer «Regional Impact» wordt verder gekeken naar specifieke niches die van speciaal belang zijn voor een kleiner aantal Invest in Holland partners.12 De Invest in Holland partners richten zich onder de noemer Value Logistics ook op logistieke oplossingen in de focussectoren en innovatieve nieuwe toepassingen in de logistieke sector.13

Op dezelfde manier hebben we ook verdere focus aangebracht in de contacten met reeds gevestigde bedrijven. Om te kijken hoe we deze verder kunnen verankeren in de ecosystemen waar zij deel van uitmaken. Via bestaande investeerders krijgen we veel signalen over het Nederlandse vestigings- en ondernemingsklimaat. Ook kunnen deze bedrijven de acquisitie inspanningen helpen door aan te geven welke bedrijven ze missen in hun ecosysteem. Door regionale plannen in het kader van het Investor Relations-programma14 brengen we zo acquisitie en behoud/verankering steeds meer in lijn met de waarde ambities.

Door de scherpere focus verandert de projectenportfolio, met effect op het resultaat in kwantitatieve zin. Het Invest in Holland-netwerk zal naar verwachting minder bedrijven aantrekken. Dit wil overigens niet zeggen dat bedrijven niet meer zelf naar Nederland kunnen komen; Nederland is en blijft een open economie. Het geeft wel aan dat het zwaartepunt van de activiteiten van het acquisitie apparaat NFIA en het Invest in Holland netwerk verschuift naar dat wat we willen aantrekken, in plaats van dat wat we kunnen aantrekken.

Ontwikkelingen die noodzaak tot scherpere focus vergroten

Anno 2023 staan we meer dan ooit voor grote maatschappelijke uitdagingen op het gebied van klimaat, energie, digitalisering en circulariteit, zorg en gezondheid en veiligheid. Het vestigings- en ondernemingsklimaat staat, ondanks de goede uitgangspositie, onder toenemende druk. Een aantal oorzaken is internationaal van aard, zoals de Russische oorlog in Oekraïne en de daarmee gepaard gaande prijsstijgingen en schaarste van energie en grondstoffen in Europa en de Amerikaanse Inflation Reduction Act, waardoor het geopolitieke en economische speelveld verandert. Andere knelpunten laten zich vooral voelen in Nederland, bijvoorbeeld de beperkte milieuruimte en de schaarse fysieke ruimte.15 De genoemde geopolitieke ontwikkelingen en de toegenomen druk op de woningmarkt, arbeidsmarkt, beschikbare ruimte, elektriciteitsnet en de uitdagingen op het gebied van stikstof maken de noodzaak voor focus op kwaliteit alleen maar groter. We kunnen niet alles meer faciliteren, en we willen het ook niet. Dat betekent dat we er nog bewuster voor kiezen om onze acquisitiecapaciteit zo in te zetten dat we de kans zo groot mogelijk maken dat we aantrekken wat we willen aantrekken.

Economische veiligheid en open strategische autonomie

In toenemende mate spelen in het acquisitiewerk ook overwegingen op het gebied van economische veiligheid en open strategische autonomie een rol. Zo kunnen investeringen vanuit economisch perspectief zeer interessant zijn, maar vanuit het oogpunt van nationale veiligheid minder gewenst. Ons vestigings- en ondernemingsklimaat wordt bovendien in toenemende mate bepaald door concurrentiekracht van Europese ecosystemen en het vermogen van Europa om de strategische afhankelijkheid te verminderen en economische veiligheid te kunnen blijven garanderen. Vandaar dat samen met de NFIA zal worden verkend of ook de samenwerking met Europese acquisitie organisaties op dit vlak kan worden verbeterd.

Om de Europese open strategische autonomie te versterken, is het noodzakelijk dat het in Nederland gevestigde nationale en internationale bedrijfsleven voorop blijft lopen met innovatie en hoogwaardige technologieën. Hiermee verkleinen we de risico’s van strategische afhankelijkheden, immers een innovatieve en concurrerende economie is cruciaal voor een weerbare economie. Daarmee wordt het ook steeds belangrijker om investeringen naar Nederland te halen die bijdragen aan het verminderen van de risico’s van strategische afhankelijkheden. Doordat de NFIA met zijn acquisitie aansluit bij de beleidsprioriteiten van het kabinet wegen deze overwegingen ook steeds sterker mee in acquisitie door de NFIA. Bijvoorbeeld op het gebied van batterijtechnologie en grondstoffen.16 Ook sluit de NFIA aan bij relevante handelsmissies zoals naar Japan en Korea met batterijen als aandachtspunt.

