Reactie op verzoek commissie over de brief van de Vereniging Nederlands Cabinepersoneel (VNC) en FNV Cabine over behoud van werkgelegenheid in een duurzame luchtvaart
Luchtvaartbeleid
Brief regering
Nummer: 2023D20813, datum: 2023-05-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31936-1060).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31936 -1060 Luchtvaartbeleid.
Onderdeel van zaak 2023Z08706:
- Indiener: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-05-23 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-05-31 10:15: Procedurevergadering Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-06-27 16:30: Luchtvaart (Commissiedebat), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-06-29 14:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-09-07 09:30: Extra procedurevergadering commissie Infrastructuur en Waterstaat (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
31 936 Luchtvaartbeleid
30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid
Nr. 1060 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 mei 2023
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft op 19 april 2023 verzocht om een reactie op de brief die de commissie heeft ontvangen van de Vereniging Nederlands Cabinepersoneel (VNC) en FNV Cabine over behoud van werkgelegenheid in een duurzame luchtvaart. U ontvangt deze brief naar aanleiding van dat verzoek.
De VNC en FNV Cabine verwijzen in de brief naar het kabinetsbesluit over vermindering van het aantal vliegtuigbewegingen op Schiphol naar 440.000 vluchten.1 Zij stellen dat de voorgenomen maatregelen zullen leiden tot een vertraging van een constructieve bijdrage aan een stillere en zuinigere vloot en een duurzame luchtvaart in Nederland. Bovendien maken zij zich zorgen dat de voorgenomen maatregelen van de Nederlandse overheid zullen leiden tot verlies van werkgelegenheid. Wij begrijpen dat cabinepersoneel passie voor hun werk heeft. Minder vliegtuigbewegingen op Schiphol zullen leiden tot minder activiteit op de luchthaven. Wat dat doet met de directe en indirecte werkgelegenheid is niet precies uit te drukken. Er is geen één-op-één-relatie tussen het aantal vluchten en het aantal banen op en rondom Schiphol. Daarnaast bestaat er een ongekende krapte op de arbeidsmarkt die langdurig van aard lijkt. In deze situatie ligt het niet voor de hand dat mensen die direct of indirect afhankelijk zijn van Schiphol voor hun baan moeten vrezen.
Met het hoofdlijnenbesluit is een grote stap gezet om een nieuwe balans te creëren tussen de belangen van omwonenden van Schiphol en het belang van de internationale bereikbaarheid van Nederland. Hierbij zijn ook de effecten van dit besluit voor de luchtvaartsector en voor de werkgelegenheid meegenomen. De impactanalyse2 die is uitgevoerd geeft aan dat er in de nieuwe evenwichtssituatie geen effect op de netto werkgelegenheid optreedt. In de transitie naar een nieuwe evenwichtssituatie kan er wel frictiewerkloosheid ontstaan. Of zich dit daadwerkelijk voordoet is ook afhankelijk van bredere arbeidsmarktontwikkelingen. Een uitgebreidere reactie op de werkgelegenheidseffecten vindt u in het Verslag van het schriftelijk overleg over het hoofdlijnenbesluit Schiphol.3
Het kabinet heeft een aantal doelen gesteld om de luchtvaart zelf te verduurzamen. Ook Europees en mondiaal worden er belangrijke stappen gezet. Onder andere via het Groeifondsprogramma Luchtvaart in Transitie stimuleert het kabinet de noodzakelijke verduurzaming. Onderdeel hiervan is het introduceren van alternatieve energiedragers, waaronder waterstof. Nederland heeft op mondiaal niveau een leidende positie in de ontwikkeling van technologieën voor ultra-efficiënte vliegtuigen. Deze technologieën worden gebruikt voor het ombouwen van bestaande vliegtuigen en het bouwen van nieuwe vliegtuigen.
Met dit soort programma’s en via intensief contact met Schiphol, luchtvaartmaatschappijen en andere belanghebbenden is het mogelijk om, tegen de achtergrond van het hoofdlijnbesluit Schiphol, te werken aan het verder ontwikkelen van een duurzame luchtvaart.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Hoofdlijnen Schiphol d.d. 24 juni 2022, Kamerstuk 29 665, nr. 432.↩︎
Het onderzoek: Impactanalyse verlaging activiteitenniveau Schiphol, 2022, is uitgevoerd door PwC, Adecs Airinfra en MovingDot, in opdracht van IenW in aanloop naar het Hoofdlijnenbesluit (Bijlage bij Kamerstuk 29 665, nr. 432).↩︎
Kamerstuk 29 665, nr. 440.↩︎