Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 24 april 2023
Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Brief regering
Nummer: 2023D18545, datum: 2023-05-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-02-2648).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 02-2648 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken .
Onderdeel van zaak 2023Z07869:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2023-05-10 13:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-05-11 12:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2023-05-16 19:30: Raad Buitenlandse Zaken d.d. 22 mei 2023 (Commissiedebat), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2648 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 mei 2023
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 24 april 2023.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
VERSLAG VAN DE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 24 APRIL 2023
Op 24 april jl. vond de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) plaats in Luxemburg. De vertegenwoordiger van Nederland in het Politiek en Veiligheidscomité van de EU nam namens Nederland deel aan deze Raad. De Raad sprak over de Russische agressie tegen Oekraïne en de implementatie van het EU actieplan voor de geopolitieke consequenties van de Russische agressie tegen Oekraïne. Onder Current Affairs sprak de Raad over Soedan, Moldavië, Tunesië en China. Tijdens de lunch sprak de Raad informeel met de Georgische Minister van Buitenlandse Zaken, Ilia Darchiashvili. En marge van de RBZ organiseerde de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) een informeel ontbijt met de secretaris-generaal van de Raad van Europa, Thérèse Blanchet en de IJslandse Minister van Buitenlandse Zaken, Thórdís Kolbrún Reykfjörd Gylfadóttir.
Middels dit verslag informeert het kabinet uw Kamer daarnaast over enkele toezeggingen die gedaan zijn tijdens de Algemene Europese Beschouwingen in de Eerste Kamer van 18 april jl. (Handelingen II 2022/23, nr. 27, items 3 en 11), het commissiedebat RBZ van 20 april jl., enkele moties en de stand van zaken van een aantal missies.
Volle agendapunten
Russische agressie tegen Oekraïne
De bespreking van het agendapunt Russische agressie tegen Oekraïne startte met een interventie per videoconferentie van de Oekraïense Minister van Buitenlandse Zaken Dmytro Kuleba. Minister Kuleba sprak zijn waardering uit voor de reeds ontvangen steun vanuit de EU. Vervolgens benadrukte hij de aanvullende steun die nodig is, waaronder de levering van wapens en munitie. Tevens kondigde de Minister een nieuw initiatief aan van president Zelensky, het International Defence Industries Forum in Oekraïne, om synergieën te creëren tussen de industrie en overheden.
De Hoge Vertegenwoordiger (HV) Josep Borrell deed een oproep aan lidstaten om meer leveringen te doen uit eigen voorraad en onderstreepte het belang om vooruitgang te boeken op het driesporen-initiatief inzake munitie. In navolging op het politieke akkoord in de afgelopen RBZ van 20 maart jl.1 over het leveren van munitie aan Oekraïne vanuit de Europese Vredesfaciliteit (EPF) heeft de Raad het eerste spoor – levering uit eigen voorraad – formeel aangenomen. Over tweede spoor – gemeenschappelijke aanschaf ten behoeve van Oekraïne – wordt nog onderhandeld. Veel lidstaten spraken de hoop uit dat er snel een akkoord bereikt wordt. Nederland heeft benadrukt dat het leveren van munitie aan Oekraïne prioriteit heeft en het ondersteunen van de Europese defensie-industrie daartoe een middel moet zijn.
Voor wat betreft accountability sprak de Raad over verschillende modaliteiten voor een tribunaal voor agressie. Nederland heeft benadrukt dat het komen tot een gezamenlijk EU-standpunt van belang is.
Implementatie van het EU actieplan voor de geopolitieke consequenties van de Russische agressie jegens Oekraïne
De Raad besprak de noodzaak om te investeren in de relaties met landen in Afrika, Midden-Oosten, Azië en Latijns-Amerika. De Raad concludeerde dat de EU haar engagement richting deze landen moet versterken om een aantrekkelijke partner te blijven. De Russische agressie tegen Oekraïne en de wereldwijde reacties hierop onderstreepte de noodzaak hiervan.