Randvoorwaarden voor succesvolle acquisitie op kwaliteit

De bedrijven die wij willen aantrekken komen niet vanzelf naar ons toe. Nederland is niet het enige land dat veelbelovende en innovatieve bedrijven aan zich wil binden. Andere landen zijn ook actief bezig om buitenlandse investeringen aan te trekken. Een strategisch en effectief acquisitieapparaat is nodig om in dit speelveld de bedrijven te vinden, benaderen en begeleiden die de grootste toegevoegde waarde kunnen leveren voor ons duurzaam verdienvermogen en onze internationale concurrentiekracht.17

Daarnaast moeten we ook blijven investeren in onze aantrekkelijkheid als vestigingslocatie voor die bedrijven die we hier graag willen aantrekken, behouden en laten uitbreiden. Zij kiezen voor de plek waar zij de beste kansen zien om succesvol te opereren op de Europese of wereldmarkt. Handels- en investeringsverdragen zoals die met Canada zijn een belangrijke factor om ons land aantrekkelijk te maken voor investeringen vanuit het buitenland. Zoals het kabinet al aangaf in de Kamerbrief over het ondernemingsklimaat in Nederland, kan en moet het ondernemingsklimaat worden verbeterd. Ook de NFIA ziet in haar huidige investeringspraktijk bij buitenlandse bedrijven dat er reële belemmeringen zijn.18

We kiezen ervoor om de focus te leggen op het stimuleren van bedrijfsactiviteiten die belangrijk zijn voor de transities en de weerbaarbaarheid van de economie. Dat doen we onder andere door met sleutelspelers die we willen behouden dan wel aantrekken in gesprek te gaan over een samenhangend pakket van ondersteunende maatregelen.19 Dit kan gaan om mogelijkheden voor financiële ondersteuning, maar ook om het kritisch kijken naar specifieke (innovatie) belemmerende wet- en regelgeving, aanleg van bepaalde infrastructuur of prioritering bij de aansluiting op het stroomnet. Een goede aansluiting tussen beleidswensen en uitvoeringspraktijk is daarbij cruciaal.

Dit zorgt ervoor dat we weten hoe de markt zich beweegt en dat signalen over het vestigings- en ondernemingsklimaat ons constant voeden. De dagelijkse acquisitiepraktijk en de veelvuldige contacten met reeds gevestigde bedrijven bieden hierbij waardevolle inzichten voor beleid. Ook is het van belang in gesprek te blijven met belangrijke stakeholders als provinciale en lokale overheden, kennisinstellingen, campussen, havens en brancheorganisaties. De NFIA zoekt hierbij ook intensievere samenwerking met de Innovatie Attachés en de andere collega’s op de ambassades, de diverse ministeries en topsectoren. Zo zijn NFIA en het Innovatie Attache Netwerk in 2021 begonnen met een pilot om kennisintensieve acquisitie in het noordoosten van de VS specifiek op het gebied van Life Sciences & Health te bevorderen met een duo-aanpak van een hiervoor aangestelde NFIA-er en een dito Innovatie Attaché.

Aanpassingen in werkwijzen

De nieuwe manier van werken heeft aanzienlijke operationele consequenties en is niet van de ene op de andere dag gerealiseerd. Het apparaat is ruim 40 jaar lang ingesteld en aangestuurd geweest op het realiseren van volume (projecten, banen en investeringsbedragen). Bij meer strategische focus laat resultaat in veel gevallen langer op zich wachten en is het vaak ook getalsmatig minder indrukwekkend. Ook zijn werkprocessen nog niet altijd ingeregeld om de focus op projecten met specifieke toegevoegde waarde te ondersteunen.

De werkwijzen en procedures die het Invest in Holland netwerk hanteert worden momenteel dan ook aangepast om deze manier van acquireren succesvol te kunnen uitvoeren. Er zijn inmiddels grote stappen gezet ten behoeve van het operationaliseren van de nieuwe strategische focus in de NFIA organisatie en het Invest in Holland netwerk. Voor het volledig verankeren is tijd nodig.

