[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie over de voortgang van Sterk Techniekonderwijs (STO)

VMBO

Brief regering

Nummer: 2023D21161, datum: 2023-05-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30079-117).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 30079 -117 VMBO.

Onderdeel van zaak 2023Z08817:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

30 079 VMBO

Nr. 117 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 mei 2023

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft twee brieven ontvangen van de Gooise Scholen Federatie (GSF) en van de Stuurgroep Sterk Techniekonderwijs Haaglanden (STOHA) inzake de voortgang van Sterk Techniekonderwijs (STO). Naar aanleiding van de procedurevergadering van 20 april 2023 heeft de commissie mij verzocht om een reactie te geven op de aan u gerichte brieven. Met deze brief reageer ik op uw verzoek.

Zowel de GSF als de STOHA geven aan dat zij blij zijn met het subsidieprogramma Sterk Techniekonderwijs. Zij zien dat de belangstelling voor techniek groeit. Scholen werken meer en beter samen, niet alleen onderling, maar ook met onder andere het bedrijfsleven. Dit is goed om te horen, want dit onderstreept dat het programma Sterk Techniekonderwijs effect sorteert.

Dit maakt de roep voor duidelijkheid over de continuering van STO op de korte termijn alleen maar begrijpelijker. Op 16 mei 2023 heb ik een brief naar de Tweede Kamer gestuurd met daarin de antwoorden op de vragen van deze scholen.1 Het subsidieprogramma Sterk Techniekonderwijs wordt in de huidige vorm voor een jaar verlengd, tot en met 2024. Dit jaar zal ik gebruiken om een nieuwe regeling uit te werken voor de duur van vier jaar, van 2025 tot 2029. Na deze periode blijft de 100 miljoen structureel beschikbaar voor het onderwijs. Naast deze antwoorden biedt mijn ministerie graag aan om in gesprek te gaan met de heer Kok van het GSF en de heer Loogman van het STOHA.

Ik hoop met de duidelijkheid en de bevestiging van het structurele karakter van het geld de zorgen van de scholen weg te hebben genomen.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,
A.D. Wiersma


  1. Kamerstuk 30 079, nr. 116↩︎