HV Borrell gaf een stand van zaken ten aanzien van de implementatie van het EU-actieplan. Er wordt gewerkt aan het beter op elkaar afstemmen van de inzet van de EU en de lidstaten richting enkele sleutellanden in Afrika, Midden-Oosten, Azië en Latijns-Amerika. HV Borrell en de Europese Commissie benadrukten hierbij het belang van meer investeringen, een gezamenlijke Team Europe aanpak en concrete Global Gateway-projecten. Een aantal lidstaten onderstreepte dat Russische desinformatie in derde landen moet worden tegengaan. Ook werd opgeroepen tot het beter op elkaar afstemmen van de bezoeken van lidstaten en de EU naar landen in de voornoemde regio’s.
Current Affairs
Soedan
De Raad sprak over de ontwikkelingen in Soedan naar aanleiding van de gevechten in de hoofdstad Khartoem tussen het regeringsleger en de paramilitaire Rapid Support Forces. Daarbij benadrukte de HV de goede samenwerking tussen lidstaten tijdens de evacuatie van Europese diplomaten en burgers. Lidstaten die burgers in het land hadden, onderstreepten dit en dankten de landen die evacuatievluchten uitvoerden, in het bijzonder Frankrijk en Duitsland, maar ook Spanje, Italië, Zweden en Nederland voor hun inspanningen. Tegelijkertijd gaf de HV aan dat in zijn ogen, de situatie in Soedan nogmaals laat zien dat eigenstandige EU-evacuatiecapaciteit noodzakelijk is. Daartoe kondigde de HV aan op korte termijn met concrete voorstellen te komen om de capaciteit van EDEO’s crisiscentrum te vergroten.
De Raad sprak verder over de politieke en veiligheidssituatie in Soedan. De HV zag, op grond van gesprekken met beide legerleiders, weinig bereidheid van de partijen om op korte termijn de wapens neer te leggen. Lidstaten onderschreven dit, maar benadrukten dat de EU-inzet gericht moet blijven op een wapenstilstand en vreedzame oplossing van het conflict. Lidstaten zien hierin een belangrijke rol weggelegd voor regionale organisaties, zoals de Afrikaanse Unie en Arabische Liga, evenals voor landen in de regio. Daarbij gaven lidstaten nadrukkelijk aan dat bemiddelingspogingen tussen de legerleiders niet mogen leiden tot een oplossing die de Soedanese burgerbewegingen uitsluit van het politieke proces. Tot slot spraken sommigen hun zorgen uit dat het conflict de ruimte biedt aan andere paramilitaire organisaties, waaronder Wagner, om hun presentie in Soedan te vergroten.
Tunesië
De Raad sprak opnieuw over de verslechterde situatie in Tunesië. Onder andere de politieke ontwikkelingen zoals de recente arrestatie van een belangrijke oppositieleider, de beperking van maatschappelijke vrijheden, de sociaaleconomische omstandigheden en de stand van zaken op migratie kwamen aan de orde. De Raad was eensgezind over het belang van een gebalanceerde EU-boodschap en veel lidstaten spraken zich uit voor blijvende betrokkenheid bij Tunesië en het belang van een overeenkomst tussen Tunesië en het IMF. De Europese Commissie gaf aan te werken aan een veelomvattend EU-steun pakket, dat zal worden uitgekeerd op voorwaarde dat er een akkoord tussen Tunesië en het IMF is bereikt. De Commissie uitte zich voorzichtig optimistisch dat een overeenkomst nog altijd haalbaar lijkt. Uw Kamer wordt via de gebruikelijke weg geïnformeerd zodra meer bekend is over de concrete invulling van dit pakket.