NFIA werkt in het Invest in Holland netwerk op basis van overlappende belangen samen met 14 organisaties. Deze organisaties hebben verschillende opdrachtgevers. Dit maakt de uitvoering van de strategie complex.20 Als door afzonderlijke opdrachtgevers (deels) gestuurd en beoordeeld wordt op kwantitatieve resultaten, kan dit de gewenste focus op kwaliteit in de weg zitten. NFIA werkt in een netwerk samen en zal dus soms betrokken zijn bij projecten die voor een Invest in Holland partner van belang zijn, vanwege verschillen in regionale behoeften.

Op nationaal niveau zijn gezamenlijk keuzes gemaakt en zijn de inzichten gelijk wat betreft focus op kwaliteit in acquisitie. Op regionaal niveau echter, kan een ander belang meewegen voor een specifieke partner. Er zijn dus duidelijke richtlijnen nodig voor de manier waarop dan wordt gehandeld door betrokken partijen. Deze richtlijnen zullen worden meegenomen in een aangepast convenant tussen de Invest in Holland-partners, dat naar verwachting in het najaar wordt vastgesteld.

Postennet

De verscherpte focus heeft ook gevolgen voor de locaties waarop NFIA wereldwijd vertegenwoordigd is. De komende jaren zal het NFIA-netwerk van kantoren in het buitenland dan ook verder in lijn worden gebracht met de gekozen focus. Dat vraagt ook een toenemende flexibiliteit van het NFIA-postennet. Nederland blijft uiteraard in den brede wereldwijd vertegenwoordigd.

Prestatieafspraken

Tot slot is het van belang om ook de prestatieafspraken met NFIA in lijn te brengen met de focus op kwaliteit in plaats van kwantiteit. Voor de looptijd van de huidige strategie zijn met NFIA prestatieafspraken gemaakt. Insteek is om deze bestaande prestatieafspraken voor het resterende deel van 2023 en 2024 aan te passen om de kwaliteitsfocus verder te stimuleren. Ondertussen werken we toe naar een nieuwe set, op kwaliteit gerichte prestatie-indicatoren om te gebruiken voor de nieuwe Invest in Holland-strategie, die is voorzien voor 2025. De voortgang op de prestatieafspraken wordt regulier gemonitord, tijdens de driemaandelijkse overleggen met EZK en BZ als opdrachtgevers van NFIA. Ook in de evaluatie van de NFIA, die elke vijf jaar plaatsvindt, worden de prestatieafspraken en resultaten meegenomen.

Bereikte resultaten (binnen context nieuwe focus)

Nederland doet het getalsmatig de afgelopen jaren goed als het gaat om het aantrekken van buitenlandse investeringen. Het Nederlandse marktaandeel in het aantal projecten dat in West-Europa landt, ligt sinds 2018 stabiel tussen 5,6% en 5,9%, en is in 2022 iets gestegen naar 6,2%. Nederland staat op de vijfde plek, als bestemmingsland voor buitenlandse investeringen in West-Europa, na het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Spanje en Frankrijk. Na een duidelijke mondiale terugval als gevolg van de coronapandemie, zijn investeringen weer op gang gekomen, waarbij er in 2022 over de hele linie minder investeringsprojecten naar West-Europa kwamen dan het jaar ervoor.21

In 2022 werden met hulp van het Invest in Holland netwerk 327 investeringsprojecten van buitenlandse bedrijven gerealiseerd.22Dit is een lager aantal dan in 2021. Mogelijke verklaringen hiervoor zijn te vinden in de wereldwijde geopolitieke onzekerheid, de strategie- en focusverandering van NFIA, en ook in knelpunten in het Nederlandse vestigingsklimaat die in toenemende mate voor belemmeringen zorgen bij investeringsplannen van buitenlandse bedrijven. Overigens zijn de NFIA en haar partners niet bij alle inkomende investeringen betrokken en vervult NFIA geen poortwachtersfunctie.

