[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

36351-(R2184) Advies Afdeling advisering Raad van State van het Koninkrijk inzake wijziging van de Belastingregeling Nederland Curaçao in verband met de implementatie van de uitkomsten van het Base Erosion and Profit Shifting project van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling alsmede enige overige wijzigingen

Wijziging van de Belastingregeling Nederland Curaçao in verband met de implementatie van de uitkomsten van het Base Erosion and Profit Shifting project van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling alsmede enige overige wijzigingen

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2023D18366, datum: 2023-04-21, bijgewerkt: 2024-05-29 12:26, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2023Z07795:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


RAADNo.W06.22.0109/III/K 's-Gravenhage, 5 oktober 2022

...................................................................................

Bij Kabinetsmissive van 5 juli 2022, no.2022001463, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Fiscaliteit en Belastingdienst, bij de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van rijkswet tot wijziging van de Belastingregeling Nederland Curaçao in verband met de implementatie van de uitkomsten van het Base Erosion and Profit Shifting project van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling alsmede enige overige wijzigingen, met memorie van toelichting.

Het voorstel van rijkswet wijzigt de sinds 1 december 2015 van kracht zijnde Belastingregeling Nederland Curaçao (hierna: BRNC). De voorgestelde aanpassingen van de BRNC zijn ingegeven door internationale ontwikkelingen op het gebied van antimisbruikbepalingen en door enkele wijzigingen in de fiscale wetten van zowel Nederland als Curaçao.

De Afdeling advisering van de Raad van State maakt een opmerking over de beoogde wijziging van de considerans van de BRNC en maakt daarnaast enkele kleinere opmerkingen, mede gelet op de wens van Nederland en Curaçao om zo duidelijk mogelijke afspraken te maken. In verband hiermee is aanpassing van het voorstel en de toelichting wenselijk.

1. Considerans BRNC

Het voorstel van rijkswet wijzigt in artikel I, onderdeel A, de considerans van de BRNC.1 Het opschrift en de aanhef van een regeling, waaronder de considerans, zoals deze luiden bij de totstandkoming van de regeling, worden echter nadien niet gewijzigd.2 Hiervan kan alleen worden afgeweken als het ongewijzigd laten van de considerans uit oogpunt van goede regelgeving niet tot aanvaardbare resultaten zou leiden.3 De Afdeling merkt op dat hieraan in de toelichting geen aandacht wordt besteed. In dat verband is van belang dat vraagtekens kunnen worden gezet bij de effectiviteit van de aanpassing van de considerans. Hoewel de aanpassing in dit voorstel van rijkswet zichtbaar en toegelicht is, zal de aangepaste considerans van de BRNC op wetten.nl bij de BRNC niet zichtbaar worden.

De Afdeling adviseert artikel I, onderdeel A, te schrappen. Als er toch voor wordt gekozen om artikel I, onderdeel A, te handhaven, adviseert de Afdeling met inachtneming van het voorgaande te motiveren waarom handhaving van de huidige considerans van de BRNC uit oogpunt van goede regelgeving niet aanvaardbaar is.

2. Overige opmerkingen

De BRNC heeft tot doel een betere aansluiting te creëren tussen de fiscale stelsels van Nederland en Curaçao en met de internationale fiscale standaarden zoals neergelegd in het OESO-modelverdrag.4 De Afdeling onderschrijft het belang van het in dit verband zo duidelijk mogelijke afspraken maken.5 Zij maakt enkele technische opmerkingen ter verduidelijking van de BRNC en de toelichting daarop.

a. Vorderingen

In artikel I, onderdeel B, onder 4, wordt aan artikel 1 van de BRNC een vierde lid toegevoegd. In de eerste zin van dat vierde lid is geregeld wie aanspraak kan maken op voordelen ter vermijding van dubbele belasting. In de tweede zin staat dat “vorderingen als bedoeld in de eerste zin (…) voorwerp [kunnen] zijn van een onderzoek”. Nu de eerste zin geen melding van vorderingen maakt, adviseert de Afdeling in de toelichting te verduidelijken wat daarmee wordt bedoeld en zo nodig het voorstel aan te passen.

b. Uitdrukking ‘pensioenfonds’