Nederland uitte zorgen over de situatie in Tunesië en onderstreepte daarbij dat vrijheden en democratische instituties essentieel zijn voor duurzame stabiliteit. Ook benadrukte Nederland het belang van een gebalanceerde benadering en goede samenwerking met Tunesië. Nederland heeft in dit verband aangegeven dat een EU-respons coherent en integraal moet zijn, waarbij dialoog over rechtsstaat en mensenrechten, steun voor sociaaleconomische en politieke stabiliteit, en het tegengaan van irreguliere migratie zo goed mogelijk met elkaar verbonden zijn.
Moldavië
De Raad stond stil bij de situatie in Moldavië en besloot tot een drietal initiatieven in EU-verband om Moldavië bij te staan. Ten eerste besloot de Raad tot de oprichting van de civiele EU Partnership Mission (EUPM) Moldavië, welke zich zal richten op het versterken van de weerbaarheid tegen de vanuit Rusland afkomstige hybride dreigingen. De missie heeft een initiële looptijd van twee jaar en zal bestaan uit een kernstaf tussen 25 en 40 personen, aangevuld met flexibele zogenaamde Specialized Teams die, naar gelang de inhoudelijke behoefte, voor korte duur aan de missie kunnen worden toegevoegd. EUPM wordt nog voor de zomer gelanceerd. Ten tweede heeft de Raad een politiek akkoord bereikt om middels een nieuwe EPF-steunmaatregel 40 mln. euro aan niet-lethale militaire steun beschikbaar te stellen aan Moldavië. Ten derde besloot de Raad om een sanctie instrument op te richten voor het sanctioneren van oligarchen die de Moldavische rechtstaat en democratie ondermijnen. Nederland heeft deze inspanningen conform motie van het lid Piri c.s.2 actief ondersteund.
In aanvulling op bovenstaande informeer ik u via deze weg, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Defensie, dat de Nederlandse personele bijdrage aan EUPM Moldavië vastgesteld is op maximaal vijf personen. De invulling van de Nederlandse personele bijdrage wordt nog nader vastgesteld. De Kamer wordt over de inzet geïnformeerd indien daar aanleiding toe is.
China
De HV reflecteerde op zijn recente uitspraken in de media over de relatie tussen de EU en China. Lidstaten benadrukten in het kader van de reeks bezoeken van EU leiders aan China het belang van EU eenheid. Daarnaast sprak de Raad over de uitspraken van de Chinese ambassadeur in Frankrijk over de internationale rechtspositie van een aantal Oost-Europese lidstaten en landen, waarvan de Chinese regering inmiddels afstand genomen heeft. De bespreking was kort, op de informele RBZ «Gymnich» van 12 mei a.s. zal een informele discussie worden gevoerd over de toekomst van de betrekkingen tussen de EU en China.
Iran
Nederland greep deze Raad aan om wederom te pleiten voor spoedige openbaarmaking van het advies van de Juridische Dienst van de Raad ten aanzien van de terrorisme-listing van het Iraanse Islamitische Revolutionaire Gardekorps (IRGC) en vroeg om steun van lidstaten hiervoor.
Nieuw pakket Syrië sancties
Tijdens de RBZ heeft de Raad, mede op initiatief van Nederland, aanvullende sancties aangenomen tegen personen en organisaties van het Syrische regime. Het sanctiepakket richt zich tegen de grootschalige drugshandel van het regime, onderdrukking van de bevolking en de Syrische samenwerking met Rusland. Deze sancties hebben geen invloed op steun aan de Syrische bevolking, zoals de humanitaire hulp na de aardbevingen. In plaats van te investeren in een bevolking in nood verrijkt het Syrische regime zichzelf met de opbrengst van de productie en export van verdovende middelen. Ook werkt het regime niet mee aan door de VN geleide pogingen om tot een politieke oplossing voor het conflict in Syrië te komen. Ondertussen blijft de situatie in Syrië verslechteren, waardoor het menselijk lijden en het aantal vluchtelingen nog altijd toeneemt. Om deze reden stelt de EU sancties in tegen verantwoordelijken voor de productie en handel in het verdovende middel Captagon.