Het aantal projecten zegt op zichzelf niets over de toegevoegde waarde van de projecten die naar Nederland zijn gehaald. Voor een beoordeling van de resultaten naar mate van aansluiting op wat we willen aantrekken (kwaliteit), is een nieuwe kijk op die resultaten nodig. Er is bovendien sprake van een «vertraging» in de zichtbaarheid van de impact van de aangescherpte acquisitiestrategie, omdat investeringsprojecten en beslissingen daarover een doorlooptijd van meerdere jaren kunnen hebben.

In de periode 2020–2022 werden met ondersteuning van het Invest in Holland-netwerk 1057 investeringsprojecten gerealiseerd.

We zien daarbij al mooie voorbeelden van projecten die, als gevolg van de implementatie van de nieuwe acquisitiestrategie, aansluiten op wat we zoeken.

Enough – focus sector Agrifood

Het Britse voedseltechnologiebedrijf ENOUGH opende 's werelds grootste alternatieve eiwitfabriek in Nederland, met als doel duurzame voedselproductie te bevorderen. De fabriek produceert ABUNDA® mycoproteïne, een eiwit gemaakt door middel van natuurlijke fermentatie. Dit product wordt gebruikt in de plantaardige vleesvervangers van klanten als Vivera en de Vegetarische Slager. De fabriek ligt naast Cargill in Sas van Gent en maakt gebruik van Cargills overgebleven suikers voor het fermentatieproces. De locatiekeuze en samenwerking met Cargill zorgt voor een efficiënte aanvoer van grondstoffen en ondersteunt de zero-waste voordelen van ENOUGH's product. De oprichting van deze fabriek is slechts een van de vele voorbeelden van bedrijven die naar Nederland worden aangetrokken om bij te dragen aan de transitie naar een duurzamer voedselsysteem.

Viz.ai – focus sector Life Sciences & Health

Het Amerikaanse bedrijf Viz.ai ontwikkelt intelligente software die de tijd tot behandeling verkort en de toegang tot zorg verbetert. Tijdens een beroerte is de tijd tussen de hersenbloeding of het infarct en behandeling cruciaal. De AI-software van Viz.ai versnelt de diagnose, het advies over behandeling en de keuze naar welk (specialistisch) ziekenhuis te gaan, wat van grote invloed is op de kans van overleven en de kwaliteit van leven van de patiënt. Viz.ai opende zijn locatie in Heerenveen om de software op de Nederlandse en Europese markt te krijgen. Het hoog-innovatieve bedrijf doet onderzoek om ook tools voor andere indicaties te ontwikkelen, zoals voor hart- en vaatziekten en longembolie. Viz.ai is een voorbeeld van een bedrijf dat naar Nederland wordt aangetrokken om de Nederlandse zorg te verbeteren met innovatieve digitale hulpmiddelen.

Neste – focus sector Chemie

Het Finse Neste, ’s werelds toonaangevende producent van duurzame diesel en vliegtuigbrandstof, heeft ervoor gekozen flink te investeren in nieuwe productiecapaciteit in Rotterdam. De producten van Neste helpen om de overgang naar een circulaire economie te versnellen en daarmee in de strijd tegen klimaatverandering. Het bedrijf verwerkt afval- en reststoffen en innovatieve materialen tot duurzame brandstoffen en duurzame grondstoffen voor polymeren en chemicaliën. De huidige productiecapaciteit in Rotterdam van 1,4 miljoen ton per jaar is reeds de grootste van Europa. De investering van ongeveer 2 miljard euro voor de uitbreiding van de raffinaderij zal Neste's totale productiecapaciteit in Rotterdam voor duurzame producten vergroten naar 2,7 miljoen ton per jaar. Dit is inclusief productiecapaciteit voor duurzame vliegtuigbrandstof (SAF) van 1,2 miljoen ton per jaar. Om een beeld te geven van de omvang: jaarlijks wordt in Nederland een kleine 4 miljoen ton kerosine getankt.