In het voorstel wordt de uitdrukking ‘pensioenfonds’ opnieuw vastgesteld.6 Daarbij worden twee soorten pensioenfondsen onderscheiden. De eerste soort is een lichaam dat cumulatief voldoet aan de eisen onder subonderdeel 1º tot en met 4º. De tweede soort is een lichaam dat voldoet aan de eisen van subonderdeel 5º. Ter verduidelijking hiervan kan worden overwogen om in het voorstel de wettekst nauwer aan te laten sluiten bij de definitie van het begrip pensioenfonds in het OESO-modelverdrag.7 Als daarvoor niet wordt gekozen, adviseert de Afdeling de toelichting op dit punt te verduidelijken, in het bijzonder dat ook in het geval van het vijfde lid cumulatief aan alle vier de criteria moet zijn voldaan.

c. Bronnen in dat land

Artikel 4 van de BRNC bevat bepalingen ter aanvulling van het begrip inwoner. Artikel I, onderdeel E, eerste lid, van het voorstel voegt een zin toe aan artikel 4, eerste lid, van de BRNC. Volgens de toelichting wordt met deze wijziging aansluiting gezocht bij de opbouw van artikel 4 van het OESO-modelverdrag en is het OESO-commentaar bij deze tekst relevant.8 De Afdeling merkt op dat de tekst van de toe te voegen zin afwijkt van de betreffende zin in artikel 4 van het OESO-modelverdrag.9

De Afdeling adviseert het voorstel op dit punt in overeenstemming te brengen met de tekst van het OESO-modelverdrag.

d. Vermijden van dubbele belasting

In artikel I, onderdeel K, tweede lid, wordt een toevoeging aan artikel 21, zevende lid (nieuw), tweede zin, van de BRNC voorgesteld. In die bepaling wordt geregeld welke aftrek door Curaçao wordt verleend ter vermijding van dubbele belasting. De toevoeging “dan wel is gelijk aan” roept de vraag op in welk geval dat aan de orde is. De toelichting doet vermoeden dat dit afhankelijk is van welke nationale wetgeving in Curaçao geldt, maar de wettekst en de toelichting bieden geen uitsluitsel. De Afdeling adviseert de toelichting en zo nodig het voorstel op dit punt te verduidelijken.

De Afdeling adviseert in verband met het voorgaande het voorstel van rijkswet en de toelichting aan te passen.

3. De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.

De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk heeft een aantal opmerkingen bij het voorstel van rijkswet en adviseert daarmee rekening te houden voordat het voorstel van rijkswet bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal wordt ingediend en aan de Staten van Aruba, die van Curaçao en die van Sint Maarten wordt overgelegd.


De vice-president van de Raad van State van het Koninkrijk,

Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk betreffende no.W06.22.0109/III

  • Bij de artikelsgewijze toelichting op artikel I, onderdeel H, is een evaluatie aangekondigd. Deze passage hoort thuis in het algemeen deel van de memorie van toelichting.

  • Een artikelsgewijze toelichting opnemen bij artikel I, onderdeel J, en bij het in artikel I, onderdeel K, vijfde lid, voorgestelde artikel 21, tiende lid (nieuw), van de BRNC.


  1. Artikel I, onderdeel A.↩︎

  2. Zie aanwijzing 6.7 van de Aanwijzingen voor de regelgeving (AR) en de toelichting op die aanwijzing, alsmede aanwijzing 3.53, aanhef en onderdeel b, van de AR en de toelichting daarop.↩︎

  3. Zie aanwijzing 1.2 van de Aanwijzingen voor de regelgeving.↩︎

  4. Memorie van toelichting, paragraaf I.0 Inleiding en totstandkoming, eerste tekstblok.↩︎

  5. Memorie van toelichting, paragraaf I.0 Inleiding en totstandkoming, tweede tekstblok.↩︎

  6. Artikel I, onderdeel D, artikel 3, eerste lid, onderdeel j, van de BRNC.↩︎

  7. Daartoe kan het eerstgenoemde lichaam en de daaraan te stellen eisen worden ondergebracht in artikel 3, eerste lid, onderdeel j, subonderdeel 1º, van de BRNC. De tekst uit het voorgestelde subonderdeel 5º kan dan worden ondergebracht bij subonderdeel 2º, met dien verstande dat “lichamen als bedoeld in de subonderdelen 1°, 2°, 3° en 4°” wordt vervangen door “lichamen als bedoeld in subonderdeel 1º”.↩︎

  8. Artikelsgewijze toelichting op artikel I, onderdeel E.↩︎

  9. Het voorstel bevat de tekst “uit bronnen in dat land die aldaar zijn gelegen”. Het OESO-modelverdrag bevat de tekst “uit bronnen in dat land of van vermogen dat in dat land is gelegen”. In door Nederland bilateraal gesloten verdragen komt ook wel voor enkel de tekst “uit bronnen in dat land”.↩︎