Aanname Raadsconclusies Ethiopië
De Raad heeft conclusies aangenomen over Ethiopië. Deze Raadsconclusies passen binnen het kader van het vredesakkoord tussen Ethiopië en Eritrea en de wens als EU aan de bestendiging daarvan bij te dragen.
Evenementen en marge van RBZ
Informeel ontbijt met de secretaris-generaal van de Raad van Europa (RvE), Thérèse Blanchet en de IJslandse Minister van Buitenlandse Zaken, Thórdís Kolbrún Reykfjörd Gylfadóttir
De informele ontbijtsessie stond in het kader van de Top van de Raad van Europa die op 16 en 17 mei in Reykjavik, IJsland plaatsvindt. De Raad besprak de belangrijke rol die de RvE speelt binnen de Europese architectuur ter bevordering van mensenrechten, democratie en rechtsstaat stond centraal, evenals het strategisch partnerschap tussen de EU en de RvE. Het IJslandse voorzitterschap ging in op de voorbereidingen voor de Top, waar accountability voor Oekraïne één van de belangrijkste onderwerpen zal zijn.
Informele lunch met de Georgische Minister van Buitenlandse Zaken, Ilia Darchiashvili
Deze informele lunch betrof een eerste gelegenheid voor een bespreking met alle 27 lidstaten met de Georgische Minister van Buitenlandse Zaken na het historische besluit van de Europese Raad om Georgië EU-perspectief te verlenen. Tijdens de lunch werd gesproken over de 12 prioriteiten waaraan Georgië moet voldoen om in aanmerking te komen voor EU-lidmaatschap. Georgië zette reeds grote stappen, doch er moet nog veel werk verricht worden, onder andere op het gebied van mensenrechten en rechtstaat, hervorming rechterlijke macht en waarborging mediavrijheid. Tevens werden de zorgen over de gezondheidssituatie van oud-president Saakashivili gedeeld met de Georgische Minister.
Tijdens de informele lunch werd er in het kader van regionale ontwikkelingen ook aandacht geschonken aan de situatie in Armenië en Azerbeidzjan. Een aantal lidstaten sprak, ook namens NL, zorgen uit over de situatie aan de grens en vroeg de HV om zich hierover namens de EU uit te spreken.
Toezeggingen commissiedebat RBZ d.d. 20 april 2023
Mogelijkheden voor aanvullende maatregelen tegen de Wagnergroep en de mate van steun daarvoor binnen de Raad
Binnen de EU zijn grote zorgen over de rol van de Wagnergroep in Oekraïne, het Midden-Oosten en Afrika. Nederland heeft tijdens de Raad Buitenlandse Zaken opgeroepen tot maatregelen tegen de Wagner groep, waaronder sancties. In dat kader heeft de EU na het listen van de Wagnergroep in 2021 aanvullende maatregelen genomen. Op 27 februari jl. heeft de EU een nieuw sanctiepakket aangenomen gericht tegen deze organisatie. Nederland heeft hier actief aan bijgedragen. Dit pakket is gericht tegen personen en entiteiten in verschillende landen waaronder Mali, Soedan, de Centraal Afrikaanse Republiek en Oekraïne. De maatregelen zien op mensenrechtenschendingen door de Wagnergroep en op bedrijven die door de Wagnergroep gecontroleerd worden en waarmee Rusland profiteert van de exploitatie van grondstoffen. Onderdeel van dit pakket zijn aan Wagner gelieerde bedrijven en personen die goudmijnen exploiteren in Soedan.
Stand van zaken rondom rechters in Nicaragua op de Europese sanctielijst
Nederland is bezorgd over de verslechterde mensenrechtensituatie in Nicaragua. In dat kader staat Nederland open voor uitbreiding van het aantal listings onder het sanctieregime ten aanzien van de situatie in Nicaragua. Hierbij gelden de uitgangspunten van rechtszekerheid en juridische houdbaarheid.