NATO Innovation Fund

Het hoofdkantoor van het NATO Innovation Fund (NIF) wordt gevestigd in Nederland, zo werd op 20 maart jl. bekendgemaakt door de NAVO. De NFIA, Techleap.nl en Defensie hebben zich in nauwe samenwerking ingezet voor Nederland als vestigingslocatie. Het NIF is een van de initiatieven van de NAVO om innovaties binnen het bondgenootschap aan te jagen. De bondgenoten stellen samen minimaal € 1 miljard beschikbaar voor het fonds, dat een looptijd van 15 jaar heeft. Nederland heeft toegezegd in die periode ruim € 55 miljoen bij te dragen. De verwachting is dat de vestiging van dit fonds in Nederland de mogelijkheid voor innovatieve Nederlandse start-ups vergroot om hun weg naar kapitaal te vinden. Dat stimuleert de ontwikkeling van innovatieve complexe technologieën, die oplossingen bieden voor maatschappelijke én defensievraagstukken. De deep tech-industrie is essentieel voor de maatschappelijke transities en de huidige uitdagingen ten aanzien van open strategische autonomie voor Nederland en Europa. Vanuit het NIF wordt onder meer geïnvesteerd in start-ups en fondsen die hieraan werken. Daarmee versterken we waar we als land goed in zijn, namelijk werken aan oplossingen voor de toekomst.

Hoe verder

De beweging van focus op kwantiteit naar focus op kwaliteit, van «volume» naar «value», is in volle gang. Verdere stappen worden gezet in samenwerking en werkwijzen, en het postennet en de prestatieafspraken worden verder in lijn gebracht met de focus.

We bezien of nieuw onderzoek naar de bijdrage van buitenlandse bedrijven aan de Nederlandse economie en samenleving opgezet moet worden. Uw Kamer wordt jaarlijks geïnformeerd over de voortgang en behaalde jaarresultaten. Begin 2025 wordt uw Kamer tevens geïnformeerd over het vervolg op de huidige acquisitiestrategie met de strategie 2025–2030.

Buitenlandse bedrijven zijn van belang voor de Nederlandse economie en kunnen ons helpen met de grote uitdagingen waar we voor staan. Ik zal mij dan ook onverminderd inzetten om die bedrijven naar Nederland te halen die onze economie sterker, innovatiever en duurzamer kunnen maken.

Mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelings-samenwerking,

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens

Bijlage 1

Over NFIA

NFIA heeft als kerntaken: acquisitie en behoud buitenlandse bedrijven, signaalfunctie vestigingsklimaat en coördinatie Invest in Holland-netwerk. De ministeries van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en van Buitenlandse Zaken zijn formeel opdrachtgever van NFIA. Organisatorisch is NFIA onderdeel van de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO). NFIA valt onder EZK-begroting en verantwoordelijkheid. Naast het hoofdkantoor in Den Haag heeft NFIA een netwerk van 26 kantoren in het buitenland, gevestigd in ambassades of consulaten-generaal.

Vanzelfsprekend is de wet- en regelgeving in Nederland leidend bij het werk van de NFIA. Daarnaast zijn NFIA-medewerkers gehouden aan de geldende integriteitscodes voor ambtenaren die in dienst zijn van de Nederlandse overheid zoals de eed/gelofte, financiële integriteitscodes en gedragscode ambtenaren in het buitenland (zoals Gedragscode integriteit BZ).

Het werk van de NFIA staat steeds vaker in de publieke belangstelling. Daarnaast is het voor de NFIA ook van belang zichtbaar te maken aan de partijen met wie zij samenwerkt op welke manier dat gebeurt. Om deze redenen is het van belang dat ook extern transparant is wat van de NFIA verwacht kan en mag worden in de dienstverlening. NFIA werkt daarom met een Code of Conduct die op de website (InvestinHolland.com) te vinden is. De code wordt dit najaar geactualiseerd.

Acquisitie in de praktijk

In de praktijk zijn er grofweg twee smaken: bedrijven waar NFIA/Invest in Holland-netwerk zelf proactief achteraan gaan en bedrijven die zich via andere wegen melden (bijvoorbeeld via de website of een doorverwijzing). Het is in principe geen optie om helemaal «nee» te zeggen tegen de laatste categorie als die niet past in de definitie van waarde, tenzij de beoogde activiteiten aantoonbaar in strijd zijn met geldende wet- en regelgeving. Het is wel mogelijk om bij de proactieve inspanningen te kiezen op welk soort bedrijven wij onze aandacht en beschikbare capaciteit richten en om de mate van dienstverlening aan te passen aan de mate waarin we een bedrijf willen aantrekken (m.a.w. alle smaken tussen «basale» en «uitgebreide» dienstverlening.1)

Het aantrekken van buitenlandse bedrijven gebeurt bovendien altijd in concurrentie met andere landen. Om de kansen te vergroten dat een land een investeringsproject aantrekt, zal de propositie aantrekkelijk moeten zijn voor het bedrijf. Anders gaat men elders investeren. In sommige gevallen is de Nederlandse propositie al dermate interessant dat we direct op de shortlist verschijnen. Het bekendste voorbeeld hiervan zien we in de logistiek (zie ook de toename van projecten uit het Verenigd Koninkrijk n.a.v. Brexit) waar de geografische ligging en goede infrastructuur in Nederland een duidelijke sterkte is. In andere gevallen vereist het meer gerichte inspanning om de propositie van Nederland bij specifieke doelgroepen onder de aandacht te brengen.

Niet alle FDI gaat via NFIA/Invest in Holland, sommige bedrijven vinden zelf hun weg of komen via private route. Een deel van de acquisitie «overkomt» ons ook. Zie bijvoorbeeld de Brexit en het daarmee samengaande omleggen van handelsstromen.

1 Het gaat dan vooral om het geven van maatwerkinformatie en het laten kennismaken met relevante dienstverleners en publieke of private organisaties die het bedrijf informatie verschaffen over het Nederlandse ecosysteem. De NFIA helpt bij het leggen van deze contacten. In tegenstelling tot sommige andere landen heeft de NFIA, anders dan de generieke en voor ieder bedrijf toegankelijke ondersteuningsmogelijkheden, geen extra’s te bieden. De NFIA rugzak is wat dat betreft bescheiden gevuld.
2015 324 9.341
2016 350 11.398
2017 357 12.686
2018 371 9.832
2019 397 14.052
2020 306 8.648
2021 424 13.364
2022 327 10.785
Eindtotaal 2.856 90.106


  1. Handelingen II 2022/23, nr. 54, item 10↩︎

  2. Kamerstuk 32 637, nr. 415 – Kamerbrief naar meer focus in de acquisitie van buitenlandse bedrijven↩︎

  3. Onder kwaliteit verstaan we: de toegevoegde waarde («value») van een project voor onze economie in termen van bijdrage op het terrein van innovatie, verduurzaming of digitalisering.↩︎

  4. Voor een overzicht van de inspanningen van het kabinet om het Nederlandse vestigingsklimaat te versterken, zie de brief over het ondernemingsklimaat, Kamerstuk 32 637, nr. 513 – Kamerbrief strategische agenda voor het ondernemingsklimaat in Nederland↩︎

  5. Langs de lijnen van het missiegedreven innovatiebeleid en bijbehorende missies: Energietransitie & Duurzaamheid (incl. Mobiliteit en Circulaire Economie); Gezondheid & Zorg; Landbouw Water Voedsel; Veiligheid; Sleuteltechnologieën; Maatschappelijk Verdienvermogen. De gezamenlijke inzet is gebundeld in het Kennis- en Innovatieconvenant (KIC 2020–2023). De opgaven van klimaat en energie, digitalisering en sleuteltechnologieën, en de circulaire economie uit het coalitieakkoord vormen de leidraad voor de genoemde maatschappelijke thema’s.↩︎

  6. Kortweg zouden we dit kunnen beschrijven als een focusverschuiving van kwantiteit naar kwaliteit. Tegelijkertijd is dit te kort door de bocht. Ook onder de vorige Invest in Holland-strategie (2015–2020) scoorde Nederland in vergelijking met andere landen volgens IBM-PLI-data hoog qua acquisitie van kwalitatief hoogwaardige buitenlandse investeringsprojecten, zie bijv. figuur 5 in the Global Location Trends-2019 Annual report: Trade regulations and digital distruptions affect the economic outlook (ibm.com).↩︎

  7. OECD (2022), The geography of foreign investment in OECD member countries: How investment promotion agencies support regional development, OECD Business and Finance Policy Papers, OECD Publishing, Paris.↩︎

  8. Kamerstuk 32 637, nr. 415 – Kamerbrief naar meer focus in de acquisitie van buitenlandse bedrijven↩︎

  9. Zie bijv.: https://fd.nl/economie/1471894/utrecht-en-zuid-holland-meest-concurrerende-regio-s-binnen-eu-j1c3aaull0s2?utm_medium=social&utm_source=email&utm_campaign=earned&utm_content=20230328↩︎