Overig
Motie Van der Lee en Piri inzake ontmoedigingsbeleid
Middels dit verslag wordt uw Kamer tevens geïnformeerd over motie van de leden Van der Lee en Piri,3 die het kabinet verzoekt om uitleg omtrent de invulling van het bestaande ontmoedigingsbeleid en op welke wijze dit concreet in de aankomende periode verder vorm zal worden gegeven. Het kabinet voerde in deze kabinetsperiode het bestaande Nederlandse ontmoedigingsbeleid uit. Het Nederlandse ontmoedigingsbeleid is van toepassing op activiteiten van Nederlandse bedrijven als zij direct bijdragen aan de aanleg en instandhouding van nederzettingen of als zij de aanleg of instandhouding ervan direct faciliteren. Indien Nederlandse bedrijven de overheid consulteren, worden zij over dit beleid geïnformeerd. Hierbij wordt toegelicht dat op grond van het internationaal recht Nederland en de EU de Israëlische soevereiniteit over de sinds juni 1967 door Israël bezette gebieden niet erkennen, en deze gebieden niet beschouwen als een onderdeel van het Israëlische grondgebied. Nederland en de EU beschouwen Israëlische nederzettingen in bezet gebied als strijdig met internationaal recht. Economische activiteiten die hieraan bijdragen beschouwt het kabinet als onwenselijk.
Het kabinet is voornemens dit ontmoedigingsbeleid op bovengenoemde manier voort te zetten.
Toezegging Algemene Europese Beschouwingen van 18 april jl.
In reactie op de toezegging aan senator Van Dijk tijdens de Algemene Europese Beschouwingen in de Eerste Kamer wordt daarnaast middels dit verslag ingegaan op de manier waarop de EU aandacht zal besteden aan het feliciteren van Israël met haar 75 jarig bestaan in mei. De EU-delegatie in Tel Aviv heeft op 26 april jl. middels een videoboodschap felicitaties overgebracht van de President van de Europese Commissie Von der Leyen.
EU Missie Armenië (EUMA)
Het kabinet informeert uw Kamer middels dit verslag over de situatie in Armenië en Azerbeidzjan en voortgang van de civiele EU Missie Armenië (EUMA). EUMA is nog altijd in de opstartfase, maar ontplooit al concrete en relevante monitoringsactiviteiten. In de afgelopen weken vond er een aantal incidenten plaats op de Armeens-Azerbeidzjaanse grens, in de buurt van de Lachin-corridor. De Lachin-corridor is vooralsnog de facto geblokkeerd en sinds 23 april jl. heeft Azerbeidzjan unilateraal een checkpoint geïnstalleerd bij de ingang van de Lachin-corridor. Vanwege de oplopende spanningen tussen Armenië en Azerbeidzjan heeft EUMA in de afgelopen periode regelmatig monitoringsactiviteiten uitgevoerd op het Armeense grondgebied.
Trainingsactiviteiten t.b.v. Lebanese Armed Forces (LAF)
Tenslotte informeert het kabinet middels dit verslag uw Kamer over het besluit om drie trainingsactiviteiten te starten in Libanon, in het kader van het bevorderen van de stabiliteit en weerbaarheid aldaar. De Lebanese Armed Forces (LAF) spelen een belangrijke rol in het bewaren van de fragiele stabiliteit in Libanon. Deze activiteiten zijn duurzame investeringen in de professionalisering van de LAF, leveren een bijdrage aan de bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit en versterken de relatie met Libanon. Vanaf ongeveer half mei 2023 starten trainers van het Ministerie van Defensie voor de periode van een jaar met trainingen aan het LAF. Het gaat onder meer om het trainen van militaire werkhonden («K9 military working dogs») die een belangrijk onderdeel vormen van de contraterrorisme-eenheid van de LAF. Daarnaast worden twee trainingen gegeven over het opsporen en onschadelijk maken van explosieven met het doel de explosievenopruimingsdienst van de LAF verder te professionaliseren. Het aanbod van deze trainingen is gebaseerd op de behoeften van de LAF en sluiten aan bij de Nederlandse doelstellingen in de regio.