  10. Kamerstukken 33 009 en 32 637 en 31 288, nr. 117 – Kamerbrief Innovatie en impact: het instellingsbesluit missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid wordt momenteel herijkt. Nieuwe mandaat start op 1 januari 2024 samen met het nieuwe kennis en Innovatiecontract (KIC).↩︎

  11. In de acquisitie wordt aangesloten op de topsectoren, het missiegedreven innovatiebeleid en de transities uit het coalitieakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77). Voor het bepalen van de «match-to-value» in de genoemde focussectoren en niches wordt in samenspraak met (beleids)experts op doorlopende basis gewerkt aan analyse en omschrijving van wat voor soort bedrijven en bedrijfsactiviteiten naar verwachting toegevoegde waarde leveren en de betreffende ecosystemen kunnen versterken. Deze sectorspecifieke analyses geven richting en dienen als eerste toetsingskader bij beoordeling van potentiële investeringsprojecten.↩︎

  12. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan acquisitie ter versterking van het maritieme cluster in Rotterdam e.o., watertechnologie in Leeuwarden, NGO en overheidssector in Den Haag of het mediacluster in Utrecht en Hilversum.↩︎

  13. Bij Value Logistics wordt gekeken naar zowel projecten en bedrijven die supply chains binnen focussectoren kunnen versterken, als innovatieve en duurzame toepassingen in de logistieke sector zelf.↩︎

  14. Er is extra focus aangebracht in het Invest in Holland Investor Relations-(bezoek)programma aan reeds gevestigde bedrijven. Ook worden bedrijven die we als NFIA hebben ondersteund bij hun vestiging tot drie jaar na landing jaarlijks gecontacteerd.↩︎

  15. Kamerstuk 32 637, nr. 513 – Kamerbrief strategische agenda voor het ondernemingsklimaat in Nederland & Kamerstukken 34 682 en 33 043, nr. 103 – Kamerbrief over ruimte voor economie↩︎

  16. Kamerstuk 32 852, nr. 224 – Nationale Grondstoffenstrategie↩︎

  17. Kamerstuk 32 637, nr. 415 – Kamerbrief naar meer focus in de acquisitie van buitenlandse bedrijven: uit de bijgevoegde externe NFIA Evaluatie is op te maken dat het legitiem is voor de overheid om acquistieactiviteiten door NFIA te laten uitvoeren en dat het aannemelijk is dat de NFIA grotendeels doeltreffend is.↩︎

  18. Kamerstukken 35 334 en 32 637, nr. 225 – Appreciatie artikel Het Financiële Dagblad en rapport EIB: betekenis van stikstofcrisis voor vestigingsklimaat.

    Ook uit contacten die NFIA met potentiële en huidige investeerders heeft, blijkt dat stroomtekort, stikstofproblematiek, grondtekort of niet passende regelgeving en het in vergelijking tot andere landen beperkte aanbod van incentives, directe impact hebben op besluitvorming over investeringen in Nederland.↩︎

  19. Kamerstuk 32 637, nr. 513 – Kamerbrief strategische agenda voor het ondernemingsklimaat in Nederland.↩︎

  20. NFIA heeft als een van haar kerntaken het coördineren van het Invest in Holland-netwerk; aansturing van de afzonderlijke organisaties in dat netwerk gebeurt door opdrachtgevers zoals EZK, provincies en steden.↩︎

  21. Bron: fDi Markets (Financial Times)↩︎

  22. Een uitgebreid overzicht van de resultaten is in de bijlage op pagina 14 opgenomen.↩︎

  23. Het aantal banen betreft indicaties die door de bedrijven zelf worden gegeven over de verwachte omvang van hun investering na 3 jaar. Deze indicaties worden voor administratieve doeleinden vastgelegd in een zogenoemde «confirmation letter», ondertekend door het bedrijf. Het totaalresultaat voor NFIA in een jaar is de optelsom van de gegevens uit alle «confirmation letters» van projecten waar NFIA nauw bij betrokken was. De Invest in Holland-resultaten betreffen daarnaast ook projecten waar NFIA slechts in beperkte mate of niet bij betrokken was. Specificaties van alle gerealiseerde projecten worden geverifieerd voordat ze meegeteld worden in de resultaten.↩︎